Operation Manual

1
2
3
4
5
4-12
Geavanceerde
faxfuncties
Statusmonitor
Rapporten en
lijsten
Problemen
oplossen
Bijlage
Inhoudsopgave
Trefwoordenlijst
Terug
BOVEN
VolgendeVorige
Problemen bij het afdrukken
Er wordt niets afgedrukt.
V Is het netsnoer goed aangesloten?
A Controleer of het netsnoer op het apparaat is
aangesloten en of de stekker van het netsnoer in
een stopcontact is gestoken. Als het apparaat is
aangesloten op een stekkerdoos, zorg dan dat
deze stekkerdoos is aangesloten op een
stopcontact en is ingeschakeld.
V Hebt u de afdichtingstape van de tonercartridge
verwijderd?
A De tape moet van de cartridge zijn verwijderd.
(Zie “Installeer de cartridge” in de Beknopte
handleiding.)
V Is de tonercartridge leeg?
A Vervang de tonercartridge. (Zie hoofdstuk 8,
“Onderhoud”, in de Algemene handleiding.)
De afdruk komt niet overeen met het papierformaat.
V Komt het formaat van het papier in het apparaat
overeen met het ingestelde papierformaat?
A Plaats het juiste papier of wijzig de instelling. (Zie
hoofdstuk 3, “Afdrukmaterialen” in de Algemene
handleiding.)
De afdruk is scheef.
V Is het papier goed geplaatst?
A Zorg dat het papier op de juiste manier in het
apparaat is geplaatst. (Zie “Papier plaatsen” in de
Beknopte handleiding.)
A De papieruitvoeropening mag niet zijn
geblokkeerd.