Operation Manual

62
FUNCTIE BESCHRIJVING
Beeldmodus
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen
van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma.
Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 42 voor meer
details.
Helderheid
Past de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen van
Helderheid" op pagina 42 voor meer details.
Contrast
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld
in. Zie "Aanpassen van Contrast" op pagina 42 voor meer
details.
Kleur
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan --
de sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen
van Kleur" op pagina 43 voor meer details.
Tint
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld
aan. Zie "Aanpassen van Tint" op pagina 43 voor meer
details.
Deze functie is alleen beschikbaar als Video of
S-Video met NTSC-systeem is geselecteerd.
Scherpte
Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie "Aanpassen van
Scherpte" op pagina 43 voor meer details.
BrilliantColorâ„¢
Past de witbalans aan terwijl de kleuren correct worden
weergegeven. Zie "Aanpassen van BrilliantColorâ„¢" op
pagina 43 voor meer details.
Kleurtemperatuur
Zie "Selecteren van Kleurtemperatuur" op pagina 43 voor
meer details.
Kleuraanpassing op 6
assen
Zie "Kleuraanpassing op 6 assen" op pagina 43 voor meer
details.
Automatisch zoeken
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 37 voor
meer details.
2. BEELD-menu
3. INVOER-menu