Operation Manual

13
Nederlands
Voor veilig gebruik
Let op de volgende punten als u de projector verplaatst of transporteert.
Deze projector is een precisie-instrument. Stoot er niet tegen en zorg dat er niet tegen kan worden
gestoten. Dit kan een defect veroorzaken.
Gebruik verpakkings- of schokdempend materiaal dat u bij aankoop van de projector heeft
verkregen en dat gebruikt is voor het transporteren of verzenden van de projector, niet opnieuw. De
bescherming van de projector kan niet gegarandeerd worden wanneer gebruikt verpakkings- of
schokdempend materiaal opnieuw gebruikt wordt. Er kunnen ook deeltjes van het schokdempende
materiaal in de projector terechtkomen, die zouden kunnen leiden tot incorrect functioneren.
Verwijder de kabels die zijn aangesloten op de projector. Verplaatsen van de projector met
aangesloten kabels kan leiden tot een ongeluk.
Schuif het verstelvoetje in.
Plaats de lenskap om de lens te beschermen.
Let op de volgende punten als u de projector installeert of gebruikt.
Zorg dat u de projector installeert op een plek waar de ruimte van de luchtopeningen ten opzichte
van een muur of wand ten minste 50 cm (1,6') bedraagt. Doet u dit niet, dan kan dat resulteren in een
defect.
Installeer de projector niet op een vochtige of stoffige plek, of een plek met vettige rook of
tabaksrook. Doet u dit toch, dan kan dat nadelig zijn voor de optische componenten, zoals de lens en
de spiegel, wat kan resulteren in een slechtere beeldkwaliteit.
Raak de lens nooit aan met blote handen. Doet u dit toch, dan kan dat resulteren in een slechtere
beeldkwaliteit.
Als de projector plotseling wordt verplaatst van een plek met een lage temperatuur naar een plek
met een hoge temperatuur, of als de temperatuur op de plek waar de projector staat plotseling hoger
wordt, kan vocht in de lucht condensvorming op de projectorlens of spiegel veroorzaken. Dit kan
resulteren in een onscherp beeld. Wacht totdat de condens is verdampt en het geprojecteerde beeld
weer normaal is.
Installeer de projector niet op een plek waar de temperatuur te hoog of te laag is. Dit kan een defect
veroorzaken.
Bedrijfstemperatuur: 0°C (32°F) tot 40°C (104°F)
Vochtigheidsniveau: 10% tot 90%
Opslagtemperatuur: -20°C (-4°F) tot 60°C (140°F)
Installeer de projector niet bij hoogspanningsleidingen of een elektrische stroombron.
Gebruik de projector niet op een zacht oppervlak, zoals een tapijt of mat en dergelijke. Doet u dit
toch, dan kan de warmte in de projector niet meer goed weg en dit kan resulteren in een defect.
Blokkeer de luchtinlaat of de ventilatieopeningen van de koelventilator niet. Doet u dit toch, dan
kan de warmte niet meer weg uit de projector wat kan resulteren in een defect.
Plaats geen voorwerpen bovenop de projector die van vorm of kleur kunnen veranderen als gevolg
van warmte.
Als u de projector gebruikt op een hoogte van 1500 m (4921') of hoger, dient u de Hoogtemodus in
te schakelen.
Borstel of wrijf niet over het oppervlak van de bovenkant van de projector. Het oppervlak kan
beschadigd raken.