CEL-SW9UA280 HD Camcorder Gebruiksaanwijzing e
Belangrijke gebruiksinstructies WAARSCHUWING VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES. GEBRUIK DAAROM ALLEEN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES. WAARSCHUWING MET BETREKKING TOT AUTEURSRECHTEN: Als u zonder toestemming opnamen maakt van materialen waarop auteursrechten rusten, wordt mogelijk inbreuk gemaakt op de rechten van de houders van de auteursrechten en op auteursrechtwetten. Informatie over handelsmerken • Het SD-, SDHC- en SDXC-logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
• Overige namen en producten die hierboven niet zijn vermeld, kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de desbetreffende ondernemingen. • Dit apparaat omvat exFAT-technologie onder licentie van Microsoft. • “Full HD 1080” heeft betrekking op Canon-camcorders die in overeenstemming zijn met High-Definition Video die is samengesteld uit 1.080 verticale pixels (scanlijnen).
Over deze gebruiksaanwijzing en de camcorder Bedankt dat u hebt gekozen voor de Canon LEGRIA HF R88/LEGRIA HF R87/LEGRIA HF R86/LEGRIA HF R806. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de camcorder gebruikt en bewaar deze zodat u de handleiding later na kunt slaan. Mocht uw camcorder niet goed werken, raadpleeg dan Problemen oplossen (A 245). Conventies die in deze handleiding worden gebruikt Belangrijke voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben op de werking van de camcorder.
• • • • De termen “foto” en “stilbeeld” worden afwisselend gebruikt, maar hebben dezelfde betekenis. Vierkante haakjes [ ] verwijzen naar bedieningselementen die u op het scherm dient aan te raken (menu’s, knoppen, enzovoort) en naar berichten zoals die op het scherm worden weergegeven. De foto’s in deze handleiding zijn gesimuleerde foto’s die zijn gemaakt met een fotocamera. Afbeeldingen en menupictogrammen hebben betrekking op de g, tenzij anders aangegeven.
• Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht wanneer de ACCESS-indicator van de camcorder brandt of knippert. Als u dat niet doet, kunt u uw gegevens voorgoed kwijtraken of raakt het geheugen mogelijk beschadigd. - Open het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf niet. - Verwijder de stroombron niet en zet de camcorder niet uit. - Wijzig de filmmodus van de camcorder niet. - Druk niet op de knop ^. - Verwijder de USB-kabel niet indien een USB-kabel op de camcorder is aangesloten.
Inhoudsopgave Belangrijke gebruiksinstructies................................................. 2 Over deze gebruiksaanwijzing en de camcorder ...................... 4 De functies van de camcorder in alledaagse situaties ........... 12 Unieke functies voor bijzondere gevallen.............................12 De uitstraling krijgen die u wilt .............................................13 Uitdagende onderwerpen en opnameomstandigheden.......14 Afspelen, bewerken en overige .....................................
Basisbediening van de camcorder ......................................... 41 Het touchscreen gebruiken.................................................... 41 Gebruik van de menu’s.......................................................... 42 Bedieningsstanden ................................................................ 48 Basisfuncties voor opnemen en afspelen.................. 50 Basisfuncties voor opnemen .................................................. 51 Video-opnamen maken........................
Handige functies ..................................................................... 94 Opnemen in slow of fast motion ............................................ 94 Decoratie: uw opnamen verfraaien......................................... 99 Videosnapshot..................................................................... 107 Gezichten detecteren en volgen........................................... 108 Faders .................................................................................
e Opnamen kopiëren naar een geheugenkaart .............................................................. 140 Films converteren naar MP4-indeling ................................... 143 e Films converteren naar fast-motionscènes..... 147 Externe aansluitingen................................................ 149 Aansluitpunten op de camcorder ......................................... 150 Aansluitschema’s................................................................. 151 Opnamen afspelen op een tv-scherm ...
Overige informatie..................................................... 211 Bijlage: Menuopties – Overzicht ........................................... 212 Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen .......................... 236 Problemen?........................................................................... 245 Problemen oplossen ............................................................ 245 Overzicht van berichten .......................................................
De functies van de camcorder in alledaagse situaties Unieke functies voor bijzondere gevallen Prachtige herinneringen van uw baby’s dierbaarste momenten bewaren en de speciaal ontworpen stempels gebruiken om bij te houden hoeveel uw baby groeit. Baby-modus (A 86) 9 Een coole time-lapsevideo opnemen of slow motion gebruiken om uw golfswing te controleren. Opnemen in slow of fast motion (A 94) Films versieren met graphics en stempels.
Geluid opnemen met de beste kwaliteit die in uw opnamesituatie mogelijk is, bijvoorbeeld wanneer u een voordracht of een muziekoptreden bijwoont. Geluidsscènes (A 121) Kiezen of u opneemt in AVCHD-indeling of MP4-indeling. Filmindeling (A 80) De uitstraling krijgen die u wilt De camcorder aan de hand van de opnamescène de beste instellingen laten selecteren voor prachtige video en foto’s. N-modus (A 57) Het beeld helderder of donkerder maken dan de belichting die door de camcorder wordt ingesteld.
Wijzigen hoe vloeiende of natuurlijke beweging eruitziet in uw video’s. Beeldsnelheid (A 119) Uw opnamen een professionele cinematografische uitstraling geven. Cinema-modus en cinematografische filters (A 88) Cinemafilter [FILTER 2] (Levendig) Uitdagende onderwerpen en opnameomstandigheden Prachtige video opnemen van speciale scènesituaties met minimale instellingen. Filmstanden (A 84) Natuurlijke kleuren verkrijgen, zelfs bij bijzondere belichting.
Afspelen, bewerken en overige Delen van uw video opslaan als afbeeldingen of als korte videosnapshotscènes. Beeldjes als foto opslaan/videosnapshotscènes maken (A 126) Scènes converteren naar een kleiner bestandsformaat om te uploaden naar internet. Films converteren naar MP4-indeling (A 143) e Scènes converteren naar interessante time-lapsescènes. Films converteren naar fast-motionscènes (A 147) e Alle opnamen op een geheugen rechtstreeks op een externe harde schijf opslaan, zelfs zonder computer.
Uw opnamen moeiteloos opslaan op het optionele Connect Station CS100. Connect Station CS100 (A 164, 192) e Draadloze functies Uw smartphone of tablet als afstandsbediening gebruiken terwijl u opneemt.
Een app gebruiken om opnamen draadloos over te zetten naar uw smartphone/tablet en ze naar internet te uploaden. Camera Connect (A 190) Uw opnamen via CANON iMAGE GATEWAY delen door ze in fotoalbums op internet te zetten. CANON iMAGE GATEWAY (A 195) De NFC-functie gebruiken om moeiteloos uw camcorder te verbinden met uw Android-apparaat dat NFC ondersteunt. NFC (A 179, 185) De camcorder draadloos verbinden met uw thuisnetwerk en uw opnamen draadloos streamen.
Kennismaking met de camcorder Bijgeleverde accessoires De volgende accessoires worden bij de camcorder geleverd: Compacte netadapter CA-110E (inclusief netsnoer) Accu BP-727 Groothoekaccessoire WA-H43 (alleen f) USB-kabel IFC-300PCU/S High Speed HDMI-kabel HTC-100/SS Beknopte handleiding* * In deze handleiding wordt beschreven hoe u de software Transfer Utility LE van PIXELA kunt downloaden.
Namen van onderdelen Aanzicht linkerzijde 1 5 2 3 4 6 7 1 2 ^ afspeelknop (A 49) ON/OFF-knop 3 4 5 Afdekplaatje geheugenkaartsleuf (A 31) Geheugenkaartsleuf (A 31) AV OUT-aansluitpunt (A 150, 153)/×-aansluitpunt (koptelefoon) (A 122) HDMI OUT-aansluitpunt (A 150, 151) USB-aansluitpunt (A 150, 154) 6 7 19
Aanzicht rechterzijde 1 2 3 1 2 3 START/STOP-knop (A 51) DC IN-aansluitpunt (A 25) Handgreepriem Stel de handgreepriem zo af dat u met uw wijsvinger de zoomhendel en met uw duim de knop Y kunt bereiken. 4 Lensafdekkingsschakelaar Schuif de lensafdekkingsschakelaar omlaag naar om de lensafdekking te openen.
Vooraanzicht Bovenaanzicht 2 3 1 1 2 3 4 4 Stereomicrofoon (A 121, 234) e NFC-contactpunt (near field communication) (A 181, 192) Luidspreker (A 69) Zoomhendel (A 60) 21
Achteraanzicht 1 Onderaanzicht 2 3 4 6 5 7 5 6 LCD-touchscreen (A 23, 41) ACCESS-indicator (status geheugenkaart) (A 6, 51, 55) e Wi-Fi-antenne (A 177) POWER/CHG-oplaadindicator: groen - aan; rood - bezig met opladen (A 25) Accuaansluitpunt (A 25) Serienummer 7 8 Statiefbevestiging (A 280) BATTERY RELEASE-schakelaar (ontgrendeling accu) (A 26) 1 2 3 4 22 8
LCD-touchscreen 180° Open het LCD-paneel 90 graden. De camcorder wordt hierdoor vanzelf aangezet. De eerste keer dat u het LCD-paneel opent, wordt u door de schermen voor de basisinstellingen geleid (A 34). circa 90° Pas de stand van het LCD-paneel aan de opnameomstandigheden aan. • Het scherm is gefabriceerd met uiterst verfijnde technieken. Meer dan 99,99% van de pixels functioneert correct.
Voorbereidingen De accu opladen 25 De eerste stap om uw camcorder te gebruiken is de stroomtoevoer voorbereiden. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een accu kunt opladen. Een geheugenkaart gebruiken 30 Dit gedeelte legt uit wat voor types geheugenkaarten gebruikt kunnen worden en hoe u een kaart in de camcorder plaatst.
De accu opladen De accu opladen De camcorder kan van stroom worden voorzien met een accu of rechtstreeks met de compacte netadapter. 1 2 3 1 3 2 1 2 3 Sluit het netsnoer aan op de compacte netadapter. Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact. Sluit de compacte netadapter aan op het DC IN-aansluitpunt van de camcorder.
De accu opladen 5 4 5 4 4 Plaats de accu in de camcorder. • Druk de accu zachtjes in het accuaansluitpunt en schuif de accu omhoog totdat deze vastklikt. 5 Het laden begint zodra de camcorder is uitgeschakeld. • Als de camcorder ingeschakeld was, zal de groene POWER/CHGindicator uitgaan zodra u de camcorder uitzet. Na korte tijd gaat de POWER/CHG-indicator branden in een rode kleur (accu bezig met opladen). De rode POWER/CHG-indicator gaat uit zodra de accu volledig is opgeladen.
De accu opladen 1 2 1 2 • Zet de camcorder uit voordat u de compacte netadapter aansluit of verwijdert. Nadat u de camcorder hebt uitgezet, worden belangrijke gegevens in het geheugen opgeslagen. Wacht totdat de groene POWER/CHG-indicator uitgaat. • Sluit op het DC IN-aansluitpunt van de camcorder of op de compacte netadapter geen elektrische apparatuur aan die niet uitdrukkelijk is aanbevolen voor gebruik met deze camcorder.
De accu opladen • We raden aan dat u de accu oplaadt bij een temperatuur tussen 10 °C en 30 °C. De accu zal niet worden opgeladen als de omgevingstemperatuur of de temperatuur van de accu lager is dan circa 0 °C en hoger dan circa 40 °C. • Als de omgevingstemperatuur of de temperatuur van de accu laag is, kan het opladen langer duren dan normaal. • De accu wordt alleen opgeladen als de camcorder uit staat.
De accu opladen • Raadpleeg Accu (A 281) voor meer informatie over behandeling van de accu. Raadpleeg de Referentietabellen (A 297) voor oplaadtijden en geschatte gebruikstijden. • U kunt de laadstatus van een accu controleren met de optie 1 > q > [Accu-info]. • Wij raden u aan twee- tot driemaal zoveel opgeladen accu’s bij de hand te houden dan u nodig denkt te hebben.
Een geheugenkaart gebruiken Een geheugenkaart gebruiken Geheugenkaarten die u met de camcorder kunt gebruiken U kunt met deze camcorder gebruikmaken van de volgende soorten in de winkel verkrijgbare SD-kaarten (Secure Digital). We raden aan om geheugenkaarten te gebruiken van klasse 4, 6 of 10*. Vanaf december 2016 is de filmopnamefunctie getest met SD/SDHC/ SDXC-kaarten die zijn gemaakt door Panasonic, Toshiba en SanDisk. Type geheugenkaart: SD-snelheidsklasse**: .
Een geheugenkaart gebruiken • Over de snelheidsklasse: snelheidsklasse (Speed Class) is een standaard die de minimale gegarandeerde snelheid van gegevensoverdracht van geheugenkaarten aanduidt. Controleer bij aanschaf van een geheugenkaart op de verpakking het logo van de snelheidsklasse. ■ SDXC-kaarten U kunt met deze camcorder gebruikmaken van SDXC-kaarten.
Een geheugenkaart gebruiken 1 2 3 2 3 4 Bovenaan (lens) SD-kaart 1 Open het LCD-paneel. • De camcorder wordt automatisch aangezet. Als dit de eerste keer is dat u de camcorder aanzet, verschijnt het taalkeuzescherm van de basisinstellingen. 2 Druk op [ om de camcorder uit te zetten. • Controleer of de POWER/CHG-indicator uit is. 3 4 Open het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf.
Een geheugenkaart gebruiken De geheugenkaart verwijderen Druk eenmaal de geheugenkaart in om deze te ontgrendelen. De geheugenkaart springt vervolgens naar buiten. Trek de kaart daarna in zijn geheel naar buiten. • SD-kaarten hebben een voor- en achterzijde die van elkaar verschillen. Als u een SD-kaart verkeerd om in de camcorder plaatst, kan de camcorder defect raken. Zorg ervoor dat u de geheugenkaart plaatst zoals beschreven in stap 4.
Eerste instellingen Eerste instellingen Basisinstellingen De eerste keer dat u de camcorder aanzet, wordt u door de schermen voor de basisinstellingen van de camcorder geleid. Zo kunt u de taal kiezen, de datum en tijd instellen, de filmindeling kiezen (AVCHD of MP4) en het opnamegeheugen kiezen (alleen e). Raadpleeg Het touchscreen gebruiken (A 41) voor informatie over het gebruik van het touchscreen. 1 Open het LCD-paneel.
Eerste instellingen • Nadat u de datumindeling hebt geselecteerd, verschijnt het scherm [Datum/Tijd], waarin het eerste veld is geselecteerd. 4 Raak een veld aan dat u wilt wijzigen (jaar, maand, dag, uren of minuten). 5 Raak [Í] of [Î] aan om het veld desgewenst te wijzigen. 6 Stel de juiste datum en tijd in door alle velden op dezelfde wijze te wijzigen. • Raak [24H] aan om de 24-uurs klok te gebruiken of laat de optie ongeselecteerd om de 12-uurs klok (AM/PM) te gebruiken.
Eerste instellingen 9 Raak [&] (intern geheugen) of [8] (geheugenkaart) aan en raak vervolgens [æ] aan. • Als u het geheugen selecteert, kunt u controleren wat de beschikbare opnametijd is op basis van de standaardinstelling voor de videokwaliteit. • Nadat u het geheugen hebt geselecteerd waarmee u films wilt opnemen, verschijnt het scherm [{ Opnamemedia Foto’s]. 10 Raak [&] (intern geheugen) of [8] (geheugenkaart) aan en raak vervolgens [æ] aan.
Eerste instellingen • Als u de camcorder circa 3 maanden niet gebruikt, raakt de ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij mogelijk geheel leeg en verliest u daardoor de datum- en tijdinstelling. Laad in dat geval de ingebouwde lithiumbatterij op (A 283). De volgende keer dat u de camcorder aanzet, dient u opnieuw de basisinstellingen in te voeren. • U kunt de optie 1 > q > [Aanzetten met lcd-scherm] wijzigen zodat u de camcorder alleen kunt aan- en uitzetten door op [ te drukken.
Eerste instellingen 2 Raak ["] aan om de tijdzone thuis in te stellen of [#] om de tijdzone van uw bestemming in te stellen wanneer u op reis bent. 3 Raak [Í] of [Î] aan om de gewenste tijdzone in te stellen. Raak indien nodig [$] aan om de zomertijd in te stellen. 4 Raak [X] aan om het menu te sluiten. Het geheugen initialiseren Voordat u een geheugenkaart de eerste keer met de camcorder gebruikt, moet u de geheugenkaart initialiseren.
Eerste instellingen 2 Initialiseer het geheugen. e 0 > [1 Overige instellingen] > q > [Initialiseren &/8] > [& Syst. geh.] of [8 Kaart ] > [Initialiseren] > [Initalisatie voltooien]1 > [Ja]2 > [OK] > [X] d 0 > [1 Overige instellingen] > q > [Initialiseren 8] > [Initialiseren] > [Initalisatie voltooien]1 > [Ja]2 > [OK] > [X] 1 2 Raak deze optie aan als u alle gegevens fysiek wilt wissen in plaats van alleen maar de bestandstoewijzingstabel van het geheugen te wissen.
Eerste instellingen • d Over FlashAir-kaarten: wanneer u een FlashAir-kaart initialiseert met deze camcorder, worden de instellingen voor draadloze netwerken (netwerknamen, SSID, wachtwoorden, enzovoort) op de kaart gereset naar de fabrieksinstellingen. We raden aan dat u FlashAir-kaarten op een computer formatteert met behulp van de FlashAir-configuratietools.
Basisbediening van de camcorder Basisbediening van de camcorder Het touchscreen gebruiken Welke knoppen en menuonderdelen op het touchscreen worden getoond, hangt af van de bedieningsstand en de taak die u uitvoert. Met de intuïtieve interface van het touchscreen kunt u snel alle functies instellen. 1 2 1 Aanraken Raak een element aan dat op het touchscreen wordt weergegeven. Wordt gebruikt om een scène af te spelen in een indexscherm, een instelling in een menu te selecteren, enz.
Basisbediening van de camcorder • In de hieronder genoemde gevallen is het wellicht niet mogelijk om op correcte wijze het touchscreen te bedienen. - Als u uw vingernagels of voorwerpen met een harde punt gebruikt, zoals een balpen. - Als u het touchscreen bedient met natte handen of met handschoenen aan. - Als u te veel druk uitoefent met uw vinger. Gebruik van de menu’s Vanuit het menu 0 (Start) hebt u toegang tot de meeste functies en instellingen van de camcorder.
Basisbediening van de camcorder ■ 0-menu (Start) Opnamemodus 1 2 Afspeelstand Raak [0] aan om het menu 0 (Start) te openen. Veeg met uw vinger naar links/rechts om het gewenste menu naar het midden te halen. • U kunt ook [Ï] of [Ð] aanraken om het pictogram van het gewenste menu naar het midden te verplaatsen. 3 Raak het pictogram van het gewenste menu aan om het te openen. • In de volgende tabel vindt u een beschrijving van elk menu.
Basisbediening van de camcorder Menuonderdeel Beschrijving [Filmmodus]** (alleen opnamemodus) (A 84) De camcorder beschikt over een aantal filmstanden die de meest geschikte instellingen bieden voor diverse speciale scènes. [2 Hoofdfuncties] (alleen opnamemodus) (A 231) Dit menu bevat functies die veel worden gebruikt tijdens opname, zoals scherpstelling (focus) en belichting.
Basisbediening van de camcorder Menuonderdeel Beschrijving [ Videosnapshot] (alleen afspeelstand) (A 66) Hiermee wordt het indexscherm [¦] geopend, waarop alleen videosnapshotscènes worden getoond die zijn opgenomen in AVCHD-indeling. [— Wi-Fi]* (alleen afspeelstand) (A 173) Hiermee kunt u de diverse Wi-Fi-functies gebruiken, zoals het uploaden van opnamen naar internet of het afspelen van opnamen met een smartphone. * Alleen e.
Basisbediening van de camcorder ■ Gebruik van de menu’s Het is erg eenvoudig om de verschillende instellingen van de camcorder aan te passen met behulp van de menu’s. U kunt uw keuze maken door gewoon de knop van de gewenste optie aan te raken. Wanneer ze op het scherm verschijnen kunt u [K] aanraken om naar het vorige scherm terug te keren of [X] om het menu te sluiten. In sommige schermen dient u omlaag te scrollen om de gewenste optie te vinden.
Basisbediening van de camcorder 2 Veeg met uw vinger naar links/rechts om [1 Overige instellingen] naar het midden te halen. Raak vervolgens het pictogram aan om de menu’s [1 Overige instellingen] te openen. • U kunt ook [Ï] of [Ð] aanraken om het pictogram van het gewenste menu naar het midden te verplaatsen. 3 2 5 3 4 Raak het tabblad van het gewenste menu aan. Veeg met uw vinger omhoog/omlaag om de instelling die u wilt wijzigen, naar de oranje selectiebalk te halen.
Basisbediening van de camcorder Bedieningsstanden In deze handleiding worden bedieningsstanden van de camcorder aangeduid met een balk met pictogrammen. Een volledig pictogram in het blauw (N) geeft aan dat de beschreven functie in een specifieke bedieningsstand kan worden gebruikt, een grijs pictogram (}) geeft aan dat de functie niet beschikbaar is in de desbetreffende stand. Pictogrammen worden onderverdeeld in filmindeling, filmmodus en afspeelstand.
Basisbediening van de camcorder Afspelen Druk op ] als u de camcorder wilt overschakelen van de opnamemodus naar de afspeelstand of omgekeerd. In de categorie Afspelen van de bedieningsstandenbalk verwijst het pictogram y naar het afspelen van films (A 66), ofwel vanuit het indexscherm [y] (alle scènes), ofwel vanuit het indexscherm [9] (alleen scènes die zijn opgenomen in de stand 9 (Baby)), ofwel vanuit het indexscherm [¦] (alleen videosnapshotscènes die zijn opgenomen in AVCHD-indeling).
Basisfuncties voor opnemen en afspelen Basisfuncties voor opnemen 51 In dit gedeelte wordt de handige stand N uitgelegd en wordt beschreven hoe u gemakkelijk films en foto’s maakt. Om op te nemen met behulp van andere filmstanden, om geavanceerdere functies te gebruiken en om volledige toegang te hebben tot alle menu-instellingen, raadpleegt u Geavanceerde opnamefuncties (A 79). Basisfuncties voor afspelen 66 In dit gedeelte wordt beschreven hoe u films en foto’s afspeelt en verwijdert.
Basisfuncties voor opnemen Basisfuncties voor opnemen Video-opnamen maken U kunt nu films opnemen. Indeling Filmmodus Afspelen 9 N † ƒ ’ y } • Voordat u met opnemen begint, kunt u het beste eerst een testopname maken om te controleren of de camcorder goed functioneert. 1 3 1 1 3 1 2 3 3 2 Open het LCD-paneel om de camcorder aan te zetten. • U kunt ook op [ drukken. • e Films worden standaard opgenomen op het interne geheugen.
Basisfuncties voor opnemen • De filmmodus van de camcorder is standaard ingesteld op N (A 57). U kunt een andere filmmodus selecteren die past bij de opnameomstandigheden (A 84). 2 3 Schuif de lensafdekkingsschakelaar omlaag. Druk op Y om met opnemen te beginnen. • Druk nogmaals op Y om de opname te stoppen. De scène wordt opgenomen in het geheugen. • De ACCESS-indicator gaat van tijd tot tijd knipperen terwijl de scène wordt opgenomen.
Basisfuncties voor opnemen • Als 1 > q > [Automatisch uit] is ingesteld op [i Aan] en de camcorder met een accu van stroom wordt voorzien, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld indien u 3 minuten lang geen bedieningshandelingen verricht. Dit is om stroom te besparen. Mocht dit gebeuren, zet de camcorder dan uit en weer aan. • Als u opnamen maakt op heldere plaatsen, kan het moeilijk zijn gebruik te maken van het LCD-scherm.
Basisfuncties voor opnemen ■ Het informatiescherm In het informatiescherm kunt u enkele opname-instellingen controleren, zoals welk geheugen wordt gebruikt voor opnamen (alleen e), de resterende opnametijd van het geheugen of de momenteel geselecteerde filmindeling.
Basisfuncties voor opnemen Foto’s maken Met de camcorder kunt u gemakkelijk foto’s maken. U kunt zelfs foto’s maken terwijl u films opneemt. Indeling Filmmodus Afspelen 9 N † ƒ ’ y } 3 1 2 3 1 1 1 2 Open het LCD-paneel om de camcorder aan te zetten. • U kunt ook op [ drukken. • e Foto’s worden standaard opgeslagen in het interne geheugen. U kunt het geheugen selecteren dat wordt gebruikt om foto’s mee te maken (A 82). • De filmmodus van de camcorder is standaard ingesteld op N (A 57).
Basisfuncties voor opnemen 2 3 Schuif de lensafdekkingsschakelaar omlaag. Raak [{] aan om een foto te maken. • Tijdens het maken van de foto wordt op het scherm kort een groen pictogram ( ) en { Ð & (alleen e) of { Ð 8 weergegeven en knippert de ACCESS-indicator. Als u echter een foto maakt terwijl u een film opneemt, wordt niet weergegeven. Als u klaar bent met het maken van foto’s Zet de camcorder uit en sluit de lensafdekking (A 52).
Basisfuncties voor opnemen AUTO-stand Wanneer de filmmodus is ingesteld op N, worden de volgende automatische functies geactiveerd, zodat u kunt genieten van het maken van video-opnamen en foto’s terwijl de camcorder de optimale instellingen kiest. • Smart AUTO (A 57): de camcorder detecteert automatisch de scène en het onderwerp en past de instellingen toe die daar het beste bij passen.
Basisfuncties voor opnemen • Onder bepaalde omstandigheden komt het Smart AUTOpictogram dat op het scherm verschijnt, mogelijk niet overeen met de feitelijke scène. Vooral als u opnamen maakt tegen een oranje of blauwe achtergrond, kan het pictogram van de zonsondergang of een van de pictogrammen van de blauwe luchten verschijnen en worden de kleuren mogelijk niet natuurlijk weergegeven. In dat geval raden we aan om opnamen te maken in de stand ’ (A 93).
Basisfuncties voor opnemen Achtergrond Onderwerp Zonsondergang Donker Donker + Spotlight Mensen (stilstaand) — — Mensen (bewegend) — — Donker + Nachtscène Andere onderwerpen dan mensen, zoals landschappen Nabijgelegen onderwerpen — / — — ■ Intelligente IS Met Intelligente IS kan de camcorder de beste optie voor beeldstabilisatie selecteren op basis van uw opnamemethode. Als de filmmodus is ingesteld op N of 9, verandert het pictogram Intelligente IS in een van de volgende pictogrammen.
Basisfuncties voor opnemen Pictogram Opnameomstandigheden  (Macro IS) à (Statiefstand) Close-up van een onderwerp Bij gebruik van een statief * U kunt de optie 1 > p > [Intelligente IS] gebruiken om in te stellen of Powered IS beschikbaar is wanneer Intelligente IS is geactiveerd. Zoomen Gebruik de zoomhendel op de camcorder om in en uit te zoomen. U kunt de zoomsnelheid wijzigen met de optie 1 > p > [Zoomsnelheid] (A 215).
Basisfuncties voor opnemen • Houd een afstand van ten minste 1 meter tot het onderwerp aan. Bij maximale groothoek kunt u scherpstellen op onderwerpen die slechts 1 centimeter veraf zijn. Met gebruik van telemacro (A 120) kunt u bij maximale telefoto tot op 50 centimeter vanaf een onderwerp scherpstellen. • Als 1 > p > [Zoomsnelheid] is ingesteld op [Y Variabel], is de zoomsnelheid in de opnamestandbystand sneller dan tijdens de daadwerkelijke opname, behalve wanneer vooropname (A 233) is geactiveerd.
Basisfuncties voor opnemen ■ Framinghulp Wanneer u inzoomt op een onderwerp dat ver weg is (grote zoomverhouding), kan het voorkomen dat u het onderwerp tijdelijk “kwijtraakt” doordat het onderwerp uit beeld beweegt. In dat geval kunt u de functie Framinghulp gebruiken om tijdelijk een beetje uit te zoomen. Zo kunt u het onderwerp gemakkelijker terugvinden. U kunt kiezen uit automatische of handmatige framinghulp. Automatische framinghulp 1 Selecteer vooraf de automatische stand.
Basisfuncties voor opnemen • Wanneer u de camcorder niet meer beweegt, zoomt deze in op het gebied dat wordt aangeduid met het witte kader. 1 2 3 Handmatige framinghulp 1 Selecteer vooraf de handmatige stand. 0 > [1 Overige instellingen] > p > [Framinghulp] > [l Handmatig] > [X] 2 3 Zoom in op het gewenste onderwerp. Indien u het onderwerp kwijtraakt, houdt u [ om tijdelijk uit te zoomen. ] ingedrukt • De oorspronkelijke zoomstand wordt aangeduid met een wit kader.
Basisfuncties voor opnemen 5 Wanneer u het gewenste onderwerp goed in het kader hebt, laat u [ ] los. • De camcorder zoomt in op het gebied dat wordt aangeduid met het witte kader. 1 2 3 • U kunt de oorspronkelijke afmetingen van het witte kader voor framinghulp selecteren met de instelling 1 > p > [Gebied voor framinghulp]. • Indien de zoomhendel wordt bediend terwijl de camcorder aan het in- of uitzoomen is of tijdens automatische framinghulp, wordt de automatische zoombewerking gestopt.
Basisfuncties voor opnemen ■ f Het bijgeleverde groothoekaccessoire WA-H43 gebruiken U kunt het bijgeleverde groothoekaccessoire WA-H43 op de camcorder aansluiten om de brandpuntsafstand te verminderen en een grotere beeldhoek te krijgen. Gebruikt u het groothoekaccessoire, voer dan de volgende procedure uit om de camcorder optimaal in te stellen. Uitlijningshulp 1 Plaats het groothoekaccessoire op de lens en zorg er daarbij voor dat de uitlijningshulp naar boven is gericht.
Basisfuncties voor afspelen Basisfuncties voor afspelen Films afspelen Indeling Filmmodus Afspelen 9 N † ƒ ’ y } Indexschermknop (A 68) 1 1 Druk op ] om het afspeelindexscherm weer te geven. • U kunt herhaaldelijk op ] drukken als u van de opnamemodus naar de afspeelstand wilt gaan of omgekeerd. • U kunt op ] drukken als de camcorder uitgeschakeld is om deze direct in de afspeelstand aan te zetten. • Het indexscherm dat wordt getoond, hangt af van de opnamemodus die daarvoor is gebruikt.
Basisfuncties voor afspelen • Om het indexscherm [¦] (alleen videosnapshotscènes die zijn opgenomen in AVCHD-indeling) of het indexscherm [9] (Baby-album met alleen scènes die zijn opgenomen in stand 9) te openen: 0>[ Videosnapshot] of [9 Baby-album] • Wanneer de indexschermknop op het scherm verschijnt, kunt u ook kiezen welk geheugen u wilt gebruiken om af te spelen (alleen e) en wat de indeling is van scènes die u wilt weergeven (A 68).
Basisfuncties voor afspelen 3 Raak de scène aan die u wilt afspelen. • De camcorder speelt de geselecteerde scène af en gaat door met afspelen tot het einde van de laatste scène in het indexscherm. • Raak het scherm aan om de afspeelregelaars op te roepen. Tijdens het afspelen verdwijnen de afspeelregelaars automatisch als een aantal seconden niets gebeurd is.
Basisfuncties voor afspelen d Vanuit het indexscherm [y]: Raak de indexschermknop aan > Filmindeling (· of ¸) > [OK] Het volume wijzigen 1 Raak tijdens het afspelen het scherm aan om de afspeelregelaars op te roepen. 2 Raak [Ý] aan, raak [Ø] of [Ù] aan om het volume aan te passen en raak vervolgens [K] aan. Afspeelbediening Afspelen Afspeelpauze 1 2 3 4 10 11 5 1 2 3 67 8 9 12 Stoppen met afspelen. Naar het begin van de scène gaan. Dubbel aantikken om naar de vorige scène te gaan.
Basisfuncties voor afspelen De volumeregelaars (A 69) en mixbalansregelaars van de achtergrondmuziek (A 129) weergeven. 5 Decoratie (A 99). 6 Alleen AVCHD-scènes: een videosnapshotscène vastleggen (A 126). 7 Versneld achteruit/vooruit afspelen*. 8 AVCHD-scènes: opnamedatum en tijd. MP4-scènes: opnamedatum. 9 Naar het begin van de volgende scène gaan. 10 Het afspelen hervatten. 11 Het weergegeven beeld gebruiken en opslaan als afbeeldingsbestand (A 126). 12 Vertraagd vooruit/achteruit afspelen**.
Basisfuncties voor afspelen • U kunt de optie 1 > t > [Datum/tijd weergeven] gebruiken om te kiezen of u de opnamedatum (MP4-scènes) of de datum en tijd (AVCHD-scènes en foto’s) wilt weergeven tijdens het afspelen. • Op het indexschermscherm voor MP4-scènes [y] kunt u [I] aanraken en vervolgens een scène aanraken om gegevens over de scène weer te geven, zoals de videokwaliteit, lengte, opnamedatum en -tijd van de scène. Raak [K] tweemaal aan om terug te gaan naar het indexscherm.
Basisfuncties voor afspelen • Wanneer scènes op de camcorder worden afgespeeld die zijn opgenomen in de stand , raden we aan dat u 1 > q >[ View assist.] instelt op [i Aan]. Foto’s bekijken Indeling Filmmodus Afspelen 9 N † ƒ ’ y } Indexschermknop (A 68) 1 1 2 Druk op ]. Open het indexscherm [}]. 0 > [} Foto afspelen] • e Wijzig indien nodig het geheugen dat u wilt afspelen (A 68).
Basisfuncties voor afspelen De getoonde balk geeft de relatieve locatie aan van het huidige indexscherm. 3a 3a 3b 3b [Bew.]-knop (A 235): om foto’s te verwijderen, enzovoort. U kunt de functie ook vergrendelen (A 70) om uw opnamen te beschermen. 3 Mapnaam. De laatste vier cijfers geven de opnamedatum weer (1103 = 3 november). Zoek de foto die u wilt bekijken. • Veeg naar links/rechts (3a) of raak [Ï] of [Ð] aan (3b) om het vorige/volgende indexscherm weer te geven.
Basisfuncties voor afspelen Afspeelbediening 1 3 2 1 2 3 Diavoorstelling (A 134). Terugkeren naar het indexscherm [}]. Foto’s doorlopen. Raak [Ï] of [Ð] aan of veeg naar links/rechts over de scrolbalk om de gewenste foto te vinden. Raak [K] aan om terug te keren naar de weergave van één foto.
Basisfuncties voor afspelen Scènes en foto’s verwijderen Opnamen die u niet wilt bewaren, kunt u verwijderen. Door opnamen te verwijderen, maakt u ook ruimte vrij in het geheugen. U kunt de functie voor het vergrendelen van bestanden gebruiken om de bewerkingsfunctie uit te schakelen. Zo voorkomt u dat u opnamen per ongeluk wist of wijzigt (A 70).
Basisfuncties voor afspelen Afzonderlijke scènes of foto’s selecteren 1 Raak de afzonderlijke scènes of foto’s aan die u wilt verwijderen. • Op de scènes of foto’s die u aanraakt, verschijnt een vinkje !. Het totale aantal geselecteerde scènes of foto’s wordt weergegeven naast het pictogram ". • Raak een geselecteerde scène of foto aan als u het vinkje wilt verwijderen. Om alle vinkjes tegelijk te verwijderen, raakt u [Alle verw.] > [Ja] aan.
Basisfuncties voor afspelen 2 Verwijder de scène. Raak het scherm aan om de afspeelknoppen weer te geven > [Ý] > [Bew.] > [Verwijderen] > [Ja] > [OK] ■ Eén enkele foto verwijderen Indeling Filmmodus 9 N Afspelen † ƒ ’ y } 1 Selecteer in de schermweergave van één foto de foto die u wilt verwijderen (A 72). 2 Verwijder de foto. Raak het scherm aan om de afspeelknoppen weer te geven > [Bew.
Basisfuncties voor afspelen • Foto’s die werden beveiligd met andere apparaten en vervolgens naar de geheugenkaart werden gekopieerd toen deze aangesloten was op een computer, kunnen met deze camcorder niet worden verwijderd. • Als u alle opnamen wilt verwijderen en alle opnameruimte weer vrij wilt maken, kan het handiger zijn om het geheugen te initialiseren (A 38).
Geavanceerde opnamefuncties Opname-instellingen en filmstanden 80 Dit gedeelte legt uit hoe u de opname-instellingen van de camcorder wijzigt en hoe u de verschillende filmstanden kunt gebruiken om opnamen te krijgen die er geweldig uitzien. Handige functies 94 Dit gedeelte introduceert een aantal functies van de camcorder die in bepaalde situaties handig kunnen zijn. Bijvoorbeeld: opnemen in slow of fast motion, leuke decoraties en faders voor uw scènes en meer.
Opname-instellingen en filmstanden Opname-instellingen en filmstanden De indeling voor filmopnamen selecteren (AVCHD/MP4) U kunt films opnemen in de AVCHD-indeling of de MP4-indeling. AVCHD-films bieden fantastische beeldkwaliteit tijdens het afspelen. Ze kunnen ook gemakkelijk worden gekopieerd naar externe apparaten, zoals een Blu-ray Disc-recorder. MP4-films zijn veelzijdig en kunnen gemakkelijk worden afgespeeld op smartphones of naar internet worden geüpload.
Opname-instellingen en filmstanden 0 > [3 Opname instellen] > [Videokwaliteit] > Gewenste videokwaliteit* > [K] > [X] * U kunt informatie over de videokwaliteit bekijken met de volgende procedure. Informatie over de videokwaliteit bekijken 1 Raak [I] aan. • Er verschijnt een scherm met de resolutie, bitsnelheid en beeldsnelheid. 2 Raak [K] aan. • Raadpleeg de Referentietabellen (A 297) voor meer informatie over geschatte opnametijden.
Opname-instellingen en filmstanden • De volgende soorten MP4-scènes worden op andere apparaten herkend als meerdere bestanden. - Scènes die groter zijn dan 4 GB. - Scènes die zijn opgenomen met 35 Mbps en langer zijn dan 30 minuten. - Scènes die zijn opgenomen met een andere videokwaliteit dan 35 Mbps en langer zijn dan 1 uur. • Afhankelijk van de tv kunt u mogelijk geen films afspelen die zijn opgenomen met 50P of 35 Mbps. • Als de filmmodus is ingesteld op †, kunt u niet opnemen met 50P of 35 Mbps.
Opname-instellingen en filmstanden e Dubbelopname en relay-opname Tijdens filmopname kunt u dubbelopname gebruiken om tegelijkertijd nog een scène op te nemen (in MP4-indeling met een videokwaliteit van 4 Mbps), naast de hoofdscène die wordt opgenomen. Deze extra MP4-scène wordt opgeslagen in het geheugen dat momenteel niet is geselecteerd voor opnamen. De resulterende scène heeft een MP4-indeling, wat ideaal is om de film te kopiëren naar een ander apparaat of te uploaden naar internet.
Opname-instellingen en filmstanden De filmmodus selecteren Naast de stand N beschikt de camcorder over een aantal filmstanden die de meest geschikte instellingen bieden voor diverse speciale scènes. U kunt ook de filmmodus ’ gebruiken als u de camcorder automatisch de belichting wilt laten instellen, maar een aantal geavanceerde instellingen handmatig wilt aanpassen. Indeling Filmmodus * 9 N Afspelen † ƒ ’ y } * Behalve voor stand 9.
Opname-instellingen en filmstanden • Als u [† Cinema] of [ƒ Scène] hebt geselecteerd, gaat u verder met de procedure om het cinemafilter (A 88) of de speciale scènestand te selecteren (A 90). Opties ( standaardwaarde) [9 Baby] Gebruik de 9-stand om alle dierbare momenten van uw baby vast te leggen (A 86). [N Auto] In deze stand verzorgt de camcorder de meeste instellingen, terwijl u zich kunt concentreren op het maken van de opnamen.
Opname-instellingen en filmstanden Baby-modus Met de geoptimaliseerde instellingen van de stand 9 wordt de huid van uw baby levensecht en helder weergegeven. Daarnaast kunt u een stempel toevoegen aan de video om te laten zien hoeveel tijd er is verstreken sinds uw baby werd geboren. Indeling Filmmodus * 9 N Afspelen † ƒ ’ y } * Als u de filmmodus wijzigt naar 9 wordt de video-indeling automatisch gewijzigd naar AVCHD, zelfs als de video-indeling was ingesteld op MP4.
Opname-instellingen en filmstanden Prioriteit voor lichte gebieden (modus Hooglichtprioriteit) U kunt de stand gebruiken om de kleuren en gradaties in de helderste gedeelten van het beeld gedetailleerder vast te leggen. Zo komt het beeld nauwkeurig overeen met uw herinnering aan wat u hebt gezien. Dit is bijzonder doeltreffend wanneer u opnamen maakt van helderblauwe luchten, huidtinten, glinsterende wateroppervlakken, glanzend metaal, glazen oppervlakken en vergelijkbare heldere scènes.
Opname-instellingen en filmstanden • Wanneer scènes op de camcorder worden afgespeeld die zijn opgenomen in de stand , worden de volgende instellingen aanbevolen. - Afspelen op u de camcorder: stel 1 > q > [ View assist.] in op [i Aan]. - Afspelen op een tv of een externe monitor: verhoog de helderheid van de tv, het computerscherm, enzovoort.
Opname-instellingen en filmstanden Een ander cinematografisch filter selecteren 1 2 Raak linksonder in het scherm de knop [FILTER] aan. Raak het gewenste cinematografische filter aan en raak vervolgens [OK] aan. Opties ( standaardwaarde) De camcorder biedt 5 cinematografische filters. Selecteer het gewenste filter terwijl u op het scherm vooraf het effect bekijkt. [1. Cinemastandaard] [2. Levendig] [3. Koel] [4. Sepia] [5.
Opname-instellingen en filmstanden Speciale scènestanden Opnamen maken in een zeer helder skigebied of alle kleuren van een zonsondergang of vuurwerk vastleggen is heel gemakkelijk. U hoeft alleen maar een speciale scènestand te selecteren.
Opname-instellingen en filmstanden [K Sneeuw] Voor het maken van opnamen in heldere skigebieden zonder dat het onderwerp onderbelicht wordt. [L Strand] Voor het maken van opnamen op een zonnig strand zonder dat het onderwerp onderbelicht wordt. [M Zonsonderg.] Voor het opnemen van zonsondergangen in levendige kleuren. [N Weinig licht] Voor het opnemen van scènes in situaties met weinig licht. [O Spotlight] Voor het opnemen van scènes onder spotlights. [P Vuurwerk] Voor het opnemen van vuurwerk.
Opname-instellingen en filmstanden • [H Portret]/[I Sport]/[K Sneeuw]/[L Strand]: tijdens het afspelen is het beeld mogelijk niet vloeiend. • [H Portret]: het wazigheidseffect van de achtergrond neemt toe naarmate u verder inzoomt (S). • [K Sneeuw]/[L Strand]: het onderwerp kan overbelicht raken op bewolkte dagen of op plaatsen in de schaduw. Controleer het beeld op het scherm. • [N Weinig licht]: - Bewegende onderwerpen kunnen een nabeeld met sporen achterlaten.
Opname-instellingen en filmstanden Stand Programma AE: instellingen afstemmen op uw wensen Geef uzelf met de filmmodus Programma AE (AE: automatische belichting) zoveel mogelijk controle terwijl u opnamen maakt. Zoals bij andere filmstanden stelt de camcorder automatisch de sluitertijd en het diafragma in. Deze stand biedt u echter de meeste veelzijdigheid doordat u andere instellingen kunt aanpassen om de gewenste resultaten te verkrijgen.
Handige functies Handige functies Opnemen in slow of fast motion Als de filmindeling is ingesteld op MP4, kunt u slow motion gebruiken om scènes vast te leggen met veel beweging, zodat ze op halve snelheid worden afgespeeld. U kunt ook fast motion gebruiken om het verstrijken van de tijd te comprimeren tot time-lapsescènes. U kunt kiezen of u slow of fast motion voor de volledige scène wilt gebruiken of alleen voor delen van de scène die u aangeeft.
Handige functies 2 Stel de videokwaliteit in. 0 > [3 Opname instellen] > [Videokwaliteit] > Gewenste videokwaliteit > [K] > [X] • De videokwaliteit moet worden ingesteld op 24 Mbps of 17 Mbps voor opname in fast motion of 17 Mbps voor opnamen in slow motion. 3 Selecteer de snelheid voor slow/fast motion.
Handige functies De opnametijd instellen Door één frame op te nemen bij elk interval ontstaat een vloeiendere time-lapsevideo. Voor snel bewegende onderwerpen kan het beter zijn om bij elk interval circa 0,5 seconde video op te nemen. [w] > Selecteer [1 frame] of [0,5 sec] > [K] Opties Snelheid voor slow/ fast motion Opnametijd en -interval* Echte tijd die verstreken is in een scène van 1 minuut [1 frame] [0,5 sec] Slow motion: [x1/2] Elke 0,02 (1/50) sec. — 30 sec.
Handige functies ■ Opnemen in slow of fast motion gebruiken voor een deel van de scène U kunt selecteren welke delen van een scène u wilt opnemen in slow of fast motion (flexibel opnemen in slow of fast motion). Met één tik kunt u 1/2 slow motion, normale snelheid en 2x fast motion afwisselen. Indeling Filmmodus 9 N 1 Afspelen † ƒ ’ y } Zorg ervoor dat de camcorder genoeg stroom heeft om het proces volledig te doorlopen.
Handige functies 4 Selecteer de gewenste snelheid voor slow/fast motion. 2x fast motion 1x normale snelheid 1/2x slow motion 5 Druk op Y om met opnemen te beginnen. • Tijdens opnemen in fast motion legt de camcorder bij elke interval één beeldje vast. 6 Tijdens de opname kunt u een van de andere twee knoppen aanraken om de snelheid voor slow/fast motion te wijzigen. • De scèneteller loopt sneller bij [ x1/2 Langzaam] en trager bij [ x2 Snel].
Handige functies • e Opnemen in slow of fast motion kan niet worden gebruikt terwijl de camcorder op afstand wordt bediend vanaf een iOS-/Android-apparaat. • Wanneer de filmmodus is ingesteld op †, is opname van een volledige scène in 1/2x slow motion niet beschikbaar; alleen opname van een volledige scène in fast motion is beschikbaar. Decoratie: uw opnamen verfraaien Verfraai uw scènes door deze te decoreren.
Handige functies 2 Gebruik een gereedschap in de werkbalk zoals wordt uitgelegd in de volgende procedures. 3 Druk op Y om films met uw decoraties op te nemen. • U kunt zelfs decoraties toevoegen wanneer u een scène opneemt. 4 Raak [X] aan als u het decoratiescherm wilt verlaten. • U kunt [Bewegende stempels] en de stempels voor [Datum/Tijd] of [9] niet tegelijkertijd gebruiken.
Handige functies 5 [& Datum/Tijd] of [9] (in stand 9) Hiermee voegt u de datum en/of tijd toe als een bijschrift dat samen met de opname wordt vastgelegd. In de stand 9 kunt u stempels toevoegen aan de video om de leeftijd, de lengte en het gewicht van de baby bij te houden. 6 [Ü] (Beeldmix) Hiermee voegt u een van de 26 verschillende kaders toe aan het tekenblad. [Ý] In de opnamemodus: onderbreek de live video. Raak [Þ] opnieuw aan om de live video te hervatten.
Handige functies • Zelfgemaakte tekeningen en stempels wissen: raak [Ó] > [Wissen] > [Ja] > [OK] aan. • Uw zelfgemaakte tekeningen en stempels opslaan in het geheugen: raak [Ó] > [& Opslaan]* of [8 Opslaan]* > [Ja] > [OK] aan. • Een eerder opgeslagen tekenblad (alleen zelfgemaakte tekeningen en stempels) laden vanuit het geheugen: raak [Ó] > [& Laden]** of [8 Laden]** > [Ja] > [OK] aan. • Een tekenblad kan alleen worden opgeslagen of geladen in de opnamestand-bystand of wanneer het afspelen is onderbroken.
Handige functies 2 3 Raak een van de knoppen aan en raak vervolgens [OK] aan. Raak een willekeurig gebied op het tekenblad aan waar u de geselecteerde bewegende stempel wilt plaatsen. • U kunt ook een aantal bewegende stempels naar een andere plaats slepen. ■ [Datum/Tijd] gebruiken Indeling Filmmodus 9 N † ƒ ’ Afspelen * y } * Behalve wanneer u afspeelt vanuit het indexscherm [9] (Baby-album). 1 Raak [&] aan. • Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt. 2 Raak [Datum] of [Tijd] aan.
Handige functies Indeling Filmmodus 9 N Afspelen † ƒ ’ y* } * Alleen wanneer u afspeelt vanuit het indexscherm [9] (Baby-album). 1 Raak [9] aan. • Het scherm met stempels voor de stand 9 verschijnt. 2 Raak [91], [92] of [93] aan om de gewenste baby te selecteren. • Het ontwerp van de stempels is voor elke baby een beetje anders. 3 Registreer desgewenst de gegevens van de baby. • Om de geboortedatum van de baby vast te leggen: raak [w] aan naast de knop voor de leeftijd van de baby.
Handige functies 5 Raak [OK] aan. • De geselecteerde stempel(s) verschijnen. 6 U kunt een willekeurige stempel aanraken en naar de gewenste locatie slepen.
Handige functies • e Zorg voordat u deze procedure uitvoert dat het geheugen dat is geselecteerd voor de opname (A 82) of voor het afspelen (A 68) de beeldmixkaders bevat. 1 2 Raak [Ü] aan om het scherm [Beeldkeuze] te openen. Raak [+] of [-] aan om een ander beeldmixkader te selecteren. • U kunt kiezen uit 26 beeldmixkaders (of 20 speciaal ontworpen beeldmixkaders, in de stand 9).
Handige functies • Om de diverse decoraties te gebruiken die speciaal zijn ontworpen voor de stand 9, speelt u een scène af vanuit het baby-album (indexscherm [9]). 2 3 4 Raak het scherm aan om de afspeelregelaars op te roepen. 5 Raak [X] aan als u het decoratiescherm wilt verlaten. Raak [Ò] aan als u de decoratiewerkbalk wilt weergeven. Verfraai de scène met behulp van de gereedschappen in de werkbalk zoals beschreven in de vorige paragrafen.
Handige functies 2 Druk op Y. • De camcorder neemt circa 4 seconden lang op (het blauwe kader geeft visueel de voortgang weer) en keert daarna automatisch terug naar de opnamestand-bystand. • U kunt de lengte van vastgelegde videosnapshotscènes wijzigen met de optie 1 > p > [Lengte videosnapshot]. • De videosnapshotfunctie wordt uitgeschakeld als u een van de volgende handelingen verricht. - Als u de camcorder uitzet, op ] drukt, de filmmodus wijzigt, enzovoort.
Handige functies 1 Activeer gezichtsdetectie. 0 > [1 Overige instellingen] > p > [Gezichtsdet. en volgen] > [i Aan }] > [X] • Om gezichtsdetectie uit te schakelen, herhaalt u de procedure maar selecteert u [j Uit]. 2 Richt de camcorder op een persoon. • Als er in het beeld meer dan één persoon aanwezig is, zal de camcorder automatisch één persoon aanwijzen als het hoofdonderwerp.
Handige functies • Het kan gebeuren dat de camcorder de gezichten detecteert van niet-menselijke onderwerpen. Schakel in dat geval de gezichtsdetectiefunctie uit. • Het maakt het gemakkelijker een onderwerp te volgen door een gebied aan te raken met een voor het onderwerp unieke kleur of kenmerkend patroon. Als er in de buurt echter een ander onderwerp is met vergelijkbare kenmerken als die van het geselecteerde onderwerp, kan het gebeuren dat de camcorder het verkeerde onderwerp gaat volgen.
Handige functies • In bepaalde gevallen kan met de volgfunctie het onderwerp mogelijk niet worden gevolgd. Typische voorbeelden hiervan zijn: - Onderwerpen die in relatie tot het algehele beeld extreem klein of extreem groot zijn. - Onderwerpen die te veel gelijkenis met de achtergrond vertonen. - Onderwerpen met onvoldoende contrast. - Snel bewegende onderwerpen. - Als u binnenopnamen maakt bij onvoldoende licht.
Handige functies In-/uitfaden Druk in de opnamestand-bystand op Y om de opname te beginnen met een fade-in. Druk tijdens de opname op Y om uit te faden en daarna de opname te stoppen. • Als u een fader gebruikt, wordt deze niet alleen toegepast op het beeld maar ook op het geluid. • Faders kunt u niet gebruiken in de volgende gevallen: - Als de filmmodus is ingesteld op † en het cinematografische filter is ingesteld op [Oude film]. - Tijdens opnemen in slow of fast motion.
Als u meer zelf wilt bepalen Als u meer zelf wilt bepalen Belichting Als u een onderwerp wilt vastleggen dat veel helderder of donkerder is dan de omgeving, is het mogelijk dat de automatische belichting van de camcorder niet optimaal is voor het onderwerp. Om dit te corrigeren kunt u de belichting compenseren om het volledige beeld helderder of donkerder te maken.
Als u meer zelf wilt bepalen • Het compensatiebereik varieert al naargelang de aanvankelijke helderheid van het beeld. Sommige waarden zijn mogelijk niet beschikbaar en worden grijs weergegeven. 3 Raak [X] aan om de belichtingscompensatiewaarde toe te passen en te vergrendelen. • Tijdens belichtingsvergrendeling worden y en de geselecteerde belichtingscompensatiewaarde op het scherm getoond. ■ Touch AE 1 Raak een onderwerp aan dat zich binnen het y-kader bevindt.
Als u meer zelf wilt bepalen • De camcorder corrigeert standaard voor situaties met tegenlicht. U kunt de automatische correctie uitschakelen met de optie 1 > p > [Autom. achtergr.verl.corr.]. • Belichtingsinstelling is niet beschikbaar als de filmmodus is ingesteld op ƒ en de speciale scènestand is ingesteld op [P Vuurwerk]. Focus Autofocus werkt mogelijk niet goed bij de volgende onderwerpen. Stel in dat geval handmatig scherp.
Als u meer zelf wilt bepalen 2 Raak [F] of [E] aan en houd dit symbool ingedrukt om de scherpstelling aan te passen. • De getoonde scherpstelafstand verandert als u de scherpstelling wijzigt. De scherpstelafstand wordt circa 2 seconden weergegeven. U kunt met de optie 1 > q > [Weergegeven eenheden] selecteren welke afstandsmaat u wilt gebruiken om weer te geven.
Als u meer zelf wilt bepalen • Tijdens handmatige scherpstelling wordt [D] op het scherm getoond. • Wanneer u [E] en [F] gebruikt om handmatig scherp te stellen, kunt u het scherm binnen het kader aanraken om automatisch op dat punt scherp te stellen. Witbalans De witbalansfunctie helpt u bij het nauwkeurig reproduceren van kleuren onder verschillende lichtomstandigheden, zodat witte objecten in uw opnamen altijd echt wit overkomen.
Als u meer zelf wilt bepalen Opties ( standaardwaarde) [Ã Auto] De camcorder stelt de witbalans automatisch in op natuurlijk lijkende kleuren. [¼ Daglicht] Voor het maken van buitenopnamen. [É Lamplicht] Voor het maken van opnamen onder kunstlicht en tl-verlichting (3 golflengten). [Å Aangep.WB] Gebruik de aangepaste witbalansinstelling om witte onderwerpen onder een gekleurde verlichting wit uit te laten komen. • Als u de aangepaste witbalans instelt: - Stel 2 > [Zoomtype] in op [ Optisch].
Als u meer zelf wilt bepalen Beeldsnelheid U kunt de beeldsnelheid (het aantal beeldjes dat per seconde wordt opgenomen) van AVCHD-films wijzigen om de uitstraling van uw films te wijzigen. MP4-films met een videokwaliteitsinstelling van 35 Mbps worden opgenomen met 50P, terwijl films met andere videokwaliteitsinstellingen worden opgenomen met 25P. Deze beeldsnelheden kunnen niet worden gewijzigd.
Als u meer zelf wilt bepalen Telemacro Met telemacro kan de camcorder scherpstellen op een kortere afstand (tot 50 centimeter vanaf het onderwerp bij maximale telefoto), zodat u kleine onderwerpen zoals bloemen en insecten van zeer dichtbij kunt opnemen. Deze functie maakt ook de scherpstelling van de achtergrond zachter, zodat het onderwerp niet alleen groter lijkt maar ook duidelijker uitkomt.
Audio opnemen Audio opnemen Geluidsscènes U kunt de camcorder de audio-instellingen van de ingebouwde microfoon laten optimaliseren door de audioscène te selecteren die overeenkomt met uw omgeving. Dit versterkt in hoge mate het gevoel “alsof u erbij bent”. Indeling Filmmodus 9* N Afspelen † ƒ ’ y } * Als de filmmodus wordt ingesteld op 9, wordt de audioscène automatisch ingesteld op [‘ Standaard].
Audio opnemen [ Ruisonderdrukking] Voor het opnemen van scènes terwijl lawaai van wind, passerende voertuigen en vergelijkbare omgevingsgeluiden worden onderdrukt. Ideaal voor het maken van opnamen op het strand of op plaatsen met veel lawaai. Gebruik van een koptelefoon Gebruik een koptelefoon tijdens het afspelen of als u tijdens het maken van opnamen het niveau van het geluid wilt controleren. Sluit de koptelefoon aan op het AV OUT/×-aansluitpunt.
Audio opnemen ■ Het volume wijzigen tijdens het afspelen Indeling Filmmodus 9 N † ƒ ’ Afspelen y }* * Alleen tijdens het afspelen van een diavoorstelling van foto’s. Raadpleeg voor die procedure Diavoorstelling (A 134). Nadat u de functie van het AV OUT/×-aansluitpunt hebt gewijzigd en de koptelefoon hebt aangesloten, kunt u het volume van de koptelefoon ook tijdens het afspelen aanpassen.
Audio opnemen • Gebruik in de winkel verkrijgbare koptelefoons met een mini-jack van ∅ 3,5 mm. • Zelfs als [AV/Koptelef.] tijdens een afspeelstand werd ingesteld op [Ó Koptelefoon], keert de functie van het AV OUT/×-aansluitpunt automatisch terug naar AV-uitvoer als u de camcorder uitschakelt. • e Audio wordt niet uitgevoerd vanuit het ×-aansluitpunt (koptelefoon) terwijl Wi-Fi-functies worden gebruikt.
Geavanceerde functies voor afspelen en bewerken Geavanceerde afspeelfuncties 126 Dit gedeelte legt uit hoe u van een bestaande scène beeldjes als foto kunt opslaan of videosnapshotscènes kunt maken, hoe u opnamen kunt afspelen met achtergrondmuziek, hoe u een diavoorstelling van uw foto’s kunt afspelen en meer.
Geavanceerde afspeelfuncties Geavanceerde afspeelfuncties Van een film videosnapshotscènes maken en beeldjes opslaan als foto U kunt van een scène die u eerder hebt opgenomen videosnapshotscènes maken of beeldjes als foto opslaan. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u foto’s wilt afdrukken van een video die is opgenomen op een feestje of dat u een kleine videoclip wilt maken door gebruik te maken van videosnapshotscènes van de hoogtepunten van een gebeurtenis.
Geavanceerde afspeelfuncties 3 Raak [Ñ] aan om het afspelen te stoppen. • De nieuwe videosnapshotscène wordt toegevoegd aan het einde van het indexscherm van dezelfde opnamedatum als de oorspronkelijke scène. • U kunt de lengte van videosnapshotscènes die u vastlegt, wijzigen met de optie 1 > s > [Lengte videosnapshot]. • Een videosnapshotscène kan alleen worden gemaakt tijdens het afspelen en niet als het afspelen wordt onderbroken.
Geavanceerde afspeelfuncties ■ Beeldjes opslaan als foto Indeling Filmmodus 9 N Afspelen † ƒ ’ y } 1 Speel de scène af waarvan u beeldjes als foto wilt opslaan (A 66). 2 Onderbreek het afspelen bij het gewenste punt en sla het beeld op als een afbeeldingsbestand. Raak het scherm aan om de afspeelknoppen weer te geven > [Ý] > [{] 3 Raak [Ñ] aan om het afspelen te stoppen. • Het formaat van foto’s die worden opgeslagen aan de hand van beeldjes uit een scène, is 1920x1080.
Geavanceerde afspeelfuncties Afspelen met achtergrondmuziek Canon stelt 3 muzieknummers beschikbaar als download, die u kunt gebruiken als achtergrondmuziek wanneer u uw films of een diavoorstelling van uw foto’s afspeelt. U kunt de oorspronkelijke audio en achtergrondmuziek ook mixen en de mixbalans naar wens instellen. Indeling Filmmodus 9 N † ƒ ’ y Afspelen }* * Alleen tijdens het afspelen van een diavoorstelling van foto’s. Raadpleeg voor die procedure Diavoorstelling (A 134).
Geavanceerde afspeelfuncties 4 5 Het geselecteerde muzieknummer verwijderen. Het geselecteerde muzieknummer beluisteren. Raak (Ñ) nogmaals aan als u wilt stoppen met afspelen. 3 Stel de mixbalans af tussen het originele geluid en de achtergrondmuziek. • Raak [y] aan (meer van het originele geluid) of raak [Û] aan (meer van de achtergrondmuziek) of veeg naar links/rechts over de balk [Muziekbalans] om de balans van de achtergrondmuziek naar wens in te stellen.
Geavanceerde afspeelfuncties • Maakt u in uw videocreaties gebruik van liedjes en muzieknummers waarop auteursrechten rusten, houd er dan rekening mee dat u geen gebruik mag maken van muziek waarop auteursrechten rusten als u daarvoor geen toestemming van de houder van de auteursrechten hebt gekregen, behalve in gevallen die zijn toegestaan volgens geldende wetgeving, zoals voor persoonlijk gebruik. Zorg ervoor dat u de geldende wetten in acht neemt als u gebruikmaakt van muziekbestanden.
Geavanceerde afspeelfuncties Het punt selecteren waar met afspelen moet worden begonnen Als u een zeer lange scène hebt, wilt u de scène wellicht vanaf een bepaald punt afspelen. U kunt de filmtijdlijn gebruiken om een AVCHD-scène in segmenten op te splitsen met een vast tijdsinterval van 6 seconden tot 6 minuten. Indeling Filmmodus 9 N 1 2 Afspelen † ƒ ’ y } Open het gewenste indexscherm voor AVCHD-films (A 66). Open het scherm [Tijdslijn] van de scène.
Geavanceerde afspeelfuncties 3 Raak in de tijdlijnverdeling het gewenste beeldje aan waar u met het afspelen van de scène wilt beginnen. 1 2 4 5 3 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 8 Raak deze knop tweemaal aan om terug te keren naar het indexscherm. Vorige/volgende scène. Veeg naar links over de tijdlijnverdeling als u de volgende 5 beeldjes wilt weergeven. Videokwaliteit en lengte van scène. Opnamedatum en -tijd. Veeg naar rechts over de tijdlijnverdeling als u de vorige 5 beeldjes wilt weergeven.
Geavanceerde afspeelfuncties Diavoorstelling van foto’s U kunt een diavoorstelling van foto‘s op de camcorder afspelen. U kunt daarbij zelfs achtergrondmuziek afspelen. Indeling Filmmodus 9 N 1 2 Afspelen † ƒ ’ y } Open het indexscherm [}] (A 72). Selecteer het muzieknummer. 0 > [1 Overige instellingen] > > [Muziekkeuze] > [i Aan] > [Í] of [Î] om het gewenste muzieknummer te selecteren (A 129) > [X] 3 Raak de foto aan die de diavoorstelling opent in de schermweergave van één foto.
Geavanceerde afspeelfuncties • De muziekbestanden die worden gebruikt als achtergrondmuziek, worden opgeslagen in het interne geheugen (alleen e). Om een diavoorstelling van foto’s met achtergrondmuziek af te spelen vanaf een geheugenkaart, downloadt u eerst de muziekbestanden (A 300). • Nadat u de muziekbestanden hebt gedownload naar uw computer, gebruikt u Transfer Utility LE om ze over te dragen naar het geheugen dat de opnamen bevat die u met achtergrondmuziek wilt afspelen.
Bewerkingsfuncties Bewerkingsfuncties Scènes splitsen U kunt AVCHD-scènes splitsen om de beste delen te bewaren en later de rest weg te snijden. Indeling Filmmodus 9 N 1 2 Afspelen † ƒ ’ y } Speel de gewenste scène af (A 66). Op het punt waar u de scène wilt splitsen opent u het scherm waarmee scènes gesplitst kunnen worden. Raak het scherm aan om de afspeelknoppen weer te geven > [Ý] > [Bew.] > [Splitsen] 3 Breng de scène desgewenst naar een specifiek punt.
Bewerkingsfuncties • Als u tijdens het splitsen van scènes beeldje voor beeldje vooruit- of achteruitgaat, dan is het interval tussen beeldjes circa 0,5 seconde. • Indien de scène niet kan worden gesplitst op het punt waar u tijdens het afspelen een pauze hebt ingelast, ga dan een beeldje vooruit/achteruit en splits vervolgens de scène. • Tijdens het afspelen van een gesplitste scène kan het gebeuren dat op het punt waar de scène werd gesplitst onregelmatigheden in het beeld/geluid voorkomen.
Bewerkingsfuncties Raak het scherm aan om de afspeelknoppen weer te geven > [Ý] > [Bew.] > [Snijden] 3 Breng de scène desgewenst naar een specifiek punt. • De markering ´ geeft aan op welk punt de scène wordt gesneden. • Op het scherm verschijnen afspeelknoppen (A 69). Gebruik eventueel de speciale afspeelstanden (versneld afspelen, beeldje voor beeldje vooruit/achteruit afspelen) om het gewenste punt te lokaliseren. 4 Snijd de scène.
Bewerkingsfuncties • De eerste en de laatste 0,5 seconden van een scène kunnen niet worden bijgesneden. Het miniatuurbeeld van een scène wijzigen Voor scènes die zijn opgenomen in de stand 9 kunt u de miniatuurafbeelding wijzigen die wordt getoond in het Baby-album (indexscherm [9]). Indeling Filmmodus Afspelen 9 N 1 2 3 † ƒ ’ y } Open het indexscherm [9] (A 66). Speel de gewenste scène af.
Bewerkingsfuncties [Instellen] > [Ja] • Alleen het miniatuurbeeld van de scène die wordt getoond in het Baby-album (indexscherm [9]) wordt gewijzigd. • Door een scène te splitsen waarvan het miniatuurbeeld was gewijzigd, wordt het miniatuurbeeld van de scène gereset. e Opnamen kopiëren naar een geheugenkaart U kunt uw opnamen kopiëren vanuit het interne geheugen naar een geheugenkaart.
Bewerkingsfuncties ■ Scènes kopiëren vanuit het indexscherm Indeling Filmmodus 9 N 1 Afspelen † ƒ ’ y } Open het gewenste indexscherm in het interne geheugen (A 66, 72). • Als u alle scènes/foto’s wilt kopiëren die op een specifieke datum zijn opgenomen, veegt u met uw vinger naar links/rechts totdat een scène of foto verschijnt die u wilt kopiëren. 2 Kopieer de opnamen. [Bew.
Bewerkingsfuncties 2 Raak [OK] aan nadat u alle gewenste opnamen hebt geselecteerd. Opties [] of [] Alle scènes/foto’s kopiëren die op een bepaalde datum zijn vastgelegd. Bij AVCHD-scènes wordt een datum weergegeven in de knop. Bij MP4-scènes en foto’s wordt een mapnaam weergegeven. De laatste 4 cijfers van de mapnaam geven de datum aan waarop de opnamen werden gemaakt (bijvoorbeeld 1103 = 3 november). [Selecteer] Afzonderlijke opnamen selecteren die u wilt kopiëren.
Bewerkingsfuncties • In de volgende gevallen kunt u opnamen niet kopiëren naar de geheugenkaart: - Als het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf openstaat. - Als de LOCK-schakelaar op de geheugenkaart zo ingesteld staat dat de kaart niet kan worden beschreven. - Als de map- en bestandsnummers hun maximale waarde hebben bereikt (A 227). Films converteren naar MP4-indeling U kunt eerder opgenomen scènes converteren naar de MP4-indeling, die veel gebruikt wordt op internet en andere apparaten.
Bewerkingsfuncties 2 Open het scherm waarin u de scènes voor de conversie kunt selecteren. [Bew.] > [Conv. naar MP4 (&'8)] (e) of [Conv. naar MP4] (d) > [OK] > [Scènes samenvoegen]* > Gewenste videokwaliteit van geconverteerde films * Alleen nodig als u alle geselecteerde scènes wilt samenvoegen tot één geconverteerde film. 3 Raak de afzonderlijke scènes aan die u wilt converteren. • Op de door u aangeraakte scènes verschijnt een vinkje !.
Bewerkingsfuncties [Ý] > [Ø] of [Ù]** om het volume aan te passen > [y] of [Û] om de balans van achtergrondmuziek aan te passen > [K] ** [Ô] of [Õ] wanneer een koptelefoon wordt gebruikt. • Decoraties toevoegen*: [Ò] > Decoreer de scène (A 99) * Cinematografische filters en decoraties kunnen niet tegelijk worden toegepast. 5 Raak [START] aan om de scène(s) te converteren. • Raak [STOP] aan als u de procedure wilt onderbreken terwijl deze wordt uitgevoerd. 6 Raak [OK] aan.
Bewerkingsfuncties Oorspronkelijke AVCHD-scène Geconverteerde MP4-scène 24 Mbps (1920x1080) 17 Mbps (1920x1080) 4 Mbps (1280x720) FXP (1920x1080) Ü Ü Ü LP (1280x720) Ü Ü Ü MP4-films: Videokwaliteit en afmetingen van scènes voor en na conversie Oorspronkelijke scène Geconverteerde scène 24 Mbps (1920x1080) 17 Mbps (1920x1080) 4 Mbps (1280x720) 35 Mbps (1920x1080) – – – 24 Mbps (1920x1080) Ü Ü Ü 17 Mbps (1920x1080) Ü Ü Ü 4 Mbps (1280x720) – – Ü • Als u AVCHD-films met een beel
Bewerkingsfuncties • Als u in de loop der tijd herhaaldelijk scènes hebt gemaakt en verwijderd (gefragmenteerd geheugen) kan het voorkomen dat MP4-conversie niet langer naar behoren functioneert. • Scènes die zijn opgenomen met verschillende beeldsnelheden kunnen niet worden samengevoegd tot één scène tijdens MP4-conversie.
Bewerkingsfuncties 3 Selecteer de afspeelsnelheid van de geconverteerde fastmotionscènes en raak vervolgens [OK] aan. • Als u voor fast motion een snelheid tussen [x10] en [x1200] selecteert, kunt u voordat u [OK] aanraakt ook selecteren of u een enkel beeldje of 0,5 seconde aan video wilt bewaren. U krijgt vloeiendere time-lapsescènes wanneer u één beeldje bewaart bij elke interval, maar voor snel bewegende onderwerpen kan het beter zijn om circa 0,5 seconde video te bewaren.
Externe aansluitingen Aansluitpunten op de camcorder 150 Dit gedeelte geeft meer uitleg over de outputaansluitingen van de camcorder. Ook worden er aansluitschema’s getoond die weergeven hoe u uw camcorder met andere apparaten verbindt. Opnamen afspelen op een tv-scherm 155 In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camcorder aansluit op een HD-tv om uw opnamen af te spelen.
Aansluitpunten op de camcorder Aansluitpunten op de camcorder Open het LCD-paneel om toegang te krijgen tot de aansluitpunten op de camcorder. 1 1 2 3 2 3 AV OUT/×-aansluitpunt HDMI OUT-aansluitpunt Het HDMI OUT-aansluitpunt biedt een digitale verbinding van hoge kwaliteit met een handige combinatie van audio en video in één kabel. Dit aansluitpunt is een mini-aansluiting voor een HDMIverbinding. Zorg bij gebruik van een in de winkel verkrijgbare HDMI-kabel dat de HDMI-kabel van het type A-naar-C is.
Aansluitpunten op de camcorder Aansluitschema’s In de volgende aansluitschema’s ziet u aan de linkerkant de aansluitingen op de camcorder en ziet u aan de rechterkant (alleen ter referentie) een voorbeeld van de aansluitingen op een aangesloten apparaat. Aansluitmethode 1 HDMI Type: digitaal Kwaliteit: High-Definition Alleen uitvoer Voor het aansluiten van de camcorder op een High-Definition TV (HD-tv) met een HDMI-ingang.
Aansluitpunten op de camcorder • Het HDMI OUT-aansluitpunt op de camcorder is alleen bestemd voor uitvoersignalen. Maak geen verbinding tussen dit aansluitpunt en een HDMI-uitgang op een extern apparaat, omdat de camcorder hierdoor beschadigd kan raken. • Als een kabel is aangesloten op het HDMI OUT-aansluitpunt, is er geen video-uitvoer vanuit het AV OUT/×-aansluitpunt. • Bij aansluiting van de camcorder op DVI-monitors kan een juiste werking niet worden gegarandeerd.
Aansluitpunten op de camcorder Aansluitmethode 2-햲 Composite Video Type: analoog Kwaliteit: standaard definitie Alleen uitvoer Aansluiten op een standaard-tv of een videorecorder met audio/videoingangen. Wijzig de volgende instellingen op de camcorder: - 1 > t > [TV-Type] op basis van het tv-toestel (breedbeeld of 4:3) indien de tv de hoogte/breedteverhouding niet automatisch kan detecteren en wijzigen - 1 > q > [AV/Koptelef.
Aansluitpunten op de camcorder Aansluitmethode 3 USB Type: digitale gegevensverbinding Alleen uitvoer Sluit de camcorder aan op een computer om uw opnamen op te slaan of sluit de camcorder aan op de optionele Connect Station CS100 om automatisch back-ups van uw opnamen te maken. Alleen e: u kunt ook verbinding maken met een externe harde schijf om een perfecte kopie op te slaan van het hele geheugen.
Opnamen afspelen op een tv-scherm Opnamen afspelen op een tv-scherm Sluit de camcorder aan op een tv om samen met familie en vrienden van uw opnamen te genieten. Indeling Filmmodus Afspelen 9 N 1 2 † ƒ ’ y } Zet de camcorder en tv uit. Sluit de camcorder aan op de tv. • Raadpleeg Aansluitschema’s (A 151) en selecteer de meest geschikte aansluitmethode voor de tv die u gebruikt. 3 Zet de aangesloten tv aan.
Opnamen afspelen op een tv-scherm • e Audio en video worden niet uitgevoerd vanuit het HDMI OUT- of AV OUT/×-aansluitpunt terwijl Wi-Fifuncties worden gebruikt. • Aansluitmethode 2-햲 of 2-햳: wanneer u 16:9 films afspeelt op een standaard-tv met een hoogte/breedteverhouding van 4:3, schakelt de tv automatisch over naar breedbeeld als de tv compatibel is met het WSS-systeem. In andere gevallen moet u de hoogte/breedteverhouding van uw tv handmatig wijzigen.
Uw opnamen opslaan en delen Uw opnamen opslaan en delen Sla uw opnamen regelmatig op. U hebt meerdere opties om uw opnamen op te slaan. Elke methode heeft zijn eigen voordelen. Selecteer daarom hoe u uw opnamen wilt opslaan, afhankelijk van hoe u ze wilt gebruiken. USB-aansluiting Rechtstreeks vanaf de geheugenkaart1 Computer (A 158) Opnamen opslaan op de computer.
Uw opnamen opslaan en delen 1 2 3 4 e Als u opnamen wilt opslaan vanaf het interne geheugen, kopieert u deze eerst naar de geheugenkaart (A 140). De functies voor bewerken/afspelen die kunnen worden gebruikt voor uw opnamen zijn afhankelijk van de specificaties van de computer en de geïnstalleerde software. De functies voor bewerken/afspelen die kunnen worden gebruikt voor uw opnamen zijn afhankelijk van de specificaties van de recorder die u gebruikt. Daarnaast kunt u mogelijk geen MP4-films opslaan.
Uw opnamen opslaan en delen Installatie 1 Download het gecomprimeerde bestand vanaf de PIXELA-website. • Ga naar de volgende website om het gecomprimeerde installatiebestand te downloaden. http://pixela.jp/cetule_dl 2 Pak het bestand uit. • Het gecomprimeerde bestand bevat het installatieprogramma (setup.exe) en de softwarehandleiding (PDF-bestand). 3 Installeer de software zoals wordt uitgelegd op de website van PIXELA.
Uw opnamen opslaan en delen • Als een scherm verschijnt om een apparaat te kiezen, selecteert u [Computer]. • Wanneer de verbinding met succes tot stand is gebracht, verschijnt [USB-aansluiting] op het scherm. 4 Computer: dubbelklik op het pictogram dat rechts wordt getoond. • Windows-computers: sluit het dialoogvenster Automatisch afspelen, als dit venster verschijnt. 5 Computer: sla uw opnamen op, zoals wordt uitgelegd in het PDF-bestand met de Softwarehandleiding.
Uw opnamen opslaan en delen 1 Download de software via de website van Canon voor uw regio. • Ga naar de volgende website om CameraWindow DC te downloaden. www.canon.com/icpd (Klik op uw land/regio, zoek naar uw model camcorder en ga vervolgens verder naar de downloadpagina.) 2 Dubbelklik op het bestand dat u hebt gedownload bij stap 1 om de installatie te beginnen. • Volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
Uw opnamen opslaan en delen 3 Sluit de camcorder op de computer aan met de bijgeleverde USB-kabel. • Aansluitmethode 3-햲. Raadpleeg de Aansluitschema’s (A 154). • Als een scherm verschijnt om een apparaat te kiezen, selecteert u [Computer]. • Wanneer de verbinding met succes tot stand is gebracht, verschijnt [USB-aansluiting] op het scherm. 4 Computer: CameraWindow DC wordt automatisch gestart en het hoofdscherm verschijnt.
Uw opnamen opslaan en delen • Wanneer de camcorder is aangesloten op een computer: - Open het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf niet. - Wijzig of verwijder mappen en bestanden op de camcorder niet rechtstreeks vanaf de computer, omdat u anders het risico loopt gegevens voorgoed kwijt te raken. Als u opnamen opslaat op een computer, raden we aan dat u de software gebruikt die wordt beschreven in dit hoofdstuk (Transfer Utility LE voor AVCHD-films, CameraWindow DC voor MP4-films en foto’s).
Uw opnamen opslaan en delen • De volgende soorten MP4-scènes worden op een computer herkend als meerdere bestanden. - Scènes die groter zijn dan 4 GB. - Scènes die zijn opgenomen met 35 Mbps en langer zijn dan 30 minuten. - Scènes die zijn opgenomen met een andere videokwaliteit dan 35 Mbps en langer zijn dan 1 uur. • Afhankelijk van de computer kan de software mogelijk niet naar behoren werken of kunt u mogelijk geen films afspelen.
Uw opnamen opslaan en delen 1 2 3 Voorzie de camcorder van stroom met de compacte netadapter. Druk op ] om de camcorder in de afspeelstand te zetten. Selecteer de USB-aansluiting als verbindingstype. 0 > [1 Overige instellingen] > q > [USB aansluiting type] >[ Connect Station] of [ Sluit aan & stel in] > [X] 4 Sluit de camcorder op het Connect Station aan met de bijgeleverde USB-kabel. • Aansluitmethode 3-햲. Raadpleeg de Aansluitschema’s (A 154).
Uw opnamen opslaan en delen Initialiseer de harde schijf (A 169) wanneer u deze voor de eerste keer met deze camcorder wilt gebruiken. Indeling Filmmodus 9 N Afspelen † ƒ ’ y } ■ Een geheugen opslaan op een externe harde schijf 1 2 3 Voorzie de camcorder van stroom met de compacte netadapter. Druk op ] om de camcorder in de afspeelstand te zetten. Sluit de camcorder aan op de externe harde schijf. • Aansluitmethode 3-햳. Raadpleeg de Aansluitschema’s (A 154).
Uw opnamen opslaan en delen Voordat de verbinding met de externe harde schijf wordt verbroken Voordat u de externe harde schijf uitschakelt of loskoppelt, dient u eerst de verbinding met de camcorder veilig te beëindigen om te voorkomen dat uw bestanden beschadigd raken. In het scherm [Externe harde schijf]: [Harde schijf veilig verwijderen] > [Ja] • Zorg ervoor dat de camcorder van stroom wordt voorzien via de compacte netadapter, voordat u een geheugen opslaat op de externe harde schijf.
Uw opnamen opslaan en delen • Als de externe harde schijf in partities is verdeeld, wordt alleen de eerste partitie herkend. ■ Eerder opgeslagen opnamen afspelen vanaf de externe harde schijf 1 Sluit de externe harde schijf aan op de camcorder. • Stap 1 tot 3 van de vorige procedure (A 166). 2 Raak [Afspelen van harde schijf] aan en selecteer de geheugenopslagmap die u wilt afspelen. • Het indexscherm verschijnt. 3 Raak een opname aan om deze af te spelen.
Uw opnamen opslaan en delen 0 > [1 Overige instellingen] > q > [Geh.opslagmap verwijderen] > [Ja] > [OK] 2 Beëindig eerst op veilige wijze de verbinding met de externe harde schijf, voordat u deze loskoppelt (A 167). • Wees voorzichtig bij het verwijderen van opnamen. Zodra opnamen zijn verwijderd, kunnen ze niet meer hersteld worden. ■ De externe harde schijf initialiseren 1 Sluit de externe harde schijf aan op de camcorder. • Stap 1 tot 3 van de vorige procedure (A 166).
Uw opnamen opslaan en delen • Door initialisatie van de externe harde schijf worden alle gegevens op de harde schijf voorgoed gewist (inclusief uw opnamen, eerdere gegevens die niet met de camcorder zijn opgeslagen, en gepartitioneerde schijven). Zorg ervoor dat u van belangrijke gegevens eerst een back-up maakt op een computer of ander apparaat.
Uw opnamen opslaan en delen Indeling Filmmodus 9 N Afspelen † ƒ ’ y } 1 Voorzie de camcorder van stroom met de compacte netadapter. 2 Sluit de camcorder op de videorecorder aan via de optionele stereovideokabel STV-250N. • Aansluitmethode 2-햲 of 2-햳. Raadpleeg de Aansluitschema’s (A 153). 3 Open het indexscherm dat de scènes bevat die u wilt kopiëren (A 66). • Controleer of 1 > q > [AV/Koptelef.] is ingesteld op [Ò AV].
Uw opnamen opslaan en delen 8 Camcorder: stop met afspelen. • Gebruik een externe Blu-ray Disc-recorder die voldoet aan de specificaties van AVCHD versie 2.0 om films die zijn opgenomen in de 50P- of MXP-modus, te kopiëren naar Blu-Ray.
e Wi-Fi-functies Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder 174 Dit is een inleiding tot alle Wi-Fi-functies die de camcorder biedt. Daarnaast vindt u hier belangrijke informatie over de ondersteunde Wi-Fi-standaarden. De Wi-Fi-functies van de camcorder 178 Raadpleeg dit gedeelte voor informatie over hoe u de handige Wi-Fi-functies van de camcorder gebruikt.
Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder U kunt de Wi-Fi-functies van de camcorder gebruiken om draadloos verbinding te maken met apparaten die Wi-Fi ondersteunen* zoals een smartphone of tablet. Zo kunt u uw opnamen opslaan en uploaden. Raadpleeg Woordenlijst (A 210) voor de definitie van een aantal van de termen die in deze tekst vaak worden gebruikt.
Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder Connect Station CS100 (optioneel) • Een handige optie voor het opslaan, afspelen en delen van uw opnamen. U kunt NFC-technologie gebruiken om eenvoudig een bestandsoverdracht tot stand te brengen via een Wi-Fi-verbinding (A 192).
Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder ■ Voordat u Wi-Fi-functies gebruikt Afhankelijk van de gebruikte Wi-Fi-functie zal de camcorder rechtstreeks draadloos verbinding maken met een apparaat met ingeschakelde Wi-Fi, zoals bijvoorbeeld een smartphone, of via een toegangspunt (draadloze router)* verbinding maken met een Wi-Finetwerk. Volg – nadat u de functie hebt geselecteerd die u wilt gebruiken – de schermaanwijzingen om verbinding te maken met de camcorder.
Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder • Bij gebruik van de Wi-Fi-functies van de camcorder mag u het achterste gebied van de bovenkant van de camcorder niet met uw hand of een ander voorwerp bedekken. De Wi-Fi-antenne bevindt zich op deze plek. Als u de antenne bedekt, kan dit een belemmering betekenen voor draadloze signalen. Wi-Fi-antenne • Open het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf niet terwijl de draadloze verbinding actief is.
De Wi-Fi-functies van de camcorder De Wi-Fi-functies van de camcorder Een iOS- of Android-apparaat als afstandsbediening gebruiken Met de CameraAccess plus-app* kunt u het beeld dat vanaf de camcorder wordt gestreamd bekijken op uw iOS-Android-apparaat, zelfs als de camcorder zich ergens anders bevindt.
De Wi-Fi-functies van de camcorder • Voordat u deze procedures de eerste keer uitvoert, dient u de nieuwste versie van de CameraAccess plus-app op uw iOS- of Android-apparaat te downloaden en installeren. De app kan gratis worden gedownload vanaf de volgende websites (alleen in het Engels). - iOS-apparaten (App Store): https://appstore.com/cameraaccessplus - Android-apparaten* (Google Play™): https://play.google.com/store/apps/ details?id=jp.co.pixela.
De Wi-Fi-functies van de camcorder 2 Android-apparaten die NFC ondersteunen: verbind de camcorder en het apparaat met elkaar, zoals wordt beschreven bij Een Android-apparaat koppelen dat NFC ondersteunt (A 181). • Wanneer de Wi-Fi-verbinding met succes tot stand is gebracht, verschijnt [Aangesloten] op het scherm van de camcorder en wordt het live videobeeld weergegeven in het scherm van de CameraAccess plus-app op het Android-apparaat.
De Wi-Fi-functies van de camcorder Nadat u klaar bent met het maken van opnamen 1 2 Camcorder: raak [Einde] aan om de draadloze verbinding te beëindigen en zet de camcorder uit. iOS/Android-apparaat: sluit de CameraAccess plus-app. Een Android-apparaat koppelen dat NFC ondersteunt 1 2* 1 1, 2 Aanraken Piep!** NFC-contactpunt Raak het NFC-contactpunt op de camcorder aan met het NFC-contactpunt op het Android-apparaat.
De Wi-Fi-functies van de camcorder ** Afhankelijk van de instellingen en specificaties van het Android-apparaat dat u gebruikt, is er mogelijk geen geluid te horen. • Bij gebruik van apparaten die NFC ondersteunen. - Wees voorzichtig en sla het apparaat niet hard tegen de camcorder wanneer u een apparaat dat NFC ondersteunt, tegen de camcorder aan houdt. Wanneer u te veel kracht gebruikt, kunt u de camcorder of het NFC-compatibele apparaat beschadigen.
De Wi-Fi-functies van de camcorder * Om de functie Bewaking bij afwezigheid te gebruiken zijn een toegangspunt nodig dat compatibel is met UPnP (Universal Plug and Play) en een internetverbinding die wereldwijde IP-adressen kan verkrijgen. 1 Activeer de functie [Bewaking bij afwezigheid].
De Wi-Fi-functies van de camcorder 5 Stel indien nodig een verbinding met een toegangspunt in. • Als u al eerder een verbinding met niet meer dan één toegangspunt hebt geconfigureerd en opgeslagen, maakt de camcorder automatisch verbinding met dat toegangspunt. Ga verder bij stap 6. • Als u meerdere verbindingen met een toegangspunt hebt opgeslagen, raakt u [OK] aan om het toegangspunt te gebruiken dat op het scherm wordt weergegeven. Ga vervolgens verder bij stap 6.
De Wi-Fi-functies van de camcorder De camcorder-id in de CameraAccess plus-app registreren 1 Android-apparaten die NFC ondersteunen: verbind de camcorder en het apparaat. • Voer alleen stap 1 uit van Een Android-apparaat koppelen dat NFC ondersteunt (A 181). • Android-apparaat: zodra de camcorder-id correct is geregistreerd, wordt u in een bericht gevraagd om Wi-Fi op het apparaat uit te zetten.
De Wi-Fi-functies van de camcorder De functie Monitor while Out/Bewaking bij afwezigheid gebruiken 1 2 Start wanneer u weg bent de CameraAccess plus-app. 3 Voer het wachtwoord in dat u in de camcorder hebt ingesteld voor de functie Bewaking bij afwezigheid (stap 3, A 183) en raak vervolgens Connect/Verbinden aan. Raak Start aan onder Monitor while Out/Bewaking bij afwezigheid. • Gebruik de knoppen in het scherm van de app om de camcorder te bedienen terwijl u op het apparaat het live beeld bekijkt.
De Wi-Fi-functies van de camcorder Het virtuele toetsenbord gebruiken Als u voor diverse instellingen tekst moet invoeren, raakt u het tekstveld aan, waarna er een virtueel toetsenbord op het scherm verschijnt. In de onderstaande afbeelding ziet u een overzicht van de diverse toetsen die u kunt gebruiken. 2 3 4 1 1 2 3 4 Wisselen tussen letters en cijfers/speciale tekens. De positie van de cursor wijzigen. Het karakter links van de cursor verwijderen (backspace). Caps Lock.
De Wi-Fi-functies van de camcorder • Meer informatie over de CameraAccess plus-app vindt u op de website van PIXELA (alleen in het Engels). http://pixela.jp/cecap • Als de camcorder is ingesteld op de stand Bewaking vanuit huis of Bewaking bij afwezigheid, wordt de filmmodus automatisch ingesteld op N. • Deze functie is niet beschikbaar in de volgende situaties. - Wanneer de videokwaliteit is ingesteld op 50P of 35 Mbps. - Wanneer dubbelopname of relay-opname is geactiveerd.
De Wi-Fi-functies van de camcorder • Over de optionele camerapantafel CT-V1 - Als u de camcorder op de optionele camerapantafel CT-V1 plaatst, kunt u de CameraAccess plus-app op uw iOS/Android-apparaat gebruiken als afstandsbediening om de camcorder zijwaarts te bewegen (pannen) naast het starten/stoppen van de opname. - Houd er rekening mee dat een camcorder in twee mogelijke richtingen op de CT-V1 kan worden geplaatst.
De Wi-Fi-functies van de camcorder Opnamen afspelen en opslaan met behulp van een iOS-/Android-apparaat Met de Camera Connect-app* kunt u uw MP4-films en foto’s afspelen** en opslaan** op een iOS- of Android-apparaat. * De Camera Connect-app is als gratis download van Canon verkrijgbaar bij de App Store (voor iOS-apparaten) en Google Play™ (voor Android-apparaten).
De Wi-Fi-functies van de camcorder 0 > [— Wi-Fi] > [6 Camera Connect] > [OK] • Ne een ogenblik worden de netwerknaam en het wachtwoord van de camcorder weergegeven. • De camcorder is gereed om verbinding te maken met het iOSof Android-apparaat. 2 Android-apparaten die NFC ondersteunen: verbind de camcorder en het apparaat met elkaar, zoals wordt beschreven bij Een Android-apparaat koppelen dat NFC ondersteunt (A 181).
De Wi-Fi-functies van de camcorder 4 iOS/Android-apparaat: gebruik de Camera Connect-app om de films en foto’s van de camcorder op te slaan. Als u klaar bent Camcorder: raak [Einde] > [OK] aan om de draadloze verbinding te beëindigen en zet de camcorder uit. • Afhankelijk van factoren zoals de omstandigheden van het draadloze netwerk, kan het enige tijd duren om films op te slaan. • De procedure kan afwijken van de bovenstaande procedure.
De Wi-Fi-functies van de camcorder Dit gedeelte legt uit hoe u eenvoudig en moeiteloos de camcorder met de CS100 verbindt met behulp van de NFC- (near field communication) en Wi-Fi-functies. U kunt de camcorder ook op het Connect Station aansluiten met de bijgeleverde USB-kabel (A 164). Indeling Filmmodus 9 N Afspelen † ƒ ’ Aanraken Piep! y } NFC-contactpunt 1 Voorzie de camcorder van stroom met de compacte netadapter.
De Wi-Fi-functies van de camcorder • Gebeurt er niets, probeer dan om de positie/hoek van de camcorder een beetje aan te passen terwijl u deze voorzichtig naast het aansluitpunt op het Connect Station houdt of probeer de camcorder voorzichtig tegen het Connect Station aan te houden. • Als de camcorder was uitgeschakeld, gaat de camcorder aan in de afspeelstand. • Het Connect Station laat een piepgeluid horen.
De Wi-Fi-functies van de camcorder Opnamen delen via CANON iMAGE GATEWAY Nadat u zich hebt geregistreerd voor CANON iMAGE GATEWAY*, kunt u gebruikmaken van diverse webdiensten**. U kunt films en foto’s uploaden naar online albums en films uploaden naar webservices zoals YouTube. Om deze functie te gebruiken, hebt u een toegangspunt nodig dat verbonden is met internet. * Beschikbaarheid verschilt per regio.
De Wi-Fi-functies van de camcorder • Zorg ervoor dat u de volgende algemene vereisten hebt uitgevoerd. - Installeer CameraWindow DC op uw computer (A 160). - Doorloop de gratis registratie voor CANON iMAGE GATEWAY. - Zorg dat u relevante accountinstellingen (gebruikersnaam, wachtwoord, enzovoort) bij de hand hebt voor alle diensten die u van plan bent te gebruiken (YouTube, enzovoort). Beschikbare diensten kunnen per land/regio verschillen.
De Wi-Fi-functies van de camcorder • Mac OS: als de software niet automatisch start, opent u het programma handmatig. als een scherm verschijnt om een apparaat te kiezen, selecteert u de naam van uw model camcorder en klikt u op OK. 4 Computer: in het hoofdscherm van CameraWindow DC klikt u op Camera Settings/Camera-instellingen > Set Up Web Services/Webservices instellen. 5 Computer: log in bij CANON iMAGE GATEWAY en voltooi het installatieproces.
De Wi-Fi-functies van de camcorder • Zodra u het maximale aantal webservices in de camcorder hebt ingesteld, kunt u geen diensten meer toevoegen. Verwijder onnodige webdiensten en stel vervolgens de gewenste webdienst in. • U kunt voor webdiensten niet meerdere accounts instellen, behalve voor e-mail. ■ Uw opnamen delen met webservices Deel uw opnamen op handige wijze met familie en vrienden door webdiensten te gebruiken.
De Wi-Fi-functies van de camcorder 2 Selecteer de gewenste webdienst. • Als u (e-mail) selecteert, verschijnt de lijst met geregistreerde e-mailadressen. Selecteer de e-mailadressen waar u een e-mailmelding naartoe wilt sturen. 3 Selecteer het type opnamen dat u wilt delen en het geheugen dat u wilt lezen. • Het type opnamen dat u kunt uploaden, hangt af van de webservice. 4 Raak de scène of foto(’s) aan die u wilt uploaden.
De Wi-Fi-functies van de camcorder Uw uploads controleren met CANON iMAGE GATEWAY U kunt het bibliotheek- of albumscherm van het online CANON iMAGE GATEWAY-album gebruiken om te zien welke films en foto’s u hebt geüpload. U kunt ook controleren welke bestanden u hebt verzonden, evenals de diverse instellingen voor de webdiensten. Raadpleeg voor bijzonderheden over CANON iMAGE GATEWAY de Help-module (in de rechterbovenhoek van het scherm).
Wi-Fi-verbinding en instellingen Wi-Fi-verbinding en instellingen Wi-Fi-verbinding via een toegangspunt De camcorder kan verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk via een toegangspunt (draadloze router). U kunt instellingen voor maximaal 4 verschillende toegangspunten opslaan. Algemene vereisten • Een correct geconfigureerde router die voldoet aan het 802.11b/g/n-protocol en Wi-Fi-gecertificeerd is (voorzien van het logo dat rechts wordt getoond) en een thuisnetwerk.
Wi-Fi-verbinding en instellingen Opties [WPS: knop]* Houd gewoon de WPS-knop op uw draadloze router ingedrukt en raak vervolgens het camcorderscherm aan. Dit is de gemakkelijkste verbindingsmethode als u een WPS-compatibel toegangspunt gebruikt. Ga verder met de procedure die wordt beschreven bij Wi-Fi Protected Setup (WPS) (A 203). [WPS: pincode]* Open het configuratiescherm van het toegangspunt met behulp van uw internetbrowser. De camcorder genereert een pincode, die u invoert in de browser.
Wi-Fi-verbinding en instellingen ■ Wi-Fi Protected Setup (WPS) Als uw toegangspunt compatibel is met WPS (voorzien van het logo dat hieronder wordt getoond), is het heel gemakkelijk om verbinding te maken met de camcorder. Als u de camcorder niet kunt aansluiten door WPS te gebruiken, probeer dan de methode [Zoeken naar toegangspunten]. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van het toegangspunt (de draadloze router). 1 Methode [WPS: knop] • Druk de WPS-knop op uw draadloze router in en houd deze ingedrukt.
Wi-Fi-verbinding en instellingen 3 Raak [OK] aan om de configuratie op te slaan. • Als u reeds bezig bent om een andere procedure uit te voeren, maakt de camcorder automatisch verbinding met het toegangspunt. Ga terug naar de procedure van de functie die u eerder gebruikte: Stap 6 bij Streamen via Wi-Fi en internet (Bewaking bij afwezigheid) (A 184) Stap 2 bij Uw opnamen delen met webservices (A 199) • U kunt ook [K] > [X] aanraken om het menu te sluiten.
Wi-Fi-verbinding en instellingen • Als het bij stap 1 geselecteerde toegangspunt geen [C]-pictogram had, is deze niet stap niet nodig. 3 Raak [OK] aan om de configuratie op te slaan. • Als u reeds bezig bent om een andere procedure uit te voeren, maakt de camcorder automatisch verbinding met het toegangspunt.
Wi-Fi-verbinding en instellingen 3 Voer in het veld [Wachtwoord] het wachtwoord (de versleutelingscode) in. Raak [OK] aan en raak vervolgens [Volgende] aan. • Als u [OPENEN ZONDER] hebt geselecteerd bij stap 2 is deze stap niet nodig, 4 Raak [Auto] of [Handmatig] aan om te selecteren hoe het IP-adres moet worden verkregen. • Als u [Auto] selecteert, gaat u verder met stap 9. 5 Om het [IP-adres] in te voeren, raakt u [0.0.0.0] aan. Raak het eerste veld aan en raak [Í]/[Î] aan om de waarde te wijzigen.
Wi-Fi-verbinding en instellingen • Welke Wi-Fi-functies beschikbaar zijn en wat de instellingsmethode is, hangt af van de specificaties en kenmerken van het Wi-Fi-netwerk dat u wilt gebruiken. Wi-Fi-instellingen bekijken en wijzigen U kunt indien nodig de instellingen bekijken en wijzigen die voor de diverse Wi-Fi-verbindingen en voor de functie Bewaking bij afwezigheid worden gebruikt. Indeling Filmmodus 9 N 1 Afspelen † ƒ ’ y } Open het scherm [— Controleer huidige configuratie].
Wi-Fi-verbinding en instellingen • De volgende keer dat u een draadloze verbinding maakt, dient u de Wi-Fi-instellingen op het iOS/Android-apparaat te wijzigen. 4 Raak [K] herhaaldelijk aan om naar het scherm 0 (Start) terug te keren en raak vervolgens [X] aan om het menu te sluiten. De verbindingsinstellingen van het toegangspunt bekijken 2 Raak [Toegangspunt-verbindingsinstellingen] aan. • Er worden netwerknamen getoond van maximaal 4 toegangspunten die in de camcorder zijn opgeslagen.
Wi-Fi-verbinding en instellingen De instellingen voor de functie Bewaking bij afwezigheid bekijken (alleen opnamemodus) 2 Raak [Instellingen Bewaking bij afwezigheid] aan. • Het wachtwoord en het poortnummer dat wordt gebruikt voor de functie Bewaking bij afwezigheid verschijnen. 3 Wijzig indien nodig de instellingen. • Stap 3 en 4 bij Streamen via Wi-Fi en internet (Bewaking bij afwezigheid) (A 183).
Wi-Fi-verbinding en instellingen Woordenlijst Dit is een woordenlijst van sommige van de basistermen die in dit hoofdstuk vaak worden gebruikt. De documentatie van uw toegangspunt bevat mogelijk ook een woordenlijst die u kunt raadplegen. Toegangspunt (Access Point) Een draadloos toegangspunt (WAP) is een apparaat waarmee op basis van de Wi-Fi-standaard draadloze apparaten, zoals uw camcorder, verbinding kunnen maken met een bekabeld netwerk (waaronder het internet).
Overige informatie Bijlage: Menuopties – Overzicht 212 Dit gedeelte bevat tabellen waarin alle menu-instellingen van de camcorder en instellingsopties kunnen worden opgezocht. Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen 236 Dit gedeelte legt pictogrammen en schermen uit die op de diverse camcorderschermen worden weergegeven, met verwijzingen naar pagina’s over de desbetreffende functies.
Bijlage: Menuopties – Overzicht Bijlage: Menuopties – Overzicht Welke functies beschikbaar zijn hangt af van de bedieningsstand van de camcorder. Op het scherm van de camcorder worden menuopties die niet beschikbaar zijn, gedimd weergegeven. Raadpleeg Gebruik van de menu’s (A 42) voor meer informatie over hoe u een optie kunt selecteren. Raadpleeg de pagina waarnaar wordt verwezen voor bijzonderheden over elke functie. Instelopties in dikke blauwe letters, zoals hier, zijn de standaardinstellingen.
Bijlage: Menuopties – Overzicht Menuonderdeel Instelopties [9 Baby-album] (A 66) [ Videosnapshot] (A 66) e [— Wi-Fi] (A 173) [6 Camera Connect], [7 Naar webservice], [w Instellingen bekijken/bewerken] ■ [1 Overige instellingen]-menu’s p Camera-instellingen (alleen opnamemodus) Menuonderdeel Instelopties [Zelftimer] (A 215) [i Aan <], [j Uit] [Zoomsnelheid] (A 215) [Y Variabel], [Z Snelheid 3], [[ Snelheid 2], [] Snelheid 1] [Positie zoomen bij start] (A 215) [Volledig groothoek], [Laatste posi
Bijlage: Menuopties – Overzicht p Camera-instellingen (alleen opnamemodus) (vervolg) Menuonderdeel Instelopties [Focushulp] (A 215) [i Aan], [j Uit] [Gezichtsdet. en volgen] (A 108) [i Aan }], [j Uit] [Autom. achtergr.verl.corr.] (A 216) [i Aan], [j Uit] [Auto Langz.
Bijlage: Menuopties – Overzicht [Zelftimer]: u kunt de camcorder laten beginnen met opnemen na eerst 10 seconden af te tellen. Stel eerst [Zelftimer] in op [i Aan <], druk op Y om het aftellen te starten en video op te nemen of raak [{] aan om het aftellen te starten en een foto te maken. • Deze functie is niet beschikbaar wanneer de filmmodus is ingesteld op 9.
Bijlage: Menuopties – Overzicht • Gebruik van scherpstelhulp heeft geen invloed op de opnamen. De scherpstelhulp wordt automatisch geannuleerd na 4 seconden of wanneer u begint met opnemen. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de filmmodus is ingesteld op , †, ƒ of ’. • Deze functie is alleen beschikbaar voor het opnemen van films. [Autom. achtergr.verl.corr.
Bijlage: Menuopties – Overzicht [Beeldstabilisator]: de Image Stabilizer vermindert de wazigheid die de camcorder veroorzaakt (wazigheid vanwege camcorderbewegingen), zodat u mooie en stabiele opnamen krijgt. Selecteer de beeldstabilisatie-modus op basis van de opnameomstandigheden. [ Dynamisch]: deze instelling biedt compensatie voor sterke camcordertrillingen, bijvoorbeeld als u opnamen maakt terwijl u loopt, en is effectiever wanneer de zoom maximale groothoek nadert.
Bijlage: Menuopties – Overzicht / s Afspelen instellen (alleen afspeelstand) (vervolg) Menuonderdeel Instelopties [Overgang diashow] (A 218) [j Uit], [k Vervagen], [l Verschuiven] [Lengte videosnapshot] (A 126) [C 2 sec], [D 4 sec], [F 8 sec] [Overgang diashow]: u kunt het overgangseffect tussen foto’s in een diavoorstelling selecteren. [k Vervagen]: de foto die momenteel wordt weergegeven vervaagt terwijl de volgende foto langzaam zichtbaar wordt.
Bijlage: Menuopties – Overzicht t Scherminstellingen (vervolg) Menuonderdeel Instelopties [Helderheid] (A 220) [LCD Backlight] (A 220) [H Helder], [M Normaal], [L Donker] [LCD Spiegelbeeld] (A 220) [i Aan], [j Uit] [HDMI-status] (A 220) [Demo Modus] (A 221) [i Aan], [j Uit] [TV-Type] (A 221) [+ 4:3 tv], [, Breedb TV] [Markeringen] (alleen opnamemodus): tijdens de opname kunt u in het midden van het scherm een raster of een horizontale lijn weergeven.
Bijlage: Menuopties – Overzicht [TV-scherm]: als deze optie op [i Aan] staat, worden de schermdisplays van de camcorder ook getoond op een aangesloten tv of monitor. [Helderheid]: stelt de helderheid van het LCD-scherm in. • Wijziging van de helderheid van het LCD-scherm heeft geen invloed op de helderheid van de opnamen of op de helderheid van het afspeelbeeld op een tv. [LCD Backlight]: hiermee kan de helderheid worden ingesteld. U kunt kiezen uit drie niveaus.
Bijlage: Menuopties – Overzicht [Demo Modus] (alleen opnamemodus): met de demonstratiefunctie kunt u de belangrijkste functies van de camcorder bekijken. De demonstratiefunctie wordt automatisch gestart als de camcorder van stroom wordt voorzien met behulp van de compacte netadapter en u de camcorder langer dan 5 minuten zonder geheugenkaart ingeschakeld laat staan in de opnamestand-bystand.
Bijlage: Menuopties – Overzicht q Systeeminstelling Menuonderdeel Instelopties [Taal H] (A 34) [ ], [Dansk], [Deutsch], [ ], [English], [Español], [Français], [Italiano], [Magyar], [Melayu], [Nederlands], [Norsk], [Polski], [Português], [ ], [Suomi], [Svenska], [Türkçe], [ ], [ ], [ ], [ ], [ ], [ ], [ ], [ ], [ ] [Tijdzone/DST] (A 37) ["] (tijdzone thuis) of [#] (tijdzone op reis): [Parijs], lijst met tijdzones van de wereld [$] (instelling zomertijd): schakel in of uit [Datum/Tijd] (A 34) [Datum/Tij
Bijlage: Menuopties – Overzicht q Systeeminstelling (vervolg) Menuonderdeel Instelopties [Beschikbaar geheugen] (A 225) e [&] (intern geheugen) [8] (geheugenkaart) d– [Gebruikt geheugen] (A 225) e [&] (intern geheugen) [8] (geheugenkaart) d– e [Info externe harde schijf]* (A 226) [AV/Koptelef.
Bijlage: Menuopties – Overzicht q Systeeminstelling (vervolg) Menuonderdeel Instelopties [Weergegeven eenheden] (A 227) [.
Bijlage: Menuopties – Overzicht q Systeeminstelling (vervolg) Menuonderdeel Instelopties e [Initialiseren ']* (A 169) [Firmware] (A 229) e [Geh.opslagmap verwijderen]* (A 168) e [MAC-adres] (A 229) [Certificaatlogo weergeven] (A 229) [Alles terugstellen] (A 229) [Nee], [Ja] * Optie alleen beschikbaar nadat een externe harde schijf is aangesloten op de camcorder. ** Optie alleen beschikbaar als een FlashAir-kaart in de camcorder is geplaatst. [ View assist.
Bijlage: Menuopties – Overzicht • De geschatte resterende opnametijd voor films en het geschatte resterende aantal foto’s gelden bij benadering en worden gebaseerd op de momenteel geselecteerde videokwaliteit en fotoresolutie. • Het informatiescherm geeft ook de snelheidsklasse (Speed Class) van de geheugenkaart weer. • e De [Totale ruimte] die wordt weergegeven voor het interne geheugen, geeft de ruimte aan die daadwerkelijk bruikbaar is.
Bijlage: Menuopties – Overzicht [Accu-info]: als u een accu gebruikt die compatibel is met Intelligent System, wordt met deze optie een scherm getoond waarin u kunt controleren in hoeverre (weergegeven als een percentage) de accu nog is opgeladen en wat de resterende opnametijd (tijdens de opnamemodus) of afspeeltijd (tijdens de afspeelstand) is. • Wanneer de accu volledig leeg is, wordt de informatie over de accu mogelijk niet weergegeven.
Bijlage: Menuopties – Overzicht • Bestandsnummers bestaan uit 7 cijfers, bijvoorbeeld “101-1234”. De 3 cijfers voor het streepje lopen van 100 tot 999 en geven de map aan waar het bestand is opgeslagen. De 4 cijfers na het streepje vormen een voor elk bestand uniek herkenningsnummer. Dit nummer kan van 0001 tot 9900 lopen. • De laatste vier cijfers van de mapnaam geven de datum aan waarop de map werd gemaakt. • Het bestandsnummer en de mapnaam geven ook de locatie van het bestand op het geheugen aan.
Bijlage: Menuopties – Overzicht [USB aansluiting type] (alleen afspeelstand): selecteert het type verbinding dat standaard wordt gebruikt wanneer de camcorder wordt aangesloten op een extern apparaat met behulp van een USB-aansluiting. [ Computer] of [ Connect Station]: selecteer een van deze opties als u van plan bent om de camcorder op slechts één type apparaat aan te sluiten (respectievelijk een computer of het optionele Connect Station CS100).
Bijlage: Menuopties – Overzicht ■ [3 Opname instellen]-menu (alleen opnamemodus) Menuonderdeel Instelopties [Filmindeling] (A 80) [· AVCHD], [¸ MP4] [Videokwaliteit] (A 80) Als [Filmindeling] is ingesteld op [· AVCHD]: [ª 50P-opname], [© Hoge kwaliteit]*, [¨ Standaard (volledig HD)]*, [¥ Langz. afspeelsnelh.]* Als [Filmindeling] is ingesteld op [¸ MP4]: [ 50P-opname], [ Hoge kwaliteit], [ Standaard (volledig HD)], [ Langz. afspeelsnelh.
Bijlage: Menuopties – Overzicht ■ [2 Hoofdfuncties]-menu (alleen opnamemodus) Knop Instelopties/functie [¦ Videosnapshot] (A 107) [ON], [OFF] [— Geluidsscène] (A 121) [‘ Standaard], [’ Muziek], [‚ Spraak], [“ Woud en vogels], [” Ruisonderdrukking] [Ò Decoratie] (A 99) [Ó Pennen en stempels], [× Bewegende stempels], [& Datum/ Tijd] of [9] (stempels voor Baby-modus), [Ü] (beeldmix), [Ý] (live video onderbreken), [ß] (werkbalk minimaliseren) [ Slow & Fast Motion] (A 94) [Uit], [Gehele scène], [Flexib
Bijlage: Menuopties – Overzicht Knop Instelopties/functie [Zoomtype] (A 232) [ Optisch], [ Advanced], [ [ Digitaal]) [W] (telemacro): schakel in of uit [È Powered IS] Digitaal] (alleen h: (A 233) [ON], [OFF] [z Pre-opname] (A 233) [ON], [OFF] [< Focus] (A 115) [D] (handmatige scherpstelling): schakel in of uit, Touch AF-kader [y Belichting] (A 113) [n] (handmatige belichting): schakel in of uit, Touch AE-kader [ä Niveau micro] (A 234) [m] (automatisch), [n] (handmatig) [Audioniveau]: schakel in
Bijlage: Menuopties – Overzicht [ Digitaal] (h [ Digitaal]): bij digitale zoom (lichtblauw gebied op de zoombalk) wordt het beeld digitaal verwerkt, waardoor de beeldkwaliteit verslechtert naarmate u inzoomt. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de filmmodus is ingesteld , †, ƒ of ’. op • Als de filmmodus is ingesteld op N of 9, wordt [Zoomtype] automatisch ingesteld op [ Optisch]. • Als 1 > p > [Groothoekaccessoire] is ingesteld op [i Aan], is [ Digitaal] (alleen h: [ Digitaal]) niet beschikbaar.
Bijlage: Menuopties – Overzicht - Als u de camcorder langer dan 5 minuten niet gebruikt. - Als u de camcorder uitzet, op ] drukt, de filmmodus wijzigt, enzovoort. - Als u videosnapshots of opnemen in slow of fast motion inschakelt. - Als u het scherm 0 > [3 Opname instellen] > [Filmindeling], [Videokwaliteit] of [Opnamemedia] opent. - Als u het scherm 2 (of 0 > [2 Hoofdfuncties]) > [— Geluidsscène], [R Faders] of [Ä Witbalans] opent.
Bijlage: Menuopties – Overzicht [Bew.]-menu (alleen afspeelstand) Knop Instelopties e [Kopieren (&'8)] (A 140) Afhankelijk van het indexscherm: of , [Selecteer], [Alle scenes] of [Alle foto’s] Bij schermweergave van één foto: [¨ Doorgaan] (kopieert de huidige foto) e [Conv. naar MP4 (&'8)] d [Conv.
Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen De volgende tabellen tonen de pictogrammen die in de verschillende standen worden weergegeven. De pictogrammen in de tabel zijn gegroepeerd aan de hand van het gebied in het scherm waar ze getoond worden, zodat u ze gemakkelijk terug kunt vinden. Houd er rekening mee dat de filmindeling, filmmodus en andere functies bepalen welke pictogrammen getoond worden.
Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen Wanneer u de opnamestand voor flexibele slow of fast motion gebruikt: Boven in het scherm Pictogram 9, ó, ƒ, ’ , †, Beschrijving/functie Filmmodusknop (in de stand N: een van de Smart AUTO-pictogrammen, in de stand ƒ: een van de pictogrammen voor speciale scènestanden) A 84 58 90 0:00:00 Scèneteller (uren : minuten : seconden). Telt alleen verder tijdens opname.
Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen Boven in het scherm (vervolg) Pictogram Ä, Ã , Â, è, é, ê, ë, , 000 min {Ð&*, {Ð8 Beschrijving/functie A Intelligente IS (alleen in de stand N) 59 Resterende accutijd 244 Zoombalk (tijdelijk, alleen wanneer de zoomfunctie wordt bediend). 60 Foto’s maken en het geselecteerde geheugen voor het vastleggen van foto’s (kortstondig nadat een foto wordt gemaakt). In geval van een kaartfout wordt 9 weergegeven (in het rood) en wordt de foto niet vastgelegd.
Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen Links in het scherm (vervolg) Pictogram Beschrijving/functie A T, V Faders 111 ¼, É, Å Witbalans 117 d FlashAir-kaart. In geval van een FlashAir-kaartfout wordt weergegeven. Controleer de FlashAir-kaart. 229 Snelheidsknoppen voor slow/fast motion voor opnamen in slow of fast motion als deel van een scène (opnemen met flexibele slow of fast motion).
Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen Informatiescherm (vervolg) Pictogram Beschrijving/functie A Gekozen geheugen voor filmopname en resterende opnametijd op het geheugen. &0u00m*, 80u00m Naarmate de resterende opnametijd afneemt, verandert het pictogram van groen naar geel en vervolgens rood. • Wanneer de resterende opnametijd 30 minuten of minder is, wordt deze indicator continu op het hoofdscherm weergegeven, zelfs wanneer u het informatiescherm sluit.
Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen Onder in het scherm Pictogram Beschrijving/functie A { Knop [{]: een foto maken 55 FILTER 1 tot en met FILTER 5 Knop [FILTER]: een ander cinematografisch filter selecteren 88 Aangepaste knop: het pictogram in de knop verandert al naargelang de functie/ instelling die op dat moment is toegewezen.
Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen ■ Afspeelstand (tijdens afspelen) Boven in het scherm Pictogram Bew., C Beschrijving/functie A [Bew.]-knop: opent het [Bew.]-menu voor bewerkingen. Vergrendeling van bestanden is geactiveerd. 235 70 Scène is opgenomen terwijl de filmmodus was ingesteld op . 87 Ð, Ý, Ö, Õ, Ø, Geheugenkaart bedienen ×, Ô, Ó 244 d FlashAir-kaart. In geval van een FlashAir-kaartfout wordt weergegeven. Controleer de FlashAir-kaart.
Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen Boven in het scherm (vervolg) Pictogram , ©, ¨, ¥, , , Beschrijving/functie A Videokwaliteit 80 000 Scènenummer – 000-0000 Bestandsnummer 227 * Alleen e.
Bijlage: Schermdisplays en pictogrammen Onder in het scherm (vervolg) Beschrijving/functie A ¦ [¦]-knop: een videosnapshotscène maken 126 00:00 AM 1.Jan.2017 Datum en tijd van opname 219 Pictogram Geheugenkaart bedienen Ü Opnemen, Ñ Opname stand-by, z Vooropname (A 233), Ð Afspelen, Ý Afspelen onderbreken, × Versneld afspelen, Ø Versneld achteruit afspelen, Õ Langzaam afspelen, Ö Langzaam achteruit afspelen, Ó Beeldje voor beeldje vooruit afspelen, Ô Beeldje voor beeldje achteruit afspelen.
Problemen? Problemen? Problemen oplossen Doorloop eerst de lijst hieronder wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van uw camcorder. Soms bestaat er een simpele oplossing voor iets waarvan u denkt dat het een camcorderstoring is – lees daarom eerst de tekst in het vak “EERST CONTROLEREN” voordat u verdergaat met de meer gedetailleerde problemen en oplossingen. Neem contact op met een Canon Service Center als het probleem aanhoudt.
Problemen? Stroombron De camcorder kan niet worden ingeschakeld of schakelt zichzelf uit. - De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op. - Verwijder de accu en plaats deze op de juiste wijze. Ik kan de accu niet opladen. - Zorg ervoor dat de camcorder uit staat, zodat u met opladen kunt beginnen. - De temperatuur van de accu ligt buiten het werkbereik (circa 0–40 °C). Verwijder de accu, verwarm de accu of laat deze afkoelen en probeer daarna de accu opnieuw op te laden.
Problemen? Opname De camcorder begint niet met opnemen nadat op Y is gedrukt. - U kunt geen opnamen maken terwijl de camcorder eerdere opnamen wegschrijft naar het geheugen (terwijl de ACCESSindicator brandt of knippert). Wacht totdat de camcorder klaar is. - Het geheugen is vol of bevat al het maximale aantal AVCHDscènes (3.999 scènes). Verwijder een aantal opnamen (A 75) of initialiseer het geheugen (A 38) om ruimte vrij te maken.
Problemen? Wisselen van bedieningsstand tussen opnemen (Ü)/opnamestandby (Ñ)/afspelen (Ð) duurt langer dan normaal. - Als het geheugen een groot aantal scènes bevat, kunnen sommige procedures langer duren dan normaal. Sla een back-up van uw opnamen op (A 157) en initialiseer het geheugen (A 38). Ik kan geen goede film- of foto-opnamen maken. - Dit kan zich voordoen na het herhaaldelijk maken van films en foto’s.
Problemen? Tijdens het afspelen van scènes of een diavoorstelling met achtergrondmuziek wordt het muzieknummer niet correct afgespeeld. - Dit kan zich voordoen als u de muziekbestanden naar een geheugen kopieert nadat u herhaaldelijk scènes hebt opgenomen en verwijderd (gefragmenteerd geheugen). Opnamen in het interne geheugen (alleen e): initialiseer een geheugenkaart met de camcorder door middel van de optie [Initalisatie voltooien] (A 38).
Problemen? Afzonderlijke scènes/foto’s in het indexscherm kunnen niet met een vinkje ! worden gemarkeerd. - U kunt niet meer dan 100 scènes/foto’s afzonderlijk selecteren. Selecteer de optie [Alle scenes] of [Alle foto’s] in plaats van [Selecteer]. Indicatoren en schermdisplays verschijnt (in het rood) op het scherm. - De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu door een volledig opgeladen exemplaar. verschijnt (in het rood) op het scherm.
Problemen? - De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu. - Het opladen is stopgezet omdat de compacte netadapter of de accu defect is. Neem contact op met een Canon Service Center. Beeld en geluid De camcorder maakt een ratelend geluid. - Als u dit niet hoort terwijl de camcorder in de opnamemodus staat, is dit geluid afkomstig van de beweging van de interne lensbevestiging. Dit is normaal en duidt niet op een storing. Het scherm is te donker. - Het LCD-scherm is gedimd.
Problemen? Op het scherm verschijnen horizontale strepen. - Dit is een verschijnsel dat zich typisch voordoet bij CMOSbeeldsensors als u opnamen maakt onder sommige tl-lampen, kwiklampen of natriumlampen. Dit is normaal en duidt niet op een storing. Wijzig de optie 1 > p > [Knipperreductie] om de symptomen te verminderen. Het geluid is vervormd of wordt opgenomen op een lager niveau.
Problemen? - Initialiseer de geheugenkaart met de optie [Initalisatie voltooien] (A 38) wanneer u deze voor het eerst gebruikt in de camcorder. - De LOCK-schakelaar op de geheugenkaart staat zo ingesteld dat gegevens op de kaart niet per abuis kunnen worden gewist. Wijzig de stand van de LOCK-schakelaar. - Om op een geheugenkaart films op te kunnen nemen, dient u een compatibele geheugenkaart te gebruiken (A 30). - De map- en bestandsnummers voor MP4-films en foto’s hebben hun maximale waarde bereikt.
Problemen? Het beeld op het tv-scherm lijkt te donker. - Mogelijk speelt u scènes af die zijn opgenomen in de stand . Zet de helderheid van de tv, het computerscherm of het gebruikte apparaat hoger of gebruik een van de tv-beeldstanden met helderdere instellingen. De computer herkent de camcorder niet, hoewel de camcorder correct aangesloten is. - Verwijder de USB-kabel en zet de camcorder uit. Zet na korte tijd de camcorder weer aan en herstel de verbinding.
Problemen? - Mogelijk is de NFC-functie uitgeschakeld. Stel 1 > q > [NFC] in op [Aan]. e Nadat het NFC-contactpunt van de camcorder het contactpunt heeft aangeraakt van een apparaat dat NFC ondersteunt, wordt de camcorder niet ingeschakeld. - De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op. Probeer het vervolgens opnieuw. e Wi-Fi-functies Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van het toegangspunt en andere apparaten die u wilt gebruiken. Ik kan geen verbinding maken met het toegangspunt.
Problemen? Draadloos afspelen op een smartphone of vergelijkbaar apparaat verloopt niet vloeiend. - Het hangt van de instellingen en mogelijkheden van het apparaat af of het afspelen vloeiend verloopt. Probeer de camcorder dichter in de buurt van het apparaat te gebruiken en verwijder eventuele belemmerende voorwerpen of obstakels tussen de twee apparaten.
Problemen? Overzicht van berichten (op alfabetische volgorde) e Op de volgende pagina vindt u subparagrafen over berichten die verschijnen wanneer u gebruikmaakt van een externe harde schijf (A 268), Wi-Fi-functies (A 268) of webservices (A 274). Afspelen met helderder instellingen op de tv bij afspelen wordt aanbevolen.
Problemen? e Kan niet opnemen Geen toegang tot ingebouwd geheugen - Er is een probleem met het interne geheugen. Sla een back-up van uw opnamen op (A 157) en initialiseer het interne geheugen met behulp van de optie [Initalisatie voltooien] (A 38). Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met een Canon Service Center. e Ingebouwd geheugen vol - Het interne geheugen is vol (op het scherm wordt & in het rood en [Einde] weergegeven). Verwijder een aantal opnamen (A 75) om ruimte vrij te maken.
Problemen? e Kan niet kopieren - Het totale aantal scènes dat u hebt geselecteerd om te worden gekopieerd, past niet in de beschikbare ruimte op de geheugenkaart. Verwijder een aantal opnamen op de geheugenkaart (A 75) of verminder het aantal te kopiëren scènes. - De geheugenkaart bevat reeds het maximale aantal AVCHDscènes (3.999 scènes). Verwijder een aantal scènes (A 75) om ruimte vrij te maken. Controleer het aangesloten apparaat.
Problemen? De kaart is tegen wissen beveiligd - De LOCK-schakelaar op de geheugenkaart staat zo ingesteld dat gegevens op de kaart niet per abuis kunnen worden gewist. Wijzig de stand van de LOCK-schakelaar. e Kaart Maximum aantal scenes bereikt - De geheugenkaart bevat al het maximumaantal AVCHD-scènes (3.999 scènes), er kunnen geen scènes meer worden gekopieerd naar de geheugenkaart. Verwijder een aantal scènes (A 75) om ruimte vrij te maken.
Problemen? Het is eventueel niet mogelijk videos op deze kaart op te nemen - Het kan zijn dat u geen films kunt opnemen op een geheugenkaart zonder aanduiding van de snelheidsklasse of op een geheugenkaart met snelheidsklasse 2. Vervang de geheugenkaart door een geheugenkaart van snelheidsklasse 4, 6 of 10. Initialiseer alleen met de camcorder - Er is een probleem met het bestandssysteem waardoor geen toegang mogelijk is tot het geheugen. Initialiseer het geheugen met deze camcorder (A 38).
Problemen? Kan de scene niet splitsen - De scène kan niet worden gesplitst omdat het gegevenslog van het interne scènebeheer in de camcorder vol is. Verwijder een aantal scènes en foto’s (A 75) en probeer de scène opnieuw te splitsen. Kan doek niet laden - Het tekenbladbestand dat in het geheugen werd opgeslagen, is beschadigd. - Tekenbladgegevens kunt u niet lezen vanuit tekenbladbestanden die werden gemaakt met andere apparaten en vervolgens met een computer naar een geheugenkaart werden gekopieerd.
Problemen? Kan niet opnemen - U kunt geen videosnapshot-opnamen maken van scènes die zijn opgenomen of bewerkt met een ander apparaat en die vervolgens met een computer naar een geheugenkaart zijn gekopieerd. - Er is een probleem met het geheugen. Als dit bericht vaak zonder duidelijke reden verschijnt, neem dan contact op met een Canon Service Center. Kan niet opnemen Controleer kaart - Er is een probleem met de geheugenkaart.
Problemen? Kan scène niet converteren - MP4-scènes met een resolutie die kleiner is dan de resolutie die is geselecteerd voor [Conversiekwaliteit], kunnen niet worden geconverteerd. - e Scènes met een videokwaliteit van 4 Mbps en scènes die zijn opgenomen met opnemen in slow/fast motion, kunnen niet worden geconverteerd naar fast-motionscènes.
Problemen? Maximum aantal scenes bereikt - Het maximale aantal AVCHD-scènes (3.999 scènes) is bereikt. Verwijder een aantal scènes (A 75) om ruimte vrij te maken. Moet bestanden van kaart ophalen. Zet de LOCK-schakelaar op kaart om.
Problemen? Opname beëindigd wegens onvoldoende schrijfsnelheid van de geheugenkaart - De gegevensoverdrachtssnelheid was te hoog voor de gebruikte geheugenkaart en de opname werd stopgezet. Vervang de geheugenkaart door een kaart met een snelheidsklasse van 4, 6 of 10 (snelheidsklasse 6 of 10 wanneer u films opneemt met een videokwaliteit van 50P of 35 Mbps).
Problemen? Selecteer het gewenste scènenummer - Een aantal scènes hebben dezelfde opnamedatum maar bevatten verschillende bestandsbeheerinformatie. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als u films opneemt in het gebied van de internationale datumgrens. Selecteer een nummer om de corresponderende groep scènes op te roepen. Sluit deksel geheugenkaart. - Het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf van de camcorder werd geopend terwijl de camcorder was aangesloten op het optionele Connect Station CS100.
Problemen? e Overzicht van berichten voor aansluiting op een externe harde schijf Fout bij schrijven naar harde schijf. - Dit bericht verschijnt de volgende keer wanneer u de camcorder aanzet, indien de stroomtoevoer per ongeluk werd onderbroken terwijl de camcorder bezig was met het wegschrijven van gegevens naar de externe harde schijf. Selecteer [Ja] om te proberen de opnamen te herstellen. Snel alle bestanden wissen en partities verwijderen van de externe harde schijf.
Problemen? Geen toegangspunten gevonden - Het toegangspunt dat in de camcorder ingesteld is, kan niet worden gevonden. - Om storing te voorkomen, is het raadzaam om de camcorder op enige afstand te gebruiken van apparaten die elektromagnetische straling afgeven (draadloze telefoons, magnetrons, enzovoort). - Controleer of u de juiste netwerknaam (SSID) van het toegangspunt gebruikt in de Wi-Fi-instellingen van de camcorder (A 204).
Problemen? Kan bestanden niet overbrengen. - Er is een probleem opgetreden tijdens het overdragen van bestanden naar het optionele Connect Station CS100. Controleer of zich fouten hebben voorgedaan op het Connect Station. Raadpleeg voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van de CS100. - Probeer de camcorder en het Connect Station uit te zetten. Zet beide na korte tijd weer aan en herstel de verbinding. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met een Canon Service Center.
Problemen? Kan geen IP-adres verkrijgen - Als u geen gebruikmaakt van een DHCP-server, maakt u verbinding met de optie [Handmatig instellen] en voert u het IP-adres in met de optie [Handmatig] (A 205). - Schakel de DHCP-server in. Als deze al ingeschakeld is, controleer dan of deze goed werkt. - Controleer of het adresbereik voor de DHCP-server toereikend is. - Als u geen DNS-server gebruikt, stel het DNS-adres dan in op [0.0.0.0]. - Stel het IP-adres van de DNS-server in de camcorder in.
Problemen? Kan niet verbinden met server - De camcorder kon geen verbinding maken met de externe server die wordt gebruikt voor de functie Bewaking bij afwezigheid. Zorg ervoor dat het toegangspunt op de juiste wijze verbonden is met internet. - Controleer of 1 > q > [Datum/tijd] op de juiste datum en tijd is ingesteld. Kan Wi-Fi-netwerk niet verifiëren - Zorg ervoor dat de camcorder en het toegangspunt dezelfde verificatie-/versleutelingsmethode en hetzelfde wachtwoord (versleutelingscode) gebruiken.
Problemen? Meerdere toegangspunten gevonden. Probeer het opnieuw. - Er zijn meerdere toegangspunten die tegelijkertijd een WPS-signaal uitzenden. Probeer het later nogmaals of voer de instellingen in met de optie [WPS: pincode] of [Zoeken naar toegangspunten] (A 201). Ongeldig poortnummer. Voer de instelling nogmaals uit. - Het ingevoerde poortnummer kan niet worden gebruikt.
Problemen? Wi-Fi-verbinding beëindigd - Om storing te voorkomen, is het raadzaam om de camcorder op enige afstand te gebruiken van apparaten die elektromagnetische straling afgeven (draadloze telefoons, magnetrons, enzovoort). - De camcorder kan mogelijk geen verbinding maken met het toegangspunt als te veel apparaten hier gebruik van maken. Wacht een ogenblik en probeer de verbinding nogmaals tot stand te brengen.
Problemen? Maak verbinding met een pc en gebruik de speciale software om opn. in te stellen - Er is een fout opgetreden tijdens het maken van een verbinding met de CANON iMAGE GATEWAY-server. Controleer de instellingen die zijn opgeslagen op CANON iMAGE GATEWAY en stel deze in de camcorder opnieuw in. Max. te verz filmclips: X min. - U hebt geprobeerd een film te uploaden waarvan de lengte groter is dan de maximale lengte die door de webservice wordt toegestaan (de maximale lengte verschilt per webservice).
Wat u wel en niet moet doen Wat u wel en niet moet doen Veiligheidsinstructies en hoe u de camera moet behandelen Zorg dat u deze instructies leest om het product veilig te kunnen gebruiken. Volg deze instructies om letsel of schade aan de gebruiker van het product of anderen te voorkomen. WAARSCHUWING Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Wat u wel en niet moet doen - Gebruik geen lekkende batterij/accu’s. Indien een batterij/accu lekt en het materiaal in contact komt met uw huid of kleding, moet u het getroffen gebied grondig afspoelen met stromend water. In geval van contact met de ogen moet u de ogen grondig spoelen met ruime hoeveelheden schoon, stromend water en onmiddellijk medische hulp inroepen. - Breng tape of ander isolatiemateriaal aan over de polen van de batterij/accu’s wanneer u deze weggooit.
Wat u wel en niet moet doen • Laat het product tijdens gebruik niet langdurig in contact komen met hetzelfde gebied van de huid. Dit kan leiden tot eerstegraads verbrandingen zoals een rode huid of blaren, zelfs als het product niet heet aanvoelt. Het gebruik van een statief of vergelijkbare apparatuur wordt aanbevolen wanneer het product wordt gebruikt op hete locaties of door mensen met een slechte bloedsomloop of een minder gevoelige huid.
Wat u wel en niet moet doen • Sla uw opnamen regelmatig op een extern apparaat op. Zorg ervoor dat u uw opnamen overdraagt naar een extern apparaat, zoals een computer, digitale videorecorder of de optionele Connect Station CS100 (A 157) en maak regelmatig back-ups. Hierdoor behoudt u belangrijke opnamen in geval van schade en zorgt u voor meer ruimte in het geheugen. Canon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies van gegevens.
Wat u wel en niet moet doen • e De Wi-Fi-functies van de camcorder kunnen storing ondervinden van apparaten zoals draadloze telefoons en magnetrons. Houd zoveel mogelijk afstand tot deze apparaten of gebruik de Wi-Fi-functies van de camcorder op een ander tijdstip van de dag om interferentie te voorkomen. • Richt de camcorder niet op een zeer krachtige lichtbron, zoals de zon op een zonnige dag of een krachtige kunstmatige lichtbron.
Wat u wel en niet moet doen • Probeer bij het opnemen van films een kalm, stabiel beeld te krijgen. Als u tijdens het opnemen de camcorder te veel beweegt en vaak snel zoomt en pant (door de camcorder zijwaarts te bewegen), kan dit tot onrustige scènes leiden. In extreme gevallen kan het afspelen van dergelijke scènes tot gevolg hebben dat door de visuele waarneming bij u bewegingsziekte wordt veroorzaakt.
Wat u wel en niet moet doen ■ Resterende accucapaciteit De camcorder gebruikt accu’s die compatibel zijn met Intelligent System. Als de resterende accucapaciteit niet correct wordt weergegeven, laadt u de accu volledig op. Toch kan het voorkomen dat de juiste tijd niet goed wordt weergegeven, bijvoorbeeld nadat de accu vele malen herhaaldelijk is gebruikt, als een volledig opgeladen accu lange tijd niet wordt gebruikt of wanneer een accu lange tijd wordt gebruikt bij hoge temperaturen.
Wat u wel en niet moet doen Interne oplaadbare lithiumbatterij Deze camcorder is uitgerust met een interne oplaadbare lithiumbatterij waarmee de camcorder de datum, tijd en andere instellingen kan onthouden. De ingebouwde lithiumbatterij wordt weer opgeladen als u de camcorder gebruikt. Als u de camcorder echter circa 3 maanden niet gebruikt, raakt de ingebouwde lithiumbatterij geheel leeg.
Onderhoud/overig Onderhoud/overig Reinigen Camcorderbehuizing • Gebruik een zachte, droge doek om de camcorderbehuizing te reinigen. Gebruik nooit met chemicaliën behandelde doeken of vluchtige oplosmiddelen zoals verfverdunner. Lens • De autofocus werkt mogelijk niet correct als het lensoppervlak vuil is. • Verwijder stof of vuildeeltjes met een blaaskwastje (geen spuitbus gebruiken). Gebruik vervolgens een schoon, zacht lensreinigingsdoekje om de lens schoon te maken. Doe dit voorzichtig.
Onderhoud/overig Condens kan zich in de volgende situaties voordoen: • Als de camcorder snel wordt verplaatst van koude naar warme plaatsen • Wanneer de camcorder wordt achtergelaten in een vochtige kamer • Wanneer een koude kamer snel wordt verwarmd Condens voorkomen • Stel de camcorder niet bloot aan plotselinge of extreme temperatuurswijzigingen. • Verwijder de geheugenkaart en accu.
Onderhoud/overig Opnamen afspelen op een tv-scherm U kunt uw opnamen alleen afspelen op tv’s die compatibel zijn met het PAL/SECAM-systeem of digitale tv-uitzendingen van 50 Hz. Deze worden in de volgende regio’s/landen gebruikt: Europa: in heel Europa en in Rusland. Noord-, Midden- en Zuid-Amerika: alleen in Argentinië, Brazilië, Uruguay en de Franstalige gebieden (Frans Guyana, Guadeloupe, Martinique, enz.). Azië: het overgrote deel van Azië (behalve Japan, de Filipijnen, Zuid-Korea en Myanmar).
Algemene informatie Algemene informatie Optionele accessoires De volgende optionele accessoires worden ondersteund door deze camcorder. De beschikbaarheid ervan kan per regio verschillen. De meeste accessoires worden op de volgende pagina’s gedetailleerder beschreven. Ga voor de meest recente informatie naar de Canon-website voor uw regio.
Algemene informatie USB-adapter UA-100* CT-V1 Camerapantafel* CS100 Connect Station Zachte draagtas SC-2000 * Dit accessoire wordt gebruikt bij een functie die alleen beschikbaar is op de e.
Algemene informatie Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product is zodanig ontworpen dat het uitstekende prestaties levert wanneer het wordt gebruikt in combinatie met originele Canonaccessoires. Canon kan niet aansprakelijk worden gehouden voor schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, als gevolg van defecten in niet-originele Canon-accessoires (zoals lekkage en/of explosie van een accu).
Algemene informatie USB-adapter UA-100 e Hiermee kunt u met een standaard-A-kabel de camcorder aansluiten op een externe harde schijf of een vergelijkbaar opslagapparaat. Daarna kunt u een compleet geheugen op het apparaat opslaan. Controleer eerst de USB-kabel die bij uw externe harde schijf is geleverd. Zachte draagtas SC-2000 Een handige camcordertas met gevoerde vakjes en genoeg ruimte voor accessoires. Dit merkteken is het symbool van originele Canon-videoaccessoires.
Algemene informatie Specificaties Camcorder LEGRIA HF R88/LEGRIA HF R87/ LEGRIA HF R86/LEGRIA HF R806 — Waarden zijn bij benadering gegeven. Systeem • Opnamesysteem Films: 1. AVCHD-indeling, compatibel met AVCHD versie 2.0 Video: MPEG-4 AVC/H.264, Audio: Dolby Digital 2 kanalen 2. MP4-indeling Video: MPEG-4 AVC/H.264, Audio: MPEG-4 AAC-LC (2 kanalen) Foto’s: DCF (Design rule for Camera File system), compatibel met Exif* versie 2.3 Beeldcompressie: JPEG * Deze camcorder ondersteunt Exif 2.
Algemene informatie • Beeldsensor CMOS van het type 1/4,85, 3.280.000 pixels Effectief aantal pixels: 2.070.000 pixels (1920 x 1080) Als geavanceerde zoom is ingeschakeld: 1920 x 1080 (groothoek) 1280 x 720 (maximale telefoto) • LCD-touchscreen 7,51 cm (3 inch), TFT-kleur, 230.000 beeldpunten, bediening met capacitief touchscreen • Microfoon: stereo electreet condensmicrofoon • Lens f=2.8-89.6 mm, F/1.8-4.5, 32x optische zoom, 57x geavanceerde zoom 35 mm-equivalent: 38,5 – 1.232 mm 32,5* – 1.
Algemene informatie • Witbalans Automatische witbalans, aangepaste witbalans of voorkeuzewitbalans: [Daglicht], [Lamplicht] • Minimale verlichting 0,4 lx (speciale scènestand [Weinig licht], sluitertijd ingesteld op 1/2) 4 lx (filmmodus [Programma AE], automatische lange sluitertijd [Aan], sluitertijd ingesteld op 1/25) • Aanbevolen verlichting: 100 lx of meer • Beeldstabilisatie Optisch systeem (lensverschuiving) met elektronische compensatie • Grootte (resolutie) van video-opnamen AVCHD-films: 50P, MXP, F
Algemene informatie • USB-aansluitpunt: mini-AB, Hi-Speed USB, alleen uitvoer • HDMI OUT-aansluitpunt: HDMI mini-connector, alleen uitvoer e Wi-Fi • Standaard voor draadloze communicatie Voldoet aan het IEEE 802.
Algemene informatie Compacte netadapter CA-110E • Voeding: 100–240 V AC, 50/60 Hz • Nominale uitgangsspanning/verbruik 5,3 V DC, 1,5 A/17 VA (100 V)–23 VA (240 V) • Gebruikstemperatuur: 0–40 °C • Afmetingen: 49 x 27 x 79 mm • Gewicht: 110 g Accu BP-727 • Accutype: Oplaadbare lithium-ion-accu • Nominale spanning: 3,6 V DC • Gebruikstemperatuur: 0–40 °C • Accucapaciteit 2.760 mAh (typisch), 9,7 Wh/2.
Algemene informatie Gewicht en afmetingen zijn bij benadering gegeven. Fouten en omissies voorbehouden. De informatie in deze handleiding geldt vanaf januari 2017. Specificaties en het uiterlijk kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Referentietabellen Referentietabellen Geschatte opnametijden Filmindeling, kwaliteit en resolutie 8 GB 16 GB 32 GB 64 GB · 50P (1920 x 1080) 35 min. ¸ 35 Mbps (1920 x 1080) 30 min. · MXP, ¸ 24 Mbps (1920 x 1080) 40 min. 1 uur 25 min. 2 uur 55 min. 5 uur 55 min. · FXP, ¸ 17 Mbps (1920 x 1080) 1 uur 2 uur 5 min. 4 uur 10 min. 8 uur 20 min. · LP (1440 x 1080) 3 uur 6 uur 5 min. 12 uur 15 min.2 24 uur 30 min.2 4 uur 20 min. 8 uur 40 min. 17 uur 20 min.2 34 uur 45 min.
Referentietabellen 2 Een afzonderlijke scène kan 12 uur ononderbroken worden opgenomen, daarna stopt de camcorder gedurende circa 3 seconden. Daarna wordt de opname als aparte scène voortgezet. Het aantal foto’s dat bij benadering op een geheugenkaart van 4 GB past De getallen in de volgende tabel zijn bij benadering gegeven en variëren al naargelang de opnameomstandigheden en het onderwerp. Fotogrootte Aantal foto’s 1920 x 1080 2.700 1280 x 720* 6.
Referentietabellen - Er werd een volledig opgeladen accu gebruikt. - Opname in FXP-modus (AVCHD-indeling) of met 17 Mbps (MP4-indeling) op het interne geheugen (alleen e). Bij bewerkingen op de geheugenkaart kunnen de gebruikstijden tot circa 5 minuten korter zijn. - LCD op normale helderheid. - Opnametijden bij normaal gebruik meten opname met herhaalde bedieningshandelingen, zoals opname starten/stoppen en stroom aan/uit.
Referentietabellen Muziekbestanden en beeldbestanden downloaden (beeldmixkaders) Canon biedt als download muziekbestanden aan om te gebruiken voor achtergrondmuziek en beeldbestanden (beeldmixkaders) voor de beeldmixfunctie. Ga naar de volgende website, klik op uw land/regio en volg de aanwijzingen op het scherm om de bestanden te downloaden. www.canon.com/icpd Over de muziekbestanden Hieronder vindt u de specificaties van de muziekbestanden die compatibel zijn met de camcorder.
Referentietabellen Over de beeldbestanden voor de beeldmixfunctie • Als u de beeldmixfunctie wilt gebruiken terwijl u op een geheugenkaart opneemt, gebruikt u een kaartlezer om de beeldbestanden vanaf uw computer naar de volgende mappen op de geheugenkaart te kopiëren, afhankelijk van de filmmodus die u wilt gebruiken.
Index 50P-opname ........................ 80 A Aansluitingen met externe apparaten ....................... 151 Accu Accu-informatie ................ 227 Indicator resterende capaciteit ...................... 244 Opladen ............................ 25 Achtergrondmuziek .....129, 134 Afspelen Films................................. 66 Foto’s ............................... 72 Afstandsbediening+ Streamen* ....................... 178 Alle camcorderinstellingen resetten ..........................
Belichting compensatie ................... 113 Bestanden vergrendelen ......... 70 Bestandsnummering ............ 227 Bewaking bij afwezigheid* ..... 182 Bewaking vanuit huis* .......... 179 Bewerken-menu ................. 235 Buitenland, gebruik van de camcorder .................. 285 C Camera Connect................. 190 CameraAccess plus* ............ 178 Camerapantafel* ................. 189 CameraWindow DC (download) ....................... 160 CANON iMAGE GATEWAY* ......................
Helderheid van het LCD-scherm .................... 220 Het geheugen initialiseren ....... 38 Hoofdfuncties-menu ............ 231 Hooglichtprioriteit (filmmodus) ........................ 87 Hoogte/breedteverhouding van een aangesloten TV (TV-type).......................... 221 I Image Stabilizer .................. 217 Indexschermknop.................. 68 Informatiescherm ..........54, 239 Intelligente IS ........................ 59 Interne ondersteuningsbatterij ........ 283 K Koptelefoon .................
P P (Programma AE filmmodus) ......................... 93 Pictogrammen .................... 236 Pieptoon............................ 226 Pieptoon uitschakelen .......... 226 Portret (speciale scènestand) ... 90 Powered IS ........................ 233 Problemen oplossen ............ 245 R Referentietabellen (opladen, gebruiks- en opnametijden, enzovoort) ....................... 297 Relay-opname* ..................... 83 S Scène (filmmodus) .................
V Y Videokwaliteit ....................... 80 Video snapshot .................107, 126 View assistance (voor de stand )............. 225 Volume ............................... 69 Vooropname ...................... 233 Vuurwerk (speciale scènestand) ....................... 90 YouTube* .................. 190, 195 Z Zelfontspanner ................... 215 Zonsondergang (speciale scènestand) .......... 90 Zoom Framinghulp ...................... 62 Zoomsnelheid .................. 215 Zoomtype .................
Canon Europa N.V. Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, The Netherlands http://www.canon-europe.com Bezoek de website van Canon voor uw regio om de meest recente versie van deze gebruiksaanwijzing te downloaden. Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor. Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V. © CANON INC.