Operation Manual

Video 59
Richtlijnen voor sluitertijden
Merk op dat op het scherm alleen de noemer wordt weergegeven –
[
250] geeft een sluitertijd aan van 1/250 seconde, etc.
.
Beschikbare diafragmawaarden
[F1,8], [F2,0], [F2,4], [F2,8], [F3,4], [F4,0], [F4,8], [F5,6], [F6,7], [F8,0]
OPMERKINGEN
[ Sluitertijd-voork.AE]:
- Als u opnamen maakt op donkere plaatsen, kunt u een helderder
beeld krijgen door lange sluitertijden te gebruiken; hierbij kan de
beeldkwaliteit echter minder goed zijn en werkt de automatische
scherpstelling mogelijk niet goed.
- Het beeld kan flikkeren wanneer u opneemt met hoge sluitertijden.
[ Diafragma-voork.AE]: Het hangt van de aanvankelijke zoomstand
af welke reeks waarden voor selectie feitelijk beschikbaar is.
Bij het instellen van een numerieke waarde (diafragma of sluitertijd) gaat
het weergegeven nummer knipperen als de diafragmawaarde of
sluitertijd niet geschikt is voor de opnameomstandigheden. Selecteer in
dat geval een andere waarde.
Tijdens belichtingsvergrendeling kan de diafragmawaarde of sluitertijd
niet worden gewijzigd. Stel de diafragmawaarde of sluitertijd in voordat
u handmatig de belichting instelt.
[1/2]*, [1/3]*, [1/6], [1/12], [1/25] Voor het maken van opnamen
op slecht verlichte plaatsen.
[1/50] Voor het maken van opnamen in normale omstandigheden.
[1/120] Voor het opnemen van sportscènes in een zaal.
[1/250], [1/500], [1/1000]** Voor het maken van opnamen vanuit
een bewegende auto of trein of voor het opnemen van snel
bewegende objecten zoals achtbanen.
[1/2000]** Voor het opnemen van sportscènes buiten op zonnige
dagen.
* Alleen in de stand . ** Alleen in de stand .