Operation Manual

<Menu> <Functie-instellingen> <Ontvangen/doorzenden> <I-faxinstellingen> <RX-
afdrukformaat> Selecteer het papierformaat
<Faxinstellingen>
*1
Hiermee kunt u instellingen congur
eren voor het ontvangen en doorsturen van faxen.
<Afdrukken op beide zijden>
Kies deze optie om instellingen op te geven voor het dubbelzijdig afdrukken van ontvangen documenten.
<Uit>
<Aan>
<Menu> <Functie-instellingen> <Ontvangen/doorzenden> <Faxinstellingen> <Afdrukken
op beide zijden>
<Aan>
<ECM RX>
Hiermee kunt u de foutcorrectiemodus (ECM) in- of uitschakelen. ECM controleert op fouten in faxgegevens en
corrigeert deze. Als u foutcorrectie wilt toepassen op verzonden faxen <ECM TX>(P. 533) .
<Uit>
<Aan>
<Menu> <Functie-instellingen> <Ontvangen/doorzenden> <Faxinstellingen> <ECM
RX>
<Aan>
ECM moet zijn ingeschak
eld op de machine en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles
worden uitgevoerd op zowel het versturende als ontvangende apparaat.
Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de
telefoonlijn.
Het verwerken van gegevens kan langer duren als ECM is ingeschakeld omdat de foutcontroles en -
correcties worden uitgevoerd terwijl de gegevens worden verzonden.
<Inkomend belsignaal>
*2
Kies deze optie om instellingen op te geven voor het weergeven van een belsignaal bij een binnenkomende fax.
De
ze functie is alleen beschikbaar wanneer <Automatisch> of <Fax/telefoon (autom. schakelen)> is geselecteerd
Overzicht van menuopties
542