Operation Manual

42
Handige functies tijdens een presentatie
Een beeldmodus selecteren
De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de
modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het
beeldtype van het ingangssignaal.
Volg één van de volgende stappen om een geschikte gebruiksmodus te
kiezen.
Druk herhaaldelijk op OK/IMAGE op de afstandsbediening of
projector totdat de gewenste modus is geselecteerd.
Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus en druk op / om
een gewenste modus te selecteren.
Beeldmodi voor verschillende types signalen
De beeldmodi voor verschillende types signalen worden onderstaand weergegeven.
1. Presentatie modus: Geschikt voor beelden met zeer veel tekst.
2. Standaard modus: Geschikt voor computerbeelden of beelden met veel kleuren (films), enz.
3. sRGB modus: Geschikt voor foto's van een digitale camera met ondersteuning voor sRGB.
Compatibel met de sRGB-standaard.
4. Film modus: Geschikt voor beelden met veel kleuren (films).
5. Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus: U kunt de instellingen van de
beeldeigenschappen die u zelf hebt ingesteld opslaan als een aangepaste instelling. Vervolgens kunt u
dan de opgeslagen instelling selecteren als beeldmodus. Zie "De Gebruikersmodus 1/
Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 42 voor meer details.
De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare beeldmodi niet aan uw
wensen voldoen. Gebruikersmodus 1 (gebaseerd op Presentatiemodus) is voor pc-ingangen en
Gebruikersmodus 2 (gebaseerd op Standaardmodus) is voor video-ingangen.
1. Druk op MENU om het schermmenu (OSD) te openen.
2. Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus.
3. Druk op / om Gebruikersmodus 1 te selecteren en Gebruikersmodus 2.
4. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas de waarde aan met
/. Zie "De beeldkwaliteit verfijnen in de gebruikersmodi" hieronder voor meer details.
5. De instellingen worden automatisch opgeslagen.
De beeldkwaliteit verfijnen in de gebruikersmodi
Afhankelijk van het gedetecteerde signaaltype zijn er enkele door de gebruiker te definiëren functies
beschikbaar als u Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 selecteert. U kunt deze functies aanpassen
aan uw behoeften.
Aanpassen van Helderheid
Selecteer Helderheid in het BEELD menu en pas de waarden aan door te drukken op / op de
projector of de afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. En hoe lager de
waarde, hoe donkerder het beeld. Stel deze knop zo in dat de zwarte
gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog
details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Aanpassen van Contrast
Selecteer Contrast in het menu BEELD en pas de waardes aan door op / te drukken op projector of
afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om
het maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de Helderheid
hebt ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de
omgeving.
+50
+30
+70
0
-30
+30