Operation Manual

249
Problemen?
Nadat het NFC-contactpunt van de camcorder het contactpunt heeft
aangeraakt van een apparaat dat NFC ondersteunt, wordt het apparaat
niet goed herkend.
- Breng het midden van de contactpunten op de camcorder en het
andere apparaat op één lijn met elkaar. Als er niets gebeurt, probeert
uom de apparaten voorzichtig heen en weer te bewegen terwijl ze
elkaar aanraken.
- Mogelijk is de NFC-functie uitgeschakeld. Stel 1 > q > [NFC]
in op [i Aan].
H Wi-Fi-functies
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van het toegangspunt en andere
apparaten die uwilt gebruiken.
Ik kan geen verbinding maken met het toegangspunt.
- Controleer of het toegangspunt correct werkt.
- Het effectieve communicatiebereik tussen de camcorder en het
toegangspunt kan variëren, afhankelijk van de sterkte van het
draadloze signaal. Probeer de camcorder dichter in de buurt van
het toegangspunt te gebruiken.
- Om storing te voorkomen, is het raadzaam om de camcorder op enige
afstand te gebruiken van apparaten die elektromagnetische straling
afgeven (draadloze telefoons, magnetrons, enzovoort).
- Wi-Fi-netwerken met een stealth-functie die hun netwerknaam (SSID)
niet uitzenden, worden door de camcorder niet gedetecteerd tijdens
het instellen van het Wi-Fi-netwerk. Voer de instelling handmatig uit
(A 202) of schakel de stealth-functie van het toegangspunt uit.
Draadloos afspelen op een computer of vergelijkbaar apparaat verloopt
niet vloeiend.
- Het hangt van de instellingen en mogelijkheden van het toegangspunt
af of de film vloeiend wordt afgespeeld. Probeer de camcorder dichter
in de buurt van het toegangspunt te gebruiken en verwijder eventuele
belemmerende voorwerpen of obstakels tussen de twee apparaten.