Operation Manual

172
De Wi-Fi-functies van de camcorder
2 Android-apparaten die NFC ondersteunen: verbind de
camcorder en het apparaat met elkaar, zoals wordt beschreven
bij Een Android-apparaat koppelen dat NFC ondersteunt
(A 173).
Wanneer de Wi-Fi-verbinding met succes tot stand is gebracht,
verschijnt [Aangesloten] op het scherm van de camcorder en
wordt het live videobeeld weergegeven in het scherm van de
CameraAccess plus-app op het Android-apparaat.
Gebruik de knoppen in het scherm van de app om de camcorder
te bedienen terwijl uop het apparaat het live beeld bekijkt. De rest
van deze procedure is niet nodig.
iOS-/Android-apparaten die NFC niet ondersteunen: in het
WiFi-instellingenscherm zet uWi-Fi aan en selecteert ude
netwerknaam die op het scherm van de camcorder verschijnt
(stap 1). Voer indien nodig het wachtwoord in dat op het
camcorderscherm verschijnt.
De netwerknaam van de camcorder (SSID) zou moeten verschijnen
in de lijst met netwerken/toegangspunten die het apparaat kan
vinden.
Zolang uhet Wi-Fi-wachtwoord van de camcorder niet reset,
hoeft uhet wachtwoord alleen in te voeren wanneer uhet
apparaat voor de eerste keer aansluit.
Als de Wi-Fi-verbinding correct tot stand is gebracht, verschijnt
[Aangesloten] op het scherm van de camcorder.
3 iOS/Android-apparaat: start de CameraAccess plus-app.
Gebruik de knoppen in het scherm van de app om de camcorder
te bedienen terwijl uop het apparaat het live beeld bekijkt.