Operation Manual

Faxen met AirPrint
2LFC-06J
U kunt fax
en verzenden vanaf een Mac bijna zoals u afdrukt vanaf een Mac.
Systeemvereisten
Wilt u faxen verzenden met AirPrint, dan hebt u een Mac nodig met OS X 10.9 of later daarop geïnstalleerd.
Netwerk
omgeving
Eén van de volgende omgevingen is vereist.
Een omge
ving waar een Apple toestel en het apparaat verbinding hebben met hetzelfde LAN
Een omgeving waar een Mac via USB met het apparaat is verbonden
V
oor het verzenden van faxberichten moet u <Gebruik IPP-afdrukken> instellen op <Aan>.
Instelling van beschikbare functies in AirPrint wijzigen(P. 334)
Faxen vanaf een Mac
1
Zorg ervoor dat de machine is ingeschakeld en verbinding heeft met de Mac.
Zie
De netwerkomgeving instellen(P. 13) , als u wilt weten hoe u dit kunt nagaan.
2
Voeg het apparaat toe aan de Mac vanuit [Systeemvoorkeuren] [Printers en
scanners].
Als het appar
aat reeds is toegevoegd, is deze bewerking niet nodig.
3
Open een document in een programma en geef het dialoogvenster Afdrukken weer.
De manier waar
op het dialoogvenster Afdrukken verschijnt, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor
meer informatie de Help van het programma dat u gebruikt.
4
Selecteer deze machine in het afdrukvenster.
De printers waarmee de Mac verbinding heeft, wor
den weergegeven. Selecteer het faxstuurprogramma
van dit apparaat in deze stap.
5
Geef de bestemming op.
Koppelen aan mobiele apparaten
342