Operation Manual

1
2
3
4
5
Terug
4-5
Geavanceerde
faxfuncties
Statusmonitor
Rapporten en
lijsten
Problemen
oplossen
Bijlage
Inhoudsopgave
Trefwoordenlijst
BOVEN
VolgendeVorige
V Is er een fout opgetreden tijdens de verzending?
A Kijk of er op het display een foutmelding verschijnt.
(Zie hoofdstuk 9, “Problemen oplossen”, in de
Algemene handleiding.)
A Druk een activiteitenrapport af en controleer of er
zich een storing heeft voorgedaan. (Zie "Rapporten
en lijsten afdrukken" op pag. 2-3.)
V Werkt de telefoonlijn goed?
A U moet een kiestoon horen wanneer u op [Haak]
drukt of wanneer u de handset of de hoorn van een
op het apparaat aangesloten telefoon opneemt.
Hoort u geen kiestoon, neem dan contact op met
de telefoonmaatschappij.
V
Is het ontvangende apparaat een G3-faxapparaat?
A Het ontvangende apparaat moet compatibel zijn
met uw apparaat.
V Zijn het subadres en/of wachtwoord juist?
A Controleer of een subadres/wachtwoord dat onder
een snelkeuzeknop of -code is opgeslagen,
overeenkomt met de instellingen van de ontvanger.
Op de faxberichten die uw faxapparaat verzendt verschijnen
vlekken of strepen.
V Werkt het ontvangende apparaat naar behoren?
A Controleer het apparaat door een kopie te maken.
Als de kopie schoon is, ligt het probleem wellicht bij
het ontvangende apparaat. Als de kopie vlekken
vertoont of vuil is, reinig dan de onderdelen van de
scanner. (Zie hoofdstuk 8, “Onderhoud”, in de
Algemene handleiding.)
V Is het document goed geplaatst?
A Controleer of het document goed is geplaatst.
(Zie hoofdstuk 2, “Documenten verwerken”, in de
Algemene handleiding.)