Operation Manual

230
Bijlage: Menu-opties - Overzicht
- Als uhet scherm 0 > [3 Opname instellen] > [Filmindeling],
[Videokwaliteit] of [Opnamemedia] opent.
- Als uhet scherm 2 (of 0 > [2 Hoofdfuncties]) >
[ Geluidsscène], [R Faders] of [Ä Witbalans] opent.
- Als de camcorder niet meer kan opnemen, bijvoorbeeld doordat het
geheugen vol is of doordat het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf
openstaat.
[ä Niveau micro]: u kunt het audio-opnameniveau van de ingebouwde
microfoon instellen.
Raak [m] aan om het geluidsniveau weer automatisch aan te laten
passen. Raak [Audioniveau] aan om zelfs tijdens automatische aanpassing
van het geluidsniveau de audioniveau-indicator weer te geven.
Stel het audio-opnameniveau zo in dat de audioniveaumeter alleen af
en toe rechts van de aanduiding -12 dB (geel gebied) komt.
Als de audioniveaumeter het rode punt (0 dB) bereikt, raakt het geluid
mogelijk vervormd.
Het is raadzaam om een koptelefoon (A 116) te gebruiken om het
geluidsniveau te controleren terwijl uhet audio-opnameniveau instelt.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de filmmodus is ingesteld
op , ƒ of .
[2] > [ä Niveau micro] > [n] (handmatig) > [Ï]/[Ð] om het
geluidsniveau aan te passen > [X]