Operation Manual

114 Foto’s
Vanuit het indexscherm afdrukopdrachten instellen
Opties
1 Open het indexscherm van de foto’s.
U kunt de foto’s selecteren in het interne geheugen of op de
geheugenkaart ( 47).
2 Selecteer met ( , ) de foto die u wilt markeren met een
afdrukopdracht.
Deze stap is niet nodig om afdrukopdrachten in te stellen voor eerder
geselecteerde foto’s of om alle afdrukopdrachten te verwijderen.
3 Stel de afdrukopdrachten in.
[ Printopdrachten] Gewenste optie [Ja] [OK]
Foto’s afdrukken die zijn gemarkeerd met een afdrukopdracht
1 Sluit de camcorder op de printer aan met de bijgeleverde USB-
kabel.
Raadpleeg De camcorder aansluiten op de printer ( 107).
2 Open het afdrukmenu.
[ Menu] [ Printen]
Het afdrukmenu verschijnt.
Indien er geen foto’s zijn gemarkeerd met een afdrukopdracht,
verschijnt [Geen printopdrachten ingesteld] op het scherm.
Afhankelijk van de aangesloten printer kunt u mogelijk een aantal
afdrukinstellingen wijzigen ( 109).
3 Selecteer met ( , ) de optie [Printen] en druk op .
Het afdrukken begint. Het afdrukmenu verdwijnt wanneer alle foto’s zijn
afgedrukt.
[Individuele foto’s] Opent hetzelfde scherm dat staat beschreven
onder Eén enkele foto markeren met een afdrukopdracht
( 113). Om de afdrukopdracht in te stellen, begint u bij stap 3
van die procedure.
[Geselecteerde foto’s (1 kopie elk)] Stelt een afdrukopdracht in
van 1 exemplaar voor elke foto die vooraf is geselecteerd
(gemarkeerd met een vinkje ). Raadpleeg Vooraf opnamen in
het indexscherm selecteren ( 53).
[Verwijder alles] Verwijdert alle afdrukopdrachten.
FUNC.
FUNC.
FUNC.