Operation Manual

187
De Wi-Fi-functies van de camcorder
1 Voorzie de camcorder van stroom met de compacte netadapter.
2 Zorg dat de camcorder is uitgeschakeld of een indexscherm
weergeeft in de afspeelstand. Houd vervolgens het NFC-
contactpunt van de camcorder voorzichtig naast het NFC-
aansluitpunt op het Connect Station.
Breng het -teken op de camcorder en het midden van het
aansluitpunt op het Connect Station op één lijn met elkaar.
Gebeurt er niets, probeer dan om de positie/hoek van de camcorder
een beetje aan te passen terwijl udeze voorzichtig naast het
aansluitpunt op het Connect Station houdt of probeer de camcorder
voorzichtig tegen het Connect Station aan te houden.
Als de camcorder was uitgeschakeld, gaat de camcorder aan
in de afspeelstand, zelfs als het LCD-paneel is gesloten. Open,
indien nodig, het LCD-paneel.
Het Connect Station laat een piepgeluid horen. Wanneer de Wi-Fi-
verbinding met succes tot stand is gebracht, wordt automatisch
begonnen met de bestandsoverdracht.
3 Camcorder: wanneer de bestandsoverdracht is voltooid, raakt
u[OK] aan.
Aanraken Piep! NFC-
contactpunt