Operation Manual

De glasplaat en de documentklep reinigen
Belangrijk
Schakel voor het reinigen het apparaat uit en weer in.
Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er
niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen. Zorg ervoor dat het apparaat klaar
is met het verzenden of ontvangen van faxen, voordat u het uitzet.
Vergeet niet dat u geen faxen kunt verzenden of ontvangen als het apparaat is uitgeschakeld.
Als u het apparaat loskoppelt, worden alle documenten in het geheugen van het apparaat gewist.
Verzend faxen, druk documenten af of sla, indien nodig, taken op een USB-flashstation op voordat
u het apparaat loskoppelt.
Om krassen te voorkomen, moet u voor het reinigen geen tissues, papieren handdoekjes of doeken
met een grove structuur gebruiken. Daarnaast kunnen er papierstof of -vezels in het apparaat
achterblijven die de printkop kunnen verstoppen of de afdrukkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden.
Reinig het apparaat nooit met vluchtige vloeistoffen zoals verdunners, wasbenzine of aceton die
storingen kunnen veroorzaken of de buitenkant kunnen beschadigen.
Gebruik een zachte, droge doek die schoon en pluisvrij is.
Veeg vlekken of stof van de glazen oppervlakken van de glasplaat en de onderkant van de documentklep
(A, B en C) en van de witte delen die in contact komen met deze oppervlakken (D, E en F).
Veeg de glazen oppervlakken zorgvuldig af en laat geen aanslag achter.
Belangrijk
Wees vooral voorzichtig bij het afvegen van de onderkant van de documentklep (D, wit).
Lijm, inkt, correctievloeistof of andere vuiligheid op het glas van de ADF (B en C) kunnen zwarte
strepen op gescande afbeeldingen veroorzaken. Veeg deze stoffen voorzichtig van het glas.
233