Operation Manual

57
Nederlands
FUNCTIE BESCHRIJVING
Beeldmodus
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen
van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma.
Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 37 voor meer
details.
Helderheid
Past de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen van
Helderheid" op pagina 37 voor meer details.
Contrast
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld
in. Zie "Aanpassen van Contrast" op pagina 37 voor meer
details.
Kleur
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan --
de sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen
van Kleur" op pagina 38 voor meer details.
Tint
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld
aan. Zie "Aanpassen van Tint" op pagina 38 voor meer
details.
Deze functie is alleen beschikbaar als Video of
S-Video met NTSC-systeem is geselecteerd.
Scherpte
Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie "Aanpassen van
Scherpte" op pagina 38 voor meer details.
BrilliantColorâ„¢
Past de witbalans aan terwijl de kleuren correct worden
weergegeven. Zie "Aanpassen van BrilliantColorâ„¢" op
pagina 38 voor meer details.
Kleurtemperatuur
Zie "Selecteren van Kleurtemperatuur" op pagina 38 voor
meer details.
Kleuraanpassing op 6
assen
Zie "Kleuraanpassing op 6 assen" op pagina 38 voor meer
details.
Automatisch zoeken
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 32 voor
meer details.
2. BEELD-menu
3. INVOER-menu