Operation Manual
<Afdrukkwaliteit>
U kunt instellingen in verband met de afdrukkwaliteit, veranderen.
<Densiteit>
*1
Stel de toner
dichtheid in.
17 niveaus
<Fijnaanpassing>
<Hoog>/<Medium>/<Laag>
17 niveaus
<Menu> <Functie-instellingen> <Printer>
<Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Densiteit> De dichtheid
instellen <Toepassen>
● U kunt <Fijnaanpassing> gebruik
en om de tonerdichtheid op drie dichtheidsniveaus in te stellen:
hoge dichtheid, medium dichtheid, en lage dichtheid.
● Als <T
onerbesparing> is ingesteld op <Aan>, kunt u dit item niet instellen.
<Tonerbesparing>
U kunt toner besparen. Selecteer <Aan> als u de layout of andere prestatiekenmerken wilt controleren
voordat u verdergaat met het denitief afdrukken van een grote afdruktaak.
<Uit>
<Aan>
<Menu> <Functie-instellingen> <Printer>
<Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Tonerbesparing> Selecteer <Uit> of <Aan>
<Beeldverjning>
Schakel de effeningsmodus waarin de randen van tekens en afbeeldingen vloeiend worden afgedrukt, in of
uit.
<Uit>
<Aan>
Overzicht van menuopties
504