Operation Manual

29
Nederlands
• Enkele DVD-spelers beschikken over een functie waarmee geschakeld kan worden tussen de
uitvoermethoden van digitale signalen. Wanneer uw DVD-speler voorzien is van een dergelijke
functie, dient u die als volgt in te stellen.
EXPAND (UITBREIDEN) of ENHANCED (VERBETERD) -> NORMAL (NORMAAL)
• Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw DVD-speler voor meer details.
• Wanneer u overschakelt naar HDMI-invoer, kan de geprojecteerde afbeelding gedurende 1
seconde incorrecte kleuren weergeven. Dit is geen defect van het product.
Een met MHL compatibel smart-apparaat aansluiten
Gebruik een MHL-kabel als u verbinding aanbrengt tussen de projector en smart-apparaten.
De projector verbinden met een smart-apparaat:
1. Neem een MHL-kabel en sluit die aan op de MHL-uitvoeraansluiting van het smart-apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de HDMI/MHL-invoeraansluiting van de projector.
Het uiteindelijke pad voor de aansluiting dient eruit te zien zoals staat aangegeven in het volgende
schema:
Als een MHL-compatibel smart-apparaat wordt aangesloten en het ingangssignaal is ingesteld op
HDMI/MHL, kunt u met enkele toesten op de projector en afstandsbediening het smart-apparaat
besturen. Zie "Bedieningselementen en functies" op pagina 16 voor meer details.
Gebruik een MHL-kabel (apart verkrijgbaar) en een MHL-HDMI conversieadapter (apart
verkrijgbaar) die voldoen aan de MHL-standaard. Als items worden gebruikt die niet hieraan
voldoen, is beeldprojectie wellicht niet mogelijk, of het aangesloten apparaat kan defect raken
of warm worden.
Afhankelijk van het type van het verbonden apparaat en de instellingen worden beelden
wellicht niet correct weergegeven.
De projector functioneert wellicht anders of niet naar behoren als de knoppen of de
afstandsbediening wordt gebruikt, afhankelijk van het verbonden apparaat.
Als u een MHL-HDMI conversieadapter (apart verkrijgbaar) gebruikt, kan het verbonden
apparaat niet worden bestuurd via de knoppen op de projector en de afstandsbediening.
Als beelden niet correct worden geprojecteerd, trekt u de MHL-kabel los en sluit u deze weer
aan.
De werking wordt niet voor alle verbonden apparaten gegarandeerd.
Een component-videobronapparaat aansluiten
Onderzoek uw videobronapparaat om te zien of het beschikt over een aantal ongebruikte component-
videouitgangen:
Wanneer dat het geval is, kunt u de volgende procedure gebruiken.
Anders dient u te overleggen welke methode u kunt gebruiken om het apparaat aan te sluiten.
Smart-apparaat
MHL-kabel (optioneel)