Operation Manual
<Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen> <Speciale
verwerking> <Kreukel (vocht)/strepen verm.> <Aan> <Ja>
● Als u instelt op <Aan>, is de afdruksnelheid lager.
<Stille modus>
Als u niet vn afdrukgeluiden houdt, kiest u <Aan>.
<Uit>
<Aan>
<Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen> <Speciale
verwerking> <Stille modus> <Aan> <Ja>
● Als u instelt op <Aan>, is de afdruksnelheid lager.
<Vage afbeelding corrigeren>
Er kunnen strepen op afdrukken verschijnen, afhankelijk van het papiertype of de omgevingscondities. In dit
ge
val kan het instellen van dit item het probleem oplossen. Het verbeterende effect is het zwakst met <Modus
1> en het sterkst met <Modus 4>.
<Uit>
<Modus 1>
<Modus 2>
<Modus 3>
<Modus 4>
<Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen> <Speciale verwerking>
<Vage afbeelding corrigeren> Selecteer de modus <Ja>
● Een sterk
er verbeterend effect instellen kan leiden tot lagere afdrukdichtheid of lagere
afdruksnelheid. Het kan ook leiden tot minder scherpe randen en ruwere details.
Overzicht van menuopties
489