Operation Manual

116
Video
De audioniveau-indicator tonen
De audioniveau-indicator wordt gewoonlijk alleen getoond nadat de
handmatige instelling van het audio-opnameniveau is geactiveerd.
U kunt ervoor kiezen de indicator ook te tonen als het audioniveau
automatisch wordt ingesteld.
OPMERKINGEN
Als de audioniveaumeter het rode punt (0 dB) bereikt, raakt het geluid
mogelijk vervormd.
Als het audioniveau te hoog is en het geluid vervormd raakt, activeer
dan de microfoondemper met de optie
p
>
[Microfoondemper].
Het verdient aanbeveling gebruik te maken van een hoofdtelefoon om
het geluidsniveau te controleren terwijl u het audio-opnameniveau instelt
of wanneer de microfoondemper geactiveerd is.
Raadpleeg
Specificaties
(
A
231) voor aanvullende opmerkingen over de
opnameprogramma’s [
š
SCN: Onderwater] en [
Ÿ
SCN: Oppervlakte].
Gebruik van een hoofdtelefoon
Gebruik een hoofdtelefoon tijdens het afspelen of als u tijdens het
maken van opnamen het niveau van het geluid wilt controleren. De
hoofdtelefoon wordt aangesloten op het AV OUT/×-aansluitpunt, dat
wordt gebruikt voor zowel de hoofdtelefoon als de audio/video-uitvoer.
Voordat u de hoofdtelefoon aansluit, moet u de procedure hieronder
volgen om het aansluitpunt te wijzigen van AV-uitvoer in ×-uitvoer
(hoofdtelefoon).
Bedieningsstanden:
1Druk op .
2 Wijzig de functie van het aansluitpunt in hoofdtelefoonuitvoer.
[FUNC.] > [ä
Niveau micro] > [m] (automatisch) >
[Audioniveau] > [X]
[ Overige instellingen] > q > [AV/Koptelef.] >
[Ó Koptelefoon] > [K]