MF515x / MF512x Gebruikershandleiding USRMA-0861-00 2016-04 nl Copyright CANON INC.
Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsinstructies .................................................................................................. Installatie ................................................................................................................................................................. 3 Elektrische aansluiting Hantering 2 .............................................................................................................................................. 6 ..
Kopiëren ............................................................................................................................................................ 106 Basisbewerkingen voor kopiëren ................................................................................................................................... 111 Kopieerpapier selecteren Kopiëren annuleren ...........................................................................................................................
Ontvangen faxen in het geheugen opslaan (ontvangst in geheugen) Ontvangen faxen doorsturen ............................................................................................................................. 193 Een document selecteren om door te sturen .................................................................................................. 194 Alle ontvangen documenten automatisch doorsturen Verzonden faxen archiveren .................................................................
De machine als scanner gebruiken ............................................................................................ 309 Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden Scannen vanaf het apparaat .................................................................................. 311 .................................................................................................................................. 312 Scannen vanaf een computer ............................................
Netwerk ............................................................................................................................................................ Verbinding maken met een netwerk 421 ...................................................................................................................... 423 Bedraad LAN of Draadloos LAN selecteren ...........................................................................................................
Een pincode instellen voor UI op afstand LDAP-Server-authenticatie ....................................................................................................... 546 ................................................................................................................................. 548 Communicatie beperken door firewalls in te stellen IP-adressen opgeven voor firewallregels .......................................................................................................
Afdrukinstellingen geheugenmedia Printerinstellingen ....................................................................................................................... 692 ................................................................................................................................................ 696 Aanpassing/onderhoud .........................................................................................................................................
................................................................................................................................ 845 Aantal afdrukken weergeven Een USB-geheugenapparaat gebruiken voor het opslaan / laden van instelgegevens Instelgegevens opslaan op een USB-geheugentoestel Instelgegevens laden van een USB-geheugentoestel Instellingen terugzetten op de standaardwaarden Menu initialiseren ............................................... 846 ...................................................
Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies ............................................................................................................ 2 Installatie ............................................................................................................................................................... 3 Elektrische aansluiting .................................................................................................
Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies 103K-000 De informatie in dit hoofdstuk is bedoeld om beschadiging van eigendommen te voorkomen, evenals lichamelijk letsel van gebruikers van het apparaat en anderen in de buurt van het apparaat. Lees deze informatie zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken en volg de instructies om het apparaat op de juiste manier te gebruiken. U mag alleen handelingen uitvoeren die in deze handleiding worden beschreven.
Belangrijke veiligheidsinstructies Installatie 103K-001 U kunt dit apparaat alleen veilig en prettig gebruiken als u de volgende voorschriften volgt en het apparaat op een geschikte locatie installeert. (In deze handleiding worden de aanduidingen "apparaat" en "machine" door elkaar gebruikt om naar het product te verwijzen.
Belangrijke veiligheidsinstructies Andere belangrijke aandachtspunten ● Volg de instructies in deze handleiding wanneer u het apparaat gaat dragen. Als u het apparaat niet op de juiste manier draagt, kan het vallen en beschadiging of lichamelijk letsel veroorzaken. ● Let er bij het installeren van het apparaat op dat uw handen niet bekneld raken tussen het apparaat en de vloer of een muur, of tussen de papierladen. Dit kan namelijk lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Belangrijke veiligheidsinstructies Neem contact op met de provider van uw glasvezelverbinding of IP-telefoonlijn als u het apparaat op dergelijke telefoonlijnen wilt aansluiten. Op een hoogte van 3.000 meter of meer boven zeeniveau ● Machines met een vaste schijf kunnen op een hoogte van 3.000 meter boven zeeniveau of hoger onjuist functioneren.
Belangrijke veiligheidsinstructies Elektrische aansluiting 103K-002 Dit apparaat kan worden gebruikt met een spanning tussen 220 tot 240 V, en een elektrische frequentie van 50/60 Hz. ● Gebruik alleen een voeding die voldoet aan de aangegeven spanningsvereisten. Als u dat niet doet, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. ● Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij het apparaat is geleverd, om brand of een elektrische schok te voorkomen.
Belangrijke veiligheidsinstructies Hantering 103K-003 ● Haal direct de stekker uit het stopcontact en neem contact op met een erkend Canon-dealer als het apparaat vreemde geluiden maakt, rook of een vreemde geur verspreidt of extreem heet wordt. Als u het apparaat onder die omstandigheden blijft gebruiken, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. ● Het is niet toegestaan het apparaat te demonteren of aan te passen.
Belangrijke veiligheidsinstructies ● Als u een dik boek wilt kopiëren via de glasplaat, moet u geen druk uitoefenen op de documentinvoer. Hierdoor kan de glasplaat beschadigd raken, met lichamelijk letsel als gevolg. ● Voorkom dat er zware voorwerpen, zoals een woordenboek, op de glasplaat vallen. Hierdoor kan de glasplaat beschadigd raken, met lichamelijk letsel als gevolg. ● Verplaats het apparaat niet met de papierladen of de optionele papiertoevoer geïnstalleerd.
Belangrijke veiligheidsinstructies Overige voorzorgsmaatregelen ● Volg de instructies die staan vermeld op het waarschuwingsetiket dat op het apparaat is bevestigd. ● Voorkom dat het apparaat wordt blootgesteld aan schudden of schokken. ● Gebruik geen kracht om deuren, kleppen en andere onderdelen te openen en te sluiten. Hierdoor kan het apparaat beschadigd raken. ● Raak de contactpunten ( ) in het apparaat niet aan. Hierdoor kan het apparaat beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies Onderhoud en inspecties 103K-004 Reinig het apparaat regelmatig. Als er sprake is van stofvorming, werkt de machine mogelijk niet goed. Let op de volgende punten als u de machine gaat reinigen. Zie Problemen oplossen(P. 740) als er tijdens gebruik een probleem optreedt. Zie Wanneer een probleem niet kan worden opgelost(P. 800) als u het probleem niet kunt oplossen of wanneer u van mening bent dat de machine moet worden geïnspecteerd.
Belangrijke veiligheidsinstructies Verbruiksartikelen 103K-005 ● Gooi lege tonercartridges niet in open vuur. Bewaar tonercartridges of papier niet op een plek die wordt blootgesteld aan open vuur. Hierdoor kan de toner ontbranden, met brandwonden of brand als gevolg. ● Als u per ongeluk toner morst, veeg het tonerpoeder dan op met een zachte, vochtige doek zonder het in te ademen. Gebruik nooit een stofzuiger zonder bescherming tegen stofexplosies om de gemorste toner op te ruimen.
Belangrijke veiligheidsinstructies ● Verwijder de tonercartridge niet onnodig uit het apparaat of uit de verpakking. ● De tonercassette is een magnetisch product. Plaats het niet kort bij producten die gevoelig zijn voor magnetisme zoals floppydisks en schijfstations. Dit kan leiden tot beschadigingen aan de data. Tonercartridge bewaren ● Bewaar tonercartridges onder de volgende omstandigheden om een veilige werking en een goed resultaat te garanderen.
Belangrijke veiligheidsinstructies Verpakkingsmateriaal van tonercartridges ● Bewaar het verpakkingsmateriaal van de tonercartridge. U hebt het nodig als u het apparaat gaat vervoeren. ● De verpakkingsmaterialen kunnen worden gewijzigd in vorm of plaatsing, of kunnen zonder kennisgeving worden toegevoegd of verwijderd. ● Gooi de verwijderde afdichtingstape weg volgens de lokale milieuvoorschriften.
Basishandelingen Basishandelingen Basishandelingen ............................................................................................................................................. 15 Onderdelen en de bijbehorende functies .......................................................................................................... 18 Voorzijde ........................................................................................................................................................
Basishandelingen Basishandelingen 103K-006 In dit hoofdstuk worden de basishandelingen beschreven, zoals het gebruiken van het bedieningspaneel of het plaatsen van het papier en de documenten. Het gaat hier om handelingen die vaak worden uitgevoerd om de functies van het apparaat te gebruiken. ◼ Onderdelen en de bijbehorende functies In dit gedeelte wordt aandacht besteed aan de externe en interne onderdelen van het apparaat en hun functie.
Basishandelingen ◼ Documenten plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten op de glasplaat en in de documentinvoer plaatst. plaatsen(P. 47) Documenten ◼ Papier plaatsen Dit gedeelte beschrijft hoe u het papier in de papierlade en de multifunctionele lade plaatst. Papier plaatsen(P. 51) ◼ Opslaan in het adresboek In dit gedeelte wordt beschreven hoe u bestemmingen opslaat voor het verzenden van faxen of gescande documenten. Opslaan in het adresboek(P.
Basishandelingen ◼ De slaapstand instellen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de slaapstand instelt. De slaapstand instellen(P. 102) ◼ De automatische uitschakeltijd instellen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de instelling kunt inschakelen. automatische uitschakeltijd instellen(P.
Basishandelingen Onderdelen en de bijbehorende functies 103K-007 In dit gedeelte worden de onderdelen van de machine beschreven (buitenzijde, voorzijde, achterzijde en binnenzijde), evenals de functie die ze hebben. Naast de onderdelen van de machine die nodig zijn voor het uitvoeren van basishandelingen zoals het plaatsen van documenten, het laden van papier en het vervangen van tonercartridges, wordt hier ook aandacht besteed aan de toetsen op het bedieningspaneel en het display.
Basishandelingen Voorzijde 103K-008 Documentinvoer Hiermee worden documenten automatisch in de machine gevoerd om te worden gescand. Als u twee of meer vellen in de invoer plaatst, worden deze achter elkaar gescand. Documenten plaatsen(P. 47) Ventilatieopeningen Warme lucht wordt door deze openingen afgevoerd om de binnenzijde van de machine af te koelen. Een goede ventilatie is niet mogelijk als u voorwerpen voor de ventilatieopeningen plaatst. Installatie(P.
Basishandelingen geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia)(P. 294) naar een USB-geheugen(P. 339) Documenten rechtstreeks scannen Klep aan de voorzijde Open de klep aan de voorzijde als u de tonercartridge wilt vervangen of een papierstoring wilt verhelpen. Tonercartridges vervangen(P. 821) Papierstoringen verhelpen(P. 742) Papierlade Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u het meest gebruikt. papierlade plaatsen(P.
Basishandelingen Achterzijde 103K-009 USB-poort (voor aansluiting van USB-toestellen) Sluit op deze poort apparaten zoals een USB-toetsenbord van een andere fabrikant aan. USB-poort (voor aansluiting van computer) Hier kunt u een USB-kabel aansluiten om de machine te verbinden met een computer. LAN-poort Hier kunt u een LAN-kabel aansluiten om de machine te verbinden met een bekabelde LAN-router, etc. Verbinding maken met een bekabeld LAN(P.
Basishandelingen Netstroomaansluiting Hier sluit u het netsnoer aan.
Basishandelingen Binnenzijde 103K-00A Transportgeleiding Als het papier in het apparaat vastloopt, til dan de transportgeleiding op en verwijder het vastgelopen papier. Papierstoringen verhelpen(P. 742) Ontgrendelingsschakelaar Als bij dubbelzijdig afdrukken het papier is vastgelopen, drukt u hier om de duplex transportgeleiding te openen, en verwijdert u vervolgens het vastgelopen papier. Papierstoringen verhelpen(P.
Basishandelingen Multifunctionele invoer 103K-00C Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de breedte van het geladen papier, zodat het papier mooi recht in de machine wordt gevoerd. Papierlade Trek de papierlade uit als u papier gaat plaatsen. Uitschuifblad Open het uitschuifstuk van de lade als u groot papier gaat plaatsen. KOPPELINGEN Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P.
Basishandelingen Papierlade 103K-00E Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de grootte van het geladen papier, zodat het papier mooi recht in het apparaat wordt gevoerd. Druk op de ontgrendelingspallen die in de afbeeldingen met pijlen worden aangegeven om de geleiders te ontgrendelen, zodat u deze kunt verschuiven. Indicator papierniveau Geeft de resterende hoeveelheid papier aan. Het merkteken daalt als de resterende hoeveelheid papier daalt.
Basishandelingen Bedieningspaneel 103K-00F Start toets Druk hierop zodat het scherm Start wordt weergegeven dat toegang geeft tot het instellingenmenu en functies, zoals kopiëren en scannen. Het scherm Start aanpassen(P. 34) Terug toets Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige scherm. Als u deze toets bijvoorbeeld indrukt tijdens het opgeven van instellingen, worden de instellingen niet opgeslagen en keert u terug naar het vorige scherm.
Basishandelingen Statusmonitor toets Druk hierop als u de status van het afdrukken of faxen wilt zien, de gebruiksgeschiedenis wilt zien of de netwerkinstellingen zoals het IP-adres van het apparaat wilt bekijken. Met deze toets kunt u ook de status van het apparaat controleren, zoals de resterende hoeveelheid papier en hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit, en zien of er fouten zijn opgetreden. Display(P. 29) Numerieke toetsen (toetsen [0]-[9]) Druk hierop om cijfers en tekst in te voeren.
Basishandelingen Verwerken/gegevens lampje Dit lampje knippert tijdens bewerkingen zoals het verzenden van gegevens of afdrukken. Het lampje brandt continu als er documenten wachten op verwerking. [*]-toets ● Druk op deze toets om te schakelen tussen het type tekst dat wordt ingevoerd. ● Druk hierop om toonkiezen te gebruiken, bijvoorbeeld bij het ontvangen van faxinformatiediensten. Faxinformatiediensten ontvangen(P.
Basishandelingen Display 103K-00H Het scherm Start of het instellingenscherm wordt op de display weergegeven, zodat u kunt beginnen met functies zoals kopiëren en scannen. U kunt ook met de display informatie controleren, zoals foutmeldingen en de bedieningsstatus van het apparaat. Het scherm is ook een aanraakpaneel, dus u kunt bedieningshandelingen uitvoeren door het scherm direct aan te raken.
Basishandelingen Print met deze functie een beveiligd document. Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken)(P. 280) Met deze knop kunt u ook het formaat en type papier opgeven dat is geladen in de papierlade en multifunctionele invoer. Het type en formaat papier opgeven(P. 67) Hiermee kunt u de knoppen op het scherm Start in een andere volgorde weergeven. Het scherm Start aanpassen(P.
Basishandelingen Hiermee kunt u de status van de machine weergeven, zoals de hoeveelheid papier of de hoeveelheid toner die nog in de tonercartridges zit. Druk hierop om informatie weer te geven over de verschillende papierbronnen. Hiermee wordt weergegeven hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit. Andere interne onderdelen kunnen versleten raken voordat de toner opraakt.
Basishandelingen Scherm Wanneer u drukt op ( ), wordt het scherm weergegeven. In dit scherm kunt u de tellerwaarden van afdrukken zien, en ook het serienummer van het apparaat en de configuratie van het apparaat. Toont het serienummer van het apparaat en de lijst van apparatuur die is aangesloten of ingeschakeld. Tellers Selecteer de teller waarvan u de waarde wilt controleren. Aantal afdrukken weergeven(P.
Basishandelingen Er treedt een fout op In sommige gevallen worden, wanneer er een fout optreedt, instructies weergegeven over hoe u moet reageren. Volg de aanwijzingen op het scherm voor het oplossen van het probleem. Het scherm dat wordt weergegeven wanneer er zich een papierstoring voordoet, wordt hieronder getoond als voorbeeld. KOPPELINGEN Het scherm Start aanpassen(P. 34) Het display gebruiken(P.
Basishandelingen Het scherm Start aanpassen 103K-00J U kunt knoppen voor snelkoppelingen die worden weergegeven in het scherm Start toevoegen / wissen naar eigen toepassing of u kunt ze rangschikken naar eigen voorkeur. U kunt de volgorde waarin zij worden weergegeven, wijzigen. Knoppen toevoegen aan het scherm Start(P. 34) Knoppen anders rangschikken(P. 35) Een ruimte invoeren(P.
Basishandelingen 4 Schakel de selectievakjes in voor alle instellingen die op het scherm Start moeten worden weergegeven en tik op . ● Schakel het selectievakje voor de naam van de knop die u wilt verwijderen, uit en tik op . Wanneer u een geregistreerde knop hebt verwijderd, verschijnt een ruimte waar de knop werd weergegeven in het scherm Start. Als het nodig is, kunt u de ruimte wissen. Een ruimte invoeren(P. 36) 5 Lees het bericht dat wordt weergegeven en tik op .
Basishandelingen ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op . Aanmelden bij de machine(P. 44) 2 Tik op . 3 Selecteer de knop die u wilt verplaatsen. ● De geselecteerde knop wordt geaccentueerd weergegeven. U kunt de selectie van de knop ongedaan maken door er nogmaals op te tikken. 4 Tik op of . ● De knop wordt zo vaak verplaatst als u op het scherm tikt.
Basishandelingen 1 Druk op en tik op . ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op . Aanmelden bij de machine(P. 44) 2 Tik op . 3 Selecteer de knop waar u een spatie wilt invoeren en tik op . ➠ Er wordt een ingevoegd voor de geselecteerde knop.
Basishandelingen Het display gebruiken 103K-00K Het display is een aanraakscherm: u bedient het door het aan te raken. Vermijd de volgende handelingen. Hierdoor kunnen zich storingen voordoen of kan het display beschadigd raken. ● Hard drukken ● Drukken met puntige voorwerpen (vingernagel, balpen, potlood enzovoort) ● Aanraken met vochtige/vuile handen ● Het display gebruiken terwijl er een voorwerp op staat Tikken Raak het scherm zachtjes even aan.
Basishandelingen ◼ Items selecteren Tik op een itemnaam of knop om een selectie te maken. Als u een item per ongeluk aanraakt ● Schuif uw vinger weg en laat los om de selectie te annuleren. Teruggaan naar het vorige scherm ● Druk op om terug te gaan naar het vorige scherm. ◼ Door het scherm bladeren De bladerbalk verschijnt op het scherm wanneer er nog informatie is die niet wordt weergegeven. Wordt de bladerbalk weergegeven, dan kunt u bladeren door in de gewenste richting te vegen. NB.
Basishandelingen ◼ Waarden en instellingen wijzigen Waarden wijzigen Tik op / om waarden in te voeren. Als een pictogram zoals hieronder in de linkerbovenhoek van het scherm wordt weergegeven, kunt u waarden rechtstreeks met de numerieke toetsen invoeren. De cursor verplaatsen ● Wanneer / wordt weergegeven, tikt u erop om de cursor te verplaatsen. Waardebereik ● Tussen haakjes ( ) weergegeven waarden onder het invoervak duiden het waardebereik aan.
Basishandelingen Tekst invoeren 103K-00L Voer met de display en de numerieke toetsen tekst en waarden in. Een ander type tekst kiezen Tik op als u een ander type tekst wilt invoeren. Welk type tekst op dat moment is geselecteerd, wordt aangeduid door de "A", "a" of "12" weergegeven boven en rechts van het tekstinvoerveld. ● U kunt ook op drukken om het type tekst te wijzigen. Typen tekst die u kunt invoeren Hieronder wordt vermeld welke tekst u kunt invoeren. Toets A a @.
Basishandelingen (niet beschikbaar) 0 (spatie) -.*#!",;:^`_=/|'?$@%&+\~()[]{}<> (niet beschikbaar) ● Druk op of tik op <#> wanneer het type tekst dat wordt ingevoerd is of wanneer u symbolen op het scherm wilt weergeven die u kunt invoeren. Tik op symbolen die u wilt invoeren. Tekst wissen Telkens als u op drukt, wordt er één teken gewist. U kunt alle ingevoerde tekst wissen door ingedrukt te houden. langer De cursor verplaatsen (een spatie invoeren) Tik op of om de cursor te verplaatsen.
Basishandelingen ● Met een druk op de [RETURN/ENTER]-toets voltooit u de tekstinvoer op dezelfde manier als wanneer u klikt op . ● U kunt het type toetsenbord-lay-out opgeven (US-lay-out of UK-lay-out). toetsenbordindeling(P. 660) Engelse ● U kunt te allen tijde het toetsenbord loskoppelen van het apparaat. U hoeft niet iets speciaal te doen voor het loskoppelen. ● Afhankelijk van de schermtaal, zult u misschien sommige tekens niet goed kunnen invoeren.
Basishandelingen Aanmelden bij de machine 103K-00R Als Afdelings-ID-beheer is ingeschakeld of er zijn Systeembeheerders-ID's geactiveerd, kunt u het apparaat pas gebruiken wanneer u hebt ingelogd. U moet ook inloggen als er beperkingen zijn ingesteld voor het gebruik van de fax- en scanfuncties. Inlog Afdelings-ID beheer(P. 44) Inloggen op Geautoriseerd Verzenden(P.
Basishandelingen 2 3 Voer de ID in met de numerieke toetsen en tik op . Druk op . ➠ Het inlogscherm verandert in het Start scherm. ● Als u klaar bent, drukt u nogmaals op om het aanmeldingsscherm weer te geven. Inloggen op Geautoriseerd Verzenden Als de autorisatie-instelling Zend-functie ( LDAP-Server-authenticatie(P. 548) ) is ingeschakeld, wordt het inlogscherm Geautoriseerd Zenden weergegeven wanneer de fax- of scanfunctie wordt gebruikt. 1 Voer uw gebruikersnaam in.
Basishandelingen 4 Druk op . ➠ Het inlogscherm schakelt over naar het hoofdscherm van de fax- of scanfunctie Start. ● Als u klaar bent, drukt u nogmaals op om het aanmeldingsscherm weer te geven. Als het scherm voor de selecteren van het uitloggen wordt weergegeven ● Als u bent ingelogd op zowel Geautoriseerd Zenden als Afdelings-ID-Beheer, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin u de items kunt selecteren waarvan u wilt uitloggen.
Basishandelingen Documenten plaatsen 103K-00S Leg documenten op de glasplaat of in de documentinvoer. Gebruik de glasplaat voor het scannen van dikke of ingebonden documenten, zoals boeken. U kunt twee of meer vellen van documenten in de documentinvoer plaatsen zodat deze continu kunnen worden gescand. Raadpleeg Documenttype(P. 877) of Scangebied(P.
Basishandelingen Documenten op de glasplaat plaatsen 1 Open de documentinvoer. 2 Leg het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. ● Leg het document in de linkerbovenhoek van de glasplaat. ● Om transparante documenten (bijvoorbeeld calqueerpapier of transparanten) te scannen, bedekt u deze met een vel normaal, wit papier. 3 Sluit de documentinvoer voorzichtig. ➠ De machine is gereed om het document te scannen.
Basishandelingen 2 Waaier de documentstapel uit en maak er een rechte stapel van. ● Waaier de documentstapel in delen uit en tik een paar keer op een vlak oppervlak om de stapel mooi recht te maken. 3 Leg documenten met de afdrukzijde naar boven in de invoer. ● Zorg ervoor dat de stapel documenten niet hoger is dan de markeringen voor het maximale aantal vellen ( ). ● Plaats nooit papier van verschillende formaten tegelijk in het blad. ● Plaats maximaal 50 vellen tegelijk.
Basishandelingen ➠ De machine is gereed om het document te scannen. Schuif de documentgeleiders stevig tegen de randen van het document ● Als de documentgeleiders te los of te strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan. Tijdens het scannen van documenten ● Voeg geen documenten toe en verwijder er ook geen. Wanneer het scannen is voltooid ● Haal de gescande documenten uit de documentinvoer om papierstoringen te voorkomen.
Basishandelingen Papier plaatsen 103K-00U U kunt het papier plaatsen in de papierlade of in de multifunctionele lade. Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u het meest gebruikt. De papierlade is handig wanneer u grote hoeveelheden papier gebruikt. Gebruik de multifunctionele lade wanneer u tijdelijk een formaat of type papier wilt gebruiken dat niet in de papierlade is geplaatst. Raadpleeg Papier(P. 879) voor beschikbare papierformaten.
Basishandelingen Behandeling en opslag van papier ● Bewaar het papier op een vlak oppervlak. ● Bewaar het papier in de originele verpakking om het te beschermen tegen vocht of droogte. ● Bewaar het papier niet op een manier waardoor het kan krullen of vouwen. ● Bewaar het papier niet verticaal of plaatst niet te veel papier opeen.
Basishandelingen Papier in de papierlade plaatsen 103K-00W Laad het papier dat u normaliter in de papierlade gebruikt. Als u wilt afdrukken op papier dat niet in de papierlade is geplaatst, laad het dan in de multifunctionele lade. Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P. 58) Papier van gangbaar formaat plaatsen(P. 53) Papier van aangepast formaat plaatsen(P. 55) Plaats het papier met de korte zijde naar voren* ● U kunt papier niet laden met de lange zijde naar voren.
Basishandelingen 2 Verstel de positie van de papiergeleiders zo dat ze overeenkomen met het papierformaat dat u wilt gebruiken. ● Druk op de ontgrendelingspal ( ) om de opstaande rand ( ) gelijk te stellen met de markering voor het gewenste papierformaat. 3 Leg het papier zo dat de rand van de papierstapel net de achterzijde van de papierlade raakt. ● Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden.
Basishandelingen » Ga verder met Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst(P. 68) Als u papier van een ander formaat of een andere soort gaat gebruiken ● De standaardinstellingen voor papierformaat en papiersoort zijn respectievelijk en . Als u papier van een ander formaat of type in de machine plaatst, moet u de instellingen dus aanpassen. Als u dat niet doet, kan er niet goed worden afgedrukt.
Basishandelingen ● Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden. ● Waaier de papierstapel uit en tik met de onderkant op een vlak oppervlak om de vellen papier mooi gelijk te leggen. Stapel het papier niet hoger dan de markering voor het maximale aantal vellen ● Zorg ervoor dat de stapel papier niet hoger is dan de markering voor het maximale aantal vellen ( ). Als u te veel papier plaatst, kan dit papierstoringen veroorzaken. ● Wanneer wordt plaatsen(P. 63) .
Basishandelingen » Ga verder met Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst(P. 68) Wanneer u papier van een ander formaat of soort gaat gebruiken ● De standaardinstellingen voor papierformaat en papiersoort zijn respectievelijk en . Als u papier van een ander formaat of type in de machine plaatst, moet u de instellingen dus aanpassen. Als u dat niet doet, kan er niet goed worden afgedrukt.
Basishandelingen Papier in de multifunctionele lade plaatsen 103K-00X Als u wilt afdrukken op papier dat niet in de papierlade is geplaatst, laad het dan in de multifunctionele lade. Laad het papier dat u normaliter in de papierlade gebruikt. Papier in de papierlade plaatsen(P. 53) Plaats het papier met de korte zijde naar voren* ● U kunt papier niet laden met de lange zijde naar voren. Zorg ervoor dat u het papier laadt met de korte zijde naar voren, zoals in de afbeeldingen hieronder.
Basishandelingen 3 Schuif de papiergeleiders naar de zijkanten van de papierlade. ● Schuif de papiergeleiders naar de zijkanten van de papierlade. 4 Plaats het papier in de multifunctionele lade invoer tot het papier stopt. ● Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden. ● Waaier de papierstapel uit en tik met de onderkant op een vlak oppervlak om de vellen papier mooi gelijk te leggen.
Basishandelingen ● Schuif de papiergeleiders naar binnen totdat ze stevig tegen de randen van het papier zitten. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier ● Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan. » Ga verder met opgeven(P.
Basishandelingen Enveloppen plaatsen 103K-00Y Strijk de enveloppen glad voordat u ze gaat laden. Let ook op de invoerrichting van de enveloppen en welke kant naar boven wijst. Let op: enveloppen kunnen niet in de papierlade worden geladen. Voordat u enveloppen gaat laden(P. 61) Enveloppen in de multifunctionele lade plaatsen(P. 62) ● In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u enveloppen in de gewenste richting laadt. Daarnaast worden de stappen besproken die u moet uitvoeren voordat u enveloppen gaat laden.
Basishandelingen 4 Lijn de randen van de enveloppen uit op een vlak oppervlak. Enveloppen in de multifunctionele lade plaatsen Laad enveloppen van het formaat Monarch, COM10, DL of ISO-C5 met de korte zijde naar voren en met de kant zonder lijm (de voorzijde) naar boven. U kunt niet afdrukken op de achterzijde van enveloppen. ● Plaats de enveloppen zo dat de rand met de flap aan de linkerkant zit, zoals in de afbeelding.
Basishandelingen Voorbedrukt papier plaatsen 103K-010 Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, let u bij het plaatsen op de invoerrichting van het papier. Zorg dat het papier goed is geplaatst zodat er op de juiste kant van het papier met een logo wordt afgedrukt. Enkelzijdig afdrukken op papier met logo's(P. 63) Dubbelzijdig afdrukken op papier met logo's(P.
Basishandelingen Afdrukken op papier met logo's in de afdrukrichting Liggend Papier in de papierlade laden Laad het papier met de kant van het logo (de afdrukzijde) naar beneden. Papier in de multifunctionele lade laden Laad het papier met de kant van het logo (de afdrukzijde) naar boven.
Basishandelingen Papier in de multifunctionele lade laden Laad het papier met de voorzijde van het bedrukte papier (de zijde voor de eerste pagina van het document) naar beneden. Afdrukken op papier met logo's in de afdrukrichting Liggend Papier in de papierlade laden Laad het papier met de voorzijde van het bedrukte papier (de zijde voor de eerste pagina van het document) naar boven.
Basishandelingen De instelling ● Wanneer u afdrukt op voorbedrukt papier, moet u de afdrukzijde van het geladen papier wijzigen als u wisselt tussen enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken.
Basishandelingen Het type en formaat papier opgeven 103K-011 U moet ervoor zorgen dat de instellingen voor het type en formaat papier overeenkomen met het papier dat is geladen. Vergeet dus niet de papierinstellingen aan te passen wanneer u papier gaat laden dat afwijkt van het eerder gebruikte papier. ● Als de instellingen onjuist zijn, kan het papier vastlopen of kan er een afdrukfout optreden.
Basishandelingen Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst 103K-012 ● Om een aangepast papierformaat op te geven, moet u dat vooraf registreren. papierformaat registreren(P. 74) 1 Druk op 2 Tik op , of . Een aangepast en tik op . ● en worden uitsluitend weergegeven wanneer de optionele papiertoevoeren zijn geïnstalleerd. 3 Selecteer het papierformaat.
Basishandelingen KOPPELINGEN Papier in de papierlade plaatsen(P. 53) De papierformaten die worden weergegeven, beperken(P. 77) Papier(P. 879) Melden om papierinstellingen te controleren(P.
Basishandelingen Het papierformaat en de papiersoort in de multifunctionele lade opgeven 103K-013 Het onderstaande scherm wordt weergegeven als er papier is geladen in de multifunctionele lade. Volg de aanwijzingen op het scherm om instellingen op te geven voor het formaat en type papier dat is geladen.
Basishandelingen 3 Geef de lengte van de zijde op (de lange zijde). ● Tik op . ● Geef de lengte van de zijde op en tik op . 4 2 Tik op . Selecteer het papiertype. KOPPELINGEN Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P. 58) De papierformaten die worden weergegeven, beperken(P. 77) Papier(P.
Basishandelingen Standaard papierinstellingen voor de multifunctionele lade registreren 103K-014 U kunt standaard-papierinstellingen opslaan voor de multifunctionele lade. Hierdoor hoeft u niet steeds instellingen in te voeren wanneer u altijd hetzelfde papier gebruikt in de multifunctionele lade. ● Als u standaard-papierinstellingen hebt opgegeven, wordt het scherm met papierinstellingen niet meer weergegeven wanneer u papier laadt. U gebruikt dan altijd dezelfde instellingen.
Basishandelingen 2 Geef de lengte van de zijde op (de korte zijde). ● Tik op . ● Voer de lengte van de zijde in met 3 / of de numerieke toetsen, en tik op . Geef de lengte van de zijde op (de lange zijde). ● Tik op . ● Geef de lengte van de zijde op en tik op . 4 4 Tik op . Selecteer het papiertype. KOPPELINGEN Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P. 58) De papierformaten die worden weergegeven, beperken(P. 77) Papier(P.
Basishandelingen Een aangepast papierformaat registreren 103K-015 U kunt maximaal drie aangepaste papierformaten opslaan die u regelmatig gebruikt. 1 Druk op 2 Tik op . 3 Tik op . en tik op . ● Als de papierformaten <1> tot en met <3> al zijn ingesteld, kunt u een instelling wijzigen of verwijderen om door te gaan. De procedures hiervoor worden hierna beschreven.
Basishandelingen 2 4 1 Tik op . Geef het papierformaat op. Geef de lengte van de zijde op (de korte zijde). ● Tik op . ● Voer de lengte van de zijde in met 2 / of de numerieke toetsen, en tik op . Geef de lengte van de zijde op (de lange zijde). ● Tik op . ● Geef de lengte van de zijde op en tik op . 3 5 Tik op . Selecteer het papiertype.
Basishandelingen Opgeslagen instellingen voor afwijkend papier selecteren De papierformaten die u met de bovenstaande procedure registreert, worden weergegeven in het scherm voor het selecteren van het papierformaat. Het papierformaat voor de papierlade selecteren Op het scherm waarop u het papierformaat kunt opgeven dat in de papierladen is geplaatst, ziet u de opgeslagen papierformaten. Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst(P.
Basishandelingen De papierformaten die worden weergegeven, beperken 103K-016 U kunt ervoor zorgen dat alleen papierformaten die u vaak gebruikt, worden getoond in het scherm voor het selecteren van de instelling van het papierformaat. 1 Druk op 2 Tik op . 3 Tik op , , of . en tik op . ● en worden uitsluitend weergegeven wanneer de optionele papiertoevoeren zijn geïnstalleerd.
Basishandelingen Het papierformaat en de papiersoort in de multifunctionele lade opgeven(P. 70) Standaard papierinstellingen voor de multifunctionele lade registreren(P.
Basishandelingen Opslaan in het adresboek 103K-017 U kunt fax-/scanbestemmingen in het Adresboek die u veel gebruikt, registreren en ze gemakkelijk selecteren wanneer u ze nodig hebt. U kunt naar bestemmingen zoeken op alfabet, uit lijsten in het Adresboek of door driecijferige nummers in te voeren (nummers voor verkort kiezen). U kunt ook bestemmingen sneller opgeven door middel van de volgende functies.
Basishandelingen < > Geeft bestemmingen weer voor gedeelde mappen en FTP-servers. Registratie van bestemmingen wordt gerealiseerd vanaf de computer. Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie(P. 486) Bestemmingen in het adresboek wijzigen via de UI op afstand(P. 640) > < Druk hierop om bestemmingen weer te geven die zijn opgeslagen met de functie Groepskiezen. ● In het adresboek kunnen maximaal 300 bestemmingen worden geregistreerd, inclusief gemiddelden en favorieten.
Basishandelingen Bestemmingen opslaan in het adresboek 103K-018 U kunt maximaal 281 normale bestemmingen in het adresboek registreren. U kunt bestemmingen die u hebt geregistreerd, bewerken of wissen. Bestemmingen in het adresboek wijzigen via de UI op afstand(P. 640) 1 Druk op 2 Tik op . en tik op . ● Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op .
Basishandelingen 2 Selecteer de LDAP-server die u gebruikt. 3 Selecteer de zoekcriteria. ● Naam, faxnummers, e-mailadressen, namen van bedrijven, en bedrijfsunits zijn de criteria die beschikbaar zijn voor het zoeken naar bestemmingen. 4 Voer de te zoeken tekenreeks in met de numerieke toetsen en tik op . ● Voor het invoeren van tekst raadpleegt u Tekst invoeren(P. 41) . ● Als u meerdere zoekcriteria wilt opgeven, herhaalt u stappen 3 en 4. 5 Tik op .
Basishandelingen Er worden alleen gebruikers gevonden en weergegeven die voldoen aan alle zoekcriteria uit stappen 3 en 4. Als gebruikers die aan minstens één van de opgegeven zoekcriteria die in uit stappen 3 en 4 zijn opgegeven, voldoen, geef dan al deze gebruikers weer. 7 Tik op . ➠ U ziet de gebruikers die voldoen aan de opgegeven zoekcriteria.
Basishandelingen 7 Voer de bestemming in met de numerieke toetsen en tik op . Gedetailleerde instellingen invoeren (alleen wanneer geregistreerd voor fax) Wanneer u op tikt, ziet u het volgende of een soortgelijk scherm. Als deze instelling is en er tijdens verzending een fout in een afbeelding optreedt, wordt de fout gecontroleerd en gecorrigeerd om te voorkomen dat een onjuiste afbeelding wordt verzonden.
Basishandelingen ◼ De inhoud van bestemmingen wijzigen Na het opslaan van bestemmingen kunt u de inhoud van de opgeslagen informatie wijzigen. U kunt bijvoorbeeld het faxnummer of naam van een opgeslagen bestemming veranderen, of het type veranderen van faxnummer naar email, het kiescodenummer veranderen enzovoort. 1 Druk op 2 Tik op . 3 Selecteer de index met de bestemming die u wilt bewerken. en tik op . ● U kunt het scherm veranderen door op 4 Selecteer de bestemming.
Basishandelingen 6 Na het bewerken van de vereiste items, tikt u op . ◼ Een bestemming in het adresboek verwijderen 1 Druk op 2 Tik op . 3 Selecteer de index met de bestemming die u wilt verwijderen. en tik op . ● U kunt het scherm veranderen door op 4 Selecteer de bestemming. 5 Tik op . / te tikken. 86 Index(P.
Basishandelingen ● Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op . Een pincode instellen voor het adresboek(P. 569) 6 Tik op .
Basishandelingen Bestemmingen opslaan als favorieten 103K-019 U kunt bestemmingen die u veel gebruikt, als favorieten in het adresboek registreren. Bestemmingen kunnen worden bewerkt of gewist nadat ze zijn geregistreerd ( Bestemmingen in het adresboek wijzigen via de UI op afstand(P. 640) ). U kunt maximaal 19 bestemmingen registreren als favorieten. ● Er worden geen codes voor verkort kiezen toegewezen aan favorieten. 1 Druk op 2 Tik op . en tik op .
Basishandelingen 1 Tik op . 2 Selecteer de LDAP-server die u gebruikt. 3 Selecteer de zoekcriteria. ● Naam, faxnummers, e-mailadressen, namen van bedrijven, en bedrijfsunits zijn de criteria die beschikbaar zijn voor het zoeken naar bestemmingen. 4 Voer de te zoeken tekenreeks in met de numerieke toetsen en tik op . ● Voor het invoeren van tekst raadpleegt u Tekst invoeren(P. 41) . ● Als u meerdere zoekcriteria wilt opgeven, herhaalt u stappen 3 en 4.
Basishandelingen Er worden alleen gebruikers gevonden en weergegeven die voldoen aan alle zoekcriteria uit stappen 3 en 4. Als gebruikers die aan minstens één van de opgegeven zoekcriteria die in uit stappen 3 en 4 zijn opgegeven, voldoen, geef dan al deze gebruikers weer. 7 Tik op . ➠ U ziet de gebruikers die voldoen aan de opgegeven zoekcriteria.
Basishandelingen 6 Tik op , of . 7 Voer de bestemming in met de numerieke toetsen en tik op . Gedetailleerde instellingen invoeren (alleen wanneer geregistreerd voor fax) Wanneer u op tikt, ziet u het volgende of een soortgelijk scherm. Als deze instelling is en er tijdens verzending een fout in een afbeelding optreedt, wordt de fout gecontroleerd en gecorrigeerd om te voorkomen dat een onjuiste afbeelding wordt verzonden.
Basishandelingen 8 Tik op . ◼ De inhoud van bestemmingen in de favorietenlijst wijzigen Na het opslaan van bestemmingen kunt u de inhoud van de opgeslagen informatie wijzigen. U kunt bijvoorbeeld het faxnummer of naam van een opgeslagen bestemming veranderen, of het type veranderen van faxnummer naar email, enzovoort. 1 Druk op 2 Tik op . 3 Tik op < 4 Selecteer de bestemming die u wilt bewerken. 5 Tik op . en tik op . >.
Basishandelingen ● Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op . Een pincode instellen voor het adresboek(P. 569) 6 Na het bewerken van de vereiste items, tikt u op . ◼ Een favoriete bestemming in het adresboek verwijderen 1 Druk op 2 Tik op . 3 Tik op < en tik op . >.
Basishandelingen 4 Selecteer de bestemming die u wilt verwijderen. 5 Tik op . ● Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op . Een pincode instellen voor het adresboek(P. 569) 6 Tik op .
Basishandelingen Meerdere bestemmingen opslaan voor groepskiezen 103K-01A U kunt meerdere bestemmingen samenvoegen in groepen. U kunt maximaal 299 bestemmingen (100 bestemmingen voor e-mail) voor een groep registreren. Wanneer een groep is geregistreerd, kunt u deze bewerken of verwijderen. ● Uitsluitend bestemmingen van hetzelfde type adres kunnen worden geregistreerd in dezelfde groep. ● Gedeelde mappen of FTP-servers kunnen niet in een groep als bestemmingen worden geregistreerd.
Basishandelingen 5 Voer de naam in met de numerieke toetsen en tik op . ● Voor het invoeren van tekst raadpleegt u Tekst invoeren(P. 41) . 6 Tik op . 7 Tik op . 8 Selecteer de index met de bestemming die u wilt registreren. ● U kunt het scherm veranderen door op 9 10 / Index(P. 79) te tikken. Selecteer de bestemming. Herhaal stap 7 tot en met 9 totdat u alle gewenste bestemmingen hebt opgeslagen en tik vervolgens op .
Basishandelingen Een bestemming uit de groep verwijderen ● Selecteer de bestemming die u uit de groep wilt verwijderen, en tik op 11 . Tik op . ◼ De inhoud van groepen wijzigen Na het opslaan van bestemmingen in een groep kunt u de inhoud van de opgeslagen informatie wijzigen. U kunt bijvoorbeeld de groepsnaam of het kiescodenummer veranderen, bestemmingen toevoegen / verwijderen, enzovoort. 1 Druk op 2 Tik op . 3 Tik op < en tik op . >.
Basishandelingen 4 Selecteer de groep die u wilt bewerken. 5 Tik op . ● Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op . Een pincode instellen voor het adresboek(P. 569) 6 Na het bewerken van de vereiste items, tikt u op . ◼ Een groep uit het adresboek verwijderen 1 Druk op 2 Tik op . en tik op .
Basishandelingen 3 Tik op < 4 Selecteer de groep die u wilt verwijderen. 5 Tik op . >. ● Als u wordt gevraagd een pincode in te voeren, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste pincode in te voeren en tikt u op . Een pincode instellen voor het adresboek(P. 569) 6 Tik op .
Basishandelingen Het volume aanpassen 103K-01C De machine produceert in verschillende situaties geluidssignalen, bijvoorbeeld om aan te geven dat het versturen van een fax is voltooid of dat er papier is vastgelopen. U kunt het volume van deze geluiden afzonderlijk instellen. ◼ aanpassen 1 Druk op de toets 2 Wilt u wijzigen, tik dan op ( ). / en tik op . ● U kunt ook het volume aanpassen door de schuifbalk te vegen.
Basishandelingen Bevestigingssignaal telkens wanneer op een toets op het bedieningspaneel of een knop op het display wordt gedrukt Geluid bij het indrukken van een ongeldige toets, zoals bij het invoeren van een cijfer buiten het toegestane bereik Geluid om aan te geven dat een tonercartridge bijna leeg is Geluid bij een papierstoring of andere fout Geluid om aan te geven dat een bewerkin
Basishandelingen De slaapstand instellen 103K-01E In de slaapstand wordt het stroomverbruik verlaagd door de stroomtoevoer naar het bedieningspaneel te onderbreken. Als er gedurende bepaalde tijd geen bewerkingen worden uitgevoerd op de machine, zoals tijdens de lunchpauze, kunt u energie besparen door op op het bedieningspaneel te drukken. U kunt ook de instelling Automatische sluimertijd gebruiken om de machine automatisch in de slaapstand te zetten als deze gedurende de opgegeven tijd inactief is.
Basishandelingen De slaapstand verlaten Druk op te verlaten. . U kunt ook op het display tikken of op een andere toets dan drukken om de slaapstand ● Als er een externe telefoon of een optionele handset is aangesloten op het apparaat, wordt de slaapstand verlaten wanneer u de hoorn van de haak neemt.
Basishandelingen De automatische uitschakeltijd instellen 103K-01F Door deze instelling in te schakelen, kunt u de machine zodanig instellen dat deze automatisch wordt uitgezet. De machine wordt automatisch uitgeschakeld zodra de opgegeven periode van inactiviteit is verstreken sinds het activeren van de slaapstand. U kunt instellen dat de stroomtoevoer automatisch wordt uitgeschakeld als u vergeet het apparaat uit te schakelen, bijvoorbeeld 's nachts of in vakanties.
Kopiëren Kopiëren Kopiëren .............................................................................................................................................................. 106 Basisbewerkingen voor kopiëren ..................................................................................................................... 108 Kopieerpapier selecteren .............................................................................................................................
Kopiëren Kopiëren 103K-01H In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan basisbewerkingen voor kopiëren en worden verschillende andere handige functies beschreven, zoals dubbelzijdig kopiëren en beide zijden van een identiteitsbewijs kopiëren op één pagina. ◼ Basishandelingen gebruiken Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 108) Kopiëren annuleren(P. 112) Kopieerpapier selecteren(P. 111) ◼ De gewenste kopieerinstellingen gebruiken Vergroten of verkleinen(P. 117) Documenttype selecteren(P.
Kopiëren Dubbelzijdig kopiëren(P. 123) Meerdere documenten op één vel kopiëren (2 op 1/4 op 1)(P. 126) ◼ Veelgebruikte kopieerbewerkingen eenvoudiger uitvoeren De standaardinstellingen wijzigen(P. 132) Veelgebruikte kopieerinstellingen opslaan(P. 133) 107 Beide zijden van een identiteitsbewijs op één pagina kopiëren(P.
Kopiëren Basisbewerkingen voor kopiëren 103K-01J 1 Plaats één of meer documenten. 2 Druk op 3 Gebruik de numerieke toetsen om het gewenste aantal kopieën in te voeren. Documenten plaatsen(P. 47) en tik op . ● U kunt een waarde invoeren van 1 tot 999. ● Druk op 4 om het ingevoerde aantal te annuleren. Geef de gewenste kopieerinstellingen op. ● Tik op de menuoptie die u wilt instellen. Verschillende kopieerinstellingen(P.
Kopiëren 5 Druk op . ➠ Het kopiëren wordt gestart. ● Tik op om het kopiëren te annuleren. Kopiëren annuleren(P. 112) Als u in stap 1 documenten in de documentinvoer plaatst Het document wordt automatisch gescand. Wanneer u in stap 1 documenten op de glasplaat legt Afhankelijk van de gekozen kopieerinstellingen wordt het scherm voor het selecteren van het documentformaat en de papierbron weergegeven wanneer u meerdere documenten gaat kopiëren. Volg de onderstaande procedure.
Kopiëren ● Als u altijd dezelfde kopieerinstellingen wilt gebruiken: De standaardinstellingen wijzigen(P. 132) ● Als u een combinatie van instellingen wilt opslaan voor eenvoudig gebruik: kopieerinstellingen opslaan(P. 133) KOPPELINGEN Kopieerstatus en logboeken controleren(P.
Kopiëren Kopieerpapier selecteren 103K-01K Geef aan welke papierbron het papier bevat dat u wilt gebruiken voor het afdrukken van kopieën. ● U moet eerst het formaat en type papier opgeven dat in de papierbron is geladen. Het type en formaat papier opgeven(P. 67) Papier plaatsen(P. 51) < Selecteer de papierbron ( , , , ) > Selecteert het papier dat in de multifunctionele lade is geladen.
Kopiëren Kopiëren annuleren 103K-01L Als u de kopieerbewerking wilt annuleren direct nadat u op hebt gedrukt, tikt u op op het scherm of drukt u op op het bedieningspaneel. U kunt het kopiëren ook annuleren nadat u de kopieerstatus hebt gecontroleerd.
Kopiëren KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 108) Kopieerstatus en logboeken controleren(P.
Kopiëren Kopieerstatus en logboeken controleren 103K-01R U kunt de actuele kopieerstatus en de logboeken voor gekopieerde documenten controleren. ● Wanneer is ingesteld op , kunt u de kopieer-logboeken niet inzien. Weergave opdrachtlog(P. 732) Handig in de volgende situaties ● Als het na het scannen van uw te kopiëren document erg lang duurt voordat uw documenten worden afgedrukt, kunt u de wachtrij bekijken met de documenten die nog niet zijn afgedrukt.
Kopiëren Hier ziet u een lijst met de documenten die worden gekopieerd, worden verwerkt, of wachten op verwerking. Hier ziet u gedetailleerde gegevens van het document dat u in de lijst hebt geselecteerd. De kopieer-logboeken controleren 1 Tik op . 2 Selecteer het document waarvan u het logboek wilt controleren. Hier ziet u een lijst met de documenten die zijn gekopieerd.
Kopiëren Verschillende kopieerinstellingen 103K-01S U kunt kiezen uit een groot aantal instellingen om zo op de gewenste manier kopieën te maken. Zo zijn er instellingen om papier te besparen maar ook om uw documenten beter leesbaar te maken. Vergroten of verkleinen(P. 117) Documenttype selecteren(P. 118) Scherpte aanpassen(P. 121) Dubbelzijdig kopiëren(P. 123) Beide zijden van een identiteitsbewijs op één pagina kopiëren(P. 128) Donkere randen en kaderlijnen wissen (Kader wissen)(P.
Kopiëren Vergroten of verkleinen 103K-01U U kunt kopieën vergroten of verkleinen door een vooraf ingesteld zoompercentage te gebruiken zoals A4> of door in stappen van 1% een aangepast zoompercentage in te stellen. ● Als u een instelling realiseert voor nadat u het zoompercentage hebt ingesteld, heeft de instelling van het verkleiningspercentage in voorrang.
Kopiëren Documenttype selecteren 103K-01W U kunt de optische beeldkwaliteit voor de kopie selecteren op basis van het documenttype, zoals documenten met alleen tekst, documenten met grafieken en tabellen of documenten met tijdschriftfoto's. Selecteer het documenttype Selecteer deze optie voor het kopiëren van documenten met alleen tekst. Selecteer deze optie als u documenten gaat kopiëren die tekst en foto's bevatten.
Kopiëren Dichtheid aanpassen 103K-01X U kunt de dichtheid van de kopie aanpassen als de tekst of afbeeldingen in een document te licht of te donker zijn. U kunt ook de achtergrond aanpassen om de achtergrondkleur te verwijderen wanneer de pagina's van een document licht gekleurd zijn of vergeeld.
Kopiëren <-> Hiermee maakt u de achtergrondkleur lichter. <+> Hiermee maakt u de achtergrondkleur donkerder. ● Wanneer u instelt op , vindt een automatische aanpassing plaats zodat de achtergrondkleur wit wordt. In dit geval wordt automatisch ingesteld op ( Documenttype selecteren(P. 118) ). KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 108) Scherpte aanpassen(P.
Kopiëren Scherpte aanpassen 103K-01Y U kunt de scherpte van de gekopieerde afbeelding aanpassen. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. Pas de scherpte aan <-> Hiermee verlaagt u de scherpte, waardoor het beeld minder hard is. Voorbeeld: Als u de weergave van foto's uit een tijdschrift wilt verbeteren <+> Hiermee verhoogt u de scherpte van de afbeelding.
Kopiëren KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 108) Dichtheid aanpassen(P.
Kopiëren Dubbelzijdig kopiëren 103K-020 U kunt twee pagina's van een document op beide zijden van het papier kopiëren. U kunt ook een dubbelzijdig document op beide zijden van het papier kopiëren, of op twee afzonderlijke pagina's. Zorg ervoor dat de sub-uitvoerlade is gesloten ● Als de sub-uitvoerlade open is, kunt u niet dubbelzijdig kopiëren. Controleer bij het dubbelzijdig kopiëren altijd dat de sub-uitvoerlade gesloten is. Achterzijde(P.
Kopiëren <1-zijdig->2-zijdig> ● Als u liggende documenten wilt kopiëren in de indeling Type boek (inbinden langs de korte kant) <1-zijdig->2-zijdig> 2-zijd.->2-zijd.
Kopiëren <2-zijdig->1-zijdig> KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 108) Meerdere documenten op één vel kopiëren (2 op 1/4 op 1)(P.
Kopiëren Meerdere documenten op één vel kopiëren (2 op 1/4 op 1) 103K-021 U kunt twee of vier documenten verkleind kopiëren op één vel papier. Hierdoor neemt het aantal pagina's af en kunt u eenvoudig papier besparen. ● Als u <2 op 1>/<4 op 1> gebruikt, wordt de kopieerverhouding automatisch verkleind (de kopieerverhouding wordt weergegeven op het scherm). U kunt de kopieerverhouding vergroten of verder verkleinen voordat u op ( Vergroten of verkleinen(P.
Kopiëren KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 108) Dubbelzijdig kopiëren(P.
Kopiëren Beide zijden van een identiteitsbewijs op één pagina kopiëren 103K-022 Gebruik om de voor- en achterzijde van een identiteitsbewijs op dezelfde zijde van een pagina te kopiëren. Deze functie is handig als u bijvoorbeeld een rijbewijs of paspoort gaat kopiëren. ● is beschikbaar met papier van het formaat A4/Letter of groter. ● wordt automatisch ingesteld op <100%>.
Kopiëren Donkere randen en kaderlijnen wissen (Kader wissen) 103K-023 Als u documenten kopieert die kleiner zijn dan het uitvoerpapierformaat, verschijnen er mogelijk kaderlijnen rond de randen in de gekopieerde afbeelding. Als u tegenover elkaar liggende pagina's van een dik boek kopieert, verschijnen er mogelijk donkere randen. stelt u in staat om deze kaderlijnen en donkere randen te wissen.
Kopiëren Kopieën sorteren per pagina 103K-024 Als u meerdere kopieën wilt gaan maken van documenten met meerdere pagina's, kunt u op zetten om de kopieën op volgorde te sorteren. Deze functie is handig bij het voorbereiden van hand-outs voor vergaderingen of presentaties. De kopieën worden per pagina gegroepeerd en worden niet gesorteerd.
Kopiëren De gewenste kopieerinstellingen configureren 103K-025 De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u vaak dezelfde instellingen gebruikt bij het kopiëren, kunt u deze opslaan als standaardinstellingen en hoeft u niet steeds dezelfde instellingen te configureren. Daarnaast kunt u combinaties van verschillende kopieerinstellingen opslaan en oproepen wanneer u ze nodig hebt.
Kopiëren De standaardinstellingen wijzigen 103K-026 De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft te configureren als u gaat kopiëren.
Kopiëren Veelgebruikte kopieerinstellingen opslaan 103K-027 U kunt tot wel vier veelgebruikte combinaties van kopieerinstellingen registreren. Wanneer u gewoon een geregistreerde combinatie van instellingen selecteert wanneer u die nodig hebt, hoeft u niet steeds dezelfde instellingen uit te voeren voor het maken van kopieën. Als u bijvoorbeeld vaak het aantal kopieën instelt op 5, stel dan in op en laat de scherpte toenemen bij het kopiëren.
Kopiëren 5 Tik op . 6 Selecteer of u de instellingen wilt registreren als een knop voor een snelkoppeling. ● Als u selecteert, wordt een bericht weergegeven. Bekijk het en tik vervolgens op . De geregistreerde combinatie van instellingen wordt toegevoegd aan het scherm Start als een knop voor een snelkoppeling. ● Als het scherm Start vol is en u kunt de knop niet toevoegen, wis dan met geregistreerde knoppen of spaties. Het scherm Start aanpassen(P.
Kopiëren ● Wanneer u de combinatie van instellingen weer hebt opgeroepen, kunt u ook de instellingen voor het kopiëren wijzigen, als dat nodig is. KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren(P.
Faxen Faxen Faxen ..................................................................................................................................................................... 138 Begininstellingen configureren voor faxfuncties (MF515x) ........................................................................... 141 Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken ...................................................................................
Faxen Het adresboek gebruiken voor faxverzending via de pc ............................................................................... 213 Bestemmingen opslaan ......................................................................................................................... 216 Opgeslagen bestemmingen gebruiken ................................................................................................. 220 Adresboekgegevens importeren en exporteren via het faxstuurprogramma .................
Faxen Faxen 103K-028 In dit hoofdstuk worden faxinstellingen, basishandelingen voor het faxen en verschillende andere nuttige functies beschreven, zoals Faxen via pc voor het rechtstreeks vanaf een computer verzenden van documenten, Adresboek voor het gemakkelijk opgeven van bestemmingen en Doorsturen zodat u faxen kunt ontvangen, ook wanneer u niet op kantoor bent. ● Faxfuncties zijn alleen beschikbaar op de MF515x. ● U moet enkele procedures doorlopen voordat u de faxfuncties kunt gebruiken.
Faxen ◼ Eenvoudig en snel bestemmingen opgeven Opgeven vanuit het adresboek(P. 156) Bestemmingen rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren(P. 158) Eerder gebruikte bestemmingen opgeven(P. 161) Bestemmingen op een LDAPserver opgeven(P. 164) ◼ Faxen verzenden en ontvangen op de manier zoals u dat wilt Eerst een gesprek tot stand brengen en dan een fax versturen (handmatig verzenden)(P. 186) Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending)(P.
Faxen Ontvangen faxen doorsturen(P. 193) Verzonden faxen archiveren(P. 200) ◼ Faxen rechtstreeks vanaf uw computer versturen Faxen versturen vanaf uw computer (PC Fax) (MF515x)(P. 205) ◼ Faxen verzenden en ontvangen via internet Internet Fax (I-Fax) gebruiken(P. 226) 140 Faxinformatiediensten ontvangen(P.
Faxen Begininstellingen configureren voor faxfuncties 103K-029 Volg stappen 1 - 4 hieronder om de faxinstellingen te configureren. Bepaal eerst welke ontvangstmodus het best aansluit bij uw situatie en volg dan de aanwijzingen op het scherm om de bijbehorende instellingen te configureren. Als u meer wilt weten over een bepaalde stap, klikt u op de koppeling om naar het desbetreffende gedeelte te gaan. Stap 1 Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken(P.
Faxen Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken 103K-02A U kunt de faxinstellingen pas configureren als u hebt bepaald welke ontvangstmodus het best aansluit bij het beoogde gebruik. Beoogd gebruik Ontvangstmodus Alleen fax gebruiken/nooit telefoon gebruiken Kies deze instelling als u het apparaat uitsluitend wilt gebruiken voor het ontvangen van faxen en u de telefoon of optionele handset niet gaat gebruiken.
Faxen Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren 103K-02C Registreer het faxnummer en de naam van het apparaat. Deze gegevens worden afgedrukt aan het begin van pagina's die u verstuurt. 1 Druk op 2 Selecteer 3 Tik op . 4 Tik op . en tik op
Faxen 5 Voer het faxnummer in met de numerieke toetsen en tik op . 6 Tik op . 7 Voer met behulp van de numerieke toetsen de naam van het apparaat in (zoals een gebruikersnaam of bedrijfsnaam) en tik op . ● Voer een naam in van maximaal 24 alfanumerieke tekens. Voor het invoeren van tekst raadpleegt u invoeren(P. 41) . » Ga verder met De ontvangstmodus selecteren(P. 145) KOPPELINGEN Faxen verzenden (MF515x)(P.
Faxen De ontvangstmodus selecteren 103K-02E Selecteer vooraf de ontvangstmodus die het best aansluit bij het beoogde gebruik ( faxontvangstmodus u wilt gebruiken(P. 142) ). 1 Bepalen welke Tik op . ● Het onderstaande scherm wordt weergegeven nadat u een naam voor het apparaat hebt geregistreerd ( Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren(P. 143) ). 2 Selecteer de ontvangstmodus die het best aansluit bij het beoogde gebruik.
Faxen 3 Tik op . ● Is het apparaat ingesteld op , tik dan op . » Ga verder met De telefoonlijn aansluiten(P. 147) KOPPELINGEN Faxen ontvangen (MF515x)(P.
Faxen De telefoonlijn aansluiten 103K-02F Sluit de telefoonlijn aan op het apparaat. 1 Tik op . ● Een van de onderstaande schermen wordt weergegeven nadat de ontvangstmodus is ingesteld ( ontvangstmodus selecteren(P. 145) ). 2 De Sluit de telefoonlijn aan op het apparaat. Belangrijke informatie voor het aansluiten van de telefoonlijn Het apparaat wordt geleverd met een telefoonsnoer en een adapter om de telefoonlijn aan te sluiten.
Faxen ● Als u een externe telefoon met faxfuncties aansluit, moet u de telefoon instellen voor het handmatig ontvangen van faxen. 3 Tik op als u de telefoonlijn hebt aangesloten. 4 Tik op . 5 Tik op . 6 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. ● Als u de machine opnieuw opstart, wordt het type telefoonlijn automatisch ingesteld.
Faxen
Faxen Faxen verzenden 103K-02H ● U moet enkele procedures doorlopen voordat u de faxfuncties kunt gebruiken. configureren voor faxfuncties (MF515x)(P. 141) 1 Plaats één of meer documenten. 2 Druk op Begininstellingen Documenten plaatsen(P. 47) en tik op . ● Wanneer het aanmeldingsscherm verschijnt, voer dan met de numerieke toetsen de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Selecteer vervolgens de authenticatie-server en druk op . Inloggen op Geautoriseerd Verzenden(P. 45) 3 Druk op .
Faxen Als een bevestigingsscherm wordt weergegeven ● Wanneer is ingesteld op , wordt weer het invoerscherm weergegeven waarin u de bestemming kunt bevestigen ( Bestemmingen controleren vóór het verzenden van documenten(P. 575) ).Voer de bestemming opnieuw in. Een bestemming toevoegen ● U kunt een tweede of daaropvolgende bestemming invoeren door te tikken op numerieke toetsen opgeven>. U kunt tot 10 bestemmingen opgeven.
Faxen Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven ● Voordat u tikt op in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de bestemmingen die u hebt opgegeven. Geef een bestemming op die u wilt wissen en druk op . Een fax naar het buitenland sturen Voer de internationale toegangscode, het landnummer, het kengetal en het faxnummer in om de bestemming op te geven. 1 Voer de internationale toegangscode in. 2 Tik op .
Faxen 5 5 Tik op . Geef de gewenste scaninstellingen op. ● Tik op de menuoptie die u wilt instellen. 6 Druk op Verschillende faxinstellingen(P. 168) om het verzenden te starten. ➠ Het scannen van het document start. ● Tik op annuleren(P. 179) om het verzenden te annuleren. Documenten (Fax/I-Fax) verzenden Als u in stap 1 documenten in de documentinvoer plaatst De faxen worden verzonden zodra het scannen is voltooid.
Faxen ● Als u faxen altijd met dezelfde instellingen wilt verzenden: De standaardinstellingen wijzigen(P. 175) ● Als u een combinatie van instellingen wilt opslaan voor eenvoudig gebruik: faxinstellingen opslaan(P. 176) ● Als u een geluid wilt horen als de handset van de haak is: Veelgebruikte Alarm Handset van haak(P. 672) KOPPELINGEN Faxen verzenden en ontvangen op de manier zoals u dat wilt (MF515x)(P. 185) Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren (MF515x)(P.
Faxen Geregistreerde bestemmingen opgeven 103K-02J U kunt bestemmingen opgeven door ze uit het Adresboek te selecteren of met nummers voor verkort kiezen, maar u kunt het ook doen met de numerieke toetsen. U kunt Het Adresboek of de nummers voor verkort kiezen pas gebruiken wanneer u van tevoren bestemmingen hebt geregistreerd. Als er op uw kantoor een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ook een bestemming opgeven met behulp van gebruikersinformatie in de server. Opgeven vanuit het adresboek(P.
Faxen Opgeven vanuit het adresboek 103K-02K U kunt een bestemming opgeven via het adresboek door een keuze te maken in de lijst met opgeslagen bestemmingen of door op naam van ontvanger te zoeken naar bestemmingen. ● U moet bestemmingen opslaan in het adresboek om deze functie te kunnen gebruiken. adresboek(P. 79) 1 Druk op en tik op . ● U kunt ook tikken op 2 Selecteer een index. . Index(P.
Faxen Bestemmingen verwijderen Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. 1 Selecteer 2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . . ● Als u bij stap 2 Groepskiezen hebt opgegeven, verschijnt . Als u op dit item tikt, ziet u hoeveel bestemmingen in de groep zijn opgeslagen. 4 Tik op .
Faxen Bestemmingen rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren 103K-02L Getallen van drie cijfers (codes voor verkort kiezen) worden aan adressen in het Adresboek toegewezen. Als u een adres wilt opgeven hoeft u alleen maar de code voor verkort kiezen in te voeren. ● Als u verkort kiezen met codenummers wilt gebruiken, moet de bestemming van tevoren in het Adresboek zijn geregistreerd. Bestemmingen opslaan in het adresboek(P. 81) 1 Druk op en tik op .
Faxen Als er om bevestiging wordt gevraagd ● Wanneer is ingesteld op , verschijnt er een scherm met de bestemming en de naam voor de code. (In het geval van een code voor groepskiezen ziet u de naam van de bestemming en het aantal bestemmingen.) Controleer of alles in orde is en tik op . Tik als u een andere bestemming wilt opgeven op en voer de driecijferige code voor verkort kiezen nogmaals in. Bestemmingen in het adresboek weergeven(P.
Faxen Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven ● Voordat u tikt op in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de bestemmingen die u hebt opgegeven. Geef een bestemming op die u wilt wissen en druk op KOPPELINGEN Faxen verzenden (MF515x)(P. 150) Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending)(P. 188) 160 .
Faxen Eerder gebruikte bestemmingen opgeven 103K-02R U kunt een bestemming selecteren uit de drie laatst gebruikte bestemmingen. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte faxinstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd. ● Als is ingesteld op , kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren(P.
Faxen ● Als u meerdere bestemmingen overdraagt, wordt alleen het adres voor de eerste verzending weergegeven in het logboek, maar alle bestemmingen worden opgegeven. Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending)(P. 188) . ➠ De geselecteerde bestemming en de faxinstellingen die toen is gebruikt, worden opgeven. U kunt ook de instellingen wijzigen voordat u verzendt.
Faxen KOPPELINGEN Faxen verzenden (MF515x)(P.
Faxen Bestemmingen op een LDAP-server opgeven 103K-02S Als in uw kantooromgeving een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ook met behulp van gebruikersinformatie op de server een bestemming opgeven. Ga via het apparaat naar de LDAP-server om naar de juiste gebruikersinformatie te zoeken en dat als bestemming op te geven. ● U moet de instellingen voor verbinding met een LDAP-server vooraf opgeven. registreren(P. 510) 1 Druk op LDAP-servers en tik op .
Faxen 5 Voer de te zoeken tekenreeks in met de numerieke toetsen en tik op . ● Voor het invoeren van tekst raadpleegt u Tekst invoeren(P. 41) . ● Als u meerdere zoekcriteria wilt opgeven, herhaalt u stappen 4 en 5. 6 Tik op . 7 Selecteer de zoekmethode. Er worden alleen gebruikers gevonden en weergegeven die voldoen aan alle zoekcriteria uit stappen 4 en 5.
Faxen ➠ U ziet de gebruikers die voldoen aan de opgegeven zoekcriteria. ● Als er een verificatiescherm verschijnt wanneer u op tikt, voert u de gebruikersnaam van het apparaat en het bijbehorende wachtwoord in die zijn geregistreerd op de LDAP-server en tikt u vervolgens op . LDAP-servers registreren(P. 510) 9 Schakel het selectievakje in voor de gebruiker die u wilt opgeven als bestemming. ● U kunt maximaal 10 bestemmingen opgeven vanaf een LDAP-server.
Faxen 3 Tik op . 4 Tik op . Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven ● Voordat u tikt op in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de bestemmingen die u hebt opgegeven. Geef een bestemming op die u wilt wissen en druk op KOPPELINGEN Faxen verzenden (MF515x)(P. 150) Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending)(P. 188) 167 .
Faxen Verschillende faxinstellingen 103K-02U U kunt kiezen tussen verschillende nuttige instellingen, bijvoorbeeld als u de dichtheid wilt aanpassen of de helderheid van een afbeelding wilt verbeteren. Resolutie aanpassen(P. 169) Dichtheid aanpassen(P. 170) Scherpte aanpassen(P. 172) 168 Dubbelzijdige documenten scannen(P.
Faxen Resolutie aanpassen 103K-02W U kunt de resolutie selecteren die het beste past bij uw documenttype. Hoe hoger de resolutie, des te scherper de afbeelding, maar des te langer het duurt om de fax te verzenden. Selecteer de resolutie <200 x 100 dpi (Normaal)> Selecteer deze optie voor documenten met alleen tekst. <200 x 200 dpi (Fijn)> Selecteer deze optie voor documenten met kleine letters. <200 x 200 dpi (Foto)> Deze optie is geschikt voor documenten met foto's.
Faxen Dichtheid aanpassen 103K-02X U kunt de dichtheid van de fax aanpassen als de tekst of afbeeldingen in een document te licht of te donker zijn. De dichtheid aanpassen <-> Hiermee verlaagt u de dichtheid. <+> Hiermee verhoogt u de dichtheid. KOPPELINGEN Faxen verzenden (MF515x)(P. 150) Scherpte aanpassen(P.
Faxen Dubbelzijdige documenten scannen 103K-02Y Het apparaat kan automatisch de voor- en achterzijde scannen van documenten in de invoer. ● Het apparaat kan de beide zijden van documenten namelijk niet automatisch scannen wanneer u de documenten op de glasplaat legt of wanneer Handmatig verzenden is ingeschakeld.
Faxen Scherpte aanpassen 103K-030 U kunt de scherpte van de afbeelding aanpassen. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. Pas de scherpte aan <-> Hiermee verlaagt u de scherpte, waardoor het beeld minder hard is. Voorbeeld: Als u de weergave van foto's uit een tijdschrift wilt verbeteren <+> Hiermee verhoogt u de scherpte van de afbeelding.
Faxen KOPPELINGEN Faxen verzenden (MF515x)(P. 150) Dichtheid aanpassen(P.
Faxen De gewenste faxinstellingen configureren 103K-031 De standaardinstellingen zijn de instellingen die steeds worden weergegeven wanneer u het apparaat aanzet of . Als u de instellingen die u vaak gebruikt, registreert als standaardinstellingen, hoeft u niet wanneer u drukt op steeds dezelfde instellingen op te geven wanneer u een fax verstuurt. Daarnaast kunt u combinaties van bestemmingen en faxinstellingen registreren en deze gebruiken wanneer u ze maar nodig hebt.
Faxen De standaardinstellingen wijzigen 103K-032 De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft te configureren als u gaat faxen.
Faxen Veelgebruikte faxinstellingen opslaan 103K-033 U kunt tot wel 18 veelgebruikte combinaties van faxinstellingen registreren. U kunt geregistreerde instellingen snel weergeven, wanneer dat nodig is, zodat u niet iedere keer instellingen hoeft te maken, zoals 'een tweezijdig origineel scannen, verzenden naar 5 bestemmingen, scherpte instellen'. Ook kunt u instellingen weergeven als knoppen met snelkoppelingen in het scherm Start. Favoriete instellingen registreren(P.
Faxen 4 Bekijk de melding en tik op . 5 Selecteer waar u de instellingen wilt registreren. 6 Controleer de details van de instellingen die u wilt registreren en tik op . ● Tik op een te registreren instelling als u de waarde ervan wilt wijzigen. faxinstellingen(P. 168) Verschillende ● U kunt de bestemming van de registratie een andere naam geven door te tikken op . Informatie over het invoeren van tekst, vindt u bij Tekst invoeren(P. 41) .
Faxen ● Als het scherm Start vol is en u kunt de knop niet toevoegen, wis dan met geregistreerde knoppen of spaties. Het scherm Start aanpassen(P. 34) ● Opgeslagen instellingen worden ook behouden wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. ● Om geregistreerde instellingen te bewerken of te wissen, gaat u naar of en volgt u de onderstaande stappen.
Faxen Documenten (Fax/I-Fax) verzenden annuleren 103K-034 Als u het verzenden van faxberichten wilt annuleren, onmiddellijk nadat u op hebt gedrukt, tik dan op op de display of druk op op het bedieningspaneel. U kunt het verzenden van faxberichten ook annuleren na het controleren van de faxstatus.
Faxen KOPPELINGEN Faxen verzenden (MF515x)(P. 150) I-Faxen verzenden(P. 227) Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren (MF515x)(P.
Faxen Faxen ontvangen 103K-035 In dit gedeelte worden de methoden beschreven voor het ontvangen van faxen. Er wordt ook uitgelegd hoe u de machine configureert voor het ontvangen van faxen. U moet enkele procedures uitvoeren met betrekking tot de faxfuncties voordat u de ontvangstinstellingen gaat opgeven. Begininstellingen configureren voor faxfuncties (MF515x)(P. 141) ● Het apparaat kan ontvangen faxdocumenten afdrukken op papier van het formaat A4 of Letter.
Faxen ● U kunt instellen dat faxen automatisch moeten worden ontvangen als een binnenkomende oproep een bepaalde tijd overgaat. Omschakelen naar Auto RX(P. 679) Als de oproep een fax is De fax wordt automatisch ontvangen nadat u een signaal voor een binnenkomende oproep hebt gehoord. Als de oproep een telefoongesprek is Het antwoordapparaat wordt ingeschakeld, zodat de beller een bericht kan inspreken.
Faxen 2 Tik op . 3 Selecteer de ontvangstmethode. Als u kiest Geef desgewenst de drie volgende instellingen op. Tik op als u klaar bent. Hier kunt u de periode opgeven waarin de machine bepaalt of een binnenkomende oproep een fax is of een telefoongesprek.
Faxen ● Als u wilt blijven afdrukken wanneer de toner bijna op is: leeg is(P. 682) Doorgaan met afdrukken als cartridge bijna ◼ Een telefoon gebruiken om faxen te ontvangen (ontvangst op afstand) Wanneer u de telefoon opneemt en een faxsignaal hoort, hoeft u niet naar de machine te lopen om de fax te ontvangen. Gebruik de telefoon om een bepaalde code in te voeren (standaard is dit 25) en de fax wordt dan ontvangen.
Faxen Faxen verzenden en ontvangen op de manier zoals u dat wilt 103K-036 Naast de standaardmethoden voor het verzenden en ontvangen van faxen, zijn er verschillende andere manieren die aansluiten bij de manier waarop u werkt. Eerst een gesprek tot stand brengen en dan een fax versturen (handmatig verzenden)(P. 186) Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending)(P. 188) Ontvangen faxen in het geheugen opslaan (ontvangst in geheugen)(P. 190) Ontvangen faxen doorsturen(P.
Faxen Eerst een gesprek tot stand brengen en dan een fax versturen (handmatig verzenden) 103K-037 U kunt faxen handmatig versturen aan het einde van een telefoongesprek. Wanneer u een pieptoon hoort over de telefoon, betekent dit dat de ontvanger probeert uw fax te ontvangen. Druk op om de fax te verzenden. ● U moet vooraf een telefoon of de optionele handset aansluiten op het apparaat. 1 Plaats één of meer documenten. Documenten plaatsen(P.
Faxen 7 Druk op en leg de handset op de houder. KOPPELINGEN Faxen verzenden (MF515x)(P. 150) Documenten (Fax/I-Fax) verzenden annuleren(P. 179) Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren (MF515x)(P.
Faxen Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending) 103K-038 U kunt faxberichten versturen naar 310 bestemmingen tegelijk. Geef met de numerieke toetsen* of het Adresboek meerdere bestemmingen op. Als er in uw kantoor een LDAP-server* is geïnstalleerd. * Het maximumaantal bestemmingen dat u kunt opgeven wanneer u een LDAP-server of de numerieke toetsen gebruikt, is 10.
Faxen ● Als u dit wilt doen met de numerieke toetsen, voert u het faxnummer in en tikt u op . Als u bestemmingen wilt toevoegen, selecteert u voordat u dezelfde procedure herhaalt. ● Als u bestemmingen wilt opgeven vanuit het adresboek, zie dan Opgeven vanuit het adresboek(P. 156) . ● Als u bestemmingen wilt opgeven met codes voor verkort kiezen, raadpleeg dan rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren(P. 158) .
Faxen Ontvangen faxen in het geheugen opslaan (ontvangst in geheugen) 103K-039 U kunt ontvangen faxberichten in het geheugen opslaan en ze later afdrukken. Met deze functie kan worden voorkomen dat onbevoegde personen onbedoeld vertrouwelijke documenten kunnen inzien. Documenten opslaan in het geheugen(P. 190) Documenten afdrukken die in het geheugen zijn opgeslagen(P. 191) Documenten in het geheugen controleren/verwijderen(P. 191) ● De documenten in het geheugen kunt u ook doorsturen. sturen(P.
Faxen Schakel deze optie in als u RX-resultaatrapporten wilt afdrukken wanneer er documenten in het geheugen worden opgeslagen. Tik op om rapporten af te drukken. U moet ook instellen op . RX-resultaatrapport(P. 836) Geef een periode op waarbinnen ontvangen documenten in het geheugen moeten worden opgeslagen.
Faxen 3 Tik op . 4 Selecteer het document dat u wilt controleren. Het gecontroleerde document verwijderen 1 Tik op . 2 Tik op . KOPPELINGEN Faxen ontvangen (MF515x)(P. 181) Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren (MF515x)(P.
Faxen Ontvangen faxen doorsturen 103K-03A U kunt ontvangen documenten doorsturen naar andere bestemmingen. U kunt een document selecteren uit de documenten die in het geheugen zijn ontvangen, en het doorsturen, of u kunt het apparaat zo instellen dat het automatisch ieder ontvangen document doorstuurt naar opgegeven bestemmingen. U kunt faxnummers, maar ook e-mailadressen, I-Fax, gedeelde mappen in computers en een FTP-server opgegeven als bestemmingen voor het doorsturen.
Faxen Een document selecteren om door te sturen 103K-03C De machine stuurt het document door dat u selecteert uit alle documenten die in het geheugen zijn ontvangen. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst de functie voor ontvangst in het geheugen activeren. Ontvangen faxen in het geheugen opslaan (ontvangst in geheugen)(P. 190) ● Zo lang de functie voor ontvangst in het geheugen is ingeschakeld, worden de documenten in het geheugen niet verwijderd, ook niet nadat ze zijn doorgestuurd.
Faxen 6 Selecteer een bestemming in het adresboek. ● Zie Opgeven vanuit het adresboek(P. 156) voor informatie over het werken met het adresboek. ➠ Het document wordt doorgestuurd naar de opgegeven bestemming.
Faxen Alle ontvangen documenten automatisch doorsturen 103K-03E U kunt instellen dat alle ontvangen documenten worden doorgestuurd naar bepaalde bestemmingen. U kunt zo altijd en overal faxen ontvangen, ook als u niet op kantoor bent. Instellingen opgeven voor documenten die automatisch moeten worden doorgestuurd(P. 196) Doorgestuurde documenten afdrukken(P. 196) Documenten afdrukken, opnieuw verzenden of verwijderen waarvan het doorsturen is mislukt(P.
Faxen Hiermee worden alle doorgestuurde documenten afgedrukt. Hiermee worden alleen de documenten afgedrukt waarvan het doorsturen is mislukt. Documenten afdrukken, opnieuw verzenden of verwijderen waarvan het doorsturen is mislukt U kunt documenten waarvan het doorsturen is mislukt, opslaan in het geheugen en op een later tijdstip afdrukken, opnieuw verzenden of verwijderen.
Faxen Het gecontroleerde document afdrukken 1 Tik op . 2 Tik op . 3 Tik op . Het gecontroleerde document opnieuw verzenden 1 Tik op . 2 Tik op .
Faxen 3 Selecteer een bestemming in het adresboek. ● Zie Opgeven vanuit het adresboek(P. 156) voor informatie over het werken met het adresboek. Het gecontroleerde document verwijderen 1 Tik op . 2 Tik op . KOPPELINGEN Faxen ontvangen (MF515x)(P. 181) Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren (MF515x)(P.
Faxen Verzonden faxen archiveren 103K-03F U kunt een fax verzenden naar een opgegeven adres, maar u kunt gefaxte documenten ook verzenden naar een vooraf ingesteld adres voor opslag. Zo kunt u gemakkelijk een logboek bijhouden van wat u hebt verstuurd. U kunt als adres voor opslag een faxnummer opgeven, een e-mailadres, een gedeelde map op de computer, een FTP-server of een I-Fax. ● Alleen bestemmingen in het Adresboek kunnen worden opgegeven als opslagadres.
Faxen Faxinformatiediensten ontvangen 103K-03H Via faxinformatiediensten kunt u op een eenvoudige manier in het bezit komen van nuttige informatie van bedrijven en organisaties. In dit gedeelte wordt een doorsnee procedure beschreven voor het ontvangen van deze diensten. ● Afhankelijk van de dienst, kunnen de procedures in werkelijkheid iets andere zijn. Volg de procedures voor de dienst die u gebruikt. 1 Druk op en tik op .
Faxen 4 Wanneer u het ingesproken bericht van de informatiedienst antwoordt, drukt u op . ● Deze stap is niet nodig als de machine een lijn voor toonkiezen gebruikt. 5 Gebruik de numerieke toetsen om het nummer in te voeren voor de informatie die u wilt ontvangen. ● U kunt ook de toetsen van de telefoon gebruiken om het nummer in te voeren. 6 Tik op . ● Als u de handset hebt opgenomen, legt u deze nu neer. KOPPELINGEN Faxen ontvangen (MF515x)(P.
Faxen Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren 103K-03J De statuswaarden en communicatielogboeken voor verzonden en ontvangen faxdocumenten kunt u afzonderlijk controleren voor verzonden en ontvangen faxen. ● Wanneer is ingesteld op , kunt u de communicatielogboeken niet inzien. Weergave opdrachtlog(P. 732) 1 Druk op 2 Tik op of . 3 .
Faxen Hier ziet u een lijst met de documenten die worden verzonden of ontvangen, of die wachten op verwerking. Hier ziet u gedetailleerde gegevens van het document dat u in de lijst hebt geselecteerd. Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, wordt het aantal opgegeven bestemmingen op het scherm weergegeven. U kunt de gegevens van opgegeven meerdere bestemmingen controleren door te tikken op .
Faxen Faxen versturen vanaf uw computer (PC Fax) 103K-03K U kunt faxdocumenten die u met uw computerapplicatie hebt gemaakt, rechtstreeks vanaf de computer faxen. U hoeft de documenten dan niet eerst af te drukken en u kunt zo toner en papier besparen. U moet enkele procedures uitvoeren voordat u deze functie kunt gebruiken, zoals het opgeven van de basisinstellingen voor de faxfunctie ( Begininstellingen configureren voor faxfuncties (MF515x)(P.
Faxen Faxen verzenden vanaf een computer 103K-03L ● Wanneer op het apparaat is ingesteld op , kunt u geen faxen versturen vanaf een computer. Faxen via de PC uitschakelen (MF515x)(P. 573) ● U moet Beheer afdelings-id inschakelen in het faxstuurprogramma dat u gebruikt als deze functie is ingeschakeld op de machine. Klik voor meer informatie op [Help] in het faxstuurprogramma. Afdeling-ID beheer configureren(P.
Faxen 2 Stel de communicatiestand in en het faxnummer (of URL). Meerdere bestemmingen tegelijk opgeven 1 Klik op het tabblad [Bestemming selecteren]. 2 Klik op [Bestemming toevoegen]. 3 Stel de communicatiestand in en het faxnummer (of URL), en klik op [OK]. 4 Herhaal de stappen 2 en 3 als u bestemmingen erbij wilt opgeven. ● U kunt een bestemming toevoegen door in stap 3 op [Volgende bestemming toevoegen] te klikken.
Faxen ● Als u bestemmingen eenvoudiger wilt invoeren via het adresboek, raadpleegt u bestemmingen gebruiken(P. 220) . Opgeslagen ● Als u [Verzonden faxgegevens en afbeelding opslaan] selecteert, kunt u de logboeken voor verzonden documenten opslaan en gedetailleerde informatie over een verzonden document controleren, zoals de faxafbeelding, de bestemmingen en het aantal pagina's. Klik voor meer informatie op [Help] in het faxstuurprogramma.
Faxen Een voorblad toevoegen aan faxen die u verstuurt vanaf een pc 103K-03R U kunt een voorblad toevoegen aan het document dat u wilt versturen. Selecteer één van de drie kant-en-klare voorbladen in het faxstuurprogramma of maak zelf een voorblad. Klik voor meer informatie op [Help] in het faxstuurprogramma. 1 Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer. ● De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen.
Faxen [Bijlage voorblad] Selecteer [Ander blad voor elke bestemming] of [Hetzelfde blad voor alle bestemmingen]. [Stijl] Selecteer één van de drie vooraf gedefinieerde voorbladen ([Sjabloon 1] tot [Sjabloon 3]). De indeling van het geselecteerde voorblad ziet u in de afbeelding aan de linkerkant. [Toe te voegen items] Geef de items weer die u wilt toevoegen aan het voorblad. Klik op [Instellingen] om de items die moeten worden opgenomen, te wijzigen.
Faxen Met / zonder logo's of handtekeningen Selecteer [Afdrukken met logo] of [Afdrukken met handtekening] om een logo of handtekening op het voorblad op te nemen. De bitmapbestanden met het logo of de handtekening moeten al wel beschikbaar zijn. Locatie van bestanden met logo of handtekening Geef de locatie op van de bestanden met het logo of de handtekening. Klik op [Bladeren] om het bestand te zoeken dat een logo of handtekening bevat.
Faxen 5 Klik op [Voorbeeld] om de inhoud van het voorblad te controleren en klik op [OK] als u tevreden bent. ● Als u de inhoud wilt wijzigen, voert u de procedure opnieuw uit vanaf stap 3. ➠ Het opgegeven voorblad wordt aan de fax toegevoegd als deze wordt verzonden.
Faxen Het adresboek gebruiken voor faxverzending via de pc 103K-03S Nadat u veelgebruikte bestemmingen voor faxen die u vanaf de pc stuurt aan het adresboek hebt toegevoegd, kunt u deze bestemmingen eenvoudig opgeven wanneer u vanaf uw pc een fax gaat versturen. U kunt ook adresboekgegevens in de indeling CSV uit andere programma's importeren op het apparaat, zoals uit Microsoft Excel.
Faxen 5 Geef de locatie op voor het opslaan van de adresboekgegevens en klik op [OK]. ● Sla de adresboekgegevens op in een map waarvoor u schrijfbevoegdheden hebt, zoals de map [Mijn documenten]. 6 Klik op [Nieuw] of [Kopiëren]. ● Om een nieuw, leeg adresboek aan te maken, klikt u op [Nieuw]. Om het huidige adresboek ergens anders op te slaan met behoud van de inhoud, klikt u op [Kopiëren].
Faxen 215
Faxen Bestemmingen opslaan 103K-03U In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u bestemmingen kunt opslaan in het adresboek die u wilt gebruiken als u faxen rechtstreeks vanaf uw computer gaat versturen. U kunt verschillende bestemmingen in het adresboek selecteren en deze opslaan als een groepsbestemming (groepskiezen). Dit is handig wanneer u een fax naar meerdere bestemmingen tegelijk wilt sturen. Bestemmingen opslaan(P. 216) Meerdere bestemmingen opslaan als één bestemming (groepskiezen)(P.
Faxen 4 Klik op [Persoon toevoegen]. ● Als u opgeslagen bestemmingen wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u een bestemming bij [Adresboek] en klikt u op [Bewerken] of [Verwijderen]. 5 Geef iedere instelling op en klik op [OK]. Adres Voer de naam van de ontvanger, het bedrijf en de afdeling in. [Notities] Voer desgewenst opmerkingen in. Faxnummer Voer een of meer faxnummers in. Typ desgewenst een afbreekstreepje tussen de nummers.
Faxen Meerdere bestemmingen opslaan als één bestemming (groepskiezen) 1 2 Open de printermap. De printermap weergeven(P. 912) Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het faxstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken]. 3 Klik op het tabblad [Bestemming selecteren] tab 4 Klik op [Groep toevoegen]. [Adresboek bewerken].
Faxen 5 Geef iedere instelling op en klik op [OK]. [Groepsnaam] Voer een groepsnaam in zoals "Verkoopafdeling 1". [Weergeven] Selecteer het type bestemmingen dat u wilt weergeven bij [Beschikbare bestemmingen], waaruit u de bestemmingen kunt selecteren die u voor groepskiezen wilt opslaan. [Persoon] afzonderlijke bestemmingen weergeven. [Groeperen] groepsbestemmingen weergeven. [Alle] Alle bestemmingen weergeven die in het adresboek zijn opgeslagen.
Faxen Opgeslagen bestemmingen gebruiken 103K-03W In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u bestemmingen opvraagt die in het adresboek zijn opgeslagen. Bestemmingen opslaan(P. 216) ● U kunt het adresboek niet gebruiken als u geen toegang hebt tot de map waarin het adresboek is opgeslagen. Meld u aan als een gebruiker met toegang tot de map of kies een andere opslaglocatie voor het adresboek. De locatie voor het opslaan van adresboekgegevens wijzigen(P.
Faxen ● Herhaal stap 4 als u meerdere bestemmingen wilt opgeven. ● Met [Adreslijst] kunt u naar bestemmingen zoeken. ● Wanneer u op [Adresboek bewerken] klikt, kunt u het adresboek bewerken.
Faxen Adresboekgegevens importeren en exporteren via het faxstuurprogramma 103K-03X Adresboekgegevens in de indeling CSV die in andere programma's gemaakt zijn, zoals bijvoorbeeld Microsoft Excel, kunnen in het apparaat geïmporteerd worden. Omgekeerd kunt u het adresboek ook exporteren naar een bestand voor gebruik op andere faxapparaten of in andere programma's. Adresboekgegevens importeren(P. 222) Adresboekgegevens exporteren(P.
Faxen 5 Selecteer het bestand dat u wilt importeren en klik op [Openen]. ● In het geval van een CSV-bestand geeft u de scheidingstekens op die in het bestand worden gebruikt. ➠ De bestemmingen die uit het bestand worden geïmporteerd, kunt u nu kiezen in [Adresboek]. Adresboekgegevens exporteren Het faxstuurprogramma kan naar de volgende twee bestandsindelingen exporteren: CSV-bestanden (*.csv) en Canonadresboekbestanden (*.abk).
Faxen 1 2 Open de printermap. De printermap weergeven(P. 912) Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het faxstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken]. 3 Klik op het tabblad [Bestemming selecteren] tab 4 Klik op [Exporteren]. 224 [Adresboek bewerken].
Faxen ● Als u [Beveiligen met een wachtwoord bij export van de adreslijst] hebt geselecteerd in het dialoogvenster dat verschijnt als u op [Beveiligingsinstellingen] van het tabblad [Speciaal] hebt geklikt, wordt er een dialoogvenster weergegeven voor het invoeren van een wachtwoord als u op [Exporteren] klikt. Klik voor meer informatie op [Help] in het faxstuurprogramma. 5 Geef de locatie op voor het opslaan van het bestand, de bestandsnaam en de bestandsindeling. Klik vervolgens op [Opslaan].
Faxen Internet Fax (I-Fax) gebruiken 103K-03Y De functie Internet Fax (I-Fax) biedt u de mogelijkheid faxen te verzenden en te ontvangen over internet. De oorspronkelijke te faxen documenten worden als TIFF- beeldbestanden aan e-mailberichten gehecht. Omdat er geen telefoonverbinding wordt gebruikt, kunt u faxberichten versturen naar verre bestemmingen en documenten van vele pagina's versturen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over de kosten van de communicatie.
Faxen I-Faxen verzenden 103K-040 Als u een fax wilt versturen naar een computer of een ander toestel dat geschikt is voor I-Fax, geeft u niet een faxnummer op als de bestemming, maar een e-mailadres. Verstuurt u een I-Fax naar een computer, dan wordt deze verstuurt als een e-mail-attachment in TIFF-formaat. En op dezelfde wijze als u een e-mailbericht verstuurd naar een computer, kunt u meerdere bestemmingen en ook Cc- en Bcc-bestemmingen opgeven. 1 Plaats één of meer documenten.
Faxen Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven ● U kunt alleen verzenden naar uw eigen naar e-mailadres. Wilt u verzenden naar andere bestemmingen, dan moet de authenticatie-instellingen van de zendfunctie configureren, zodat e-mailverzending niet wordt beperkt. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor details. LDAP-Server- authenticatie(P. 548) . 5 Geef indien nodig meerdere bestemmingen op, zoals Cc- en Bcc-bestemmingen.
Faxen ● U kunt niet zelf bestandsnamen opgeven. 7 Geef het onderwerp, de tekst en het antwoordadres van de e-mail op. ● Het onderwerp is standaard op "Aangehechte afbeelding" ingesteld. ● Er wordt standaard geen berichttekst ingevoerd. Typ desgewenst zelf de tekst van het e-mailbericht. Als u geen tekst invoert, worden alleen de gescande documenten verstuurd. ● Het antwoordadres is niet standaard ingesteld.
Faxen 5 Voer de tekst van het bericht in met de numerieke toetsen en tik op . 6 Tik op . Het antwoordadres opgeven 1 Tik op . 2 Tik op . 3 Tik op een antwoordadres uit het Adresboek. ● Zie Opgeven vanuit het adresboek(P. 156) voor informatie over het werken met het adresboek. Het op te geven antwoordadres moet altijd één van de e-mailadressen zijn die in het adresboek zijn geregistreerd. 8 Druk op om het verzenden te starten.
Faxen ➠ Het scannen van het document start. ● Tik op annuleren(P. 179) om het verzenden te annuleren. Documenten (Fax/I-Fax) verzenden Als u in stap 1 documenten in de documentinvoer plaatst De I-fax worden verzonden wanneer het scannen is voltooid. Wanneer u in stap 1 documenten op de glasplaat legt Volg de onderstaande procedures wanneer het scannen is voltooid. 1 Als u extra pagina's van het document wilt scannen, legt u de volgende pagina op de glasplaat en drukt u op .
Faxen 3 Klik op [Netwerkinstellingen] 4 Klik op [Wissen] in [Postbus wissen]. 5 Lees de melding die wordt weergegeven en klik op [OK]. [E-mail-/I-faxinstellingen].
Faxen ➠ E-mail wordt gewist uit de postbus. ● Als u altijd wilt verzenden met dezelfde instellingen: De standaardinstellingen wijzigen(P. 385) ● Als u een combinatie van instellingen wilt opslaan voor eenvoudig gebruik: Veelgebruikte scaninstellingen registreren (E-Mail/I-fax/Gedeelde map/FTP-server)(P. 388) ● Als u de naam van de afzender van de I-fax wilt opgeven: (P.
Faxen I-Faxen ontvangen 103K-041 ◼ Wanneer een I-Fax binnenkomt Wanneer een I-Fax binnenkomt, knippert het lampje Verwerken/gegevens op het bedieningspaneel. Wanneer een IFax volledig is ontvangen, wordt het document automatisch afgedrukt en gaat het lampje uit.
Faxen KOPPELINGEN Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren (MF515x)(P.
De machine als printer gebruiken De machine als printer gebruiken De machine als printer gebruiken ....................................................................................................... 237 Afdrukken vanaf een computer ....................................................................................................................... 238 Een document afdrukken .............................................................................................................................
De machine als printer gebruiken De machine als printer gebruiken 103K-042 Er zijn tal van manieren om het apparaat als printer te gebruiken. U kunt documenten op uw computer afdrukken met behulp van het printerstuurprogramma of afbeeldingsbestanden afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat. Maak afhankelijk van uw wensen volledig gebruik van de afdrukfuncties. ◼ Afdrukken vanaf een computer Een document dat u op uw computer hebt gemaakt, kunt u afdrukken via het printerstuurprogramma.
De machine als printer gebruiken Afdrukken vanaf een computer 103K-043 Documenten die u met een programma op uw computer hebt gemaakt, kunt u afdrukken via het printerstuurprogramma. Het printerstuurprogramma heeft een aantal handige instellingen, zoals vergroten/ verkleinen en dubbelzijdig afdrukken, waarmee u uw documenten op verschillende manieren kunt afdrukken.
De machine als printer gebruiken Open de printermap ( De printermap weergeven(P.
De machine als printer gebruiken Een document afdrukken 103K-044 In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document op uw computer afdrukt via het printerstuurprogramma. Papierinstellingen op het apparaat ● Normaal gesproken moet u, voordat u gaat afdrukken, het formaat en het type papier opgeven dat is geladen in iedere papierbron. Het type en formaat papier opgeven(P.
De machine als printer gebruiken [Paginaformaat] Selecteer het formaat van het document dat in de toepassing is gemaakt. [Uitvoerformaat] Selecteer het formaat van het papier waarop het document zal worden afgedrukt. Als het geselecteerde formaat verschilt van het formaat dat is opgegeven in [Paginaformaat], wordt het document automatisch vergroot/verkleind afgedrukt op het geselecteerde formaat. Vergroten of verkleinen(P.
De machine als printer gebruiken Instelwaarde Papierbron Lade 1 Papier wordt ingevoerd via de papierlade van het apparaat. Lade N (N = 2 tot 3) Papier wordt ingevoerd via de als optie verkrijgbare papierinvoer. [Papiersoort] Geef de instelling op uitgaande van de papiersoort en het basisgewicht van het papier. plaatsen(P. 51) 5 Geef zo nodig andere afdrukinstellingen op. afdrukinstellingen(P.
De machine als printer gebruiken ● Als u het afdrukken wilt annuleren, klikt u op [Annuleren] als het bovenstaande scherm wordt weergegeven. Nadat het scherm verdwijnt of als het scherm niet wordt weergegeven, kunt u het afdrukken op andere manieren annuleren. Afdrukken annuleren(P. 244) Als u in Windows 8/Server 2012 afdrukt vanuit de app Windows Store Geef de tekens aan de rechterzijde van het scherm weer en volg onderstaande procedure.
De machine als printer gebruiken Afdrukken annuleren 103K-045 U kunt het afdrukken annuleren vanaf uw computer of vanaf het bedieningspaneel van de machine. Vanaf een computer(P. 244) Vanaf het bedieningspaneel(P. 245) Vanaf een computer U annuleert het afdrukken vanaf het pictogram van de printer dat wordt weergegeven in het systeemvak van het bureaublad. 1 Dubbelklik op het printerpictogram. Wanneer het printerpictogram niet wordt weergegeven ● Open de printermap ( De printermap weergeven(P.
De machine als printer gebruiken Annuleren vanuit de externe UI ● U kunt het afdrukken annuleren vanuit de pagina [Opdrachtstatus] van de UI op afstand: status van afdruktaken controleren(P. 629) De huidige Annuleren vanuit een programma ● In sommige programma's verschijnt het onderstaande scherm. U kunt het afdrukken annuleren door te klikken op [Annuleren]. Vanaf het bedieningspaneel Annuleer het afdrukken met ◼ Druk op of .
De machine als printer gebruiken ● Het is mogelijk dat er nog enkele pagina's worden uitgevoerd nadat u het afdrukken hebt geannuleerd. KOPPELINGEN Een document afdrukken(P. 240) Afdrukstatus en logboeken controleren(P.
De machine als printer gebruiken Afdrukstatus en logboeken controleren 103K-046 U kunt de actuele afdrukstatus en de logboeken voor afgedrukte documenten controleren. ● Wanneer is ingesteld op , kunt u de afdruk-logboeken niet inzien. Weergave opdrachtlog(P. 732) Handig in de volgende situaties ● Als het erg lang duurt voordat uw documenten worden afgedrukt, kunt u de wachtrij bekijken met de documenten die nog niet zijn afgedrukt.
De machine als printer gebruiken Hier ziet u een lijst met de documenten die worden verwerkt, die worden afgedrukt of die wachten op verwerking. Hier ziet u gedetailleerde gegevens van het document dat u in de lijst hebt geselecteerd. De afdruklogboeken controleren 1 Tik op . 2 Selecteer het document waarvan u het logboek wilt controleren. Hier ziet u een lijst met de documenten die zijn afgedrukt.
De machine als printer gebruiken Afdrukken annuleren(P.
De machine als printer gebruiken Verschillende afdrukinstellingen 103K-047 Er zijn verschillende afdrukinstellingen die u kunt kiezen, zoals vergroot/verkleind afdrukken en dubbelzijdig afdrukken. Vergroten of verkleinen(P. 252) Meerdere pagina's op één vel afdrukken(P. 258) Randen afdrukken(P. 263) Schakelen tussen enkelzijdig en 2-zijdig afdrukken(P. 254) Posters afdrukken(P. 260) Datums en paginanummers afdrukken(P. 264) 250 Afdrukken sorteren per pagina(P. 256) Boekje afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken Bepaalde pagina's afdrukken op ander papier(P. 268) Meerdere documenten combineren en afdrukken(P. 274) Documenttype selecteren(P. 270) Printerinstellingen configureren op het apparaat(P. 278) 251 Toner besparen(P.
De machine als printer gebruiken Vergroten of verkleinen 103K-048 U kunt afdrukken vergroten of verkleinen door een vooraf ingesteld zoompercentage voor afdrukken te selecteren, zoals A5 naar A4. U kunt ook zelf een aangepast zoompercentage kiezen, dat u kunt verhogen of verlagen in stappen van 1%.
De machine als printer gebruiken ● Afhankelijk van het geselecteerde papierformaat, kunt u mogelijk niet het optimale zoompercentage voor afdrukken instellen. Dit kan zich uiten in grote lege vlakken op de afdruk of delen van het document die ontbreken. ● De instellingen voor vergroten/verkleinen in bepaalde programma's hebben prioriteit boven de desbetreffende instellingen in het printerstuurprogramma. KOPPELINGEN Een document afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken Schakelen tussen enkelzijdig en 2-zijdig afdrukken 103K-049 U kunt enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken. De standaardinstelling is [Dubbelzijdig afdrukken]. Pas de instelling desgewenst aan. Zorg ervoor dat de sub-uitvoerlade is gesloten ● Als de sub-uitvoerlade open is, kunt u niet dubbelzijdig afdrukken. Controleer bij het dubbelzijdig afdrukken altijd dat de sub-uitvoerlade gesloten is. Achterzijde(P.
De machine als printer gebruiken [Inbindlocatie] Geef de positie aan waar u de afdrukken wilt inbinden, bijvoorbeeld met een nietapparaat. De afdrukstand verandert als dat nodig is voor de opgegeven inbindlocatie. Klik op [Rugmarge] om de margebreedte voor de inbindpositie op te geven. [Lange zijde [links]] Hiermee worden de pagina's zo afgedrukt dat deze horizontaal worden geopend nadat ze zijn ingebonden.
De machine als printer gebruiken Afdrukken sorteren per pagina 103K-04A Als u afdrukken wilt maken van documenten met meerdere pagina's, selecteert u [Sorteren] om complete sets op volgorde af te drukken. Deze functie is handig bij het voorbereiden van hand-outs voor vergaderingen of presentaties.
De machine als printer gebruiken ● Als u [Uit] selecteert, bepaalt de relevante instelling in het programma of de afdrukken al dan niet worden gesorteerd. KOPPELINGEN Een document afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken Meerdere pagina's op één vel afdrukken 103K-04C U kunt meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Zo kunt u vier of negen pagina's afdrukken op één vel door [4 op 1] of [9 op 1] te gebruiken. Gebruik deze functie als u papier wilt besparen of een document wilt bekijken als miniaturen. ● U kunt nog meer papier besparen door deze instelling te combineren met dubbelzijdig afdrukken. Schakelen tussen enkelzijdig en 2-zijdig afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken [Paginavolgorde] Selecteer een indeling voor de paginaopmaak. Als u bijvoorbeeld [Horizontaal vanaf linkerzijde] selecteert, wordt de eerste pagina links bovenaan afgedrukt en vervolgens worden de volgende pagina's rechts daarvan geplaatst. KOPPELINGEN Een document afdrukken(P. 240) Schakelen tussen enkelzijdig en 2-zijdig afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken Posters afdrukken 103K-04E U kunt één pagina van een document verspreid over meerdere pagina's afdrukken. Als u een document met één pagina van het formaat A4 bijvoorbeeld negen keer zo groot maakt, hebt u een poster van 3x3 vellen A4-formaat nadat u het document hebt afgedrukt en de vellen aan elkaar hebt geplakt.
De machine als printer gebruiken Boekje afdrukken 103K-04F U kunt twee pagina's van een document op beide zijden van één vel papier afdrukken en dan de bedrukte pagina's dubbelvouwen om een boekje te maken. Het printerstuurprogramma regelt de afdrukvolgorde, zodat de paginanummers kloppen. Zorg ervoor dat de sub-uitvoerlade is gesloten ● Als de sub-uitvoerlade open is, kunt u geen boekje afdrukken. Controleer bij het afdrukken van een boekje altijd dat de sub-uitvoerlade gesloten is. Achterzijde(P.
De machine als printer gebruiken ● Voor [Enkelzijdig afdrukken] en [Dubbelzijdig afdrukken], zie afdrukken(P. 254) . Schakelen tussen enkelzijdig en 2-zijdig [Boekje] Dit scherm wordt weergegeven. [Methode voor afdrukken van boekje] ● [Alle pagina's tegelijk]: alle pagina's worden tegelijk als één bundel afgedrukt, zodat u een boekje kunt maken door de bedrukte pagina's dubbel te vouwen.
De machine als printer gebruiken Randen afdrukken 103K-04H U kunt randen, zoals stippellijnen of dubbele ononderbroken lijnen, toevoegen aan de marges van afdrukken. Tabblad [Pagina-instelling] [OK] Klik op [Pagina opties] [Kader] Selecteer hier het type rand. Voorbeeld Hier ziet u een voorbeeld met de geselecteerde rand. KOPPELINGEN Een document afdrukken(P. 240) Datums en paginanummers afdrukken(P. 264) Afdrukken met watermerk(P.
De machine als printer gebruiken Datums en paginanummers afdrukken 103K-04J U kunt de informatie zoals datums of paginanummers afdrukken. Daarnaast kunt u aangeven waar in het document u deze informatie wilt afdrukken (linksboven, rechtsonder, enzovoort). Tabblad [Pagina-instelling] Klik op [Pagina opties] Selecteer de afdrukpositie van de afdrukdatum, de gebruikersnaam of het paginanummer [OK] [OK] [Afdrukdatum] Geef de positie aan voor het afdrukken van de afdrukdatum.
De machine als printer gebruiken KOPPELINGEN Een document afdrukken(P. 240) Randen afdrukken(P. 263) Afdrukken met watermerk(P.
De machine als printer gebruiken Afdrukken met watermerk 103K-04K U kunt een watermerk zoals "KOPIE" of "VERTROUWELIJK" afdrukken over het document. U kunt nieuwe watermerken maken of vooraf geregistreerde watermerken gebruiken. Tabblad [Pagina-instelling] Schakel het selectievakje [Watermerk] in in de vervolgkeuzelijst [OK] Selecteer een watermerk [Watermerk] Schakel het selectievakje [Watermerk] in om de beschikbare watermerken weer te geven in de vervolgkeuzelijst.
De machine als printer gebruiken [Toevoegen] Klik hierop om een nieuw watermerk te maken. U kunt maximaal 50 watermerken opslaan. [Naam] Voer een naam in voor het nieuwe watermerk. [Kenmerken]/[Uitlijning]/[Afdrukstijl] Klik op deze tabbladen om de tekst, kleur of afdrukpositie van het watermerk op te geven. Klik voor meer informatie op [Help] in het printerstuurprogramma. KOPPELINGEN Een document afdrukken(P. 240) Randen afdrukken(P. 263) Datums en paginanummers afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken Bepaalde pagina's afdrukken op ander papier 103K-04L U kunt bepaalde pagina's van een document afdrukken, zoals wanneer u het voorblad van een boekje afdrukt op gekleurd papier. Plaats in dit geval het gekleurde papier voor het voorblad in de multifunctionele lade, plaats normaal papier voor de middenpagina's in de papierlade en geef vervolgens de papierinstellingen op in het printerstuurprogramma.
De machine als printer gebruiken [Verschillend voor voorblad en overige pagina's] Instellingen opgeven voor afdrukken van boekjes ( Boekje afdrukken(P. 261) ). U kunt verschillende papier opgeven voor het voorblad en de pagina's van de tekst. Bijvoorbeeld u kunt het papier in de multifunctionele invoer opgeven voor [Voorblad] en het papier in de papierlade voor [Overige pagina's] (pagina's van de tekst). KOPPELINGEN Een document afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken Documenttype selecteren 103K-04R U kunt het type document opgeven om zo een optimale beeldkwaliteit te garanderen. Er zijn verschillende instellingen voor fotodocumenten, documenten met grafieken en tabellen, en documenten met CAD-tekeningen met zeer dunne lijntjes. Tabblad [Kwaliteit] Selecteer het documenttype in [Doel] [OK] [Doel] Selecteer een optie die het best past bij het type document of het doel van het afdrukken.
De machine als printer gebruiken ● Als u gedetailleerde instellingen wilt opgeven voor de items die u hebt geselecteerd bij [Doel], klikt u op [Geavanceerde instellingen]. Klik voor meer informatie op [Help] in het printerstuurprogramma. KOPPELINGEN Een document afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken Toner besparen 103K-04S U kunt in het printerstuurprogramma instellen dat documenten met minder toner worden afgedrukt. ● Als de tonerspaarstand is ingeschakeld, bestaat de kans dat dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid vaag worden.
De machine als printer gebruiken [Doel] Documenttype selecteren(P. 270) Selecteer het type document waarvoor u de tonerspaarstand wilt inschakelen. [Geavanceerde instellingen] Er verschijnt een scherm met instellingen. Klik op [Tonerspaarstand] en selecteer [Aan] in de vervolgkeuzelijst onder aan het scherm. ● U kunt aangeven of u de tonerspaarstand wilt inschakelen voor ieder documenttype. Schakel voor elk documenttype dat wordt vermeld bij [Doel] al dan niet de tonerspaarstand in.
De machine als printer gebruiken Meerdere documenten combineren en afdrukken 103K-04U Met behulp van Canon PageComposer kunt u meerdere documenten samenvoegen tot één afdruktaak en de taak afdrukken met de opgegeven afdrukinstellingen. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld documenten combineren die met verschillende programma's zijn gemaakt en alle pagina's op hetzelfde papierformaat afdrukken. 1 Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
De machine als printer gebruiken ➠ Canon PageComposer wordt gestart. Het afdrukken wordt nog niet gestart. 5 Herhaal stappen 1 - 4 voor de documenten die u wilt combineren. ➠ De documenten worden toegevoegd aan Canon PageComposer. 6 Selecteer in de lijst [Documentnaam] de documenten die u wilt combineren en klik op . ● U selecteert meerdere documenten door op de documenten te klikken terwijl u de toets [SHIFT] of [CTRL] ingedrukt houdt. 7 Wijzig de instellingen desgewenst en klik op [Combineren].
De machine als printer gebruiken [Afdrukvoorbeeld] U ziet een voorbeeld van het document zoals dat wordt afgedrukt. [Documentenlijst] / [Afdrukinstellingen] ● Klik op het tabblad [Documentenlijst] om de documenten weer te geven die u hebt toegevoegd in stappen 1 - 4. U kunt documenten verwijderen door deze te selecteren in de lijst en op [Van lijst verwijderen] te klikken.
De machine als printer gebruiken Hiermee geeft u het scherm met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma weer. Er zijn minder instellingen beschikbaar dan bij gewoon afdrukken. 8 Selecteer in de lijst [Documentnaam] de gecombineerde afdruktaak die u wilt afdrukken en klik op . ➠ Het afdrukken wordt gestart. ● Raadpleeg Afdrukken annuleren(P. 244) voor instructies voor het annuleren van het afdrukken. KOPPELINGEN Een document afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken Printerinstellingen configureren op het apparaat 103K-04W Wanneer u een document afdrukt vanaf een computer, kunt u verschillende afdrukinstellingen opgeven in het printerstuurprogramma, bijvoorbeeld het aantal exemplaren of enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken. De hieronder beschreven instelling kan echter alleen op het apparaat worden opgegeven.
De machine als printer gebruiken Een document afdrukken(P. 240) Verschillende afdrukinstellingen(P.
De machine als printer gebruiken Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken) 103K-04X Als u gaat afdrukken vanaf een computer, kunt u een pincode instellen voor een document. Het document blijft dan in het geheugen van het apparaat staan en wordt pas afgedrukt nadat op het bedieningspaneel van het apparaat de juiste pincode is ingevoerd. Deze functie wordt Beveiligd afdrukken genoemd en het document dat u beveiligt met een pincode wordt een beveiligd document genoemd.
De machine als printer gebruiken Instellingen configureren voor beveiligd afdrukken 103K-04Y Zorg ervoor dat Beveiligd afdrukken is ingeschakeld in het printerstuurprogramma. ● Om de onderstaande procedure uit te voeren, moet u zich bij de computer aanmelden met een administratoraccount. 1 2 3 Open de printermap. De printermap weergeven(P. 912) Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
De machine als printer gebruiken KOPPELINGEN Documenten beveiligd afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken Documenten beveiligd afdrukken 103K-050 In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een document vanuit een programma kunt afdrukken als een beveiligd document. Er wordt eerst beschreven hoe u een beveiligd document naar de machine stuurt en daarna kunt u lezen hoe u het beveiligde document kunt afdrukken. Een beveiligd document van een computer naar de machine sturen(P. 283) Beveiligde documenten afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken Als u [Ja] hebt geselecteerd Voer de juiste waarde in bij [Gebruikersnaam] en [Pincode], en klik op [OK]. ● De computernaam (aanmeldingsnaam) van uw computer wordt weergegeven in [Gebruikersnaam]. Als u de gebruikersnaam wilt wijzigen, voert u maximaal 32 alfanumerieke tekens in voor een nieuwe gebruikersnaam. ● Voer een getal van maximaal zeven cijfers in bij [Pincode]. 4 Geef de afdrukinstellingen op en klik op [OK].
De machine als printer gebruiken 5 Klik op [Afdrukken] of op [OK]. ➠ Nadat het beveiligde document naar het apparaat is verzonden, blijft het document in het geheugen wachten om te worden afgedrukt. Als u [Nee] hebt geselecteerd bij stap 3 Voer de juiste waarde in bij [Documentnaam], [Gebruikersnaam], en [Pincode] en klik op [OK]. ● De documentnaam wordt automatisch ingesteld op basis van de informatie uit het programma.
De machine als printer gebruiken Beveiligde documenten afdrukken Als u een beveiligd document naar het apparaat hebt verstuurd, moet u het document binnen 30 minuten afdrukken. Als die tijd is verstreken, wordt het document verwijderd uit het geheugen van het apparaat en kunt u het document niet meer afdrukken. ● Als beveiligde documenten niet worden afgedrukt, nemen ze geheugenruimte in beslag en bestaat de kans dat gewone (onbeveiligde) documenten niet kunnen worden afgedrukt.
De machine als printer gebruiken 3 Voer de pincode in met de numerieke toetsen en tik op . ➠ Het afdrukken wordt gestart. ● Tik, als u het afdrukken wilt annuleren, op . De periode instellen waarna beveiligde documenten worden verwijderd De standaardinstelling van het apparaat is dat beveiligde documenten 30 minuten na ontvangst in het geheugen worden verwijderd als ze nog niet zijn afgedrukt. U kunt deze instelling echter wijzigen.
De machine als printer gebruiken ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. KOPPELINGEN Instellingen configureren voor beveiligd afdrukken(P. 281) Afdrukstatus en logboeken controleren(P.
De machine als printer gebruiken De gewenste afdrukinstellingen configureren 103K-051 U kunt combinaties van instellingen opslaan als "Profielen" om te voldoen aan uw diverse afdrukbehoeften. U kunt de instellingen die u vaak gebruikt ook opslaan als de standaardinstelling.
De machine als printer gebruiken Combinaties van veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan 103K-052 Als u bij elke afdruktaak instellingen moet opgeven om bijvoorbeeld "enkelzijdig af te drukken op A4-papier in de afdrukstand Liggend", kan dit nogal tijdrovend en vervelend worden. Als u deze veelgebruikte combinaties van afdrukinstellingen echter opslaat als een "profiel", kunt u de gewenste afdrukinstellingen eenvoudig opgeven door het bijbehorende profiel te laden.
De machine als printer gebruiken Een profiel selecteren Selecteer het gewenste profiel en klik op [OK]. De instellingen van het geselecteerde profiel wijzigen ● U kunt de instellingen van een profiel wijzigen. Desgewenst kunt u de gewijzigde instellingen opslaan als een ander profiel. KOPPELINGEN Een document afdrukken(P.
De machine als printer gebruiken De standaardinstellingen wijzigen 103K-053 De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven als u het scherm met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma opent. Voorbeeld: als u bij alle documenten steeds elke twee pagina´s wilt verkleinen en op één pagina wilt afdrukken, geef dan [2 op 1] op als de gebruikersstandaard voor pagina-indeling.
De machine als printer gebruiken KOPPELINGEN Een document afdrukken(P. 240) Verschillende afdrukinstellingen(P.
De machine als printer gebruiken Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia) 103K-054 U kunt afbeeldingsbestanden en PDF-bestanden die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat afdrukken door het USB-geheugenapparaat rechtstreeks op het apparaat aan te sluiten. Als u deze functie gebruikt, kunt u afdrukken zonder een computer te gebruiken. Ondersteunde bestandsindelingen U kunt de volgende soorten afbeeldingsbestanden afdrukken. ● JPEG (DCF/Exif 2.
De machine als printer gebruiken ● Als een map op een USB-geheugenapparaat veel bestanden bevat, duurt het scannen van afbeeldingsbestanden die moeten worden afgedrukt, langer. Gebruik uw computer om overbodige bestanden te verwijderen van het USB-geheugenapparaat of verplaats bestanden naar een andere map. 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op een USB-poort aan de voorzijde van het apparaat. ● Verwijder het USB-apparaat niet terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven.
De machine als printer gebruiken ● Tik op een bestand als u de selectie ervan ongedaan wilt maken, (gemarkeerd als ). ● U kunt de inhoud van een map weergeven door de map te selecteren en erop te tikken. Druk op als u wilt terugkeren naar de map op het hoogste niveau. ● Mappen en bestanden die lager liggen dan het derde directoryniveau worden niet weergegeven. ● Als u naar een andere map gaat, worden de eerdere bestandsselecties gewist. Alle bestanden selecteren 1 Tik op .
De machine als printer gebruiken ● U kunt de standaardweergavemethode instellen op of . instellingen(P. 694) 1 Tik op . 2 Tik op . 3 Tik op de weergavemethode. Standaard weergave- Selecteer deze optie om bestandsnamen en datums weer te geven. ● U kunt instellen dat bestandsnamen in verkorte vorm worden weergegeven. bestandsnaam(P. 694) Weergavestijl Kies deze optie om voorbeelden weer te geven.
De machine als printer gebruiken De sorteervolgorde van bestanden wijzigen U kunt de sorteervolgorde wijzigen van de bestanden op een USB-geheugenapparaat. ● U kunt een instelling voor het sorteren opgeven, zoals of opgeven als de standaardinstelling voor de sorteervolgorde van bestanden. Standaardinstellingen bestandssortering(P. 694) 1 Tik op . 2 Tik op . 3 Tik op de criteria voor het sorteren van bestanden.
De machine als printer gebruiken 6 Geef de gewenste afdrukinstellingen op. ● Tik op de menuoptie die u wilt instellen. Geef het aantal kopieën op van 1 tot 99. Tik op en tik op . / of voer met de numerieke toetsen een hoeveelheid in Selecteer het papier waarop u wilt afdrukken. ● is niet beschikbaar voor het afdrukken van TIFF-bestanden. U kunt twee of vier afbeeldingen op één vel papier afdrukken. Selecteer <2 op 1> of <4 op 1>.
De machine als printer gebruiken <2 op 1> Kies deze optie om twee documenten op één vel af te drukken. <4 op 1> Kies deze optie om vier documenten op één vel af te drukken. <2-zijdig> U kunt dubbelzijdige afdrukken maken. Selecteer de inbindpositie. Hiermee worden de pagina's zo afgedrukt dat deze horizontaal worden geopend nadat ze zijn ingebonden. Hiermee worden de pagina's zo afgedrukt dat deze verticaal worden geopend nadat ze zijn ingebonden.
De machine als printer gebruiken Een fijnafstelling van de tonerdichtheid realiseren ● Als u de fijnafstelling van de tonerdichtheid op drie dichtheidsniveaus (hoog, middel en laag) wilt realiseren, gebruik dan de volgende procedure. Selecteer het dichtheidsniveau Stel de dichtheid in Als u op tikt, vindt het afdrukken plaats in de spaarstand.
De machine als printer gebruiken U kunt de bestandsnaam onder elke afbeelding afdrukken. Tik op . ● Hoewel niet beschikbaar is voor het afdrukken van een index, wordt de bestandsdatum van het bestand automatisch onder elk document afgedrukt. U kunt het type van het origineel selecteren, afhankelijk van de afbeelding die u gaat afdrukken. Selecteer of .
De machine als printer gebruiken <+> Hiermee worden documenten lichter afgedrukt. U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. Tik op of . Kies deze optie om beelden met een fijne gradatie, zoals beelden van een digitale camera, mooi gemaskeerd af te drukken.
De machine als printer gebruiken Geef de standaardinstellingen op van de functie Geheugenmedia afdrukken voor PDF-bestanden. Deze instelling vergroot of verkleint het originele document zodanig dat het in het afdrukvlak van het papierformaat past. Met deze instelling kunt u opgeven of het afdrukvlak op het papier moet worden vergroot.
De machine als printer gebruiken Aantekeningen worden niet afgedrukt. Drukt alleen de aantekeningen af die volgens opgaaf in het PDF-bestand moeten worden afgedrukt. U kunt een door een wachtwoord beveiligd PDF-bestand afdrukken door het juiste wachtwoord in te voeren.
De machine als printer gebruiken Hiermee kunt u nog fijner afdrukken dan , maar met iets minder stevige textuur. Het is geschikt voor het afdrukken van tekst en fijne lijnen of scherp drukwerk zoals de lijnen in CAD-data. U kunt kiezen op welke manier kleurwaarden in een grijswaarde worden omgezet wanneer u kleurgegevens afdrukt. Kleurgegevens worden geconverteerd naar zwart/wit met nadruk op kleurverschillen, zodat een soepele gradatie wordt verkregen.
De machine als printer gebruiken De standaardinstellingen voor afdrukken uit geheugenmedia wijzigen 103K-055 De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft op te geven als u gaat afdrukken.
De machine als scanner gebruiken De machine als scanner gebruiken De machine als scanner gebruiken ..................................................................................................... 309 Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden ........................................................................ 311 Scannen vanaf het apparaat ............................................................................................................................
De machine als scanner gebruiken De machine als scanner gebruiken 103K-056 U kunt originele documenten scannen door het bedieningspaneel van het apparaat of een programma op een computer te gebruiken. Welke manier u ook gebruikt, de gescande documenten worden geconverteerd naar elektronische bestandsindelingen zoals PDF-bestanden. Gebruik de scanfunctie om omvangrijke papieren documenten te converteren naar bestanden zodat u deze gemakkelijk kunt ordenen.
De machine als scanner gebruiken ● Door mobiele apparaten zoals smartphones of tablets te koppelen aan dit apparaat kunt u gemakkelijk en snel documenten in deze machine scannen. Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel(P.
De machine als scanner gebruiken Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden 103K-057 Om dit apparaat als een scanner te gebruiken, moet u voor gebruik de nodige voorbereidingen treffen, inclusief het installeren van de software op een computer. Voor meer informatie raadpleegt u 'Installatiehandleiding MFstuurprogramma'.
De machine als scanner gebruiken Scannen vanaf het apparaat 103K-058 De volgorde van het scannen van een document en het opslaan op een computer kan alleen worden uitgevoerd wanneer vanaf het apparaat wordt gescand. Voer de scan uit terwijl u opgeeft op welke computer de documenten worden opgeslagen, geef op of de documenten in kleur of in zwart-wit worden gescand, of de documenten worden opgeslagen als PDF- of JPEG-bestanden en geef de overige instellingen op. 1 Plaats één of meer documenten.
De machine als scanner gebruiken 5 Selecteer type Scan. Type scan Kleur Resolutie Bestandsindeling Kleur 300 dpi JPEG (Exif) Zwart-wit*1 300 dpi PDF (doorzoekbaar*2, Hoog compressieniveau) Kleur 300 dpi JPEG (Exif) Kleur 300 dpi JPEG (Exif) *1 Documenten worden alleen in zwart en wit gescand, dus zonder tussenliggende grijstinten.
De machine als scanner gebruiken Als u in stap 1 documenten in de documentinvoer plaatst Wanneer het scannen is voltooid, wordt de doelmap voor de opslag op de computer weergegeven. Wanneer u in stap 1 documenten op de glasplaat legt Volg, wanneer het scannen is voltooid, onderstaande procedure (behalve als u JPEG als bestandsformaat hebt geselecteerd). 1 Als u extra pagina's van het document wilt scannen, legt u de volgende pagina op de glasplaat en drukt u op .
De machine als scanner gebruiken Andere nuttige scanfuncties ● U kunt gescande documenten opslaan op een USB-geheugenapparaat of ze als bijlagen van een emailbericht of een I-fax te versturen. De documenten kunnen ook worden opgeslagen in gedeelde mappen / op een FTP-server. U kunt deze functies rechtstreeks vanaf het apparaat uitvoeren. Documenten rechtstreeks scannen naar een USB-geheugen(P. 339) Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P.
De machine als scanner gebruiken Scannen vanaf een computer 103K-059 Er zijn twee manieren om te scannen vanaf een computer: met behulp van MF Scan Utility en met behulp van een toepassing voor beeldbewerking of tekstverwerking. Scannen met de MF Scan Utility MF Scan Utility is een toepassing die bij het apparaat wordt geleverd en waarmee u documenten of beelden kunt scannen naar een computer. U kunt de gescande gegevens doorsturen naar een opgegeven applicatie, of aan een e-mailbericht hechten.
De machine als scanner gebruiken Scannen vanuit een programma 103K-05A U kunt documenten scannen vanuit applicaties zoals software voor beeldverwerking of tekstverwerking. De gescande afbeelding wordt rechtstreeks in het programma geladen waardoor u de afbeelding onmiddellijk kunt bewerken of verwerken. De volgende procedure verschilt afhankelijk van het programma. ● Het programma moet compatibel zijn met TWAIN of WIA*. Raadpleeg voor meer informatie de Help van uw programma.
De machine als scanner gebruiken 5 Klik op [Scan]. ➠ Het scannen van het document start. ● Als het scannen is voltooid, wordt de gescande afbeelding doorgestuurd naar een programma. KOPPELINGEN Scaninstellingen configureren in ScanGear MF(P.
De machine als scanner gebruiken Scaninstellingen configureren in ScanGear MF 103K-05C ScanGear MF is een scanner-stuurprogramma dat bij het apparaat wordt geleverd. U kunt ScanGear MF gebruiken om bij het scannen gedetailleerde scaninstellingen op te geven. Hoe ScanGear MF wordt gestart, hangt af van de manier waarop vanaf de computer wordt gescand. Beginnen vanuit MF Scan Utility Als u scant vanuit MF Scan Utility, klik dan op [ScanGear] om ScanGear MF te starten.
De machine als scanner gebruiken Scaninstellingen configureren in de eenvoudige modus 103K-05E Eenvoudige modus is een verzameling van basisscaninstellingen in ScanGear MF die zijn ontworpen voor een gemakkelijke bediening. Dit betekent dat Eenvoudige modus een gecomprimeerde versie is van ScanGear MF. Configureer instellingen in de volgorde die is opgegeven van tot en met op het scherm en klik op [Scannen]. Hierdoor kunt u de basisinstellingen configureren en het scannen starten.
De machine als scanner gebruiken (Naar links draaien) / (Naar rechts draaien) Hiermee draait u het voorbeeld 90 graden naar links of naar rechts. (Informatie) Hiermee geeft u de huidige instellingen van de gescande afbeelding weer, zoals de kleurenmodus en de grootte van het scangebied. [Bron selecteren] Selecteer het type afbeelding om documenten te scannen. De beschikbare items zijn afhankelijk van de locatie van het document.
De machine als scanner gebruiken ● Selecteer [Aanpasbaar] om de verhouding tussen de breedte en de hoogte te wijzigen. Sleep het gebied dat u wilt scannen op de voorbeeldafbeelding. [Afbeeldingscorrectie] Schakel het selectievakje [Correctie van vervaging] in om vervaagde kleuren op een oude foto of andere afbeeldingen te corrigeren naar levendige kleuren.
De machine als scanner gebruiken Scaninstellingen configureren in de geavanceerde modus 103K-05F Als u op het tabblad [Geavanceerde modus] op het ScanGear MF-scherm klikt, kunt u meer geavanceerde aanpassingen in de beeldkwaliteit maken dan mogelijk is in de Eenvoudige modus. U kunt aangepaste instellingen ook opslaan als favoriete instellingen. Klik op het pictogram naast het onderwerp voor meer details. Voorbeeldafbeeldingen beheren(P. 323) Instellingen opgeven voor documenten en kleurenmodus(P.
De machine als scanner gebruiken (Wissen) Wist de voorbeeldafbeelding. (Bijsnijden) Geeft het gedeelte dat moet worden bijgesneden op met het bijsnijdkader. Klik en sleep het gebied dat u wilt bijsnijden. Het bijsnijdgebied wordt aangegeven met een stippellijn. U kunt het bijsnijdkader verplaatsen of de grootte ervan wijzigen met uw muis. Meerdere scangebieden instellen ● U kunt bijsnijdvlakken in het document opgeven, zodat elk van deze vlakken als een afzonderlijke afbeelding kan worden gescand.
De machine als scanner gebruiken [Alle bijsnijdbew. select.] Selecteert alle bijsnijdkaders op de afbeelding. [Zoomen] Vergroot de afbeelding in het bijsnijdkader. Hoe kleiner het bijsnijdkader, hoe groter de afbeelding wordt ( ). Klik op [Annuleren] om het weergegeven. U kunt de details die moeilijk te zien zijn, bekijken met originele formaat van de afbeelding te herstellen.
De machine als scanner gebruiken [Kleurenmodus] Selecteer het type afbeelding om documenten te scannen. [Zwart-wit] Het document wordt gescand als een zwart-wit afbeelding (alleen in zwart en wit, dus zonder tussenliggende grijstinten). U kunt de drempel die tekst scheidt in het document wijzigen of de afbeelding wijzigen naar zwart-wit met [Drempel] ( Helderheid en kleur aanpassen(P. 328) ).
De machine als scanner gebruiken ● Als u de uitvoerresolutie verdubbelt, neemt de grootte van het afbeeldingsbestand toe met een factor 4. Als het bestand te groot is, kan er een geheugenfout of andere fout optreden. Kies de resolutie die minimaal vereist is voor het beoogde gebruik. [Uitvoerformaat] ● Selecteer het formaat van de gescande afbeelding als deze wordt afgedrukt of wordt weergegeven op een computer. ● Klik op om te schakelen tussen de liggende of staande afdrukstand.
De machine als scanner gebruiken [Stof en krassen reduceren] Zorgt ervoor dat stof of krassen op het document minder zichtbaar zijn. [Hoog] kan grote krassen en stof minder zichtbaar maken, maar kan ook de details op de afbeelding teniet doen. [Correctie van vervaging] De instelling is beschikbaar als u [Kleur] selecteert bij [Kleurenmodus]. Corrigeert vervaagde kleuren op het document of verbetert de kleurverzadiging van documenten met doffe kleuren.
De machine als scanner gebruiken [Kanaal] ● Als u [Kleur] selecteert voor [Kleurenmodus], kunt u de kleurkanalen [Rood], [Groen] en [Blauw] afzonderlijk aanpassen. Selecteer [Model] om alle drie de kleuren tegelijk aan te passen. De aanpassingen die u doorvoert in de modus [Model] kunt u combineren met de aanpassingen in de afzonderlijke kleurkanalen. ● Als u [Grijswaarden] hebt geselecteerd bij [Kleurenmodus], wordt alleen [Grijswaarden] weergegeven. [Helderheid] Schuif met of voer een waarde in.
De machine als scanner gebruiken (Pipet voor zwartpunt) / (Pipet voor middenpunt) / (Pipet voor witpunt) Klik op de delen van de voorbeeldafbeelding (of het bijsnijdkader) die u wilt opgeven als het donkerst, het middelst en het lichtst. Schuif met , of . Of voer een waarde in. (Pipet voor grijsbalans) Klik op een deel van de voorbeeldafbeelding (of het bijsnijdkader) dat u wilt renderen als een achromatische kleur (zwart, grijs of wit) die geen kleurdiepte heeft.
De machine als scanner gebruiken (Laatste controle) De resultaten van alle aanpassingen aan de helderheid, het contrast ( histogram ( ) en de tintcurve-instellingen ( ), het ) worden in een tintcurve weergegeven als numerieke waarden. Voer een laatste controle van de kleurinstellingen uit. (Drempel) Pas de de drempelwaarde* voor zwart-witafbeeldingen aan.
De machine als scanner gebruiken ◼ [Tabblad [Voorbeeld] Configureer de bewerkingen voor het voorbeeld en automatisch bijsnijden. [Voorbeeld bij starten van ScanGear] Selecteer de voorbeeldbewerking wanneer u ScanGear MF start. [Voorbeeld automatisch uitvoeren] Het scannen voor het voorbeeldvenster wordt automatisch gestart bij het starten van ScanGear MF.
De machine als scanner gebruiken ◼ [Tabblad [Scannen] Configureer de instellingen die worden toegepast wanneer u een document scant met behulp van een programma en configureer de instellingen voor ScanGear MF-bewerkingen. [Scannen zonder het ScanGear-venster te gebruiken] Wanneer u het document scant met behulp van OCR-software of een ander programma, wordt het ScanGear MF-scherm mogelijk niet weergegeven. In dit geval wordt het document gescand met de instelling van het programma dat wordt toegepast.
De machine als scanner gebruiken De kleur wordt aangepast zodat de kleurtint op het scherm dichter bij het afgedrukte resultaat ligt. Deze instelling is beschikbaar als u [Kleur] selecteert bij [Kleurenmodus] ( Instellingen opgeven voor documenten en kleurenmodus(P. 325) ). ● Als [Kleurafstemming] is ingeschakeld, worden de instelling [Correctie van vervaging] ( Beeldkwaliteit aanpassen(P. 327) ) en de knoppen voor de helderheids- en kleurinstellingen ( Helderheid en kleur aanpassen(P.
De machine als scanner gebruiken Veelgebruikte instellingen opslaan Het kan vervelend zijn om de kleurenmodus, de beeldkwaliteit of andere instellingen telkens als u scant te moeten instellen. Als u veelgebruikte instellingen opslaat als favoriete instellingen, kunt u de opgeslagen instellingen gemakkelijk oproepen wanneer u scant. De volgende instellingen kunt u niet opslaan in [Voorkeursinstellingen].
De machine als scanner gebruiken ➠ Het scherm [Favoriete instellingen toevoegen/verwijderen] wordt geopend. 4 Voer een naam in het veld [Naam instelling] in en klik op [Toevoegen] [Opslaan]. ● Voer een naam in voor de instellingen die moeten worden opgeslagen. Gebruik een naam die gemakkelijk te vinden is in de vervolgkeuzelijst. Opgeslagen favoriete instellingen oproepen ● Geef een voorbeeldweergave weer en selecteer de opgeslagen instelling in de vervolgkeuzelijst.
De machine als scanner gebruiken 3 Selecteer [Toevoegen/verwijderen] in de vervolgkeuzelijst. ➠ Het scherm [Tintcurve-instellingen toevoegen/verwijderen] of het scherm [Drempelinstellingen toevoegen/verwijderen] wordt geopend. 4 Voer een naam in het veld [Naam instelling] in en klik op [Toevoegen] [Opslaan]. ● Voer een naam in voor de instellingen die moeten worden opgeslagen. Gebruik een naam die gemakkelijk te vinden is in de vervolgkeuzelijst.
De machine als scanner gebruiken Eenvoudig scannen met een apparaatgebaseerde bewerking 103K-05H Het apparaat kan originele documenten converteren naar elektronische bestandsindelingen zoals PDF zonder een computer te gebruiken. Het digitaliseren van documenten heeft veel voordelen. U kunt kiezen tussen verschillende nuttige instellingen.
De machine als scanner gebruiken Documenten rechtstreeks scannen naar een USBgeheugen 103K-05J Dit gedeelte beschrijft hoe u documenten kunt scannen en deze rechtstreeks opslaan op een USB-geheugenapparaat dat op het apparaat is aangesloten. Gescande documenten worden opgeslagen als JPEG-afbeeldingen, PDF-bestanden of in andere digitale bestandsformaten. Ondersteunde USB-geheugenapparaten U kunt USB-geheugenapparaten met de volgende bestandssystemen gebruiken.
De machine als scanner gebruiken 3 Druk op en tik op . ● Wanneer het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de gebruikersnaam en het wachtwoord in. vervolgens selecteert u de authenticatie-server en drukt u op . Inloggen op Geautoriseerd Verzenden(P. 45) . 4 Tik op . 5 Geef de gewenste scaninstellingen op. ● Selecteer de instellingen. 6 Druk op Gedetailleerde instellingen opgeven(P. 355) . ➠ Het scannen van het document start.
De machine als scanner gebruiken Als u in stap 2 documenten op de glasplaat legt Als het scannen is voltooid, volgt u de onderstaande procedures (behalve als u in stap 5 JPEG als de bestandsindeling hebt geselecteerd). 1 Als u extra pagina's van het document wilt scannen, legt u de volgende pagina op de glasplaat en drukt u op . ● Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand. ● Als er maar één pagina hoeft te worden gescand, gaat u verder met de volgende stap. 2 Tik op .
De machine als scanner gebruiken Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten 103K-05K Dit gedeelte beschrijft hoe u documenten scant en deze rechtstreeks vanaf het apparaat verzendt als e-mailbijlagen. Gescande documenten worden verzonden als e-mailbijlagen in JPEG, PDF, of in andere digitale bestandsformaten. U kunt meerdere bestemmingen opgeven, waaronder Cc- of Bcc-bestemmingen, net als bij het versturen van e-mails met een e-mailprogramma.
De machine als scanner gebruiken 4 Voer de bestemming in met de numerieke toetsen en tik op . ● Voor het invoeren van tekst raadpleegt u Tekst invoeren(P. 41) . ● Snel bestemmingen opgeven met het Adresboek: Verzenden met behulp van geregistreerde bestemmingen (E-Mail/I-Fax/Gedeelde map/FTP-server)(P. 369) Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven ● U kunt alleen verzenden naar uw eigen naar e-mailadres.
De machine als scanner gebruiken ● De bestandsnaam van een gescand document wordt automatisch toegewezen op basis van de volgende indeling: 'nummer voor communicatiebeheer (vier cijfers)_datum en tijdstip van verzenden_documentnummer (drie cijfers).bestandsextensie'. Voorbeeld van bestandsnamen: Als een document van één pagina wordt geconverteerd tot een PDFbestand en verzonden op 17 oktober 2015 om 19:00:05 uur. "0045_151017190005_001.pdf" ● U kunt niet zelf bestandsnamen opgeven.
De machine als scanner gebruiken 3 Voer het onderwerp in met de numerieke toetsen en tik op . 4 Tik op . 5 Voer de tekst van het bericht in met de numerieke toetsen en tik op . 6 Tik op . Het antwoordadres opgeven 1 Tik op . 2 Tik op .
De machine als scanner gebruiken 3 Tik op een antwoordadres uit het Adresboek. ● Zie Opgeven vanuit het adresboek (P. 371) voor informatie over het werken met het adresboek. Prioriteit instellen 1 Tik op . 2 Selecteer een prioriteitsniveau. 8 Druk op om het verzenden te starten. ➠ Het scannen van het document start. ● Tik op om het verzenden te annuleren. annuleren (E-mail / Gedeelde map / FTP-server)(P.
De machine als scanner gebruiken ● Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand. ● Als er maar één pagina hoeft te worden gescand, gaat u verder met de volgende stap. 2 Tik op . ➠ De e-mail wordt verzonden. Als het scherm wordt weergegeven ● Voer gebruikersnaam en wachtwoord in met de numerieke toetsen en tik op . Als een verzendfout optreedt Foutmeldingen worden soms verstuurd naar het e-mailadres dat is ingesteld op het apparaat.
De machine als scanner gebruiken 4 Klik op [Wissen] in [Postbus wissen]. 5 Lees de melding die wordt weergegeven en klik op [OK]. ➠ E-mail wordt gewist uit de postbus. ● Als u altijd dezelfde scaninstellingen wilt gebruiken: 348 De standaardinstellingen wijzigen(P.
De machine als scanner gebruiken ● Als u een combinatie van instellingen wilt opslaan voor eenvoudig gebruik: Veelgebruikte scaninstellingen registreren (E-Mail/I-fax/Gedeelde map/FTP-server)(P. 388) ● Als u de naam van de afzender van de e-mail wilt opgeven: (P. 690) Registreer apparaatnaam (e-mail/I-fax) KOPPELINGEN Het logboek voor verzonden documenten controleren (E-mail/Gedeelde map/FTP-server)(P.
De machine als scanner gebruiken Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map / op een FTP-server 103K-05L Dit gedeelte beschrijft hoe u documenten kunt scannen en deze rechtstreeks vanaf het apparaat kunt opslaan in een gedeelde map of op een FTP-server. Gescande documenten worden opgeslagen als JPEG-afbeeldingen, PDFbestanden of in andere digitale bestandsformaten.
De machine als scanner gebruiken 4 Selecteer een bestemming in het adresboek. ● Zie Opgeven vanuit het adresboek (P. 371) voor informatie over het werken met het adresboek. ● Bestemmingen direct selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren. U kunt ook eerder gebruikte bestemmingen opgeven. Bestemmingen rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren(P. 374) Eerder gebruikte bestemmingen opgeven(P. 377) 5 Geef de gewenste scaninstellingen op. ● Tik op de instellingen.
De machine als scanner gebruiken Als u in stap 1 documenten in de documentinvoer plaatst Wanneer het scannen is voltooid, worden de documenten gescand en in de gedeelde map op de FTP-server opgeslagen. Wanneer u in stap 1 documenten op de glasplaat legt Als het scannen is voltooid, volgt u de onderstaande procedures (behalve als u in stap 5 JPEG als de bestandsindeling hebt geselecteerd). 1 Als u extra pagina's van het document wilt scannen, legt u de volgende pagina op de glasplaat en drukt u op .
De machine als scanner gebruiken Het verzenden van documenten annuleren (E-mail / Gedeelde map / FTP-server) 103K-05R Als u het verzenden van documenten wilt annuleren, onmiddellijk nadat u drukt op , tik dan op op de display of druk op . U kunt het verzenden van faxberichten ook annuleren na het controleren van de status van de verzending.
De machine als scanner gebruiken KOPPELINGEN Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P. 342) I-Faxen verzenden(P. 227) Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map / op een FTP-server(P.
De machine als scanner gebruiken Gedetailleerde instellingen opgeven 103K-05S In dit gedeelte worden de instellingen beschreven die u kunt kiezen als u documenten gaat scannen. Deze instellingen bevatten het opgeven van de bestandsindeling waarnaar documenten worden geconverteerd, het aanpassen van de dichtheid om de weergave van gescande documenten te verbeteren en ook de basisinstellingen zoals het opgeven van de afdrukstand of het scanformaat. Een scanformaat opgeven(P. 357) Dichtheid aanpassen(P.
De machine als scanner gebruiken Gammawaarden instellen(P.
De machine als scanner gebruiken Een scanformaat opgeven 103K-05U U kunt het scanformaat van documenten opgeven. Selecteer of geef een bestemming op met // Selecteer het formaat van het document KOPPELINGEN Documenten rechtstreeks scannen naar een USB-geheugen(P. 339) Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P. 342) Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map / op een FTP-server(P.
De machine als scanner gebruiken Kleurenmodus instellen 103K-05W U kunt opgeven of u documenten in kleur of zwart-wit wilt scannen. Selecteer of geef een bestemming op met / Selecteer de kleurenmodus KOPPELINGEN Documenten rechtstreeks scannen naar een USB-geheugen(P. 339) Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P. 342) Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map / op een FTP-server(P.
De machine als scanner gebruiken Een bestandsindeling selecteren 103K-05X U kunt het bestandsformaat selecteren waarnaartoe documenten worden gescand: PDF/JPEG/TIFF. Voor PDF kunt u een sterk gecomprimeerd PDF-bestand met een gereduceerd bestandsformaat selecteren of een op tekst doorzoekbaar PDF-bestand voorbereid door OCR (Optical Character Recognition).
De machine als scanner gebruiken ● Als u JPEG selecteert in en probeert een document te scannen van de glasplaat, kunt u slechts een pagina scannen. U kunt een document van meerdere pagina's in één keer scannen met behulp van de invoer. Iedere pagina van het document wordt als een apart bestand opgeslagen.
De machine als scanner gebruiken Dichtheid aanpassen 103K-05Y U kunt de dichtheid van de scan aanpassen als de tekst of afbeeldingen in een document te licht of te donker zijn. Selecteer of geef een bestemming op met // Stel de dichtheid in <-> Hiermee verlaagt u de dichtheid. <+> Hiermee verhoogt u de dichtheid. KOPPELINGEN Documenten rechtstreeks scannen naar een USB-geheugen(P.
De machine als scanner gebruiken De afdrukstand van het document opgeven 103K-060 U kunt de afdrukstand instellen op Staand of Liggend. Selecteer of geef een bestemming op met / Selecteer het documenttype Selecteer deze optie voor documenten met de afdrukstand Staand. Selecteer deze optie voor documenten met de afdrukstand Liggend. KOPPELINGEN Documenten rechtstreeks scannen naar een USB-geheugen(P.
De machine als scanner gebruiken Documenttype selecteren 103K-061 U kunt de beeldkwaliteit voor de scan selecteren op basis van het documenttype, zoals documenten met alleen tekst, documenten met grafieken en tabellen of documenten met tijdschriftfoto's. Selecteer of geef een bestemming op met // Selecteer het type document Selecteer deze optie als u documenten gaat scannen die alleen tekst bevatten.
De machine als scanner gebruiken Dubbelzijdige documenten scannen 103K-062 Het apparaat kan automatisch de voor- en achterzijde scannen van documenten in de invoer. ● Het apparaat kan de beide zijden van documenten niet automatisch scannen wanneer u de documenten op de glasplaat legt.
De machine als scanner gebruiken Scherpte aanpassen 103K-063 U kunt de scherpte van de afbeelding aanpassen. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. Selecteer of geef een bestemming op met // Stel de scherpte in <-> Hiermee verlaagt u de scherpte, waardoor het beeld minder hard is.
De machine als scanner gebruiken KOPPELINGEN Documenten rechtstreeks scannen naar een USB-geheugen(P. 339) Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P. 342) I-Faxen verzenden(P. 227) Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map / op een FTP-server(P. 350) Dichtheid aanpassen(P.
De machine als scanner gebruiken De juiste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit kiezen 103K-064 U kunt de comprimeerverhouding van het bestand opgeven wanneer u gescande documenten converteert naar de JPEG-indeling. Als u selecteert, wordt een hogere compressieverhouding gebruikt dan normaal en is het resultaat een kleiner bestand met een lagere beeldkwaliteit.
De machine als scanner gebruiken Gammawaarden instellen 103K-065 De gescande documenten worden geconverteerd naar de opgegeven bestandsindelingen. Op dat moment kunt u de gammawaarden opgeven die op de documenten moeten worden toegepast. U kunt de gammawaarde opgeven van de monitor die wordt gebruikt om de geconverteerde bestanden te bekijken, zodat de bestanden worden weergegeven met de helderheid van de originele documenten. ● Raadpleeg de handleiding van de monitor om de gammawaarde te bepalen.
De machine als scanner gebruiken Verzenden met behulp van geregistreerde bestemmingen (E-Mail/I-Fax/Gedeelde map/FTP-server) 103K-066 U kunt bestemmingen opgeven door deze in het adresboek te selecteren en door de numerieke toetsen te gebruiken. Als u het adresboek wilt gebruiken, moet u eerst bestemmingen opslaan in het adresboek. U kunt ook eerder gebruikte bestemmingen opgeven.
De machine als scanner gebruiken Opslaan in het adresboek(P. 79) LDAP-servers registreren(P.
De machine als scanner gebruiken Opgeven vanuit het adresboek 103K-067 U kunt een bestemming opgeven via het adresboek door een keuze te maken in de lijst met opgeslagen bestemmingen of door op naam van ontvanger te zoeken naar bestemmingen. ● U moet bestemmingen opslaan in het adresboek om deze functie te kunnen gebruiken. adresboek(P. 79) Opslaan in het ● Om gedeelde mappen of FTP-servers te registreren als bestemmingen, moet u de registratieprocedure vanaf de computer verrichten.
De machine als scanner gebruiken 4 Selecteer een index. Index(P. 79) ● U kunt het scherm veranderen door op 5 / te tikken. Selecteer een bestemming. Als u meerdere bestemmingen wilt opgeven (e-mail/I-Fax) ● Herhaal stappen 3 tot en met 5. U kunt maximaal 100 bestemmingen opgeven. Als u bestemmingen wilt wissen (e-mail/I-Fax) Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. 1 Selecteer 2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen.
De machine als scanner gebruiken 4 Tik op . Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven ● Voordat u tikt op in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de bestemmingen die u hebt opgegeven. Geef een bestemming op die u wilt wissen en druk op KOPPELINGEN Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P. 342) I-Faxen verzenden(P.
De machine als scanner gebruiken Bestemmingen rechtstreeks selecteren door codes voor verkort kiezen in te voeren 103K-068 Getallen van drie cijfers (codes voor verkort kiezen) worden aan adressen in het Adresboek toegewezen. Als u een adres wilt opgeven hoeft u alleen maar de code voor verkort kiezen in te voeren. ● Als u verkort kiezen met codenummers wilt gebruiken, moet de bestemming van tevoren in het Adresboek zijn geregistreerd. Bestemmingen opslaan in het adresboek(P.
De machine als scanner gebruiken Als er om bevestiging wordt gevraagd ● Wanneer is ingesteld op , wordt een scherm weergegeven dat de bestemming en de naam voor het nummer toont. (Voor Groepskiezen worden de naam van de bestemming en het aantal bestemmingen getoond.) Bekijk de inhoud en tik, als alles juist is, op . U kunt een andere bestemming opgeven door te tikken op en vervolgens de driecijferige code voor verkort kiezen op te geven.
De machine als scanner gebruiken Als u bestemmingen snel en eenvoudig wilt verwijderen zonder de lijst met bestemmingen weer te geven ● Voordat u tikt op in stap 1, kunt u tikken op / en overschakelen tussen de bestemmingen die u hebt opgegeven. Geef een bestemming op die u wilt wissen en druk op KOPPELINGEN Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P. 342) I-Faxen verzenden(P. 227) Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map / op een FTP-server(P.
De machine als scanner gebruiken Eerder gebruikte bestemmingen opgeven 103K-069 U kunt een bestemming selecteren uit de drie laatst gebruikte bestemmingen. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte scaninnstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd. ● Als is ingesteld op , kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren(P.
De machine als scanner gebruiken ➠ De geselecteerde bestemming en de scaninstellingen ervan worden opgegeven. U kunt voorafgaand aan het verzenden de instellingen ook wijzigen. Als u bestemmingen wilt wissen (e-mail/I-Fax) Als u naar meerdere bestemmingen hebt overgedragen, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. 1 Selecteer 2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . .
De machine als scanner gebruiken Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P. 342) I-Faxen verzenden(P. 227) Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map / op een FTP-server(P.
De machine als scanner gebruiken Bestemmingen op een LDAP-server opgeven (E-Mail / IFax) 103K-06A Als in uw kantooromgeving een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ook met behulp van gebruikersinformatie op de server een bestemming opgeven. Ga via het apparaat naar de LDAP-server om naar de juiste gebruikersinformatie te zoeken en dat als bestemming op te geven. ● U moet de instellingen voor verbinding met een LDAP-server vooraf opgeven. registreren(P. 510) 1 Druk op LDAP-servers en tik op .
De machine als scanner gebruiken ● Namen van personen, faxnummers, e-mailadressen, namen van bedrijven en namen van bedrijfsunits zijn de criteria die beschikbaar zijn voor het zoeken van bestemmingen. 5 Voer de te zoeken tekenreeks in met de numerieke toetsen en tik op . ● Voor het invoeren van tekst raadpleegt u Tekst invoeren(P. 41) . ● Als u meerdere zoekcriteria wilt opgeven, herhaalt u stappen 4 en 5. 6 Tik op . 7 Geef de zoekmethode op.
De machine als scanner gebruiken ➠ U ziet de gebruikers die voldoen aan de opgegeven zoekcriteria. ● Als er een verificatiescherm verschijnt wanneer u op tikt, voert u de gebruikersnaam van het apparaat en het bijbehorende wachtwoord in die zijn geregistreerd op de LDAP-server en tikt u vervolgens op . LDAP-servers registreren(P. 510) 9 Schakel het selectievakje in voor de gebruiker die u wilt opgeven als bestemming.
De machine als scanner gebruiken ● Als u met een andere set zoekvoorwaarden naar bestemmingen zoekt, herhaal dan de stappen 2 tot 10. Bestemmingen verwijderen Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. 1 Selecteer 2 Selecteer een bestemming die u wilt verwijderen. 3 Tik op . 4 Tik op . .
De machine als scanner gebruiken De gewenste scaninstellingen configureren 103K-06C De standaardinstellingen zijn de instellingen die steeds worden weergegeven wanneer u het apparaat aanzet of . Als u de scaninstellingen die u vaak gebruikt, registreert als standaardinstellingen, hoeft u wanneer u drukt op niet steeds dezelfde instellingen op te geven wanneer u kopieën maakt.
De machine als scanner gebruiken De standaardinstellingen wijzigen 103K-06E De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft op te geven als u gaat scannen.
De machine als scanner gebruiken Instellingen Selecteer het item dat u wilt instellen en wijzig de standaardwaarde. ◼ I-Fax
De machine als scanner gebruiken Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P. 342) I-Faxen verzenden(P. 227) Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map / op een FTP-server(P. 350) Gedetailleerde instellingen opgeven(P. 355) Scaninstellingen(P.
De machine als scanner gebruiken Veelgebruikte scaninstellingen registreren (E-Mail/Ifax/Gedeelde map/FTP-server) 103K-06F U kunt naar wens geregistreerde instellingen weergeven, dus zijn niet steeds ingewikkelde procedures (bijvoorbeeld het documenttype instellen, compacte PDF opgeven als bestandsformaat en het bestand naar alle interne personeel sturen) nodig. U kunt ook geregistreerde combinaties van instellingen toewijzen aan een knop voor een snelkoppeling die wordt weergegeven op het scherm Start.
De machine als scanner gebruiken 4 Selecteer 5 Bekijk de melding en tik op . 6 Selecteer waar u de instellingen wilt registreren. 7 Controleer de details van de instellingen die u wilt registreren en tik op . . ● Tik op een te registreren instelling als u de waarde ervan wilt wijzigen. opgeven(P. 355) Gedetailleerde instellingen ● U kunt de bestemming van de registratie een andere naam geven door te tikken op .
De machine als scanner gebruiken 8 Selecteer of u de instellingen wilt registreren als een knop voor een snelkoppeling. ● Als u selecteert, wordt een bericht weergegeven. Bekijk het en tik vervolgens op . De geregistreerde combinatie van instellingen wordt toegevoegd aan het scherm Start als een knop voor een snelkoppeling. ● Als het scherm Start vol is en u kunt de knop niet toevoegen, wis dan met geregistreerde knoppen of spaties. Het scherm Start aanpassen(P.
De machine als scanner gebruiken ● Wanneer u de combinatie van instellingen weer hebt opgeroepen, kunt u, als u dat wilt ook de scaninstellingen wijzigen. KOPPELINGEN Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P. 342) I-Faxen verzenden(P. 227) Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map / op een FTP-server(P.
De machine als scanner gebruiken Het logboek voor verzonden documenten controleren (E-mail/Gedeelde map/FTP-server) 103K-06H U kunt de actuele status en de logboeken voor gescande documenten direct vanaf het apparaat controleren. ● Wanneer is ingesteld op , kunt u de logboeken voor verzonden documenten niet inzien. Weergave opdrachtlog(P. 732) 1 Druk op 2 Tik op . 3 Controleer de status en logboeken voor verzonden documenten. .
De machine als scanner gebruiken Hier ziet u gedetailleerde gegevens van het document dat u in de lijst hebt geselecteerd. Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, wordt het aantal opgegeven bestemmingen op het scherm weergegeven. U kunt de gegevens van opgegeven meerdere bestemmingen controleren door te tikken op . De logboeken controleren van verzonden documenten 1 Tik op . 2 Selecteer het document waarvan u het logboek wilt controleren.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel .......................................................... 395 Verbinding maken met een mobiel toestel ..................................................................................................... 396 Directe verbinding maken (Toegangspuntmodus) ........................................................................................
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 103K-06J Door het apparaat te gebruiken in combinatie met een mobiel toestel, zoals een smartphone of tablet, kunt u gemakkelijk een juiste toepassing gebruiken voor het afdrukken, scannen of een andere bewerking. Tevens kunt u een mobiel toestel gebruiken om het apparaat op afstand te bedienen, de afdrukstatus te controleren en de instellingen van het apparaat te wijzigen.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Verbinding maken met een mobiel toestel 103K-06K Als u het apparaat wilt verbinden met een mobiel toestel, kunt u kiezen voor verbinding via een draadloos LAN of voor een directe verbinding. Selecteer de methode die het meest past bij uw omgeving en apparaten. ◼ Verbinding maken met een draadloos LAN Net als wanneer de computer en het apparaat worden verbonden, verbindt u een mobiel toestel en het apparaat via een draadloos LAN-router.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Directe verbinding maken (Toegangspuntmodus) 103K-06L Zelfs in een omgeving zonder draadloos LAN router kunt u een verbinding tot stand brengen tussen het apparaat en uw mobiele toestel zonder dat u ingewikkelde instellingen hoeft door te nemen. U gebruikt gewoon de 'Toegangspuntmodus' waarmee u uw mobiele toestel draadloos direct kunt verbinden met het apparaat.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Op het Direct Connection-scherm kunt u de informatie over de voortgang zien. Stopt de procedure voor directe verbinding. Als het afdrukken, scannen of een andere gewenste handeling is voltooid, tik dan op deze knop om de verbinding te verbreken. ● In de Directe verbindingsmodus zult u afhankelijk van uw mobiele toestel misschien geen verbinding met internet kunnen krijgen.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Optimaal gebruik maken van het apparaat door gebruik te maken van applicaties 103K-06R U kunt een geschikte applicatie gebruiken waarmee u kunt afdrukken, scannen of een andere bewerking verrichten, door het apparaat vanaf uw mobiele toestel te bedienen. Het apparaat ondersteunt een speciale applicatie van Canon en verschillende andere applicaties.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 400
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel AirPrint gebruiken 103K-06S U kunt afdrukken, scannen of faxen zonder een printerstuurprogramma, u verzendt afdrukgegevens draadloos vanaf Apple-apparaten. AirPrint instellingen AirPrint-instellingen configureren(P. 401) Het scherm voor AirPrint weergeven(P. 404) Functies van AirPrint Afdrukken met AirPrint(P. 406) Scannen met AirPrint(P. 409) Faxen met AirPrint(P. 411) Problemen oplossen Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is(P.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 3 Klik op [Netwerkinstellingen] 4 Klik op [Bewerken]. 5 Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [AirPrint-instellingen].
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel [AirPrint gebruiken] Schakel dit selectievakje in als u wilt afdrukken met AirPrint. Schakel het selectievakje uit als u AirPrint wilt uitschakelen. [Printernaam]/[Locatie]/[Breedtegraad]/[Lengtegraad] Voer de naam en de installatielocatie in om dit apparaat eenvoudig te herkennen vanaf uw Apple-apparaat. Deze informatie is handig als u meerdere AirPrint-printers gebruikt.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel U kunt opgeven of AirPrint gebruikt moet worden voor het afdrukken en voor het verzenden van faxen. De standaard fabrieksinstelling is .
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Handelsmerken Apple, Bonjour, iPad, iPhone, iPod touch, Safari, Mac, Mac OS, Mac OS X, AirPrint en het AirPrint-logo zijn handelsmerken van Apple Inc.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Afdrukken met AirPrint 103K-06U U hebt niet altijd een computer nodig voor het afdrukken van e-mailberichten, foto's, webpagina's en andere documenten. Met AirPrint kunt u direct afdrukken vanaf Apple-apparaten zoals iPad, iPhone, iPod touch. Afdrukken vanaf een iPad, iPhone of iPod touch(P. 406) Afdrukken vanaf Mac(P. 407) Instellingen voor halftonen in beeldbestanden opgeven(P.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 2 Tik in de applicatie op uw Apple-toestel op 3 Tik op [Druk af] in de vervolgkeuzelijst. 4 Selecteer dit apparaat bij [Printer] in [Printeropties]. zodat de menuopties worden weergegeven. ● De printers in het netwerk worden weergegeven. Selecteer dit apparaat. ● [Printeropties] wordt niet weergegeven in programma's die geen ondersteuning bieden voor AirPrint. U kunt dan ook niet draadloos afdrukken vanuit deze programma's.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 5 Geef de gewenste afdrukinstellingen op. ● De beschikbare instellingen en papierformaten verschillen afhankelijk van de applicatie die u gebruikt. ● U kunt de instellingen voor halftonen in beeldbestanden met behulp van het bedieningspaneel opgeven. Instellingen voor halftonen in beeldbestanden opgeven(P. 408) 6 Klik op [Druk af]. ➠ Het afdrukken wordt gestart.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Scannen met AirPrint 103K-06W U kunt met AirPrint de gegevens die door het apparaat zijn gescand, direct overzenden naar een Mac. Systeemvereisten Als u wilt scannen met AirPrint hebt u een Mac nodig met daarop Mac OS X 10.9 of later geïnstalleerd. Netwerkomgeving U hebt een van de volgende omgevingen nodig. ● De Mac en het apparaat zijn verbonden met dezelfde LAN. ● De Mac en het apparaat zijn op elkaar aangesloten via USB.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 5 Klik op [Open scanner]. ➠ Het [Scanner]-wordt weergegeven. 6 Configureer de scaninstellingen. 7 Klik op [Scan]. ➠ Het scannen wordt gestart en de gescande gegevens worden weergegeven.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Faxen met AirPrint 103K-06X Met AirPrint kunt u faxen verzenden vanaf een Mac bijna zoals u afdrukt vanaf een Mac. Systeemvereisten Wilt u faxen verzenden met AirPrint, dan hebt u een Mac nodig met Mac OS X 10.9 of later daarop geïnstalleerd. Netwerkomgeving U hebt een van de volgende omgevingen nodig. ● De Mac en het apparaat zijn verbonden met dezelfde LAN. ● De Mac en het apparaat zijn op elkaar aangesloten via USB.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 6 Klik op [Fax]. ➠ Het verzenden van de fax wordt gestart.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is 103K-06Y Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is, probeer dan een van de volgende oplossingen. ● Controleer dat het apparaat is ingeschakeld. Als het apparaat is ingeschakeld, schakel het dan eerst uit, wacht ten minste 10 seconden en zet het vervolgens weer aan en kijk of het probleem is verholpen. ● Controleer of er geen foutberichten worden weergegeven op de machine.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Google Cloudprinter gebruiken 103K-070 Google Cloudprinter is een service waarmee gebruikers met een Google-account kunnen afdrukken vanuit programma's zoals Google Documenten™ of Gmail™ via een smartphone, tablet of computer die is verbonden met internet. In tegenstelling tot het traditionele afdrukken vanaf een computer, is Google Cloudprinter een nieuwe technologie waarmee u kunt afdrukken zonder printerstuurprogramma.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 1 Tik op
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 4 Klik op [Registreren] in [Registratiestatus]. Als [Registreren] niet beschikbaar is ● U moet Google Cloudprinter inschakelen. Klik op [Bewerken], schakel het selectievakje [Google Cloudprinter gebruiken] in en klik op [OK].
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 6 Volg de aanwijzingen op het scherm om de machine te registreren. ➠ U kunt afdrukken met een Google Cloudprinter compatibele applicatie zoals Google Chrome™, Gmail, of Google Docs. ● Ga naar de website van Google Cloudprinter voor informatie over de meest recente programma's die ondersteuning bieden voor Google Cloudprinter.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Het apparaat op afstand beheren 103K-071 U kunt de UI op afstand gebruiken vanuit een webbrowser die op uw mobiele toestel is geïnstalleerd. Zo kunt u de status van het apparaat controleren en instellingen van het apparaat opgeven vanaf uw mobiele toestel. Geschikte browsers De volgende browsers zijn geschikt voor de UI op afstand van mobiele toestellen.
Netwerk Netwerk Netwerk ............................................................................................................................................................... 421 Verbinding maken met een netwerk ............................................................................................................... 423 Bedraad LAN of Draadloos LAN selecteren ...................................................................................................
Netwerk De machine bewaken en bedienen met SNMP ............................................................................................. 519 Instellingen voor software voor apparaatbeheer configureren ....................................................................
Netwerk Netwerk 103K-072 De machine is ontworpen voor flexibel gebruik binnen verschillende omgevingen. Dit betekent dat de machine naast verschillende standaardfuncties voor netwerkgebruik, ook geavanceerde technologieën ondersteunt. Gelukkig hoeft u geen netwerkexpert te zijn om deze functies te kunnen gebruiken, bij het ontwerpen van de machine is immers ook rekening is gehouden met het gebruiksgemak.
Netwerk Directe verbinding met een mobiel toestel ● U kunt rechtstreeks communiceren met het apparaat vanaf uw mobiel toestel zonder dat u moeilijke netwerkinstellingen behoeft te configureren. Directe verbinding maken (Toegangspuntmodus)(P.
Netwerk Verbinding maken met een netwerk 103K-073 Wanneer u de verbinding tot stand brengt van het apparaat met een bekabeld of draadloos lokaal netwerk (LAN), moet u een IP-adres instellen dat uniek is voor het geselecteerde netwerk. Kies voor "bekabeld" of "draadloos", afhankelijk van de communicatie-omgeving en netwerkapparatuur. Neem voor specifieke vragen over de instellingen van het IP-adres contact op met uw internetprovider of de netwerkbeheerder.
Netwerk ● Om verbinding te maken met een IEEE 802.1X-netwerk, raadpleegt u verificatie configureren(P. 598) . IEEE 802.1X- Kies voor een bekabeld of draadloos LAN. Bedraad LAN of Draadloos LAN selecteren(P. 425) Maak verbinding met een bekabeld of draadloos LAN. ● Ga verder met het gedeelte dat overeenkomt met de instelling die u in stap 2 hebt geselecteerd. Verbinding maken met een bekabeld LAN(P. 426) Verbinding maken met een draadloos LAN(P. 427) Stel zo nodig het IP-adres in.
Netwerk Bedraad LAN of Draadloos LAN selecteren 103K-074 Wanneer u een besluit hebt genomen over de verbinding tussen het apparaat en de computer via een bedraad of een draadloos netwerk, selecteert u bedraad of draadloos met het bedieningspaneel. Let op: als u de instelling wijzigt van in of vice versa, zult u de installatie van MF-stuurprogramma's die op uw computer zijn geïnstalleerd, ongedaan moeten maken en ze vervolgens opnieuw moeten installeren.
Netwerk Verbinding maken met een bekabeld LAN 103K-075 Sluit de machine via een router aan op een computer. Sluit de machine met een LAN-kabel aan op de router. 1 Sluit een LAN-kabel aan. ● Sluit de machine met een LAN-kabel aan op een router. ● U hoort een klik als de connector van de kabel op zijn plaats klikt. 2 Wacht ongeveer twee minuten. ● Dit is de tijd die nodig is om het IP-adres automatisch in te stellen. ● U kunt het IP-adres ook handmatig instellen. IP-adressen instellen(P.
Netwerk Verbinding maken met een draadloos LAN 103K-076 Als u een draadloze router (of een toegangspunt) gebruikt, loopt de verbinding tussen de machine en een computer via radiogolven. Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS), kunt u het netwerk automatisch en dus eenvoudig configureren.
Netwerk ◼ PIN-modus Sommige WPS-routers bieden geen ondersteuning voor de zogenaamde drukknop-modus. Als op de verpakking of in de documentatie van het netwerkapparaat over WPS en pincodes wordt gesproken, moet u de verbinding instellen door een pincode in te voeren. De verbinding instellen met behulp van de WPS PIN-modus(P. 432) ● Als de draadloze router is ingesteld voor WEP-verificatie, kunt u mogelijk geen verbinding instellen via WPS.
Netwerk De verbinding instellen met behulp van de WPS Drukknop-modus 103K-077 Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de drukknop-modus van WPS, kunt u eenvoudig een verbinding configureren via de WPS-knop. ● De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp. 1 Tik op
Netwerk Als er een foutbericht verschijnt tijdens het installeren ● Tik op en ga terug naar stap 5. 8 Controleer of het Wi-Fi-lampje brandt op het bedieningspaneel. ● Het Wi-Fi-lampje knippert wanneer er een draadloze router wordt gedetecteerd. ➠ Wanneer de configuratie is voltooid, wordt het onderstaande scherm weergegeven en gaat ongeveer 2 seconden later het Wi-Fi-lampje branden. Wacht ongeveer 2 minuten (totdat de automatische instellingen van het IP-adres en andere items zijn voltooid).
Netwerk Als het IP-adres van het apparaat is gewijzigd ● In een DHCP-omgeving kan het IP-adres van het apparaat automatisch worden gewijzigd. Als dit gebeurt, wordt de verbinding gehandhaafd op voorwaarde dat het apparaat en de computer nog steeds deel uitmaken van hetzelfde subnet. KOPPELINGEN Verbinding maken met een draadloos LAN(P.
Netwerk De verbinding instellen met behulp van de WPS PINmodus 103K-078 Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de WPS PIN-modus, genereert u een pincode met de machine en registreert u deze code op het netwerkapparaat. ● De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp. Vanaf een computer 1 Ga in een browser naar de instellingen van de draadloze router en geef het scherm weer voor het invoeren van een WPS PIN-code.
Netwerk 7 Tik op . ➠ Er wordt een pincode gegenereerd. Vanaf een computer 8 Registreer de gegenereerde pincode op de draadloze router. ● Registreer de pincode in het installatiescherm zoals weergegeven in stap 1. ● U moet de pincode binnen 10 minuten na het aantikken van in stap 7 registreren. Als er een foutbericht verschijnt tijdens het installeren ● Tik op en ga terug naar stap 6. Vanaf het bedieningspaneel 9 Controleer of het Wi-Fi-lampje brandt op het bedieningspaneel.
Netwerk Signaalsterkte ● Als voor een verbinding meerdere draadloze routers beschikbaar zijn, maakt de machine verbinding met het apparaat met het krachtigste signaal. De signaalsterkte wordt gemeten met behulp van RSSI (Received Signal Strength Indication). ● U kunt het IP-adres ook handmatig instellen. IP-adressen instellen(P.
Netwerk De verbinding instellen door een draadloze router te selecteren 103K-079 U kunt de beschikbare draadloze routers (of toegangspunten) zoeken en een keuze maken uit de display van het apparaat. Geef voor de netwerksleutel een WEP-sleutel op of PSK. Controleer en noteer de benodigde configuratiegegevens, zoals de SSID en netwerksleutel ( De SSID en de netwerksleutel controleren(P. 443) ) voordat u een draadloze router selecteert.
Netwerk ➠ De machine gaat zoeken naar beschikbare draadloze routers. ● Als verschijnt, raadpleeg dan weergegeven(P. 752) . 7 Er wordt een foutbericht Selecteer een draadloze LAN-router. ● Tik op de router waarvan de SSID overeenkomt met de SSID die u hebt opgeschreven. De details van beveiligingsinstellingen weergeven ● Tik op en selecteer een draadloze LAN-router.
Netwerk 9 Tik op . Als er een foutbericht verschijnt tijdens het installeren ● Tik op , controleer of de netwerksleutel juist is en ga terug naar stap 5. 10 Controleer of het Wi-Fi-lampje brandt op het bedieningspaneel. ● Het Wi-Fi-lampje knippert wanneer er een draadloze router wordt gedetecteerd. ➠ Wanneer de configuratie is voltooid, wordt het onderstaande scherm weergegeven en gaat ongeveer 2 seconden later het Wi-Fi-lampje branden.
Netwerk Als het IP-adres van het apparaat is gewijzigd ● In een DHCP-omgeving kan het IP-adres van het apparaat automatisch worden gewijzigd. Als dit gebeurt, wordt de verbinding gehandhaafd op voorwaarde dat het apparaat en de computer nog steeds deel uitmaken van hetzelfde subnet. KOPPELINGEN Verbinding maken met een draadloos LAN(P.
Netwerk De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven 103K-07A Als u gedetailleerde beveiligingsinstellingen wilt opgeven of geen draadloze verbinding tot stand kunt brengen via de andere procedures, kunt u alle benodigde gegevens voor de draadloze verbinding ook zelf invoeren. Controleer en noteer de benodigde gegevens voordat u de instellingen gaat opgeven.
Netwerk WEP gebruiken 1 Tik op . 2 Selecteer een verificatiemethode. Hiermee stelt u de verificatiemethode in op Open systeem, ook wel "open verificatie" genoemd. Gebruik de WEP-sleutel als wachtwoord. Wanneer is geselecteerd ● Wanneer u verbinding maakt met een draadloos LAN, treedt er op het apparaat een verificatiefout op als op de draadloze router verificatie met een gedeelde sleutel is ingeschakeld.
Netwerk 6 Tik op . 7 Tik op de WEP-sleutel die u hebt gewijzigd. WPA-PSK of WPA2-PSK gebruiken 1 Tik op . 2 Selecteer een encryptiemethode. Hiermee wordt automatisch AES-CCMP of TKIP geselecteerd, afhankelijk van de instelling van de draadloze router. Hiermee wordt AES-CCMP ingesteld als de coderingsmethode. 3 Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven. ● Voer de netwerksleutel in met de numerieke toetsen en tik op .
Netwerk ➠ Wanneer de configuratie is voltooid, wordt het onderstaande scherm weergegeven en gaat ongeveer 2 seconden later het Wi-Fi-lampje branden. Wacht ongeveer 2 minuten (totdat de automatische instellingen van het IP-adres en andere items zijn voltooid). Signaalsterkte ● Als voor een verbinding meerdere draadloze routers beschikbaar zijn, maakt de machine verbinding met het apparaat met het krachtigste signaal. De signaalsterkte wordt gemeten met behulp van RSSI (Received Signal Strength Indication).
Netwerk De SSID en de netwerksleutel controleren 103K-07C Wanneer u handmatig een draadloze verbinding gaat instellen, moet u de SSID en netwerksleutel van de draadloze router opgeven. De SSID en de netwerksleutel worden mogelijk aangegeven op de router. Controleer het apparaat en noteer de benodigde gegevens voordat u de verbinding gaat instellen. Meer informatie over uw netwerkapparatuur kunt u lezen in de handleidingen of opvragen bij de fabrikant.
Netwerk ● Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven, raadpleegt u softwareprogramma's/handleidingen] weergeven(P. 913) . Het scherm [Installatie van ● Klik op [MInst.exe uitvoeren], als [Automatisch afspelen] wordt weergegeven. 3 Klik op [Starten] voor [Canon MF/LBP-assistent draadloze verbinding instellen]. 4 Lees de licentieovereenkomst en klik op [Ja] om akkoord te gaan.
Netwerk 5 Controleer de gegevens die worden weergegeven voor de draadloze router. ● Noteer de benodigde gegevens. Als u niet weet welke gegevens u nodig hebt, noteert u alle weergegeven gegevens. Als er geen draadloze routers worden gevonden ● Klik op [Refresh]. Controleer, als er niets gebeurt, dat de instellingen goed zijn geconfigureerd op de computer en op de draadloze router. KOPPELINGEN Verbinding maken met een draadloos LAN(P.
Netwerk IP-adressen instellen 103K-07E Als u de machine wilt gebruiken in een netwerk, hebt u een uniek IP-adres nodig. Er zijn twee versies van IP-adressen beschikbaar: IPv4 en IPv6. Configureer het IP-adres afhankelijk van de netwerkomgeving. Als u IPv6-adressen wilt gebruiken, moet u de IPv4-adresinstellingen op de juiste manier configureren.
Netwerk IPv4-adres instellen 103K-07F Het IPv4-adres van het apparaat kan automatisch worden toegewezen via een speciaal protocol zoals DHCP of het kan handmatig worden ingevoerd. Als u het apparaat verbindt met een bekabeld LAN, zorg er dan voor dat de stekker van de LAN-kabel stevig in de aansluiting zit ( Verbinding maken met een bekabeld LAN(P. 426) ). U kunt de netwerkverbinding indien nodig testen. IPv4-adres instellen(P. 447) De netwerkverbinding testen(P.
Netwerk 2 Tik op . Als u niet met DHCP een IP-adres wilt toewijzen ● Tik op . Als u tikt op wanneer deze dienst niet beschikbaar is, zal het apparaat tijd en communicatiemiddelen verspillen met het op het netwerk zoeken naar deze dienst. 3 Controleer of is ingesteld op . ● Als is geselecteerd, verandert u dit in . 4 Tik op . ● IP-adressen die worden toegewezen via DHCP vervangen het adres dat is verkregen via Auto IP.
Netwerk 5 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Controleren of de instellingen juist zijn ● Controleer of het scherm van de UI op afstand kan worden weergegeven met uw computer ( De UI op afstand starten(P. 622) ). Als er geen computer beschikbaar is, kunt u de verbinding controleren met behulp van het bedieningspaneel ( De netwerkverbinding testen(P. 449) ).
Netwerk KOPPELINGEN IPv6-adres instellen(P. 451) Netwerkinstellingen weergeven(P. 455) WINS configureren(P.
Netwerk IPv6-adres instellen 103K-07H De IPv6-adressen van het apparaat kunnen worden geconfigureerd via de UI op afstand. Controleer voordat u IPv6-adressen gaat instellen de instellingen van het IPv4-adres ( IPv4-instellingen weergeven(P. 455) ). U kunt de IPv6-adressen pas gebruiken wanneer u de juiste IPv4-instellingen hebt ingesteld. NB. De scanfunctie die gebruikmaakt van het scannerstuurprogramma of MF Scan Utility is niet beschikbaar in een IPv6-omgeving.
Netwerk 4 Klik op [Bewerken] in [IPv6-instellingen]. 5 Schakel het selectievakje [Gebruik IPv6] in en configureer de vereiste instellingen.
Netwerk [Gebruik IPv6] Schakel dit selectievakje in om IPv6 te activeren op het apparaat. Als u IPv6 niet gebruikt, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik stateless adres] Schakel dit selectievakje in als u een stateless adres gebruikt. Als u geen stateless adres gebruikt, schakelt u het selectievakje uit.
Netwerk 7 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Controleren of de instellingen juist zijn ● Controleer of het scherm UI op afstand kan worden weergegeven op uw computer door het IPv6-adres van het apparaat te gebruiken. De UI op afstand starten(P. 622) Het bedieningspaneel gebruiken ● De IPv6-instellingen zijn ook bereikbaar via
Netwerk Netwerkinstellingen weergeven 103K-07J IPv4-instellingen weergeven(P. 455) IPv6-instellingen weergeven(P. 455) Het MAC-adres weergeven voor Bedraad LAN(P. 456) Het MAC-adres en informatie weergeven voor Draadloos LAN(P. 456) ● Het IP-adres is niet goed geconfigureerd als dit wordt weergegeven als "0.0.0.0". ● Als u het apparaat aansluit op een switching hub of bridge, kan er sprake zijn van een verbindingsfout, zelfs wanneer het IP-adres goed is geconfigureerd.
Netwerk Het MAC-adres weergeven voor Bedraad LAN 1 Tik op
Netwerk 5 Tik op . 6 Selecteer de instelling die u wilt weergeven. Informatie over WEP en WPA/WPA2-PSK weergeven 1 Tik op . 2 Controleer de huidige beveiligingsinstelling en tik erop. ● Als de beveiligingsinstellingen niet zijn geconfigureerd, wordt weergegeven. 3 Selecteer de instelling die u wilt weergeven.
Netwerk De machine configureren voor afdrukken of faxen vanaf een computer 103K-07K Wanneer u het apparaat gebruikt als een netwerkprinter of om faxen te versturen vanaf een computer, kunt u de protocollen en poorten configureren die u wilt gebruiken voor afdrukken en een afdrukserver instellen voor het apparaat. Ga het apparaat pas configureren voor afdrukken of faxen vanaf een computer nadat u de basisprocedures hebt uitgevoerd. Zie 'Installatiehandleiding MF-stuurprogramma' voor meer informatie.
Netwerk Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren 103K-07L Configureer de protocollen die worden gebruikt voor het afdrukken van documenten vanaf een netwerkcomputer. De ondersteunde protocollen zijn LPD, RAW en WSD (Web Services on Devices). ● Om de poortnummers van protocollen te wijzigen, raadpleegt u 1 Poortnummers wijzigen(P. 562) . Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. afstand starten(P. 622) 2 Klik op [Instellingen/registratie].
Netwerk 4 Configureer afdrukprotocollen. LPD of RAW configureren 1 Klik op [Bewerken] bij [LPD-instellingen] of [RAW-instellingen]. 2 Configureer de instellingen. [Gebruik LPD-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via LPD. Als u niet afdrukt via LPD, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik RAW-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via RAW. Als u RAW niet gebruikt om af te drukken, schakelt u het selectievakje uit.
Netwerk 2 Configureer de instellingen. [Gebruik WSD-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via WSD. Als u niet afdrukt via WSD, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik WSD-bladeren] Schakel dit selectievakje in om via WSD informatie over het apparaat op te halen van een computer. Dit selectieve wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het selectievakje [Gebruik WSD-afdrukken] inschakelt.
Netwerk Het bedieningspaneel gebruiken ● De instellingen voor LPD, RAW en WSD zijn ook bereikbaar via
in het scherm Start. LPD-instellingen(P. 652) RAW-instellingen(P. 652) WSD-instellingen(P. 652) WSD-netwerkapparaten instellen op Windows Vista/7/8 ● De WSD-printer en -scanner kunnen worden toegevoegd vanuit de printermap. Open de printermap ( printermap weergeven(P. 912) ) De klik op [Een apparaat toevoegen] of [Een printer toevoegen] en volg de aanwijzingen op het scherm.Netwerk Printerpoorten configureren 103K-07R Er kunnen afdrukfouten optreden wanneer het IP-adres van de machine is gewijzigd of wanneer er een printer is toegevoegd via de printermap van Windows. Deze fouten zijn meestal het gevolg van onjuiste printerpoortinstellingen. Zo kan er een onjuist poortnummer of type poort zijn opgegeven. In dergelijke situaties mislukt het afdrukken omdat de documentgegevens niet aankomen op de machine.
Netwerk Een poort toevoegen Als een verkeerde poort werd geselecteerd bij het installeren van een printer- of faxstuurprogramma vanuit de printermap van Windows, voeg dan een nieuwe poort toe. Er zijn twee soorten poorten: 'MFNP Poort' en 'Standaard TCP/IP Poort'. Selecteer het type poort dat bij uw omgeving past. MFNP Poort (uitsluitend voor IPv4 omgeving) Dit is een poort die automatische detectie van het IP-adres van het apparaat toestaat.
Netwerk Als het apparaat niet wordt gevonden ● Klik op [Vernieuwen]. Als het probleem blijft optreden, selecteert u [IP-adres] of [MAC-adres], voert u het IP-adres of MAC-adres van het apparaat ( Netwerkinstellingen weergeven(P. 455) ) in en klikt u op [Volgende]. 4 Klik op [Toevoegen] 5 Klik op [Sluiten]. [Voltooien]. Een standaard TCP/IP poort toevoegen 1 Klik op [Poort toevoegen]. 2 Selecteer [Standard TCP/IP port] bij [Beschikbare poorttypen] en klik op [Nieuwe poort]. 3 Klik op [Volgende].
Netwerk ● Als het volgende scherm verschijnt, volg dan de aanwijzingen op het scherm. * Als u het [Apparaattype] selecteert, selecteer dan [Canon Network Printing Device with P9100] (Canon netwerk afdrukapparaat met P9100) onder [Standaard]. 5 Klik op [Voltooien]. 6 Klik op [Sluiten]. Het type poort of het poortnummer wijzigen Als het afdrukprotocol (LPD of RAW) aan de apparaatzijde is veranderd ( Afdrukprotocollen en WSDfuncties configureren(P.
Netwerk 3 Klik op [OK]. Standaard TCP/IP poort 1 Klik op [Poort configureren]. 2 Onder [Protocol] selecteert u [Raw] of [LPR]. ● Als u [Raw] hebt geselecteerd, verandert u het [Poortnummer]. ● Als u [LPR] hebt geselecteerd, voer dan "lp" in in [Wachtrijnaam]. 3 4 Klik op [OK]. Klik op [Sluiten]. KOPPELINGEN Een printserver instellen(P.
Netwerk Een printserver instellen 103K-07S Het installeren van een printserver (afdrukserver) betekent dat u de computer kunt ontlasten die u gebruikt om af te drukken. Een ander voordeel is dat de computers de MF-stuurprogramma's via het netwerk kunnen installeren en dat u dit dus niet per computer hoeft te doen met behulp van de meegeleverde dvd-rom. Als u een computer in het netwerk wilt instellen als een printserver, moet u de instellingen voor het delen van de printer configureren.
Netwerk Wanneer [Opties voor delen wijzigen] wordt weergegeven ● Klik op [Opties voor delen wijzigen]. 4 Installeer eventueel aanvullende stuurprogramma's. ● Deze bewerking is noodzakelijk als u via de printserver MF-stuurprogramma's wilt installeren op computers met een andere bitarchitectuur. 1 Klik op [Extra stuurprogramma's]. 2 Schakel het selectievakje in van de bitarchitectuur van andere computers en klik op [OK].
Netwerk ● Windows Vista/7/8/Server 2008/Server 2012 [x86] onder [Processor] ● Als u niet weet of uw Windows Vista/7/8/Server 2008/Server 2012 een 32-bits of 64-bits besturingssysteem is, raadpleegt u De bitarchitectuur controleren(P. 915) . 3 Plaats de bijgesloten dvd-rom in het dvd-rom-station van de computer, klik op [Bladeren] om de map met MF-stuurprogramma's op te geven en klik op [OK].
Netwerk Scaninstellingen configureren (E-mail/I-Faxes/Gedeelde mappen/FTP-server) 103K-07U U kunt gescande originele documenten alleen rechtstreeks per e-mail of I-Fax verzenden of opslaan in gedeelde mappen of op een FTP-server als u het netwerk configureert. De Instel-tool Zendfunctie, een applicatie die bij het apparaat wordt geleverd, zal u helpen bij de vereiste installatie. Voer de noodzakelijke configuratie uit afhankelijk van uw doel en van de netwerkomgeving.
Netwerk Scan-instellingen configureren (E-mail verzenden, IFaxes verzenden & ontvangen) 103K-07W Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar e-mail. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden. Verbinding maken met een draadloos LAN(P. 427) Verbinding maken met een bekabeld LAN(P. 426) Zorg ervoor dat u over de volgende gegevens beschikt: ● Het IP-adres van het apparaat. Netwerkinstellingen weergeven(P.
Netwerk ● Instellingen voor het verzenden van I-Faxen configureren instellingen voor E-mail/I-Fax configureren(P. 479) Communicatie- ● Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren (verificatie, encryptie, enzovoort) Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren(P.
Netwerk Basisinstellingen voor e-mail configureren 103K-07X Dit gedeelte beschrijft hoe u met behulp van het instelhulpmiddel Zendfunctie e-mailinstellingen configureert. Met behulp van het instelhulpmiddel Zendfunctie kunt u ook e-mailadressen opslaan in het adresboek. ● Het instelhulpmiddel Zendfunctie is een hulpmiddel voor het configureren van de e-mailinstellingen.
Netwerk ● Klik op [MInst.exe uitvoeren], als [Automatisch afspelen] wordt weergegeven. 3 Klik op [Starten] voor [Instelprogramma voor de zendfunctie]. 4 Klik op [Volgende]. ● Als u de 'Gids Instelling Verzenden' wilt raadplegen, klik dan op [Zo kunt u instellen]. Als het onderstaande scherm verschijnt ● Klik op [Ja]. 5 Selecteer het apparaat in [Apparatenlijst] en klik op [Volgende]. Als het apparaat niet wordt weergegeven in [Apparatenlijst] ● Klik op [Opnieuw zoeken].
Netwerk ● Als het aanmeldingsscherm wordt weergegeven, typt u de juiste ID en pincode in de daarvoor bestemde tekstvakken en klikt u op [Inloggen]. 3 Klik op [Instellingen voor verzenden naar e-mail]. ● Als u wordt gevraagd een pincode voor het adresboek in te voeren, typt u de pincode voor het adresboek en klikt u op [OK]. Een pincode instellen voor het adresboek(P. 569) 4 Geef de vereiste instellingen op.
Netwerk [Registratie] [Favorietnummer] Met de Instel-tool Zendfunctie kunt u een e-mailadres opslaan in het onderdeel van het adresboek. Selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst. [Naam voor favorietnummer] Voer een naam in voor de bestemming die u wilt opslaan. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in het adresboek. [Instellingen voor verzendbestemming] [E-mailadres bestemming] Voer het e-mailadres in waarnaar gescande documenten moeten worden verstuurd.
Netwerk ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Er kunnen extra instellingen nodig zijn, afhankelijk van het netwerk dat u gebruikt. Neem voor meer informatie contact op met uw internetprovider of de netwerkbeheerder. ● Raadpleeg Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren(P. 479) voor het inschakelen van TLS bij het e-mailen. ● Om de poortnummers te wijzigen, raadpleegt u Poortnummers wijzigen(P. 562) .
Netwerk Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren 103K-07Y Configureer met de UI op afstand de gedetailleerde instellingen voor het verzenden en ontvangen, zoals de instellingen voor het gebruik van het apparaat voor het verzenden en ontvangen van I-Faxen en de instellingen voor POP-verificatie en versleuteling of communicatie, voordat u e-mailberichten of I-Faxen verzendt. Neem contact op met uw provider of de netwerkbeheerder en vraag de instellingen die u nodig hebt.
Netwerk 4 Klik op [Bewerken]. 5 Geef de vereiste instellingen op. [SMTP-server] Voer met maximaal 48 alfanumerieke tekens de naam van de SMTP-server in (of het IP-adres) voor het verzenden van e-mail en I-Faxen. [E-mailadres] Gebruik maximaal 120 tekens voor het e-mailadres dat u wilt gebruiken voor het apparaat. [POP-server] Voeren met maximaal 48 alfanumerieke tekens de naam van de SMTP-server of het IP-adres in voor het verzenden van e-mail en I-Faxen.
Netwerk De instellingen opgeven die nodig zijn voor I-Fax-ontvangst [POP RX] Schakel het selectievakje in als u I-Faxen wilt ontvangen. [POP-interval] Hiermee stelt u de interval (in minuten) in voor automatische verbinding met de POP3-server. Als er I-Faxdocumenten op de server staan, worden die automatisch ontvangen en afgedrukt. Automatische ontvangst uitschakelen ● Stel [POP-interval] in op [0]. Als [0] is ingesteld, ontvangt u I-Faxen handmatig. ontvangen(P.
Netwerk [Gebruik SMTP-authenticatie (SMTP AUTH)] Als u verificatie wilt inschakelen op de SMTP-server, schakelt u het selectievakje in en typt u maximaal 64 tekens in het vak [Gebruikersnaam]. [Wachtwoord instellen/wijzigen] Als u het wachtwoord wilt opgeven of wijzigen, typt u maximaal 32 tekens in het vak [Wachtwoord]. Gecodeerde communicatie configureren U kunt codering van communicatie configureren met een SMTP- of POP3-server.
Netwerk 7 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. ● Afhankelijk van het netwerk dat u gebruikt, moet u mogelijk de instelling van de SMTP- of POP3-poort wijzigen ( Poortnummers wijzigen(P. 562) ). Neem voor meer informatie contact op met uw internetprovider of de netwerkbeheerder. KOPPELINGEN Scan-instellingen configureren (E-mail verzenden, I-Faxes verzenden & ontvangen)(P. 472) Basisinstellingen voor e-mail configureren(P.
Netwerk De machine configureren voor het scannen naar gedeelde mappen 103K-080 Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar gedeelde mappen. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden. Verbinding maken met een draadloos LAN(P. 427) Verbinding maken met een bekabeld LAN(P. 426) Zorg ervoor dat u over de volgende gegevens beschikt: ● Het IP-adres van het apparaat. Netwerkinstellingen weergeven(P.
Netwerk Configureer de machine. opslaglocatie(P.
Netwerk Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie 103K-081 Het scannen naar gedeelde mappen wordt ook wel "scannen naar SMB" (Scan to SMB) genoemd omdat de functie werkt met SMB (Server Message Block), een technologie van Windows. SMB is een protocol voor het delen van bronnen, zoals bestanden en printers, met meerdere apparaten in een netwerk ( SMB configureren(P. 504) ).
Netwerk ● Klik op [MInst.exe uitvoeren], als [Automatisch afspelen] wordt weergegeven. 3 Klik op [Starten] voor [Instelprogramma voor de zendfunctie]. 4 Klik op [Volgende]. ● Als u de 'Gids Instelling Verzenden' wilt raadplegen, klik dan op [Zo kunt u instellen]. Als het onderstaande scherm verschijnt ● Klik op [Ja]. 5 Selecteer het apparaat in [Apparatenlijst] en klik op [Volgende]. Als het apparaat niet wordt weergegeven in [Apparatenlijst] ● Klik op [Opnieuw zoeken].
Netwerk ● Als het aanmeldingsscherm wordt weergegeven, typt u de juiste ID en pincode in de daarvoor bestemde tekstvakken en klikt u op [Inloggen]. 3 Klik op [Instellingen voor opslaan in gedeelde map]. ● Als u wordt gevraagd een pincode voor het adresboek in te voeren, typt u de pincode voor het adresboek en klikt u op [OK]. Een pincode instellen voor het adresboek(P. 569) 4 Geef de vereiste instellingen op.
Netwerk [Registratie] [Favorietnummer] Met de Instel-tool Zendfunctie kunt u een gedeelde map voor het opslaan van gescande documenten toevoegen aan het onderdeel van het adresboek. Selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst. [Naam voor favorietnummer] Voer een naam in voor de bestemming die u wilt opslaan. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in het adresboek.
Netwerk 6 Controleer de instellingen op en bevestig deze door op [Registreren] te klikken. 7 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. KOPPELINGEN De machine configureren voor het scannen naar gedeelde mappen(P. 484) Documenten rechtstreeks opslaan in een gedeelde map / op een FTP-server(P.
Netwerk Het apparaat configureren voor het scannen naar de FTP-server 103K-082 Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar een FTP-server. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden. Verbinding maken met een draadloos LAN(P. 427) Verbinding maken met een bekabeld LAN(P. 426) Zorg ervoor dat u over de volgende gegevens beschikt: ● Het IP-adres van het apparaat. Netwerkinstellingen weergeven(P.
Netwerk FTP PASV-stand configureren 103K-083 PASV is een FTP-communicatiestand die wordt gebruikt voor bestandsoverdracht. U kunt alleen verbinding maken met een FTP-server via een firewall met de PASVstand. Controleer eerst dat de PASV-stand is ingesteld op de FTP-server. ● Of de PASV-stand wordt gebruikt voor FTP hangt af van uw netwerkomgeving en de instellingen op de FTPserver waar gegevens naartoe worden verzonden. Neem voor meer informatie contact op met uw Netwerkbeheerder.
Netwerk 4 Klik op [Bewerken] in [Instellingen FTP PASV-modus]. 5 Schakel het selectievakje [FTP PASV-modus gebruiken] in en klik op [OK]. [FTP PASV-modus gebruiken] Selecteer het selectievakje voor het gebruik van de PASV-stand. Gebruikt u de PASV-stand niet, laat het selectievakje dan leeg. 6 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
Netwerk De machine configureren voor uw netwerkomgeving 103K-084 De configuratie van een netwerk varieert naargelang de functie van het netwerk. Het apparaat is ontworpen voor compatibiliteit met zo veel mogelijk netwerkconfiguraties en ondersteunt om die reden verschillende technologieën. Overleg met de netwerkbeheerder en kies voor een configuratie die aansluit bij uw netwerkomgeving.
Netwerk Ethernet-instellingen configureren 103K-085 Ethernet is een standaard voor het uitwisselen van gegevens in een lokaal netwerk (LAN). U kunt de communicatiemodus (Half duplex/Full duplex) en het type Ethernet (10BASE-T/100BASE-TX/1000BASE-T) instellen. Over het algemeen is het zo dat u het apparaat kunt gebruiken zonder dat u de standaardinstellingen hoeft te wijzigen ( Instellingen Ethernet-stuurprogramma(P.
Netwerk In deze modus worden er afwisselend gegevens verzonden en ontvangen. Selecteer deze modus als het apparaat is aangesloten op een netwerkapparaat dat half duplex gebruikt. In deze modus worden gegevens tegelijkertijd verzonden en ontvangen. Deze instelling kunt u voor de meeste omgevingen gebruiken. 3 Selecteer het type Ethernet. ● Tik op selecteer het type Ethernet. ● Als is ingesteld op , kunt u <1000BASE-T> niet selecteren.
Netwerk De maximale verzendeenheid wijzigen 103K-086 In de meeste Ethernet-netwerken is 1500 bytes de maximale grootte van een gegevenspakket dat kan worden verzonden. Een pakket is het blok met gegevens waarin de oorspronkelijke gegevens worden opgedeeld voordat ze worden verzonden. De maximale verzendeenheid (MTU) kan per netwerk verschillen. Wijzig de instellingen van het apparaat indien nodig. Neem voor meer informatie contact op met de netwerkbeheerder. 1 Tik op
in het scherm Start.Netwerk Een wachttijd instellen voor verbinding met een netwerk 103K-087 Als in een netwerk redundante connectiviteit wordt aangeboden door de aanwezigheid van verschillende switching hubs of bridges, moet er een mechanisme zijn om te voorkomen dat pakketten in een oneindige lus terechtkomen. Een efficiënte oplossing is dus om voor elke switch-poort een bepaalde rol te definiëren.
Netwerk DNS configureren 103K-088 DNS (Domain Name System) is een service voor naamomzetting waarmee de naam van een host (of domein) wordt gekoppeld aan een IP-adres. Configureer de benodigde instellingen voor DNS, mDNS of DHCP. De procedures voor het configureren van DNS zijn verschillend voor IPv4 en IPv6. 1 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. afstand starten(P. 622) 2 Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Klik op [Netwerkinstellingen] [TCP/IP-instellingen].
Netwerk 4 Configureer de DNS-instellingen. IPv4 DNS configureren 1 Klik op [Bewerken] in [IPv4-instellingen]. 2 Configureer de DNS-instellingen van IPv4. [DNS-instellingen] [Adres primaire DNS-server] Voer het IP-adres van een DNS-server in. [Adres secundaire DNS-server] Voer het IP-adres van een secundaire DNS-server in, indien beschikbaar. [Hostnaam] Typ hier maximaal 47 alfanumerieke tekens voor de hostnaam van het apparaat dat u wilt registreren op de DNS-server.
Netwerk Schakel dit selectievakje in als u de DNS-records dynamisch wilt bijwerken wanneer het IP-adres van het apparaat verandert. Wanneer u een interval wilt instellen tussen updates, voert u de tijd in uren in het vak [DNS dynamisch update-interval] in. [mDNS-instellingen] [Gebruik mDNS] mDNS (multicast DNS) wordt ondersteund door Bonjour en is een protocol voor het koppelen van een hostnaam aan een IP-adres zonder DNS te gebruiken.
Netwerk 2 Configureer de DNS-instellingen van IPv6. ● Het selectievakje [Gebruik IPv6] moet zijn ingeschakeld om de instellingen te configureren. adres instellen(P. 451) IPv6- [DNS-instellingen] [Adres primaire DNS-server] Voer het IP-adres van een DNS-server in. U kunt geen adressen invoeren die beginnen met "ff" (multicast-adressen). [Adres secundaire DNS-server] Voer het IP-adres van een secundaire DNS-server in, indien beschikbaar.
Netwerk [mDNS-instellingen] [Gebruik mDNS] mDNS (multicast DNS) wordt ondersteund door Bonjour en is een protocol voor het koppelen van een hostnaam aan een IP-adres zonder DNS te gebruiken. Schakel het selectievakje in als u mDNS wilt gebruiken. [Gebruik zelfde mDNS-naam als IPv4] Schakel het selectievakje in als u dezelfde mDNS-naam wilt gebruiken als in IPv4. Als u een andere naam wilt instellen, schakelt u het selectievakje uit en typt u de mDNS-naam in het vak [mDNSnaam].
Netwerk SMB configureren 103K-089 SMB (Server Message Block) is een protocol voor het delen van bronnen, zoals bestanden en printers, met meerdere apparaten in een netwerk. Het apparaat maakt gebruik van SMB om gescande documenten op te slaan in een gedeelde map. Afhankelijk van het netwerk, moet u de NetBIOS-naam en een werkgroepnaam instellen.
Netwerk 4 Klik op [Bewerken]. 5 Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [NetBIOS-naam] Gebruik maximaal 15 alfanumerieke tekens voor de NetBIOS-naam van het apparaat. [Werkgroepnaam] Gebruik maximaal 15 alfanumerieke tekens voor de naam van de werkgroep waarvan het apparaat deel uitmaakt.
Netwerk ● NetBIOS-namen of werkgroepnamen die beginnen met een asterisk (*) kunnen niet worden geregistreerd op een WINS-server. 6 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. KOPPELINGEN WINS configureren(P.
Netwerk WINS configureren 103K-08A WINS (Windows Internet Name Service) is een service voor naamomzetting waarmee een NetBIOS-naam (de naam van een computer of printer in een SMB-netwerk) wordt gekoppeld aan een IP-adres. U moet de WINS-server opgeven om WINS in te schakelen. ● Als u instellingen voor de WINS-server wilt opgeven, moeten de NetBIOS-naam en de werkgroepnaam zijn ingesteld. SMB configureren(P. 504) ● Deze functie is niet beschikbaar in een IPv6-netwerk.
Netwerk 4 5 Klik op [Bewerken] in [WINS-instellingen]. Schakel het selectievakje [WINS-resolutie] in, geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [WINS-resolutie] Schakel dit selectievakje in als u WINS wilt gebruiken voor naamomzetting. Als u WINS niet gebruikt, schakelt u het selectievakje uit. [WINS-serveradres] Voer het IP-adres van de WINS-server in.
Netwerk ● Als het IP-adres van de WINS-server wordt verkregen van een DHCP-server, heeft het verkregen IP-adres prioriteit boven het IP-adres dat is ingevoerd in het vak [WINS-serveradres]. 6 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken ● De WINS-instellingen zijn ook bereikbaar via
op het scherm Start. KOPPELINGEN IPv4-adres instellen(P. 447) 509 WINS-instellingen(P.Netwerk LDAP-servers registreren 103K-08C Als er een LDAP-server is geïmplementeerd in het netwerk, kunt u faxnummers en emailadressen zoeken op de server. Deze nummers en adressen kunt u vervolgens als bestemmingen opgeven of in het adresboek opslaan. NB. als de authenticatie voor de zendfunctie ( LDAP-Server-authenticatie(P. 548) ) is ingeschakeld, moet u de server die wordt gebruikt voor authenticatie, registreren.
Netwerk 4 Klik op [Nieuwe server registreren] voor [LDAP-server (voor zoeken)] of [LDAP-server (voor authenticatie)]. ● LDAP-serverregistratie wordt gescheiden, met registratie voor zoeken ofwel voor verifiëren. Als u een LDAPserver wilt gebruiken voor het zoeken naar fax- en e-mailbestemmingen, register de server dan voor zoeken, en als u de server wilt gebruiken voor het verifiëren van verzenden van e-mail of faxen, registreer de server dan voor verifiëren.
Netwerk [Servernaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van de LDAP-server. [Serveradres] Typ het IP-adres van de LDAP-server of voer maximaal 47 alfanumerieke tekens in voor de hostnaam van de server (voorbeeld: ldap.voorbeeld.com). [Serveradres] en DNS Let op de volgende punten om fouten te voorkomen bij het zoeken naar bestemmingen: ● Als de hostnaam is opgegeven bij [Serveradres], moet er een DNS-server beschikbaar zijn in het netwerk.
Netwerk Selecteer [Niet gebruiken], [Gebruik] of [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)], afhankelijk van het type verificatie dat wordt gebruikt door de LDAP-server. Als [Gebruik] of [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)] is geselecteerd, moet u een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven. [Niet gebruiken] Met deze optie wordt de machine niet geverifieerd met behulp van de aanmeldingsgegevens. [Gebruik] Met deze optie wordt de machine geverifieerd met behulp van de aanmeldingsgegevens.
Netwerk [Servernaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van de LDAP-server. [Serveradres] Typ het IP-adres van de LDAP-server of voer maximaal 47 alfanumerieke tekens in voor de hostnaam van de server (voorbeeld: ldap.voorbeeld.com). [Serveradres] en DNS Let op de volgende punten om fouten te voorkomen bij het zoeken naar bestemmingen: ● Als de hostnaam is opgegeven bij [Serveradres], moet er een DNS-server beschikbaar zijn in het netwerk.
Netwerk [Poortnummer] Voer het poortnummer in dat wordt gebruikt voor communicatie met de LDAP-server. [Time-out voor authenticatie/ophalen van kenmerken] Geef op hoe lang verificatie en het ophalen van attributen mag duren in een bereik van 15 tot 150 seconden. [Kenmerk gebruikersnaam] Voer de attribuutnaam in die moet worden vergeleken met een gebruikersnaam die is ingevoerd tijdens verificatie, van maximaal 64 alfanumerieke tekens (Bijvoorbeeld: "sAMAccountNaam").
Netwerk SNTP configureren 103K-08E Met SNTP (Simple Network Time Protocol) kunt u de systeemklok synchroniseren met de tijdserver in het netwerk. Het protocol wordt meestal gebruikt voor het synchroniseren van het apparaat en een server, bijvoorbeeld wanneer het apparaat toegang nodig heeft tot een LDAP-server waarvoor verificatie is ingeschakeld. De tijd wordt aangepast op basis van UTC (Coordinated Universal Time).
Netwerk 4 Klik op [Bewerken] in [SNTP-instellingen]. 5 Schakel het selectievakje [Gebruik SNTP] in en geef de benodigde instellingen op. [Gebruik SNTP] Schakel het selectievakje in als u SNTP wilt gebruiken voor synchronisatie. Als u SNTP niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit.
Netwerk Voer het IP-adres van de NTP- of de SNTP-server in. Als DNS beschikbaar is in het netwerk, kunt u een hostnaam (of FQDN) van maximaal 255 alfanumerieke tekens invoeren. (Voorbeeld: ntp.example.com). [Pollinginterval] Geef het interval op tussen opeenvolgende synchronisaties. U kunt een interval opgeven van 1 tot 48 uur. 6 Klik op [OK]. 7 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
Netwerk De machine bewaken en bedienen met SNMP 103K-08F SNMP (Simple Network Management Protocol) is een protocol voor het bewaken en aansturen van communicatieapparaten in een netwerk dat werkt met MIB (Management Information Base). De machine ondersteunt SNMPv1 en SNMPv3 met extra beveiliging. U kunt de status van de machine controleren vanaf een computer wanneer u documenten afdrukt of de UI op afstand gebruikt. U kunt SNMPv1 of SNMPv3 inschakelen, of beide versies tegelijk.
Netwerk 3 Klik op [Netwerkinstellingen] 4 Klik op [Bewerken]. 5 Geef instellingen voor SNMPv1 op. [SNMP-instellingen]. ● Als u de SNMPv1-instellingen niet hoeft te wijzigen, gaat u verder met de volgende stap.
Netwerk [Gebruik SNMPv1] Schakel dit selectievakje in om SNMPv1 in te schakelen. De overige instellingen voor SNMPv1 kunt u alleen opgeven als dit selectievakje is ingeschakeld. [Gebruik community-naam 1]/[Gebruik community-naam 2] Schakel het selectievakje in om een Community-naam op te geven. Als u geen Community-naam hoeft op te geven, schakelt u het selectievakje uit. [Community-naam] Gebruik maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de naam van de community.
Netwerk [Gebruik SNMPv3] Schakel dit selectievakje in om SNMPv3 in te schakelen. De overige instellingen voor SNMPv3 kunt u alleen opgeven als dit selectievakje is ingeschakeld. [Gebruiker inschakelen] Schakel dit selectievakje in om [Gebruikersinstellingen 1]/[Gebruikersinstellingen 2]/[Gebruikersinstellingen 3] in te schakelen. Schakel een selectievakje uit om de desbetreffende gebruikersinstellingen uit te schakelen. [Gebruikersnaam] Gebruik maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de gebruikersnaam.
Netwerk Gebruik maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de contextnaam. U kunt maximaal drie contextnamen registreren. 7 Geef instellingen op voor het verkrijgen van informatie voor het beheren van printers. ● Met SNMP kunt u gegevens voor het beheren van printers, zoals afdrukprotocollen en printerpoorten, controleren en periodiek opvragen bij een computer in het netwerk.
Netwerk Instellingen voor software voor apparaatbeheer configureren 103K-08H U kunt het ophalen en het beheren van diverse informatie over toestellen in het netwerk gemakkelijker maken door software voor toestelbeheer in het netwerk te implementeren, zoals iW Management Console*. Informatie zoals toestelinstellingen, adresboeken en foutlogboeken, wordt opgehaald en verdeeld via de server-computer.
Netwerk 4 Geef de SLP-instellingen op. Instellingen voor Multicast Discovery opgeven 1 Klik op [Bewerken] in [Instellingen Multicast Discovery]. 2 Schakel het selectievakje [Reageren op Discovery] in en geef de benodigde instellingen op. [Reageren op Discovery] Schakel het selectievakje in als het apparaat moet reageren op pakketten voor Multicast Discovery van software voor apparaatbeheer en u bewaking door software voor apparaatbeheer wilt inschakelen.
Netwerk Als u het apparaat wilt toevoegen aan een bepaald bereik, typt u hier maximaal 32 tekens voor de naam van het bereik. 3 Klik op [OK]. ● Als u het poortnummer wilt wijzigen voor Multicast Discovery, raadpleegt u wijzigen(P. 562) . Poortnummers Software voor toestelbeheer informeren over de status van de stroomvoorziening van het apparaat 1 Klik op [Bewerken] in [Meldingsinstellingen sluimermodus]. 2 Schakel het selectievakje [Melden] in en geef de benodigde instellingen op.
Netwerk 3 5 Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Instellingen configureren voor communicatie tussen het apparaat en plugins U kunt de instellingen opgeven om communicatie tussen het apparaat en iW Management Console plug-ins in te schakelen. Met behulp van plug-ins kunt u de apparaatinstellingen van de iW Management Console beheren. 1 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
Netwerk 4 Klik op [Bewerken] 5 Selecteer [Apparaatinstellingenbeheer gebruiken] [OK]. [Apparaatinstellingenbeheer gebruiken] Voor communicatie met iW Management Console plug-ins schakelt u het selectievakje in. Als het selectievakje is uitgeschakeld, wordt het apparaat niet waargenomen als een toestel dat wordt beheerd vanaf plug-ins.
Netwerk Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt instellingen voor communicatie met plug-ins ook configureren vanaf
in het scherm Start. Apparaatinstellingenbeheer Aan/Uit(P. 656) KOPPELINGEN De slaapstand instellen(P.Beveiliging Beveiliging Beveiliging ......................................................................................................................................................... 531 De machine beschermen tegen ongeoorloofde toegang ............................................................................... 532 Onbevoegde toegang voorkomen ................................................................................................................ 533 Toegangsmachtigingen instellen ......
Beveiliging Beveiliging 103K-08J De realiteit is dat overal en altijd vertrouwelijke gegevens worden verwerkt door informatieapparaten, waaronder computers en printers. Het vervelende is dat elk van deze apparaten het doelwit kan worden van kwaadwillende derden. Aanvallers kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot uw apparaten of indirect voordeel halen uit slordigheid. Hoe het ook zij, u kunt geconfronteerd worden met onverwachte verliezen als uw vertrouwelijke gegevens worden onderschept.
Beveiliging De machine beschermen tegen ongeoorloofde toegang 103K-08K Voorkom dat onbevoegden toegang krijgen tot de machine en deze kunnen gebruiken. U kunt verschillende beveiligingsmaatregelen treffen, zoals het beheren van toegangsmachtigingen, het instellen van firewalls en het aanpassen van poortnummers.
Beveiliging Onbevoegde toegang voorkomen 103K-08L Dit gedeelte beschrijft de veiligheidsmaatregelen voor het voorkomen van onbevoegde toegang vanuit een extern netwerk. Dit moet absoluut worden gelezen voor alle gebruikers en beheerders voordat zij het apparaat, andere printers en multifunctionele apparaten die op het netwerk zijn aangesloten, gaan gebruiken.
Beveiliging ● Als een routeerbaar IP-adres is toegewezen aan een printer/multifunctioneel apparaat, kunt u een netwerkomgeving creëren waarin het risico van onbevoegde toegang wordt beperkt, door veiligheidssoftware te installeren, zoals een firewall, die toegang vanuit externe netwerken voorkomt. Als u een routeerbaar IP adres wil toewijzen aan een printer/multifunctioneel apparaat dat u wilt gebruiken, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder.
Beveiliging Toegangsmachtigingen instellen 103K-08R Beveilig het apparaat tegen toegang door onbevoegden door alleen gebruikers met toegangsrechten toe te staan het apparaat te gebruiken. Toegangsrechten worden apart ingesteld voor systeembeheerders, algemene gebruikers en de UI op afstand. Wanneer toegangrechten zijn ingesteld, moet de gebruiker een ID en pincode invoeren als hij of zij wil afdrukken of instellingen wil wijzigen.
Beveiliging De systeembeheerders-id instellen 103K-08S Er is een pincode voor het gebruik van de UI op afstand. Alleen gebruikers die de pincode weten hebben toegang tot de UI op afstand. U kunt ook een pincode instellen voor de Systeembeheerder ID. Als deze pincode ingeschakeld hebt u en alleen toegang wanneer de Systeembeheerder ID en de pincode goed zijn ingevoerd.
Beveiliging 2 Typ maximaal 32 tekens voor de naam van de systeembeheerder en tik op . ● Voor het invoeren van tekst raadpleegt u Tekst invoeren(P. 41) . ● Vergeet uw pincode niet. Weet u uw pincode niet meer, neem dan contact op met de plaatselijke officiële Canon-dealer of de Canon-help-lijn. Instellingen configureren via de UI op afstand ● Start de UI op afstand en meld u aan in de systeembeheerdersmodus.
Beveiliging Afdeling-ID beheer configureren 103K-08U U kunt de toegang tot het apparaat beheren door meerdere ID's te gebruiken voor meerdere gebruikers of groepen. Als een gebruiker probeert het apparaat te gebruiken terwijl Afdeling ID beheer is ingeschakeld, verschijnt er een aanmeldingsscherm en moet de gebruiker zijn of haar Afdeling ID met bijbehorende pincode invoeren om toegang te krijgen tot het apparaat.
Beveiliging Een afdelings-id registreren 1 Klik op [Nieuwe afdeling registreren]. 2 Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [Afdelings-ID] Typ maximaal zeven cijfers voor de Afdeling ID. [Pincode instellen] Als u een pincode wilt instellen, schakelt u het selectievakje in en typt u een code van maximaal zeven cijfers in de vakken [Pincode] en [Bevestigen]. [Beperk functies] Schakel het selectievakje in van de functies die u wilt uitschakelen voor de Afdeling ID.
Beveiliging De instellingen van een opgeslagen afdelings-id bewerken 1 Klik op de overeenkomstige tekstkoppeling onder [Afdelings-ID] om bewerkingen uit te voeren. 2 Wijzig de instellingen en klik op [OK]. Een Afdelings-ID wissen ● Klik op [Verwijderen] bij de afdelings-ID die u wilt verwijderen klik op [OK]. [Paginatotaal afdelings-ID] ● U kunt per Afdeling ID kijken hoeveel pagina's er zijn gekopieerd, afgedrukt, gescand of gefaxt.
Beveiliging 3 Klik op [Afdelings-ID beheer] 4 Schakel het selectievakje [Afdelings-ID beheer] in en klik op [OK]. [Bewerken]. [Afdelings-ID beheer] Schakel het selectievakje in om Afdeling ID beheer te activeren. Als u Afdeling ID beheer niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit. ● Voor informatie over de selectievakjes [Afdrukopdrachten met onbekende ID's toestaan]/[Scanopdrachten met onbekende ID's toestaan] raadpleegt u Taken blokkeren indien afdelings-id onbekend(P. 544) .
Beveiliging Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt ook het Afdelings-ID beheer Aan/Uit zetten vanuit
in het scherm Start. beheer Aan/Uit(P.Beveiliging 3 1 Klik op het tabblad [Apparaatinstellingen] en geef de vereiste instellingen op. Schakel de functie Afdelings-ID-beheer in. Printerstuurprogramma Schakel het selectievakje [Beheer afdelings-id gebruiken] in. Faxstuurprogramma Selecteer [Beheer afdelings-id] in [Gebruikersbeheer]. 2 Klik op [Instellingen] aan de rechterkant. 3 Geef de instellingen op en klik op [OK]. [Pincode instellen toestaan] Schakel het selectievakje voor het gebruik van een pincode in.
Beveiliging Aanmelden bij het apparaat ● Als u vanaf een computer wilt afdrukken terwijl Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, verschijnt het volgende scherm (tenzij het selectievakje [Afdelings-id/pincode bevestigen bij afdrukken]/[Afdelings-id/pincode bevestigen tijdens verzending faxen] leeg is): Taken blokkeren indien afdelings-id onbekend Als u de standaardinstellingen ongewijzigd laat, kan elke gebruiker afdrukken vanaf een computer, faxen vanaf een computer (PC fax) of scannen (via en
Beveiliging 4 Schakel selectievakjes uit en klik op [OK]. [Afdrukopdrachten met onbekende ID's toestaan] Als u wilt afdrukken of een fax wilt verzenden vanaf een computer terwijl Afdelings-ID-beheer is ingeschakeld, moet u de juiste ID en pincode invoeren ( Afdeling-ID beheer instellen voor afdrukken of faxen vanaf een computer(P. 542) ). Maar als het selectievakje voor deze instelling is ingeschakeld, kunt u afdrukken en faxen vanaf een computer zonder de ID en pincode in te voeren.
Beveiliging Een pincode instellen voor UI op afstand 103K-08W U kunt een pincode instellen voor toegang tot de UI op afstand. Alle gebruikers gebruiken een gewone pincode. ● Wanneer Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, is deze instelling niet vereist. configureren(P. 538) 1 Afdeling-ID beheer Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. afstand starten(P. 622) 2 Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Tik op [Beveiligingsinstellingen] 4 Klik op [Bewerken].
Beveiliging 5 Schakel het selectievakje [Toegangspincode externe UI gebruiken] in en stel de pincode in. [Toegangspincode externe UI gebruiken] Als u het selectievakje inschakelt, moet u voor toegang tot de UI op afstand een pincode invoeren. [Instellen/Wijzigen pincode] Als u een pincode wilt instellen, schakelt u het selectievakje in en typt u een code van maximaal zeven cijfers in de vakken [Pincode] en [Bevestigen]. 6 Klik op [OK].
Beveiliging LDAP-Server-authenticatie 103K-08X Als er op uw systeem een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ervoor zorgen dat LDAP-server-authenticatie wordt uitgevoerd wanneer de zendfunctie wordt gebruikt. Zo voorkomt u onbevoegd gebruik door derden en het lekken van informatie.
Beveiliging 5 Schakel het selectievakje [Authenticatiescherm weergeven wanneer verzending begint] in en selecteer of een bevestigingsscherm moet worden weergegeven bij het afmelden. [Authenticatiescherm weergeven wanneer verzending begint] Schakel het selectievakje in als u het aanmeldingsscherm voor Geautoriseerd Verzenden wilt weergeven wanneer de fax- of scanfunctie wordt gebruikt (LDAP-server-authenticatie).
Beveiliging [E-mail-/I-faxverzending] Selecteer of u het verzenden van e-mails en I-Faxen wilt toestaan. [Niet toestaan] Blokkeert het verzenden van e-mails en I-Faxen. en kunnen in de scanfunctie niet meer worden gebruikt. [Toestaan] Het verzenden van e-mail en I-Faxen is niet geblokkeerd. [Alleen verzenden naar mezelf toestaan] Blokkeert het verzenden van alle e-mail en I-Faxen, behalve die van de gebruikers met geautoriseerde e-mailadressen.
Beveiliging Stel in of u opslaan in gedeelde mappen of op FTP-servers wil toestaan. [Niet toestaan] Blokkeert het opslaan in gedeelde mappen en op FTP-servers. in de scanfunctie gebruiken is niet langer mogelijk. [Toestaan] Opslaan in gedeelde mappen en op FTP-servers wordt niet geblokkeerd. [Alleen toestaan naar mezelf of opgegeven map] Blokkeert opslaan in alle gedeelde mappen en FTP-servers, die niet als mappen zijn opgegeven.
Beveiliging [Faxverzending] Selecteer of u het verzenden van faxen wilt toestaan. 9 [Niet toestaan] Blokkeert het verzenden van faxen. De faxfunctie kan niet langer worden gebruikt. [Toestaan] Het verzenden van faxen is niet geblokkeerd. Klik op [OK]. KOPPELINGEN LDAP-servers registreren(P.
Beveiliging Communicatie beperken door firewalls in te stellen 103K-08Y Zonder goede beveiliging kunnen onbevoegden toegang krijgen tot computers en andere communicatieapparaten die op een netwerk zijn aangesloten. Om deze ongewenste toegang te voorkomen, kunt u instellingen opgeven voor het filteren van gegevenspakketten. Op deze manier wordt de communicatie beperkt tot apparaten met bepaalde IPadressen of MAC-adressen.
Beveiliging IP-adressen opgeven voor firewallregels 103K-090 U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde IP-adressen of apparaten met specifieke IPadressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. U kunt een afzonderlijk IP-adres opgeven of een bereik van IP-adressen. ● U kunt maximaal 16 IP-adressen (of bereiken van IP-adressen) opgeven voor zowel IPv4 als IPv6. ● De hier beschreven pakketfilters besturen de communicatie over TCP, UDP en ICMP.
Beveiliging 4 Klik op [Bewerken] voor het type filter dat u wilt gebruiken. [IPv4-adres: Uitfilter] Selecteer deze optie om het verzenden van gegevens vanaf het apparaat naar een computer te beperken door IPv4-adressen op te geven. [IPv4-adres: Infilter] Selecteer deze optie om het ontvangen van gegevens van het apparaat naar een computer te beperken door IPv4-adressen op te geven.
Beveiliging 1 Schakel het selectievakje [Gebruik filter] in en selecteer het keuzerondje [Weigeren] of [Toestaan] voor het [Standaardbeleid]. [Gebruik filter] Schakel het selectievakje in als u de communicatie wilt beperken. Schakel het selectievakje uit als u de beperking wilt opheffen. [Standaardbeleid] Selecteer de voorwaarde voor het toestaan of weigeren van de communicatie van andere toestellen met het apparaat.
Beveiliging 3 6 Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt ook het filteren van IP-adressen in- of uitschakelen vanuit
in het scherm Start. IPv4-adresfilter(P. 729) IPv6-adresfilter(P. 730) KOPPELINGEN MAC-adressen opgeven voor firewallregels(P.Beveiliging MAC-adressen opgeven voor firewallregels 103K-091 U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde MAC-adressen of apparaten met specifieke MAC-adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. U kunt maximaal 32 MAC-adressen opgeven. Deze functie is niet beschikbaar wanneer het apparaat is verbonden met een draadloos LAN. 1 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. afstand starten(P. 622) 2 Klik op [Instellingen/registratie].
Beveiliging 4 Klik op [Bewerken] voor een filtertype. [Uitfilter] Selecteer deze optie om het verzenden van gegevens vanaf het apparaat naar een computer te beperken door MAC-adressen op te geven. [Infilter] Selecteer deze optie om het ontvangen van gegevens van het apparaat naar een computer te beperken door MAC-adressen op te geven. 5 Geef de instellingen voor pakketfiltering op.
Beveiliging [Weigeren] [Toestaan] Selecteer deze optie om communicatiepakketten alleen door te geven wanneer deze bestemd zijn voor of afkomstig zijn van apparaten waarvan de MAC-adressen zijn opgegeven in [Uitzonderingsadressen]. Communicatie met andere apparaten is niet mogelijk. Selecteer deze optie om communicatiepakketten te blokkeren wanneer deze bestemd zijn voor of afkomstig zijn van apparaten waarvan de MAC-adressen zijn opgegeven in [Uitzonderingsadressen].
Beveiliging IP-adressen opgeven voor firewallregels(P.
Beveiliging Poortnummers wijzigen 103K-092 Poorten vormen het eindpunt van het communicatietraject tussen apparaten. Belangrijke protocollen maken meestal gebruik van vaste poortnummers. Een nadeel hiervan is dat apparaten met deze poortnummers kwetsbaar zijn voor aanvallen, iedereen weet de poortnummers namelijk. De netwerkbeheerder kan de beveiliging verder verbeteren door andere poortnummers te gebruiken.
Beveiliging 6 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. KOPPELINGEN Printerpoorten configureren(P.
Beveiliging Een proxy instellen 103K-093 Een proxy (of HTTP-proxyserver) verwijst naar een computer of software die HTTP-communicatie uitvoert voor andere apparaten, met name bij communicatie met bronnen buiten het netwerk, zoals bij het browsen op websites. De clientapparaten maken via de proxyserver verbinding met het externe netwerk en communiceren niet rechtstreeks met de externe bronnen.
Beveiliging 4 Klik op [Bewerken] in [Proxy-instellingen]. 5 Schakel het selectievakje [Gebruik proxy] in en geef de benodigde instellingen op. [Gebruik proxy] Schakel het selectievakje in om de opgegeven proxyserver te gebruiken voor communicatie met een HTTPserver. [Adres HTTP-proxyserver] Voer het adres van de proxyserver in. Geef het IP-adres op of de hostnaam, afhankelijk van de omgeving. [Poortnummer HTTP-proxyserver] Wijzig eventueel het poortnummer. Voer een nummer in tussen 1 en 65535.
Beveiliging KOPPELINGEN Google Cloudprinter gebruiken(P.
Beveiliging De functies van de machine beperken 103K-094 De kans bestaat dat sommige functies van de machine bijna nooit worden gebruikt of aanleiding geven voor misbruik. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u de functionaliteit van de machine beperken door deze functies geheel of gedeeltelijk uit te schakelen. Beperkingen instellen voor de toegang tot het adresboek en verzendfuncties Beperkingen instellen voor de toegang tot het adresboek en verzendfuncties(P.
Beveiliging Beperkingen instellen voor de toegang tot het adresboek en verzendfuncties 103K-095 Bepaalde vormen van informatielekkage kunt u voorkomen door de beschikbare bestemmingen voor faxen en e-mails te beperken tot de bestemmingen in het adresboek of op LDAP-servers. Een andere manier is om een pincode in te stellen voor het adresboek, zodat onbevoegde gebruikers het adresboek niet kunnen aanpassen.
Beveiliging Een pincode instellen voor het adresboek 103K-096 U kunt instellen dat gebruikers een pincode moeten invoeren om nieuwe vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of bestaande vermeldingen aan te passen. Als u een pincode instelt voor het adresboek, wordt de kans kleiner dat documenten worden verstuurd naar verkeerde ontvangers omdat het adresboek alleen nog kan worden gewijzigd door gebruikers die de pincode weten. 1 Tik op
in het scherm Start.Beveiliging Bestemmingen in het adresboek wijzigen via de UI op afstand(P. 640) Basisinstellingen voor e-mail configureren(P. 474) Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie(P.
Beveiliging Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen 103K-097 Door het aantal faxnummers dat bij het verzenden van documenten kan worden opgegeven, te beperken tot de nummers die al in het adresboek zijn opgeslagen, de nummers die eerder zijn gebruikt of de nummers waarnaar kan worden gezocht vanaf de LDAP-servers, verkleint u de kans op onjuiste bestemmingen en op het lekken van informatie door gebruikers.
Beveiliging Groepsverzending blokkeren (MF515x)(P.
Beveiliging Faxen via de PC uitschakelen 103K-098 U kunt instellen dat gebruikers geen faxen kunnen versturen vanaf een computer. 1 Tik op
in het scherm Start. 2 Tik op . 3 Selecteer . ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op 4 . Aanmelden bij de machine(P. 44) Tik op .Beveiliging Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren 103K-099 Verhindert het opgeven van bestemmingen uit de transmissiegegevens. Door middel van deze beperking voorkomt u dat bestemmingen worden geselecteerd uit de transmissiegegevens voor 'Fax verzenden', 'Scannen en Verzenden als e-mail' en 'Scannen en opslaan in Gedeelde Map of op FTP-server'. 1 Tik op
in het scherm Start. 2 Tik op .Beveiliging Bestemmingen controleren vóór het verzenden van documenten 103K-09A Door het faxnummer twee keer in te voeren verkleint u de kans dat een document door onjuiste invoer naar een verkeerd nummer wordt gestuurd. Gebruik functies die in dit gedeelte worden beschreven als u vertrouwelijke documenten verzendt. Scherm weergeven voor het bevestigen van faxnummers (MF515x)(P. 575) Bestemmingen in het adresboek weergeven(P.
Beveiliging 1 Tik op
in het scherm Start. 2 Tik op . ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op . 3 Selecteer 4 Tik op . Aanmelden bij de machine(P. 44) . Selecteer deze optie om de details van de ingevoerde code voor verkort kiezen niet weer te geven.Beveiliging Groepsverzending blokkeren 103K-09C Groepsverzending is een functie waarmee u achter elkaar faxen naar verschillende ontvangers kunt sturen. Deze functie kunt u desgewenst uitschakelen. 1 Tik op
in het scherm Start. 2 Tik op . 3 Selecteer . ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op 4 . Aanmelden bij de machine(P.Beveiliging Beperkingen instellen voor USB-functies 103K-09E USB is een handige manier om randapparatuur aan te sluiten en gegevens op te slaan of te verplaatsen. Bij een onjuist beheer kan USB echter ook een bron van informatielekkage zijn. Wees voorzichtig wanneer u USBgeheugenapparaten gebruikt. Dit gedeelte beschrijft hoe u de verbinding via de USB-poort van het apparaat kunt beperken en hoe u het gebruik van USB-geheugenapparaten kunt uitsluiten.
Beveiliging 5 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Beperkingen instellen voor het scannen naar USB U kunt het opslaan van gescande documentgegevens op een USB-geheugenapparaat uitschakelen. 1 Tik op
in het scherm Start. 2 Tik op . ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op . Aanmelden bij de machine(P.Beveiliging ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op . Aanmelden bij de machine(P. 44) 3 Tik op . 4 Tik op . Selecteer deze optie om het lezen van gegevens vanaf een USB-geheugenapparaat te blokkeren. De gegevens op het USB-geheugenapparaat kunnen niet worden afgedrukt. Selecteer deze optie om het afdrukken van gegevens op een USB-geheugenapparaat toe te staan.
Beveiliging HTTP-communicatie uitschakelen 103K-09F HTTP wordt gebruikt voor communicatie via het netwerk, bijvoorbeeld wanneer u het apparaat bedient via de UI op afstand. Als u een USB-verbinding gebruikt of HTTP om een andere reden niet nodig hebt, kunt u het protocol uitschakelen om aanvallen van kwaadwillende gebruikers via de ongebruikte HTTP-poort te voorkomen.
Beveiliging De UI op afstand uitschakelen 103K-09H De UI op afstand is handig omdat u dan instellingen voor de machine kunt opgeven via een webbrowser op een computer. U kunt de UI op afstand alleen gebruiken als de machine via het netwerk is verbonden met een computer.
Beveiliging Geavanceerde beveiligingsfuncties implementeren 103K-09J Bevoegde gebruikers kunnen worden benadeeld door aanvallen van kwaadwillende personen, bijvoorbeeld door sniffing, spoofing en het manipuleren van gegevens die over een netwerk worden verzonden. Om uw belangrijke en kostbare gegevens te beschermen tegen deze aanvallen, ondersteunt de machine de volgende functies te verbetering van de veiligheid en beveiliging.
Beveiliging KOPPELINGEN Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten(P.
Beveiliging Communicatie met TLS-versleuteling inschakelen voor de UI op afstand 103K-09K Met TLS (Transport Layer Security) kunt u de communicatie versleutelen die plaatsvindt tussen het apparaat en een webbrowser op de computer. TLS is een techniek voor het versleutelen van gegevens die via het netwerk worden verzonden of ontvangen. TLS moet zijn ingeschakeld wanneer u de UI op afstand gebruikt voor het opgeven van instellingen voor IPSec (Methode gedeelde sleutel), IEEE 802.
Beveiliging 4 Klik op [Sleutel en certificaat] in [TLS-instellingen]. 5 Klik op [Registreer standaardsleutel] naast het sleutelpaar dat u wilt gebruiken. Details bekijken van een certificaat ● U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de gewenste tekstkoppeling onder [Sleutelnaam] te klikken of op het pictogram van het certificaat. Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren(P.
Beveiliging 6 TLS inschakelen voor de UI op afstand. 1 Klik op [Beveiligingsinstellingen] 2 Klik op [Bewerken]. 3 Schakel het selectievakje [Gebruik TLS] in en klik op [OK]. 7 [Instellingen externe UI]. Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
Beveiliging Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt communicatie met TLS-versleuteling ook in- of uitschakelen vanuit
in het scherm Start. Gebruik TLS(P. 729) De UI op afstand starten terwijl TLS is ingeschakeld ● Als u probeert de UI op afstand te starten terwijl TLS is ingeschakeld, kan er een beveiligingswaarschuwing worden weergegeven met betrekking tot het beveiligingscertificaat.Beveiliging IPSec-instellingen configureren 103K-09L Internet Protocol Security (IPSec of IPsec) bestaat uit een verzameling protocollen voor het versleutelen van gegevens die over een netwerk (inclusief internet-netwerken) worden verzonden. TLS versleutelt alleen de gegevens die in een bepaald programma worden gebruikt, zoals een webbrowser of een e-mailprogramma.
Beveiliging Functionele beperkingen van IPSec ● IPSec ondersteunt communicatie naar een unicast-adres (of een bepaald apparaat). ● Het apparaat kan niet tegelijkertijd IPSec en DHCPv6 gebruiken. ● IPSec is niet beschikbaar in netwerken waarin NAT of IP-masquerade is geïmplementeerd. IPSec gebruiken met een IP-adresfilter ● Instellingen voor IP-adresfilters worden toegepast vóór de beleidsinstellingen van IPSec. adressen opgeven voor firewallregels(P.
Beveiliging 3 Klik op [Beveiligingsinstellingen] 4 Klik op [Bewerken]. 5 Schakel het selectievakje [Gebruik IPSec] in en klik op [OK]. [IPSec-instellingen]. ● Als het apparaat alleen pakketten mag ontvangen die voldoen aan een van de beleidsinstellingen die u hieronder definieert, schakelt u het selectievakje [Pakketten zonder beleid ontvangen] uit.
Beveiliging 6 Klik op [Nieuw beleid registreren]. 7 Geef de beleidsinstellingen op. 1 Typ in het vak [Beleidsnaam] maximaal 24 alfanumerieke tekens als naam voor de set met beleidsinstellingen. 2 Schakel het selectievakje [Beleid inschakelen] in. 8 Geef de instellingen voor het beleid Selector op.
Beveiliging [Lokaal adres] Selecteer het keuzerondje voor het type IP-adres van het apparaat waarop u het beleid wilt toepassen. [Alle IP-adressen] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten. [IPv4-adres] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het IPv4-adres van het apparaat worden verstuurd. [IPv6-adres] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het IPv6-adres van het apparaat worden verstuurd.
Beveiliging Beschrijving Een specifiek adres invoeren Voorbeeld IPv4: Gebruik een punt als scheidingsteken. 192.168.0.10 IPv6: Gebruik een dubbele punt als scheidingsteken tussen alfanumerieke tekens. fe80::10 Een bereik van adressen opgeven Plaats een afbreekstreepje tussen de adressen. 192.168.0.10-192.168.0.20 [Subnetinstellingen] Als u het IPv4-adres handmatig invoert, kunt u een bereik opgeven door het subnetmasker te gebruiken.
Beveiliging [Authenticatie]/[Encryptie]/[DH-groep] Selecteer een algoritme in de vervolgkeuzelijst. Alle algoritmen worden gebruikt bij het uitwisselen van de sleutels. [Authenticatie] Selecteer het hash-algoritme. [Encryptie] Selecteer het coderingsalgoritme. [DH-groep] Selecteer de Diffie-Hellman-groep, die bepalend is voor de sterkte van de sleutel.
Beveiliging 10 Geef de IPSec-instellingen op. [Gebruik PFS] Schakel dit selectievakje in om PFS (Perfect Forward Secrecy) in te schakelen voor sleutels van IPSec-sessies. Als u PFS inschakelt, wordt de beveiliging verbeterd maar wordt de communicatie ook extra belast. Zorg ervoor dat PFS ook is ingeschakeld voor de andere apparaten. [Geef tijd op]/[Geef formaat op] Geef hier de voorwaarden op voor het beëindigen van een sessie voor IPSec SA. IPSec SA wordt gebruikt als een communicatietunnel.
Beveiliging ● De bovenste set met beleidsinstellingen (ook wel beleidslijnen genoemd) wordt als eerst toegepast, dan de volgende in de lijst, enzovoort. Klik op [Omhoog] of [Omlaag] om een instelling één positie omhoog of omlaag te verplaatsen. Een beleid bewerken ● Klik op de bijbehorende tekstkoppeling onder [Beleidsnaam] voor het bewerkingsscherm. Een beleid verwijderen ● Klik op [Verwijderen] rechts van de beleidsnaam die u wilt wissen 13 klik op [OK]. Start de machine opnieuw op.
Beveiliging IEEE 802.1X-verificatie configureren 103K-09R De machine kan als een clientapparaat worden aangesloten op een 802.1X-netwerk. Een doorsnee 802.1X-netwerk bestaat uit een RADIUS-server (verificatieserver), een LAN-switch (authenticator) en clientapparaten met verificatiesoftware (supplicants). Als een apparaat probeert verbinding te maken met het 802.
Beveiliging 3 Klik op [Netwerkinstellingen] 4 Klik op [Bewerken]. 5 [IEEE 802.1X-instellingen]. Schakel het selectievakje [Gebruik IEEE 802.1X] in, typ de aanmeldingsnaam in het vak [Inlognaam] en geef de vereiste instellingen op.
Beveiliging [Gebruik IEEE 802.1X] Schakel dit selectievakje in om verificatie met IEEE 802.1X mogelijk te maken. [Inlognaam] Typ maximaal 24 alfanumerieke tekens als de naam (EAP-identiteit) die wordt gebruikt voor het identificeren van de gebruiker. TLS instellen 1 Schakel het selectievakje [Gebruik TLS] in en klik op [Sleutel en certificaat]. ● U kunt geen TLS gebruiken in combinatie met TTLS of PEAP.
Beveiliging Intern protocol voor TTLS ● U kunt MSCHAPv2 of PAP selecteren. Als u PAP wilt gebruiken, klik dan op het keuzerondje [PAP]. 2 Klik op [Wijzig gebruikersnaam/wachtwoord]. ● Als u een andere gebruikersnaam wilt opgeven dan de aanmeldingsnaam, schakelt u het selectievakje [Gebruik inlognaam als gebruikersnaam] uit. Schakel het selectievakje in als u de aanmeldingsnaam wilt gebruiken als de gebruikersnaam. 3 Stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klik op [OK].
Beveiliging [Gebruikersnaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de gebruikersnaam. [Wijzig wachtwoord] Als u het wachtwoord wilt instellen of wijzigen, schakelt u het selectievakje in en typt u maximaal 24 tekens voor het nieuwe wachtwoord in de vakken [Wachtwoord] en [Bevestigen]. 6 Klik op [OK]. 7 Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt ook IEEE 802.
Beveiliging Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten 103K-09S Om de communicatie te coderen met een extern apparaat, moet vooraf een coderingssleutel worden verzonden en ontvangen via een onbeveiligd netwerk. Dit probleem wordt opgelost door cryptografie met openbare sleutels.
Beveiliging Algoritme voor handtekening certificaat SHA1-RSA, SHA256-RSA, SHA384-RSA*2, SHA512-RSA*2, MD5-RSA of MD2-RSA Algoritme voor vingerafdruk certificaat *1 De SHA1 vereisten voor het certificaat in een sleutelpaar komen overeen met die voor CA-certificaten. *2 SHA384-RSA en SHA512-RSA zijn alleen beschikbaar wanneer de RSA-sleutel 1024 bits of langer is. ● Het apparaat biedt geen ondersteuning voor het gebruik van een certificaatintrekkingslijst (CRL).
Beveiliging Sleutelparen genereren 103K-09U Voor versleutelde communicatie via TLS (Transport Layer Security) kunt u een sleutelpaar genereren met het apparaat. U kunt TLS gebruiken voor toegang tot het apparaat via de UI op afstand. Er kunnen maximaal vijf sleutelparen (inclusief de vooraf geïnstalleerde paren) worden gegenereerd op het apparaat. Zelf-ondertekende certificaten worden gebruikt bij sleutelparen die zijn gegenereerd in "Netwerkcommunicatie".
Beveiliging 4 Klik op [Sleutel aanmaken]. Een geregistreerd sleutelpaar wissen ● Klik op [Verwijderen] bij het sleutelpaar dat u wilt verwijderen klik op [OK]. ● U kunt een sleutelpaar niet wissen als het op dat moment in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer '[TLS]' of '[IEEE 802.1X]' wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval kunt u het sleutelpaar pas wissen wanneer u de functie hebt uitgeschakeld of het sleutelpaar hebt vervangen. 5 Selecteer [Netwerkcommunicatie] en klik op [OK].
Beveiliging 6 Geef instellingen op voor de sleutel en het certificaat. [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten. [Handtekeningalgoritme] Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst. [Sleutelalgoritme] RSA wordt gebruikt om een sleutelpaar te genereren. Selecteer de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst.
Beveiliging [Standaardnaam] Gebruik maximaal 48 alfanumerieke tekens voor de algemene naam (Common Name) van het certificaat. "Common Name" wordt vaak afgekort tot "CN". 7 Klik op [OK]. ● Het genereren van sleutels voor netwerkcommunicatie kan 10 tot 15 minuten in beslag nemen. ● Het gegenereerde sleutelpaar wordt automatisch opgeslagen op de machine. Sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) aanmaken 1 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
Beveiliging 4 Klik op [Sleutel aanmaken]. Een geregistreerd sleutelpaar wissen ● Klik op [Verwijderen] bij het sleutelpaar dat u wilt verwijderen klik op [OK]. ● U kunt een sleutelpaar niet wissen als het op dat moment in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer '[TLS]' of '[IEEE 802.1X]' wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval kunt u het sleutelpaar pas wissen wanneer u de functie hebt uitgeschakeld of het sleutelpaar hebt vervangen.
Beveiliging [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten. [Handtekeningalgoritme] Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst. [Sleutelalgoritme] RSA wordt gebruikt om een sleutelpaar te genereren. Selecteer de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst. Hoe groter het aantal is voor de sleutellengte, hoe trager de communicatie verloopt.
Beveiliging 8 Klik op [Opslaan in bestand]. ● Er wordt een dialoogvenster voor het opslaan van het bestand weergegeven. Kies waar u het bestand wilt opslaan en klik op [Opslaan]. ➠ Het CSR-bestand (Key and Certificate Signing Request) wordt opgeslagen op de computer. 9 Hecht het opgeslagen bestand aan en leg de applicatie voor aan de certificeringsinstantie (CA).
Beveiliging 5 6 Klik op [Registreer certificaat]. Klik op [Bladeren], geef het bestand voor het certificaatondertekeningsverzoek op en klik op [Registreren]. KOPPELINGEN Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken(P. 614) Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren(P. 618) Communicatie met TLS-versleuteling inschakelen voor de UI op afstand(P.
Beveiliging IPSec-instellingen configureren(P.
Beveiliging Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken 103K-09W Sleutelparen en digitale certificaten voor gebruik met het apparaat zijn verkrijgbaar bij een certificeringsinstantie (CA). U kunt deze bestanden opslaan en vervolgens registreren via de UI op afstand. Let er goed op dat het sleutelpaar en het certificaat voldoen aan de eisen die het apparaat stelt ( Vereisten voor sleutels en certificaten(P. 603) ).
Beveiliging 4 Klik op [Sleutel en certificaat registreren] of [Registreer CA-certificaat]. Een geregistreerd sleutelpaar of CA-certificaat wissen ● Klik op [Verwijderen] naast het sleutelpaar of CA-certificaat dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op [OK]. De vooraf geïnstalleerde CA-certificaten kunt u niet verwijderen. ● U kunt een sleutelpaar niet verwijderen als dit momenteel in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer "[TLS]" of "[IEEE 802.1X]" wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik].
Beveiliging Een sleutelpaar of CA-certificaatbestand wissen ● Klik op [Verwijderen] rechts van het bestand dat u wilt wissen 6 klik op [OK]. Klik op [Bladeren], selecteer het bestand dat u wilt installeren en klik op [Start installatie]. ➠ Het sleutelpaar of CA-certificaat is geïnstalleerd op het apparaat. 7 Registreer het sleutelpaar of CA-certificaat. Een sleutelpaar registreren 1 Klik op [Registreren] naast het sleutelpaar dat u wilt opslaan.
Beveiliging [Wachtwoord] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor het wachtwoord van de privésleutel die is ingesteld voor het bestand dat u wilt opslaan. Een CA-certificaat registreren Klik op [Registreren] naast het CA-certificaat dat u wilt opslaan. KOPPELINGEN Sleutelparen genereren(P. 605) Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren(P. 618) Communicatie met TLS-versleuteling inschakelen voor de UI op afstand(P. 585) IPSec-instellingen configureren(P. 589) IEEE 802.
Beveiliging Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren 103K-09X Als u sleutelparen en CA-certificaten hebt geregistreerd, kunt u de gegevens van deze onderdelen bekijken of hun geldigheid en handtekening controleren. 1 2 3 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. afstand starten(P. 622) De UI op Klik op [Instellingen/registratie]. Klik op [Beveiligingsinstellingen] [Instellingen CA-certificaat].
Beveiliging ➠ De certificaatgegevens kunt u bekijken op dit scherm. 5 Controleer de details van het certificaat en klik op [Certificaat verifiëren]. ➠ Het resultaat van het verifiëren van het certificaat wordt zoals hieronder weergegeven. KOPPELINGEN Sleutelparen genereren(P. 605) Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken(P.
De UI op afstand gebruiken De UI op afstand gebruiken De UI op afstand gebruiken ..................................................................................................................... 621 De UI op afstand starten ................................................................................................................................... 622 Schermen van de UI op afstand .....................................................................................................................
De UI op afstand gebruiken De UI op afstand gebruiken 103K-09Y Als u een webbrowser gebruikt om het apparaat op afstand te bedienen, kunt u de documenten die wachten om te worden afgedrukt, of de status van het apparaat controleren. U kunt ook enkele instellingen uitvoeren, zoals het opslaan van het adresboek. U hoeft uw bureau dus niet te verlaten om systeembeheertaken uit te voeren. Functies van de externe UI Documenten beheren en de status van de machine controleren(P.
De UI op afstand gebruiken De UI op afstand starten 103K-0A0 Om het apparaat op afstand te bedienen, moet u het IP-adres van het apparaat in een webbrowser invoeren en de UI op afstand opstarten. Controleer vooraf het IP-adres dat op het apparaat is ingesteld ( Netwerkinstellingen weergeven(P. 455) ). Als u vragen hebt, neemt u contact op met de netwerkbeheerder. 1 Start de webbrowser. 2 Typ 'http:///' in het adresveld en druk op [ENTER].
De UI op afstand gebruiken U kunt de status van documenten of van de machine controleren. Daarnaast kunt u enkele instellingen aanpassen. Als u afdrukdocumenten wilt verwijderen, typt u de gebruikersnaam van de documenten in het vak [Gebruikersnaam]. De gebruikersnaam wordt automatisch ingesteld om documenten af te drukken op basis van gegevens zoals uw computernaam of aanmeldingsnaam voor de computer. [Toegangspincode externe UI] Als [Toegangspincode externe UI] is ingesteld, voer dan de pincode in.
De UI op afstand gebruiken Schermen van de UI op afstand 103K-0A1 In dit gedeelte worden de belangrijkste schermen van de UI op afstand beschreven. Portaalpagina (hoofdpagina)(P. 624) [Statusmonitor/annuleren] Pagina(P. 625) [Instellingen/registratie] Pagina(P. 626) [Adresboek] Pagina(P. 627) Portaalpagina (hoofdpagina) [Afmelden] Hiermee meldt u zich af bij de UI op afstand. UI staat trouwens voor User Interface, ofwel gebruikersinterface in het Nederlands.
De UI op afstand gebruiken Informatie over verbruikseenheden Hier ziet u informatie over het papier en de resterende hoeveelheid toner in de tonercartridges. Ondersteuningskoppeling Hier ziet u de koppeling voor ondersteuning die is opgegeven bij [Apparaatinformatie] onder [Systeembeheer]. [Statusmonitor/annuleren] Hiermee geeft u de status weer van de huidige afdruktaken en de geschiedenis van afdruktaken en kopieertaken, en van verzonden en ontvangen documenten.
De UI op afstand gebruiken Navigatiepad De reeks van pagina's die u hebt geopend om bij de huidige pagina te komen. U kunt hier zien welke pagina wordt weergegeven. Pictogram Vernieuwen Hiermee vernieuwt u de weergegeven pagina. Pictogram Boven Hiermee verplaatst u het schuifvak naar het begin van de pagina als u naar beneden hebt gebladerd. [Instellingen/registratie] Pagina [Naar portal] Keert terug naar de portaalpagina (hoofdpagina).
De UI op afstand gebruiken Systeembeheer instellingen ● U kunt alleen [Instellingen Systeembeheer] opgeven als u bent aangemeld in de systeembeheerdersmodus. ● Wanneer u zich hebt aangemeld in de Algemene Gebruikersstand, wordt alleen de optie [Systeembeheer] weergegeven. [Adresboek] Pagina [Naar portal] Geeft de portaalpagina (hoofdpagina) weer. [Favorieten] Hiermee geeft u de favorietenlijst weer. Favorieten(P. 79) [Kiescode] Hiermee geeft u de lijst met codes voor verkort kiezen weer.
De UI op afstand gebruiken Lijstnummer Geeft het bereik van nummers voor verkort kiezen op dat op de pagina wordt weergegeven. U kunt Lijstnummer niet weergeven in Favorieten. Pictogram Boven Hiermee verplaatst u het schuifvak naar het begin van de pagina als u naar beneden hebt gebladerd. Het adresboek opslaan/bewerken ● U kunt het adresboek opslaan of wijzigen als u zich hebt aangemeld in de systeembeheerdersmodus.
De UI op afstand gebruiken Documenten beheren en de status van de machine controleren 103K-0A2 De huidige status van afdruktaken controleren(P. 629) Taakgeschiedenis controleren(P. 630) Foutgegevens controleren(P. 630) Verbruiksartikelen controleren(P. 631) Apparaatspecificaties controleren(P. 631) Gegevens van systeembeheerder controleren(P. 632) Totaal aantal afdrukken controleren(P. 632) ● De bestandsnaam van het document geeft maximaal slechts 256 tekens weer, afhankelijk van het lettertype.
De UI op afstand gebruiken ● Klik op [Opdrachtnummer] op de gepauzeerde documenten en de beveiligde documenten om gedetailleerde informatie weer te geven. U kunt de gebruikersnaam en de paginatelling van het afgedrukte document controleren. Taakgeschiedenis controleren Er wordt een overzicht weergegeven van de afgedrukte of gekopieerde documenten, verzonden faxberichten en emails (TX), en ontvangen faxberichten (RX). Meld u aan bij de UI op afstand ( [Opdrachtlog] De UI op afstand starten(P.
De UI op afstand gebruiken Verbruiksartikelen controleren Het papierformaat en de papiersoort voor de papierbron, het modelnummer van de tonercartridge, enzovoort worden weergeven. U kunt ook op [Details verbruiksartikelen controleren] in Portaalpagina (hoofdpagina)(P. 624) klikken om deze pagina weer te geven. Log in op de UI op afstand ( [Verbruiksartikelen] De UI op afstand starten(P.
De UI op afstand gebruiken Gegevens van systeembeheerder controleren U kunt informatie over het apparaat en de systeembeheerder weergeven. Deze informatie is ingesteld bij [Systeembeheer] op de pagina [Instellingen/registratie]. Instellingen Systeembeheer(P. 727) Meld u aan bij de UI op afstand ( [Apparaatinformatie] De UI op afstand starten(P.
De UI op afstand gebruiken Menuopties instellen via de UI op afstand 103K-0A3 U kunt verschillende instellingen van de machine wijzigen met de UI op afstand. De meeste instellingen kunnen ook via het bedieningspaneel van de machine worden gewijzigd, maar sommige instellingen kunt u alleen wijzigen via de UI op afstand. ● Sommige instellingen kunnen uitsluitend worden gewijzigd als u zich aanmeldt in de systeembeheerdersmodus. 1 Start de UI op afstand. 2 Klik op [Instellingen/registratie].
De UI op afstand gebruiken ● Raadpleeg de onderstaande items voor meer informatie over het instellingenmenu Menu-items Referenten Voorkeuren Papierinstellingen Het type en formaat papier opgeven(P. 67) Volumeregeling/weergave-instellingen Voorkeuren(P. 657) Tijdklokinstellingen Tijdklokinstellingen(P. 661) Volumeregeling Het volume aanpassen(P. 100) Functie-instellingen Algemene instellingen Algemene instellingen(P. 666) Kopieerinstellingen Kopieerinstellingen(P.
De UI op afstand gebruiken Data-instellingen opslaan / laden 103K-0A4 Gegevens in het adresboek of van apparaatinstellingen kunnen in uw computer worden opgeslagen (exporteren). Omgekeerd kan ook. Gegevens die zijn opgeslagen op uw computer kunnen worden geregistreerd in het apparaat (importeren). U kunt de bestemmingen in het adresboek gemakkelijk kopiëren naar meerdere apparaten.* Om deze functies te gebruiken, moet u aangemeld zijn in de systeembeheerdersmodus.
De UI op afstand gebruiken Gegevens van Instellingen opslaan 103K-0A5 U kunt gegevens van het Adresboek en apparaatinstellingen exporteren en deze opslaan op een computer. U wordt geadviseerd regelmatig een back-up van belangrijke instellingen te maken. 1 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. afstand starten(P. 622) De UI op 2 Klik op [Instellingen/registratie].
De UI op afstand gebruiken [Adresboek] Schakel het selectievakje in om adresboekgegevens te exporteren. [Pincode adresboek] Is het adresboek beveiligd met een pincode, voer dan de code voor het Adresboek in. [Instellingen/registratie] Schakel het selectievakje in om gegevens van apparaatinstellingen te exporteren. [Encryptiewachtwoord] Voer een wachtwoord voor versleuteling in van maximaal 32 alfanumerieke tekens. Voer hetzelfde wachtwoord in bij [Bevestigen].
De UI op afstand gebruiken Instelgegevens laden 103K-0A6 Laad (importeer) gegevens die zijn geëxporteerd uit het apparaat. U kunt ook apparaatinstellingen importeren van een ander apparaat, als dat van hetzelfde model is als het uwe. 1 Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. afstand starten(P. 622) 2 Klik op [Instellingen/registratie]. 3 Klik op [Importeren/Exporteren] 4 De UI op [Importeren].
De UI op afstand gebruiken [Bestandspad] Klik op [Bladeren] en selecteer het bestand. [Decryptiewachtwoord] Voer het wachtwoord in dat is ingesteld toen de instellingen werden geëxporteerd. [Adresboek] Schakel het selectievakje in om adresboekgegevens te importeren. ● Wanneer u Adresboekgegevens importeert, worden de gegevens die op dat moment op het apparaat zijn geregistreerd, overschreven. [Pincode adresboek] Is het adresboek beveiligd met een pincode, voer dan de code voor het Adresboek in.
De UI op afstand gebruiken Bestemmingen in het adresboek wijzigen via de UI op afstand 103K-0A7 U kunt de computer gebruiken om bestemmingen in het adresboek van het apparaat te registreren en informatie van geregistreerde bestemmingen te bewerken. Geef hier de gedeelde map of FTP-server als bestemming op. ● U kunt de instellingen alleen wijzigen als u zich aanmeldt in de systeembeheerdersmodus. 1 Start de UI op afstand. 2 Klik op [Adresboek]. De UI op afstand starten(P.
De UI op afstand gebruiken 4 Klik op de tekstlink onder [Nummer], [Type], of [Naam] voor een item met de naam "Niet geregistreerd". ● U kunt een geregistreerd item wijzigen door onder [Nummer], [Type] of [Naam] op de bijbehorende tekstkoppeling te klikken. ● U kunt een geregistreerde bestemming verwijderen door op de bijbehorende knop [Verwijderen] te klikken. 5 Selecteer [Type bestemming om te registreren] en klik op [OK].
De UI op afstand gebruiken Voer hier de naam van de bestemming in. [Faxnummer] Voer hier het faxnummer van de bestemming in. [ECM TX] Activeer het selectievakje omwille van het volgende: als er een fout in een verzonden afbeelding optreedt, wordt de fout gecontroleerd en gecorrigeerd om te voorkomen dat een onjuiste afbeelding wordt verzonden.
De UI op afstand gebruiken [Protocol] Selecteer het protocol voor de bestemming. [Windows (SMB)] Selecteer dit als u een gedeelde map als bestemming registreert. [FTP] Selecteer dit als u een FTP-server als bestemming registreert. [Hostnaam] ● Voor een gedeelde map Voer de computernaam of het IP-adres in met maximaal 120 tekens. Hierbij kunt u ook het pad naar de gedeelde map invoeren (bijvoorbeeld '\\swan\share' of '\\192.168.2.100\share').
Overzicht van menuopties Overzicht van menuopties Overzicht van menuopties ....................................................................................................................... 645 Netwerkinstellingen ......................................................................................................................................... 646 Voorkeuren ...........................................................................................................................................
Overzicht van menuopties Overzicht van menuopties 103K-0A8 Er zijn diverse instellingen in dit apparaat. U kunt alle opties uitgebreid aanpassen. U kunt toegang krijgen tot deze instellingen via
in het scherm Start. ● U kunt een lijst afdrukken met alle instellingen om de huidige instellingen te controleren: gebruikersgegevens / Gegevenslijst systeembeheer(P.Overzicht van menuopties Netwerkinstellingen 103K-0A9 Alle instellingen voor het netwerk worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (*) ● Instellingen die zijn gemarkeerd met een sterretje (*) kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. Selecteer bedraad/draadloos LAN(P. 646) Instellingen draadloos LAN(P. 646) Directe verbinding inschakelen(P. 648) TCP/IP-instellingen(P. 648) SNMP-instellingen(P. 654) Instellingen speciale poort(P.
Overzicht van menuopties SSID-instellingen Selecteer deze instelling om een draadloze verbinding te configureren door handmatig via het bedieningspaneel informatie op te geven zoals een SSID of een netwerksleutel. Selecteer toegangspunt Draadloze LAN-routers die toegang hebben tot het apparaat, worden automatisch geladen en u kunt deze dus selecteren in de lijst. U moet handmatig een netwerksleutel invoeren, zoals een WEP-sleutel of een PSK.
Overzicht van menuopties Directe verbinding inschakelen * Stel in of een directe verbinding moet worden gemaakt. Door deze functie in te schakelen, maakt u directe verbinding met het apparaat mogelijk, zelfs in een omgeving zonder toegangspunten of draadloos LAN router.
Overzicht van menuopties PING-opdracht Selecteer deze optie om te controleren of de machine via een netwerk is verbonden met een computer. netwerkverbinding testen(P. 449) De DNS-instellingen Kies deze optie om instellingen op te geven voor DNS (Domain Name System), een mechanisme voor het omzetten van hostnamen in IP-adressen. DNS configureren(P. 499) DNS-serverinstellingen Primaire DNS-server: 0.0.0.0 Secundaire DNS-server: 0.0.0.
Overzicht van menuopties Aan SMTP-serveradres verkrijgen Uit Aan POP-serveradres verkrijgen Uit Aan IPv6-instellingen Geef instellingen op om de machine te gebruiken in een IPv6-netwerk. Gebruik IPv6 Hiermee kunt u IPv6 in- of uitschakelen op het apparaat. U kunt met deze optie ook de huidige instellingen bekijken. IPv6-adres instellen(P.
Overzicht van menuopties Prefixlengte DNS-instellingen Kies deze optie om instellingen op te geven voor DNS (Domain Name System), een mechanisme voor het omzetten van hostnamen in IP-adressen. DNS configureren(P.
Overzicht van menuopties WINS-instellingen Hiermee kunt u instellingen opgeven voor WINS (Windows Internet Name Service), het protocol dat in een netwerkomgeving met zowel NetBIOS als TCP/IP een NetBIOS-naam levert voor de omzetting naar een IPadres. WINS configureren(P. 507) WINS-resolutie Uit Aan WINS-serveradres: 0.0.0.0 LPD-instellingen LPD in- of uitschakelen. LPD is een afdrukprotocol dat op ieder hardwareplatform of in ieder besturingssysteem kan worden gebruikt.
Overzicht van menuopties Gebruik Scan naar computer Uit Aan Gebruik Multicast Discovery Uit Aan FTP PASV-modus gebruiken Geef op of u de stand PASV wilt gebruiken voor FTP. Maakt u verbinding met een FTP-server via een firewall, dan moet u de stand PASV selecteren. FTP PASV-stand configureren(P. 492) Uit Aan Gebruik HTTP Hiermee kunt u HTTP in- of uitschakelen.
Overzicht van menuopties 1 t/m 161 t/m 65535 MTU-grootte Selecteer de maximumgrootte van pakketten die de machine kan verzenden of ontvangen. verzendeenheid wijzigen(P. 497) De maximale 1300 1400 1500 SNMP-instellingen Kies deze optie om de instellingen op te geven voor het bewaken en bedienen van de machine vanaf een computer met SNMP-compatibele software. De machine bewaken en bedienen met SNMP(P. 519) SNMPv1-instellingen Hiermee kunt u SNMPv1 in- of uitschakelen.
Overzicht van menuopties
Selecteer of Start het apparaat opnieuw op Instellingen speciale poort Hiermee kunt u de speciale poort in- of uitschakelen. De speciale poort wordt gebruikt voor het afdrukken, faxen of scannen met MF Scan Utility en wanneer u instellingen voor het apparaat wilt opvragen of opgeven via het netwerk.Overzicht van menuopties IEEE 802.1X-instellingen * Hiermee kunt u IEEE 802.1X-verificatie in- of uitschakelen. IEEE 802.1X-verificatie configureren(P. 598) Uit Aan
het apparaat opnieuw op Selecteer of Start Apparaatinstellingenbeheer Aan/Uit Geef op of u plug-ins voor iW Management Console wilt gebruiken voor het beheren van de gegevens van het apparaat, zoals instellingen en bestemmingen in het Adresboek.Overzicht van menuopties Voorkeuren 103K-0AA Alle instellingen voor de display en het de Engelse Toetsenbord-layout worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden Gemarkeerd met een dolksymbool ( ). Sterretjes (*) ● Opties gemarkeerd met "*1" gelden alleen voor de MF515x. ● Instellingen die zijn gemarkeerd met "*2" kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. ● Opties die zijn gemarkeerd met '*3' hebben afwijkende standaardinstellingen per land of regio. Weergave-instellingen(P.
Overzicht van menuopties Favoriete scaninstellingen Stel weergavevolgorde in Invoegen en lege wissen Helderheid U kunt de helderheid van het scherm aanpassen aan de gebruikslocatie van de machine. Vijf niveaus
helderheid aan te passen Tik op / om de Omwisselen schermkleuren Selecteer om de schermkleuren om te wisselen.Overzicht van menuopties
waarde in voor het interval Voer een Schuifsnelheid Selecteer deze optie om de snelheid voor het scrollen (bladeren) op het scherm in te stellen op één van de drie niveaus.Overzicht van menuopties Hungarian Arabic Russian
Selecteer een taal Taal externe UI *3 Hiermee selecteert u de taal voor de schermen van de UI op afstand.Overzicht van menuopties Tijdklokinstellingen 103K-0AC Alle instellingen voor de timer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (*) ● Opties die zijn gemarkeerd met '*1' zijn mogelijk niet beschikbaar of hebben afwijkende standaardinstellingen per land of regio. ● Instellingen die zijn gemarkeerd met "*2" kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. Instellingen datum en tijd(P. 661) Automatische resettijd(P.
Overzicht van menuopties
Selecteer de weergave-instelling Huidige datum/tijd instellen *2 Stel de actuele datum en tijd in. Tik op / tijd op of schakel over tussen /.Overzicht van menuopties UTC ● Coordinated Universal Time (UTC) is de belangrijkste standaardtijd waarmee de wereld klokken en tijd regelt. Het instellen van een juiste UTC-tijdzone is vereist voor internetcommunicatie. Zomertijdinstellingen *1 Hiermee kunt u de zomertijd in- of uitschakelen. Als u de zomertijd inschakelt, geeft u de periode aan voor de zomertijd.
Overzicht van menuopties Functie na automatische reset Geef aan of na een automatische reset het standaardscherm moet worden weergegeven. Als is geselecteerd, wordt het hoofdscherm weergegeven van de functie die is geselecteerd bij ( Standaardscherm na opstart/herstel(P. 657) ). Als is geselecteerd, wordt op het display het hoofdscherm weergegeven van de functie die geselecteerd is.
Overzicht van menuopties Automatische uitschakeltijd U kunt een timer instellen om de machine automatisch uit te schakelen zodra de opgegeven periode van inactiviteit is verstreken na activering van de slaapstand. De automatische uitschakeltijd instellen(P.
Overzicht van menuopties Algemene instellingen 103K-0AE Alle instellingen voor de bediening van de papierlade en de papierinvoermethode worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (*) ● Instellingen gemarkeerd met een sterretje (*) zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer is geplaatst. Autom. selectie lade Aan/Uit(P. 666) Invoermethode papier schakelen(P. 668) Autom.
Overzicht van menuopties Aan Lade 3* Uit Aan Ontvangen/fax (MF515x) of Ontvangen (MF512x) Multifunctionele lade Uit Aan Lade 1 Uit Aan Lade 2* Uit Aan Lade 3* Uit Aan Overige Multifunctionele lade Uit Aan Lade 1 Uit Aan Lade 2* Uit Aan Lade 3* Uit Aan
functie Selecteer de papierbron Overzicht van menuopties Functies Selecteer de functie waarvoor u automatische ladeselectie wilt configureren. ● Selecteer voor functies zoals het afdrukken van rapporten en lijsten, en het afdrukken van afbeeldingen op een USB-geheugenapparaat. Papierbronnen Selecteer de papierbron waarvoor u de functie wilt inschakelen. ● wordt niet weergegeven als is geselecteerd in het vorige scherm ( ).
Overzicht van menuopties
papierbron Selecteer de Selecteer of Papierbronnen Selecteer de papierbron waarvoor u de instelling wilt wijzigen. Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, moet u de afdrukzijde wijzigen als u enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukt.Overzicht van menuopties Kopieerinstellingen 103K-0AF Alle instellingen voor het kopiëren worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (*) ● Instellingen gemarkeerd met een sterretje (*) zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer is geplaatst. Wijzig standaardinstellingen(P. 670) Standaardinstellingen initialiseren(P. 671) Wijzig standaardinstellingen U kunt de standaardinstellingen voor kopiëren wijzigen.
Overzicht van menuopties 100% (1:1) 400% (Max) 200% 141% A5->A4 70% A4->A5 50% 25% (Min) Papier Multifunctionele lade Lade 1 Lade 2* N op 1 Uit 2 op 1 4 op 1 ID-kaart kopie Selecteer lay-out Sorteren Uit Aan Rand wissen Uit Aan Scherpte Zeven niveaus Standaardinstellingen initialiseren Selecteer deze optie als u de standaardinstellingen voor het kopiëren wilt herstellen.
Overzicht van menuopties Faxinstellingen 103K-0AH Alle instellingen voor het faxen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (*) ● Opties die zijn gemarkeerd met '*1' kunnen variëren of zijn mogelijk niet beschikbaar, of hebben afwijkende standaardinstellingen per land of regio. ● Instellingen die zijn gemarkeerd met "*2" kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. Basisinstellingen(P. 672) Instellingen voor TX-functie(P.
Overzicht van menuopties
haak> Instellingen Communicatiebeheer Configureer de instellingen voor de verzendstartsnelheid wanneer faxen worden verzonden en ontvangen, en voor het archiveren van documenten die zijn verzonden. TX-startsnelheid Met deze optie kunt u de snelheid waarmee de communicatie wordt gestart in afnemende mate instellen vanaf <33600 bps>.Overzicht van menuopties PBX*1 Prefix Verbreken
Selecteer of Voer het nummer voor het kiezen van een buitenlijn in als u selecteert Selecteer het type telefooncentrale dat u gebruikt. Als u selecteert, voert u de code voor het voorvoegsel op het volgende scherm in.Overzicht van menuopties Densiteit Negen niveaus 2-zijdig origineel Uit Type boek Type kalender Scherpte Zeven niveaus Registreer apparaatnaam (fax) Registreer de naam van een bedrijf of persoon ( Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren(P. 143) ). De geregistreerde naam wordt naar de bestemming verzonden als informatie over de afzender ( TX-terminal-ID(P. 677) ). ECM TX Hiermee kunt u de foutcorrectiemodus (ECM) in- of uitschakelen.
Overzicht van menuopties
duur van de pauze op Geef de Automatische nummerherhaling *1 Kies deze optie om instellingen op te geven voor automatische nummerherhaling, een functie waarmee een faxnummer na enkele minuten automatisch opnieuw wordt gekozen als de eerste poging is mislukt omdat de lijn bezet is.Overzicht van menuopties TX-terminal-ID Kies deze optie om instellingen op te geven voor het toevoegen van gegevens van de afzender aan de koptekst van faxen, zoals het faxnummer en de naam van de machine. De ontvanger kan aan de hand van deze gegevens zien van wie de fax afkomstig is. Uit Aan Afdrukpositie Binnen beeldvlak Buiten beeldvlak Markeer nr.
Overzicht van menuopties Toestaan faxstuurprogramma TX Hiermee kunt u het faxen vanaf een computer in- of uitschakelen. (P. 573) Faxen via de PC uitschakelen (MF515x) Uit Aan Bevestig ingevoerd faxnummer Kies deze optie om in te stellen of de gegevens van een ingevoerde code voor verkort kiezen moeten worden weergegeven als deze wordt geselecteerd als een bestemming. Bestemmingen in het adresboek weergeven(P.
Overzicht van menuopties ● ECM moet zijn ingeschakeld op de machine en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles worden uitgevoerd op zowel het versturende als ontvangende apparaat. ● Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de telefoonlijn. ● Het verwerken van gegevens kan langer duren als ECM is ingeschakeld omdat de foutcontroles en correcties worden uitgevoerd terwijl de gegevens worden verzonden.
Overzicht van menuopties beschikbaar wanneer is geselecteerd als de ontvangstmodus. Via deze functie kunnen faxen ook worden ontvangen als er niemand aanwezig is om de handset op te pakken. Uit Aan 1 t/m 15 t/m 99 (sec.
Overzicht van menuopties Zorg ervoor dat de sub-uitvoerlade is gesloten ● Als de sub-uitvoerlade open is, kunt u Afdrukken op beide zijden niet verrichten. Bij het verrichten van Afdrukken op beide zijden moet u er altijd voor zorgen dat de sub-uitvoerlade gesloten is. Achterzijde(P. 21) Verklein RX-formaat Hiermee kunt u instellingen opgeven voor het verkleinen van een ontvangen document.
Overzicht van menuopties Uit Aan
Doorgaan met afdrukken als cartridge bijna leeg is Als u faxberichten ontvangt terwijl de toner bijna op is, bewaart het apparaat de berichten in het geheugen en drukt ze niet af. Als deze functie echter is ingeschakeld, gaat het apparaat verder met afdrukken. Dit geldt ook voor de ontvangst van internetfaxberichten (I-Fax).Overzicht van menuopties Afbeeldingen in geheugen opslaan Selecteer deze optie om in te stellen of faxen in het geheugen moeten worden opgeslagen als het doorsturen ervan is mislukt. U kunt de documenten dan later opnieuw verzenden of afdrukken. Documenten afdrukken, opnieuw verzenden of verwijderen waarvan het doorsturen is mislukt(P.
Overzicht van menuopties Scaninstellingen 103K-0AJ Alle instellingen voor het scannen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Instellingen USB-geheugen(P. 684) E-mailinstellingen(P. 685) I-faxinstellingen(P. 687) Bestandsinstellingen(P. 689) Registreer apparaatnaam (e-mail/I-fax)(P. 690) Beeldinstellingen uitvoerbestand(P. 690) OCR-instellingen (doorzoekbare tekst)(P.
Overzicht van menuopties Type origineel Tekst Tekst/Foto Foto 2-zijdig origineel Uit Type boek Type kalender Scherpte Zeven niveaus Bestandsgrootte Klein: Geheugenprioriteit Standaard Groot: Prioriteit beeldkwaliteit Standaardinstellingen initialiseren Selecteer deze optie als u de standaardinstellingen voor het opslaan van gegevens op een USBgeheugenapparaat, wilt herstellen.
Overzicht van menuopties JPEG TIFF Densiteit Negen niveaus Stand origineel Staand Liggend Type origineel Tekst Tekst/Foto Foto 2-zijdig origineel Uit Type boek Type kalender Scherpte Zeven niveaus Bestandsgrootte Klein: Geheugenprioriteit Standaard Groot: Prioriteit beeldkwaliteit Onderwerp/bericht Onderwerp Bericht Antwoord aan Geen Opgeven uit adresboek Prioriteit Laag Standaard Hoog Standaardinstellingen initialiseren Selecteer deze optie als u de standaardinstellingen voor e-mailverzending wilt herstel
Overzicht van menuopties I-faxinstellingen Geef de basisinstellingen op voor het gebruik van het apparaat als I-Faxapparaat. Instellingen voor TX-functie U kunt de instellingen voor het verzenden van I-Faxen wijzigen en registreren. Wijzig standaardinstellingen Geef instellingen op voor het versturen van I-Fax. De geselecteerde instellingen worden gebruikt als de standaardinstellingen voor het scannen van documenten. De standaardinstellingen wijzigen(P.
Overzicht van menuopties
Selecteer of Standaardinstellingen initialiseren Selecteer deze optie als u de standaardinstellingen voor I-Faxverzending wilt herstellen.Overzicht van menuopties
afdrukformaat> Overzicht van menuopties Zeven niveaus Bestandsgrootte Klein: Geheugenprioriteit Standaard Groot: Prioriteit beeldkwaliteit Standaardinstellingen initialiseren U kunt de instellingen voor het opslaan van documenten in een gedeelde map of op een FDP-server wijzigen en registreren.
Registreer apparaatnaam (e-mail/I-fax) Registreer de naam van de afzender voor e-mailberichten en I-Faxen.Overzicht van menuopties Uit Aan
scan> Selecteer of 691 Overzicht van menuopties Afdrukinstellingen geheugenmedia 103K-0AK Alle instellingen voor het afdrukken van geheugenmedia worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (*) ● Instellingen gemarkeerd met een sterretje (*) zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer is geplaatst. Wijzig standaardinstellingen(P. 692) Standaard weergave-instellingen(P. 694) Standaardinstellingen bestandssortering(P. 694) Weergavestijl bestandsnaam(P.
Overzicht van menuopties Densiteit 17 niveaus Densiteit (fijnaanpassing) Hoog: 17 niveaus Medium: 17 niveaus Laag: 17 niveaus Tonerbesparing Uit Aan JPEG/TIFF-details instellen Datum afdrukken Uit Aan Bestandsnaam afdrukken Uit Aan Type origineel Fotoprioriteit Tekstprioriteit Helderheid Vijf niveaus Halftonen Gradatie Foutdiffusie Grijswaardeconversie sRGB NTSC Uniforme RGB PDF-details instellen Vergroten/verkleinen volgens papierformaat Uit Aan Afdrukgebied vergroten Uit Aan Opmerkingen afdrukken Uit Auto
Overzicht van menuopties Uniforme RGB Standaard weergave-instellingen Selecteer of u een lijst met bestandsnamen of miniaturen als voorbeeld wilt weergeven wanneer u bestanden op een USB-geheugenapparaat bekijkt. Details Afbeeldingen
Selecteer of Selecteer deze optie om bestandsnamen en datums in een lijst weer te geven. Selecteer deze optie om miniaturen weer te geven. Overzicht van menuopties Korte bestandsnaam Lange bestandsnaam
Selecteer of Hiermee worden bestandsnamen weergegeven met maximaal acht tekens. Om een onderscheid te maken tussen bestanden met gelijksoortige namen, worden er nummers als "~1" of "~2" toegevoegd aan het einde van de bestandsnamen.Overzicht van menuopties Printerinstellingen 103K-0AL Alle instellingen voor de printer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (*) ● Instellingen gemarkeerd met een sterretje (*) zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer is geplaatst.
Overzicht van menuopties ingesteld dat een foutmelding verschijnt als het formaat van het geladen papier verschilt van het in het printerstuurprogramma ingestelde papierformaat.
Overzicht van menuopties ● Als de instellingen in het printerstuurprogramma niet overeenkomen met formaat en type geladen papier met , kan het papier vastlopen of kan er een afdrukfout optreden. Kopieën Geef hier het gewenste aantal kopieën op. 1 tot 99 op Geef het aantal af te drukken exemplaren 2-zijdig afdrukken Geef aan of u dubbelzijdig wilt afdrukken.
Overzicht van menuopties Afdrukkwaliteit U kunt instellingen in verband met de afdrukkwaliteit, veranderen. Densiteit Stel de tonerdichtheid in. Afdrukdensiteit aanpassen(P. 828) 17 niveaus Fijnaanpassing Hoog 17 niveaus Medium 17 niveaus Laag 17 niveaus ● De instellingen voor worden uitgeschakeld wanneer u inschakelt. Tonerbesparing U kunt toner besparen.
Overzicht van menuopties Modus streepjescodeaanpassing Als streepjescodes die met dit apparaat zijn gedrukt, onleesbaar zijn, stel dan dit item in. Het verbeterende effect is het laagst met en het hoogst met . Uit Modus 1 Modus 2 Modus 3 streepjescodeaanpassing>
Overzicht van menuopties Geef op dat u wilt inbinden over de lange papierzijde. Geef op dat u wilt inbinden over de korte papierzijde. Rugmarge Verschuif de afdrukpositie om de inbindmarge in te stellen die geldt voor de inbindrand zoals opgegeven via . De waarde '00,0' heeft geen effect op de inbindmarge.
Overzicht van menuopties Instelwaarde Lange zijde Korte zijde Verschuiving korte zijde/Verschuiving lange zijde Bij ieder papiersoort kunt u voor alle afdruktaken de afdrukpositie verschuiven in stappen van 0,5 mm.
Overzicht van menuopties Automatisch fout overslaan Het afdrukken stopt als er een bepaalde fout optreedt in de verwerking. Als u dit item echter instelt op , wordt die fout overgeslagen en kan het afdrukken voortgaan. Gewoonlijk moet u dit item instellen op .
Overzicht van menuopties Halftonen U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. Voor ieder document kunt u instellingen per type afbeelding realiseren.
Overzicht van menuopties Produceert een afdruk met vloeiende gradatie of vloeiende randen. Is geschikt voor het afdrukken van figuren of afbeeldingen die gradatiegebieden bevatten. Vergeleken met produceert dit een fijnere afdruk, maar de kwaliteit is iets minder stabiel. Geschikt voor het afdrukken tekengegevens of CAD-gegevens met scherpe randen. PCL Kies deze optie om instellingen op te geven voor PCL-afdrukken, zoals paginalay-out en afdrukkwaliteit.
Overzicht van menuopties
lettertype Selecteer het nummer van het Puntgrootte Geef de tekengrootte op in punten. U kunt de grootte in stappen van 0,25 aanpassen. U kunt deze optie alleen opgeven als er een proportioneel lettertype is geselecteerd bij .Overzicht van menuopties GREEK8 HEBREW7 HEBREW8 ISO4 ISO6 ISO11 ISO15 ISO17 ISO21 ISO60 ISO69 ISOCYR ISOGRK ISOHEB ISOL1 ISOL2 ISOL5 ISOL6 LEGAL MATH8 MCTEXT MSPUBL PC775 PC850 PC851 PC852 PC862 PC864 PC866 PC8DN PC8GRK PC8TK PC1004 PIFONT PSMATH PSTEXT ROMAN8 VNINTL VNMATH VNUS WIN30 WINARB WINBALT WINCYR WINGRK WINL1 WINL2 WINL5
Selecteer de tekencode Gebruikerspapier Kies deze optie om aan te geven of u een aangepast papierformaat wilt instellen.Overzicht van menuopties
Selecteer of X-dimensie Geef hier de horizontale afmeting (korte kant) van het aangepaste papier op. 77 t/m 216 (mm) Geef de afmeting op Y-dimensie Geef hier de verticale afmeting (lange kant) van het aangepaste papier op.Overzicht van menuopties
Selecteer of A4-afdrukbreedte vergroten Kies deze optie als u wilt instellen dat de breedte van het afdrukbare gebied van A4-papier in de stand Staand moet worden aangepast aan de breedte van LTR-papier.Overzicht van menuopties Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. vertegenwoordigt letters en tekens, vertegenwoordigt lijnen en figuren, en vertegenwoordigt foto´s en afbeeldingen. Produceert een fijne afdruk met scherpe tekstranden. Geschikt voor het afdrukken van tekens en fijne lijnen. Produceert een scherpe afdruk met sterk contrast van licht en donker.
Overzicht van menuopties ● De standaardinstelling is . Als u de Barcode Printing Kit activeert, verandert deze in . FreeScape Geeft de AEC (Alternatie Escape Code) op die moet worden gebruikt voor opdrachten voor streepjescodes wanneer de host-computer de standaard Escapecode niet ondersteunt. Uit ~ " # $ / \ ? { } | Selecteer een escapecode ● Deze instelling is alleen beschikbaar als is ingeschakeld.
Overzicht van menuopties Uit Aan
Selecteer of Halftonen U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. Voor ieder document kunt u instellingen per type afbeelding realiseren.Overzicht van menuopties Produceert een afdruk met vloeiende gradatie of vloeiende randen. Is geschikt voor het afdrukken van figuren of afbeeldingen die gradatiegebieden bevatten. Vergeleken met produceert dit een fijnere afdruk, maar de kwaliteit is iets minder stabiel. Geschikt voor het afdrukken tekengegevens of CAD-gegevens met scherpe randen.
Overzicht van menuopties Afdrukgebied vergroten Geef op of u de Afdrukgebied(P. 881) zoveel wilt vergroten als het papierformaat toelaat. Uit Aan
Selecteer of ● Als u opgeeft, kan het gebeuren dat papiergedeelten kort bij de rand niet worden bedrukt of dat afdrukken er gedeeltelijk vlekkerig uitkomen, al naargelang het document.Overzicht van menuopties Halftonen U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. Voor ieder document kunt u instellingen per type afbeelding realiseren.
Overzicht van menuopties Grijswaardeconversie Geef het type grijswaardeconversie van kleurafdrukdata op. sRGB NTSC Uniforme RGB
Selecteer het type grijswaardenconversie Kleurgegevens worden geconverteerd naar zwart/wit met nadruk op kleurverschillen, zodat een soepele gradatie wordt verkregen.Overzicht van menuopties Hoge resolutie Afbeelding Resolutie Gradatie Hoge resolutie
afbeelding Selecteer het type Selecteer de reproductiemethode met halftonen Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. vertegenwoordigt letters en tekens, vertegenwoordigt lijnen en figuren, en vertegenwoordigt foto´s en afbeeldingen. Produceert een fijne afdruk met scherpe tekstranden.Overzicht van menuopties Afbeelding sRGB NTSC Uniforme RGB
afbeelding Selecteer het type Selecteer het type grijswaardenconversie Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. vertegenwoordigt letters en tekens, vertegenwoordigt lijnen en figuren, en vertegenwoordigt foto´s en afbeeldingen.Overzicht van menuopties Het apparaat blijft de afdruktaak afwerken ongeacht hoezeer de beeldkwaliteit vermindert. Als de beeldkwaliteit aanzienlijk is verminderd, toont het apparaat een foutmelding en onderbreekt de verwerking van de afdruktaak.
Overzicht van menuopties Aanpassing/onderhoud 103K-0AR Alle instellingen voor de afstelling en het onderhoud van het apparaat worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Kopieafbeelding aanpassen(P. 720) Weergavetijd voor melding over cartridgevoorbereiding(P. 720) Printerdensiteit(P. 720) Tonerbesparing(P. 721) Speciale verwerking(P. 721) Fixeereenheid reinigen(P. 726) Invoer reinigen(P.
Overzicht van menuopties Tonerbesparing U kunt toner besparen bij het kopiëren, het afdrukken van ontvangen faxberichten of het afdrukken van rapporten. Uit Aan
Selecteer of Speciale verwerking Als de afdrukresultaten op speciale papiersoorten niet naar wens zijn, kunt u de volgende instellingen proberen om de kwaliteit van de afdrukken te verbeteren.Overzicht van menuopties Modus 2
Selecteer de modus ● Als het verbeterende effect sterker wordt, kan het even duren voordat het afdrukken start. ● De afdruksnelheid kan afnemen afhankelijk van het papierformaat. Snelheidsprioriteit voor Normaal L-papier Dit item versnelt de aanvang van het afdrukken als het papiertype is ingesteld op .Overzicht van menuopties
Selecteer de modus ● Als u een sterker verbeterend effect selecteert, kan de afdrukkwaliteit afnemen, afhankelijk van het papiertype of de gebruiksomgeving (nader bepaald: als u op dun papier afdrukt of het apparaat in een omgeving met hoge luchtvochtigheid gebruikt).Overzicht van menuopties
Selecteer de modus ● Bij het afdrukken vanaf de computer heeft de instelling in het printerstuurprogramma voorrang. Als de instelling van [Grafische modus] in het printerstuurprogramma is veranderd in [UFR II-modus], heeft de instelling in het bedieningspaneel voorrang. Er verschijnen vlekken op afdrukken(P.Overzicht van menuopties ● Dit item is uitsluitend geldig voor kopieerwerk. ● Afdrukdichtheid zal lichter zijn als u een grotere verbetering selecteert. Het kan ook leiden tot scherpe randen en ruwere details. ● Als het probleem niet kan worden opgelost, ondanks dat dit item is ingesteld, stel dan in op . Speciale afdrukmodus D(P.
Overzicht van menuopties ● Als u dit item instelt op , wordt de afdruksnelheid lager. Fixeereenheid reinigen Reinig de fixeereenheid nadat een tonercartridge is vervangen of als afdrukken zwarte strepen bevatten. Fixeereenheid(P. 811) Invoer reinigen Reinig de invoerrollen als documenten vies zijn nadat ze door de invoer zijn gevoerd. 726 Documentinvoer(P.
Overzicht van menuopties Instellingen Systeembeheer 103K-0AS Alle instellingen voor systeembeheerinstellingen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes (*) ● Instellingen die zijn gemarkeerd met "*1" kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. ● Opties die zijn gemarkeerd met '*2' hebben afwijkende standaardinstellingen per land of regio. ● Opties gemarkeerd met "*3" gelden alleen voor de MF515x. Netwerkinstellingen(P.
Overzicht van menuopties Instellingen Systeembeheerderinformatie Geef de id of pincode uitsluitend in voor beheerders die toegangsmachtigingen hebben voor en . Id is en pincode is . U kunt ook de naam van een beheerder registreren. De systeembeheerders-id instellen(P. 536) Systeembeheerder-ID en pincode Typ maximaal zeven cijfers voor de id en pincode voor de systeembeheerder.
Overzicht van menuopties Beveiligingsinstellingen U kunt instellingen in- of uitschakelen voor versleutelde communicatie via TLS of IPSec. Hetzelfde kunt u doen met instellingen voor het filteren van gegevenspakketten op IP-adressen of MAC-adressen. Gebruik TLS *1 Geef aan of u communicatie met TLS-versleuteling wilt gebruiken. inschakelen voor de UI op afstand(P.
Overzicht van menuopties IPv6-adresfilter Selecteer deze optie om instellingen in of uit te schakelen voor het filteren van pakketten die zijn verzonden naar of ontvangen van apparaten met opgegeven IPv6-adressen. IP-adressen opgeven voor firewallregels(P.
Overzicht van menuopties Egypte (EG) Finland (FI) Frankrijk (FR) Duitsland (DE) Griekenland (GR) Hongarije (HU) Ierland (IE) Italië (IT) Jordanië (JO) Luxemburg (LU)
Saudi-Arabië (SA) Slovenië (SI) Zuid-Afrika (ZA) Spanje (ES) Zweden (SE) Zwitserland (CH) Oekraïne (UA) Groot-Brittannië (GB) Overige Selecteer een land of regio Instellingen externe UI *1 Configureer instellingen voor het gebruiken van UI op afstand.Overzicht van menuopties Uit Aan
Selecteer of Beperk TX-functie Configureer beperkingen voor diverse methoden voor het toewijzen van bestemmingen bij het verzenden van e-mail, I-Faxen, enzovoort. Pincode adresboek Kies deze optie om een pincode in te stellen die moet worden ingevoerd om nieuwe vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of om bestaande vermeldingen te wijzigen.Overzicht van menuopties
Start het apparaat opnieuw op Selecteer of Gebruik als USB-apparaat Hiermee kunt u de USB-poort in- of uitschakelen waarmee de machine kan worden verbonden met een computer. Beperkingen instellen voor de USB-verbinding met een computer(P. 578) Uit Aan Opslaan in USB-geheugen Geef aan of gescande documenten mogen worden opgeslagen op een USB-geheugenapparaat. instellen voor het scannen naar USB(P.Overzicht van menuopties Knop Verbruiksartikelen kopen tonen (RUI) Uit Aan Instellingen Toner Status Uit Aan Knop Verbr.art. kopen tonen Uit Aan
Status)> Geef de instellingen op Selecteer en voorkom dat door middel van een knop, die wordt weergegeven in de UI op afstand, tonercartridges kunnen worden gekocht.Overzicht van menuopties Instellingen Google Cloudprinter Hiermee kunt u de functie Google Cloudprinter in- of uitschakelen. wijzigen(P. 414) De instellingen van Google Cloud Print Google Cloudprinter inschakelen Uit Aan Registratiestatus Google Cloudprinter Melden om papierinstellingen te controleren Geef op of u een melding wilt weergeven die u vraagt de papierinstellingen te controleren wanneer u de papierlade in het apparaat plaatst.
Overzicht van menuopties Netwerk*1 Selecteer een paginabeschrijvingstaal (PDL), zodat de machine wordt gedetecteerd als een printer die compatibel is met die taal wanneer de machine wordt gedetecteerd via het netwerk. FAX*3 UFR II UFR II (V4) PCL6 PS USB Selecteer een paginabeschrijvingstaal (PDL), zodat de machine wordt gedetecteerd als een printer die compatibel is met die taal wanneer de machine via USB wordt aangesloten op een computer.
Overzicht van menuopties Update firmware *1 Bepaal aan de hand van de omgeving waarin de machine wordt gebruikt hoe u de update van de firmware wilt installeren. De Firmware updaten(P. 856) Via pc Via internet Versie-informatie Registreer licentie *1 Voer een licentiesleutel in voor het inschakelen van optiefuncties. Licentieregistratie(P.
Overzicht van menuopties Registreer LDAP-server Authenticatie-instellingen voor verzendfunctie Weergave opdrachtlog Gebruik als USB-apparaat Instellingen beveiligde afdruk PDL-selectie (Plug and Play) Alles initialiseren Initialiseer alle gegevens/instellingen Initialiseert het gedeelte waar gegevens inclusief logs en instellingen worden opgeslagen. Doe dit naar behoefte, bijvoorbeeld wanneer u afstand wilt doen van de machine nadat u alle gebruikerslogs hebt gewist.
Problemen oplossen Problemen oplossen Problemen oplossen ..................................................................................................................................... 740 Papierstoringen verhelpen ............................................................................................................................... 742 Er wordt een foutbericht weergegeven ...........................................................................................................
Problemen oplossen Problemen oplossen 103K-0AU Als er een probleem optreedt, raadpleegt u dit hoofdstuk om oplossingen te zoeken voordat u contact opneemt met Canon. ◼ Papierstoringen Als een document of papier vastloopt, raadpleegt u papier te verwijderen. Papierstoringen verhelpen(P. 742) om het vastgelopen ◼ Er wordt een bericht of foutcode weergegeven Als het scherm een bericht of foutcode (drie cijfers) weergeeft, raadpleegt u de volgende gedeeltes. Er wordt een foutbericht weergegeven(P.
Problemen oplossen ◼ Wanneer een probleem niet kan worden opgelost Als een probleem blijft optreden, leest u contactgegevens. Wanneer een probleem niet kan worden opgelost(P.
Problemen oplossen Papierstoringen verhelpen 103K-0AW Als er een papierstoring optreedt, verschijnt op het scherm. Tik op om eenvoudige oplossingen weer te geven*. Als u de procedures op het scherm niet goed begrijpt, raadpleegt u de volgende gedeeltes om storingen te verhelpen. * Als de oplossing niet verschijnt, druk dan op te geven.
Problemen oplossen Als u het vastgelopen papier gaat verwijderen, moet u het apparaat niet uitschakelen ● Als u dat doet, gaan de afdrukgegevens namelijk verloren. Wees extra voorzichtig wanneer u faxdocumenten ontvangt. Als het papier scheurt ● Zorg dat u alle papierresten verwijdert om te voorkomen dat het apparaat opnieuw vastloopt.
Problemen oplossen 2 Zet de hendel in de ontgrendelstand. 3 Trek het document voorzichtig uit de invoer. 2 Verwijder het vastgelopen document uit de binnenste klep van de invoer. 1 Houd de groene knop vast en open de binnenste klep. 2 Trek het document voorzichtig uit de invoer.
Problemen oplossen 3 Til de documentlade op en trek het document er voorzichtig uit. 4 Zet de documentlade weer op zijn plaats en sluit het binnenste deksel. 3 Duw de hendel in de vergrendelstand en sluit de klep van de documentinvoer. 4 Verwijder het vastgelopen document uit de onderzijde van de invoer. 1 Open de documentinvoer. 2 Trek het document voorzichtig uit de invoer. 3 Sluit de documentinvoer voorzichtig.
Problemen oplossen Papierstoringen in de multifunctionele lade Als er zich papier in de lade bevindt, verwijder het dan eerst. Als het vastgelopen papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, trek het er dan niet te krachtig uit, maar volg de procedure voor een andere papierstoringslocatie zoals de melding aangeeft. 1 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. 2 Hier plaatst u het papier. 3 Als het volgende bericht verschijnt, tikt u op . Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P.
Problemen oplossen ● Als de optionele papiertoevoer is bevestigd, trekt u het papier op dezelfde manier voorzichtig uit het apparaat. 3 Plaats de papierlade. ● Als u de papierlade plaatst met ingesteld op , verschijnt een bevestigingsscherm. Melden om papierinstellingen te controleren(P. 735) 4 Als het volgende bericht verschijnt, tikt u op . Papierstoringen in het uitvoergebied Trek het vastgelopen papier niet hardhandig uit het apparaat.
Problemen oplossen 4 Laat het bedieningspaneel zakken. 5 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. 6 Sluit de sub-uitvoerlade. 7 Als het volgende bericht verschijnt, tikt u op . Papierstoringen in het apparaat Trek het vastgelopen papier niet hardhandig uit het apparaat. Als het vastgelopen papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, gaat u verder met de volgende stap. 1 Open de voorklep door op de knop te drukken.
Problemen oplossen 2 Verwijder de tonercassette. 3 Houd de groene knop aan de achterzijde ingedrukt en til de transportgeleiding op. ● Haal uw handen pas van de transportgeleider nadat deze weer in de uitgangspositie in stap 5 staat. 4 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. ● Verwijder het vastgelopen papier in een zo horizontaal mogelijke positie om te voorkomen dat nietgefixeerde toner eraf valt. 5 Zet de transportgeleider behoedzaam terug.
Problemen oplossen ● Verwijder het vastgelopen papier in een zo horizontaal mogelijke positie om te voorkomen dat nietgefixeerde toner eraf valt. 8 Zet de transportgeleider behoedzaam terug. 9 Installeer de tonercartridge. ● Duw hem helemaal terug tot hij niet meer verder kan. 10 Sluit de klep aan de voorzijde.
Problemen oplossen 3 Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. 4 Zet de transportgeleider terug. ● Sluit de geleider helemaal tot hij vastklikt. 5 Plaats de papierlade. ● Als u de papierlade plaatst met ingesteld op , verschijnt een bevestigingsscherm. Melden om papierinstellingen te controleren(P. 735) 6 Als het volgende bericht verschijnt, tikt u op .
Problemen oplossen Er wordt een foutbericht weergegeven 103K-0AX Als u geen fax kunt verzenden, het geheugen vol is of als er bedieningsproblemen zijn, verschijnt er een bericht op het scherm. In de volgende lijst worden deze foutberichten toegelicht. Kan het certificaat van de authenticatieserver niet analyseren. Het certificaat van de verificatie-server kan ongeldig zijn, of het certificaat kan een formaat hebben dat niet geschikt is voor de printer.
Problemen oplossen ● Controleer of één van de volgende situaties is opgetreden. Als er berichten inclusief oorzaken en oplossingen op het scherm verschijnen, controleert u de inhoud. ● Er staat een klep open. ● Er is geen papier geplaatst. ● Het papier of het document is vastgelopen. ● De tonercartidge is opgebruikt. ● Er is een fout opgetreden. Kan de fax niet ontvangen. Zorg dat de fax correct is verzonden door de afz. Het apparaat van de ontvanger heeft niet binnen 35 seconden gereageerd.
Problemen oplossen ● Het is mogelijk dat een poort die wordt gebruikt voor afdrukken via de cloud wordt geblokkeerd door een firewall of een andere beveiligingsmethode. Controleer op uw computer of de 5222-poort beschikbaar is. ● Als er een proxyserver wordt gebruikt op het netwerk, controleert u of de proxyinstellingen op het apparaat en de server correct zijn. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor details. Een proxy instellen(P. 564) Kan deze instellingen niet gebruiken.
Problemen oplossen Controleer de authenticatie-instellingen. De verificatiemethode die is ingesteld op het apparaat komt niet overeen met de verificatiemethode die is ingesteld op de RADIUS-server. ● Controleer dat op dit apparaat en op de RADIUS-server dezelfde verificatiemethode is ingesteld, en stel de juiste verificatiemethode in. IEEE 802.1X-verificatie configureren(P. 598) Verbinding mislukt. Controleer de PSK-instellingen.
Problemen oplossen Kan geen verbinding maken met het draadloze LAN. Zet de hoofdschakelaar UIT en weer AAN en configureer de instellingen opnieuw. De verbinding is mislukt vanwege een fout tijdens het instellen van de draadloos LAN verbinding. ● Start de machine opnieuw op en geef de instellingen nogmaals op. ● Als het probleem ook blijft optreden nadat u het apparaat opnieuw hebt opgestart, controleert u of het apparaat goed is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk.
Problemen oplossen Kan geen reiniging uitvoeren. Er is papier vastgelopen tijdens het reinigen. ● Verwijder het vastgelopen papier, plaats het papier op de juiste manier en voer de reinigingsprocedure nogmaals uit. Papierstoringen verhelpen(P. 742) Documentinvoer(P. 809) Fixeereenheid(P. 811) Er is nog onvoldoende toner beschikbaar voor het reinigen van de fixeereenheid. ● Er wordt namelijk een hoeveelheid toner verbruikt tijdens het reinigen.
Problemen oplossen netwerktoestellen of neem contact op met de fabrikant. Om het MAC-adres van het apparaat te controleren, selecteert u
. Het MAC-adres weergeven voor Bedraad LAN(P. 456) Kan authenticatie met gedeelde sleutel niet uitvoeren. Controleer de WEPinstellingen. De netwerksleutel (de WEP-sleutel) van een draadloze router waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet goed ingesteld op het apparaat.Problemen oplossen Geheugen vol. Bekijk foutinfo met statusmonitortoets. Het geheugen is vol geraakt met afdrukgegevens die door fouten niet kunnen worden afgedrukt. ● Annuleer het afdrukken van de documenten met fouten of druk de documenten af door in het scherm Status afdrukopdracht te selecteren. Afdrukken annuleren(P. 244) Geheugenmedia afdruk is beperkt. De functie om bestanden af te drukken vanaf een USB-geheugentoestel is uitgeschakeld.
Problemen oplossen Geen respons van de host. Het apparaat is niet op de juiste manier verbonden met een netwerk. ● Controleer de instellingen van het apparaat en het netwerk, en maak opnieuw verbinding. Verbinding maken met een netwerk(P. 423) Papier vastgelopen. Er is papier vastgelopen. ● Verwijder het vastgelopen papier of document, en druk opnieuw af (mogelijk wordt het afdrukken automatisch verder uitgevoerd). Papierstoringen verhelpen(P. 742) Pap.form. past niet bij inst.
Problemen oplossen ● Als het apparaat een fax ontvangt of als automatische rapportuitvoer is ingesteld, worden ontvangen faxen en rapporten op het apparaat opgeslagen zodat deze niet slecht leesbaar zijn wanneer ze zijn afgedrukt. Als u verder wilt gaan met afdrukken wanneer de toner bijna op is, stel dan in op . Doorgaan met afdrukken als cartridge bijna leeg is(P. 682) Afdrukken is beperkt. Afdrukken is uitgeschakeld in Afdelings-ID beheer.
Problemen oplossen IEEE 802.1X-verificatie configureren(P. 598) Het opgeven en registreren van nieuwe bestemmingen is beperkt. Alleen bestemmingen die zijn opgeslagen in het adresboek kunnen worden geselecteerd voor het versturen van een fax of een e-mail. ● Als u een nieuwe bestemming wilt invoeren met het bedieningspaneel, of wilt toevoegen of bewerken in het adresboek, moet u instellen op . Neem voor meer informatie contact op met uw beheerder.
Problemen oplossen De computer is beperkt. De functie om te scannen vanaf het bedieningspaneel is uitgeschakeld in Afdelings-id beheer. ● Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand, geef het bewerkingsscherm voor de desbetreffende afdelings-id weer en schakel het selectievakje [Scanopdrachten met onbekende ID's toestaan] in. Taken blokkeren indien afdelings-id onbekend(P. 544) De afbeelding kan niet worden herkend.
Problemen oplossen Geheugen vol. Beveiligde afdrukopdrachten verwerken. Het geheugen is vol geraakt door beveiligde documenten die nog niet zijn afgedrukt. ● Verwijder de beveiligde documenten die in het geheugen zijn opgeslagen. Documenten beveiligd afdrukken(P. 283) Geheugen is vol. Scannen wordt geannuleerd. Wilt u afdrukken? Het scannen van een document is mislukt vanwege onvoldoende geheugenruimte. ● Selecteer of u de pagina's die zijn gescand wilt afdrukken of de afdruktaak wilt annuleren.
Problemen oplossen De verbinding instellen door een draadloze router te selecteren(P. 435) De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven(P. 439) De verificatiemethode van de machine is ingesteld op , maar die van de draadloze router op "Open systeem". ● Maak opnieuw verbinding door een draadloze router te selecteren of door de WEP-verificatiemethode handmatig te wijzigen in . De verbinding instellen door een draadloze router te selecteren(P.
Problemen oplossen Er wordt een foutcode weergegeven 103K-0AY Als er een storing optreedt, bijvoorbeeld als het afdrukken mislukt, u een fax of gescand document niet kunt verzenden of ontvangen, wordt een corresponderende storingscode van drie cijfers weergegeven in een rapport of in het scherm . Raadpleeg de volgende informatie om voor een foutcode mogelijke oorzaken en oplossingen weer te geven. Als u een foutrapport wilt afdrukken, leest u Rapporten en lijsten afdrukken(P. 830) .
Problemen oplossen ● Vraag de ontvanger het papier bij te vullen. #018 Het verzenden van een fax is mislukt omdat de machine van de ontvanger niet heeft gereageerd vanwege een bezette lijn of andere oorzaken. ● Als het apparaat van de ontvanger is uitgeschakeld of als de lijn bezet is, kan een fax mogelijk niet worden verzonden. Vraag de ontvanger de status van het apparaat te controleren. Als u een fax naar het buitenland stuurt, voeg dan pauzes toe aan het faxnummer. Faxen verzenden (MF515x)(P.
Problemen oplossen #401 Een gescand document kan door onvoldoende geheugen niet worden opgeslagen op een USBgeheugenapparaat. ● Verwijder overbodige gegevens om ruimte vrij te maken op het USB-geheugenapparaat of sluit een ander USB-apparaat aan. Documenten rechtstreeks scannen naar een USB-geheugen(P. 339) #406 Een gescand document kan door een fout niet worden opgeslagen op een USB-geheugenapparaat. ● Koppel het USB-geheugenapparaat los en sluit het weer aan.
Problemen oplossen #703 Het wegschrijven van gegevens is mislukt omdat de geheugenruimte die is gereserveerd voor afbeeldingen vol was op het moment dat er een e-mailbericht/I-Fax werd verzonden of gegevens werden opgeslagen in een gedeelde map. ● Als er een ander verzenddocument in de wachtrij staat, wacht u even tot die taak is voltooid en verstuurt u het document nogmaals. ● Deel het document op voordat u gaat verzenden. ● Verwijder de documenten die in het geheugen zijn opgeslagen.
Problemen oplossen #753 Gescande gegevens konden niet als e-mail worden verzonden, niet als I-Fax worden verzonden / ontvangen, of opgeslagen in een gedeelde map, omdat de LAN-kabel is losgekoppeld. ● Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten. Verbinding maken met een bekabeld LAN(P. 426) #755 Het verzenden als e-mail of I-Fax of opslaan in een gedeelde map van gescande gegevens is mislukt omdat TCP/IP niet goed werkt.
Problemen oplossen ● Controleer of de bestemming goed is ingesteld. Tijdens het opslaan van een gescand document in de gedeelde map is er een fout opgetreden in de map. ● Controleer of de gedeelde map goed werkt, evenals de computer waarop de gedeelde map is opgeslagen. Er is een onjuiste mapnaam of wachtwoord opgegeven bij het opslaan in een gedeelde map. ● Controleer de instellingen van de bestemming. #802 De naam van de SMTP/POP3/FTP-server is niet goed ingesteld.
Problemen oplossen #810 Tijdens de communicatie met de POP3-server voor verzending van een e-mail of verzending / ontvangst van een I-Fax, heeft de server een fout geretourneerd. ● Controleer of de POP3-server goed is ingesteld. ● Controleer of de mailserver en het netwerk goed functioneren. Neem voor meer informatie contact op met de netwerkbeheerder. #813 De aanmeldingsnaam of wachtwoord die worden gebruikt voor de POP3-server zijn niet goed ingesteld.
Problemen oplossen #822 Een bestand op een USB-geheugenapparaat kan niet worden afgedrukt omdat de indeling van het bestand niet wordt ondersteund. ● Controleer welke bestandsformaten geschikt zijn en sla het bestand opnieuw op. Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia)(P. 294) #827 De ontvangen gegevens zijn niet geschikt (omvatten niet-geschikte MIME-informatie).
Problemen oplossen ● Gebruik de UI op afstand om te controleren of het CA-certificaat waarmee het TLS-servercertificaat op de SMTP-server is ondertekend, is geregistreerd op het apparaat. Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren(P. 618) ● Controleer of het TLS-servercertificaat op de SMTP-server geldig is. ● Controleer of het TLS-servercertificaat geen zelf-ondertekend certificaat is.
Problemen oplossen Het afdrukken is geannuleerd vanaf de computer. ● Als u een bewerking annuleert wanneer de afdrukgegevens vanaf een computer naar het apparaat worden verzonden, wordt deze foutcode weergegeven. Er is echter geen sprake van een foutsituatie. Geef desgewenst een nieuwe afdrukopdracht. Een nog niet afgedrukt beveiligd document is verwijderd. ● Als een beveiligd document niet binnen de ingestelde tijd (standaard 30 minuten) is afgedrukt, wordt het document uit het geheugen verwijderd.
Problemen oplossen ● Verzend het document eventueel opnieuw.
Problemen oplossen Veelvoorkomende problemen 103K-0C0 Als er problemen ontstaan tijdens het gebruiken van de machine, controleer dan de tips in dit gedeelte voordat u contact met ons opneemt. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
Problemen oplossen Problemen met installatie/instellingen 103K-0C1 Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 777) . Probleem met de draadloos/bedraad LAN verbinding(P. 778) Probleem met de USB-verbinding(P. 781) Probleem met de printserver(P. 781) Probleem met de draadloos/bedraad LAN verbinding Het draadloos LAN en bekabeld LAN kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. ● Het draadloos LAN en bekabeld LAN kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Problemen oplossen U weet niet zeker welk IP-adres is ingesteld. Netwerkinstellingen weergeven(P. 455) U kunt niet afwisselend de verbindingsmethode bekabeld LAN en draadloos LAN gebruiken. ● Hebt u op het bedieningspaneel van het apparaat ook gekozen voor Bekabeld LAN of Draadloos LAN? Dat is noodzakelijk om het apparaat te laten overschakelen naar uw selectie. Bedraad LAN of Draadloos LAN selecteren(P.
Problemen oplossen Als het apparaat geen verbinding kan maken met het draadloos LAN Controleer de status van uw computer. ● Zijn de instellingen van de computer en de draadloze router voltooid? ● Zijn de kabels van de draadloze router (inclusief het netsnoer en de LAN-kabel) goed aangesloten? ● Is de draadloze router ingeschakeld? Als het probleem zich blijft voordoen zelfs nadat u de bovenstaande items hebt gecontroleerd: ● Schakel de apparaten uit en schakel ze vervolgens opnieuw in.
Problemen oplossen ● De WEP-sleutel die automatisch is gegenereerd (hexadecimaal) wordt geselecteerd. ● De stealth-modus wordt geactiveerd. * Een functie waarbij de draadloze router de verbinding weigert als de SSID op het apparaat dat moet worden aangesloten, is ingesteld op "ELKE" of leeg is. Wanneer u de instellingen van de draadloze router moet wijzigen Als de draadloze router is ingesteld zoals hieronder beschreven, wijzigt u de instellingen van de router.
Problemen oplossen Problemen bij het kopiëren / afdrukken 103K-0C2 Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 777) . Het kopieer-/afdrukresultaat is niet naar tevredenheid. Het papier is gekreukeld of gekruld. Als u niet goed kunt afdrukken(P. 787) U kunt niet afdrukken. ● Kunt u een Windows testpagina afdrukken? Als u een Windows testpagina kunt afdrukken, is er geen probleem met het apparaat of het printerstuurprogramma. Controleer de afdrukinstellingen van uw toepassing.
Problemen oplossen ● U kunt afdrukken vanaf andere computers op het netwerk? Als u ook niet kunt afdrukken vanaf andere computers, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Canon-dealer of met de Canon-helpdesk. Bedraad LAN-verbinding ● Hebt u de juiste poort geselecteerd? Als er geen poort kan worden gebruikt, maak dan een poort. De printerpoort controleren(P. 917) Printerpoorten configureren(P.
Problemen oplossen U kunt niet afdrukken met Google Cloudprinter. Google Cloudprinter gebruiken(P. 414) Het duurt een tijd voordat het afdrukken start. ● Hebt u afgedrukt op smal papier? Nadat u hebt afgedrukt op smal papier, kan het apparaat afkoelen om de afdrukkwaliteit te handhaven. Daarom kan het een tijdje duren voordat de volgende taak wordt afgedrukt. Wacht tot het apparaat klaar is om af te drukken. Het afdrukken wordt uitgesteld tot de temperatuur in het apparaat is gedaald.
Problemen oplossen Problemen bij het faxen of met de telefoon 103K-0C3 Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 777) . Problemen bij het verzenden(P. 785) Problemen bij het ontvangen(P. 786) Problemen bij het verzenden Het lukt niet een fax te verzenden. ● Is de externe telefoonlijn bezet? Wacht tot de lijn vrij is. ● Is er een fout opgetreden? Druk het communicatiebeheerrapport af en bekijk de inhoud. Communicatiebeheerrapport(P. 834) ● Is de telefoonlijn goed ingesteld? De telefoonlijn aansluiten(P.
Problemen oplossen Problemen bij het ontvangen De resultaten van een ontvangen fax zijn niet naar tevredenheid. Het papier is gekreukeld of gekruld. Als u niet goed kunt afdrukken(P. 787) Er kan niet automatisch worden geschakeld tussen de telefoon en de fax. ● Controleer of de ontvangstmodus is ingesteld op , , of . De ontvangstmodus selecteren(P. 145) ● Misschien is er nog weinig ruimte in het geheugen beschikbaar.
Problemen oplossen Als u niet goed kunt afdrukken 103K-0C4 Probeer de volgende oplossingen als het afdrukresultaat te wensen overlaat, of als het papier gekreukeld is of omkrult. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canonhelpdesk. Vlekken aan de onderzijde van afdrukken(P. 789) Lege gebieden bevatten zogenaamde nabeelden(P. 791) Er verschijnen strepen / Het afdrukken is ongelijk(P. 793) Er verschijnen vlekken op afdrukken(P.
Problemen oplossen Achterzijde van het papier is vlekkerig(P. 794) Het papier krult(P. 796) De afgedrukte streepjescode kan niet worden gelezen(P. 795) Het papier kreukelt(P. 796) Papier wordt niet ingevoerd of er worden twee of meer vellen tegelijk ingevoerd(P. 798) Afdrukken zijn scheef(P.
Problemen oplossen Het afdrukresultaat is niet goed 103K-0C5 Als het apparaat van binnen vies is, kan dit gevolgen hebben voor het afdrukresultaat. Reinig het apparaat zorgvuldig. Het apparaat reinigen(P. 805) Vlekken aan de onderzijde van afdrukken Gebruikt u geschikt papier? ● Controleer de ondersteunde papiertypes die u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Geef ook de instellingen voor het formaat en type papier goed op. Papier(P. 879) Papier plaatsen(P.
Problemen oplossen Verschijnen er vlekken afhankelijk van de papiersoort of de bedrijfsomgeving? ● Verander de instelling voor [Speciale afdrukaanpassing A]. Het verbeterende effect is het laagst met [Modus 1] en het hoogst met [Modus 4]. Probeer de instelling uit, te beginnen met [Modus 1].
Problemen oplossen Speciale afdrukmodus B(P. 725) ● Afdruksnelheid wordt lager als u een sterkere verbetering selecteert. Vlekken en spetters Verschijnen er vlekken op afdrukken, afhankelijk van het papiertype of de omgevingscondities (nader bepaald: als u afdrukt op zwaar papier of het apparaat in een omgeving met lage luchtvochtigheid gebruikt)? ● Verander de instelling voor . Het verbeterende effect is sterker met dan met .
Problemen oplossen Is het tijd om de tonercartridge te vervangen? ● Materialen in de tonercartridge kunnen zijn verslechterd. Vervang de tonercartridge. Tonercartridges vervangen(P. 821) Afdrukken zijn vaag Is de tonercartridge bijna leeg? ● Neem de tonercassette uit het apparaat, schud deze vijf of zes keer voorzichtig heen en weer om de toner gelijkmatig te verspreiden en plaats de tonercassette weer terug. De toner opmaken(P.
Problemen oplossen Drukt u gegevens af zonder marges? ● Dit symptoom doet zich voor als in het printerstuurprogramma een marge is ingesteld op Geen. De marges binnen de eerste 5 mm vanaf de respectieve papierranden kunnen niet worden bedrukt (voor enveloppen, de onderste en bovenste marges binnen de eerste 10 mm vanaf de onder-/bovenrand kunnen niet worden bedrukt). Zorg ervoor dat de marges rond het document groot genoeg zijn.
Problemen oplossen Gebruikt u papier dat vocht heeft opgenomen? ● Gebruik nieuw papier dat helemaal droog is. Papier plaatsen(P. 51) Gebruikt u geschikt papier? ● Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Papier(P. 879) Papier plaatsen(P. 51) Is het tijd om de tonercartridge te vervangen? ● Materialen in de tonercartridge kunnen zijn verslechterd. Vervang de tonercartridge. Tonercartridges vervangen(P.
Problemen oplossen Hebt u de fixeereenheid gereinigd? ● Reinig de fixeereenheid. Fixeereenheid(P. 811) De afgedrukte streepjescode kan niet worden gelezen Gebruikt u een kleine streepjescode of een streepjescode met dikke lijnen? ● Vergroot de streepjescode. ● Als de streepjes van de streepjescode haaks op de uitvoerrichting van het papier staan, draai de afbeelding dan 90 graden om ervoor te zorgen dat de streepjes parallel aan de uitvoerrichting van het papier liggen.
Problemen oplossen Het papier krult om of is gekreukeld 103K-0C6 Het papier kreukelt Is het papier goed geplaatst? ● Als de stapel papier hoger is dan de markering of voor het maximale aantal vellen, of schuin in de lade ligt, kunnen er kreukels of vouwen ontstaan. Papier plaatsen(P. 51) Gebruikt u papier dat vocht heeft opgenomen? ● Gebruik nieuw papier dat helemaal droog is. Papier plaatsen(P. 51) ● Verander de instelling voor .
Problemen oplossen Gebruikt u papier dat vocht heeft opgenomen? ● Gebruik nieuw papier dat helemaal droog is. Papier plaatsen(P. 51) ● Als de huidige instelling van , is, verander deze dan in . Het type en formaat papier opgeven(P. 67) ● Verander de instelling voor . Het verbeterende effect is sterker met dan met . Probeer eerst de instelling . Papierkrulcorrectie(P.
Problemen oplossen Papier wordt niet goed ingevoerd 103K-0C7 Papier wordt niet ingevoerd of er worden twee of meer vellen tegelijk ingevoerd Is het papier goed geplaatst? ● Waaier de papierstapel goed uit, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. ● Controleer of het papier goed is geplaatst. Papier plaatsen(P. 51) ● Controleer of het aantal vellen papier dat is geladen, geschikt is en of het juiste papier wordt gebruikt. Papier(P. 879) Papier plaatsen(P.
Problemen oplossen Afdrukken zijn scheef Zijn de papiergeleiders afgesteld op de randen van het papier? ● Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, zijn de afdrukken scheef. Papier plaatsen(P.
Problemen oplossen Wanneer een probleem niet kan worden opgelost 103K-0C8 Als u door het raadplegen van de informatie in dit hoofdstuk een probleem nog steeds niet kunt oplossen, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Canon-dealer of met de Canon-helpdesk. Het is niet toegestaan het apparaat te demonteren of te repareren ● Als u dat wel doet, bestaat de kans dat de garantie vervalt.
Problemen oplossen ● U kunt ook controleren door 801 .
Onderhoud Onderhoud Onderhoud ......................................................................................................................................................... 803 Het apparaat reinigen ....................................................................................................................................... 805 Behuizing .....................................................................................................................................................
Onderhoud Onderhoud 103K-0C9 In dit hoofdstuk wordt het onderhoud van de machine beschreven, inclusief het reinigen van de machine en het initialiseren van instellingen. ◼ Standaardreiniging Het apparaat reinigen(P. 805) ● Het apparaat wordt vuil, zie Behuizing(P. 806) . ● Vlekken op originelen of afdrukken, zie Documentinvoer(P. 809) . Glasplaat(P. 807) of ● Strepen op afdrukken, zie Fixeereenheid(P. 811) . ● Papier loopt vaak vast, zie Papiertransportrol(P. 813) .
Onderhoud ◼ Het totale aantal afgedrukte pagina's controleren Als u het totale pagina-aantal van de afdrukken wilt controleren, zie Aantal afdrukken weergeven(P. 845) . ◼ Data-instellingen opslaan / laden Als u de instellingsdata van het apparaat wilt opslaan of opgeslagen data wilt laden, raadpleeg dan geheugenapparaat gebruiken voor het opslaan / laden van instelgegevens(P. 846) .
Onderhoud Het apparaat reinigen 103K-0CA Maak de machine regelmatig schoon om te voorkomen dat de afdrukkwaliteit afneemt en om de machine veilig en prettig te kunnen gebruiken. Lees eerst de veiligheidsinstructies door voordat u aan de slag gaat. Onderhoud en inspecties(P. 10) Onderdelen die u moet reinigen Behuizing van het apparaat en de ventilatieopeningen Behuizing(P. 806) Rollen in de invoer Documentinvoer(P. 809) Interne fixeereenheid Fixeereenheid(P.
Onderhoud Behuizing 103K-0CC Wrijf de behuizing van het apparaat regelmatig schoon, vooral bij de ventilatieopeningen, om het apparaat in goede conditie te houden. 1 Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. ● Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
Onderhoud Glasplaat 103K-0CE Verwijder regelmatig stof van de glasplaat en de onderzijde van de invoer om vlekken op documenten of afdrukken te voorkomen. 1 Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. ● Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
Onderhoud ● Het kunststof onderdeel ( ) is tamelijk kwetsbaar. Let op dat u het niet buigt wanneer u het verwijdert. 2 Veeg het scangedeelte schoon ( 3 Veeg de achterzijde van het kunststof onderdeel schoon. 4 Wacht tot het kunststof onderdeel geheel droog is. 5 Plaats het kunststof onderdeel terug op zijn plaats. ). ● Controleer of de richting klopt, houd de tabbladen vast en plaats het kunststof onderdeel terug op zijn plaats door het voorste gedeelte eerst neer te laten.
Onderhoud Documentinvoer 103K-0CF Grafietpoeder of stof op de rollers in dit document invoer kan vlekken geven op de afdrukken. Maak documentinvoer schoon, als dit zich voordoet. Als er nog vlekken te zien zijn nadat u de invoer hebt schoongemaakt, start dan het automatisch reinigen van de documentinvoer. Documentinvoer reinigen(P. 809) Automatische reiniging van de documentinvoer(P. 810) Documentinvoer reinigen 1 Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact.
Onderhoud Automatische reiniging van de documentinvoer Automatische reiniging van de documentinvoer gebruikt papier dat in de documentinvoer is geplaatst. Plaats 10 vellen normaal papier van het formaat A4 of US Letter in de documentinvoer voordat u automatische reiniging start. Documenten plaatsen(P. 47) 1 Druk op 2 Tik op . 3 Tik op . 4 Tik op . en tik op . ➠ Het reinigen begint. Als ongeveer 60 seconden later het bericht
Onderhoud Fixeereenheid 103K-0CH Er kan zich vuil verzamelen op de fixeereenheid in het apparaat, met als gevolg zwarte strepen op de afdrukken. Voer de onderstaande procedure uit om de fixeereenheid te reinigen. U kunt de fixeereenheid niet reinigen als de wachtrij van het apparaat documenten bevat die nog moeten worden afgedrukt. U hebt normaal papier van A4-of Letterformaat nodig om de fixeereenheid te reinigen.
Onderhoud Als er papier in de multifunctionele lade aanwezig blijft ● Verwijder het geladen papier voordat u het reinigingsvel laadt. 7 Tik op . ➠ Het reinigen begint. Als ongeveer 95 seconden later het bericht verschijnt, drukt u op terug te keren naar het scherm Start.
Onderhoud Papiertransportrol 103K-0CJ Stof op de papiertransportrol kan herhaaldelijke papierstoringen tot gevolg hebben. In dat geval voert u de onderstaande procedure uit om de papiertransportrollen te reinigen. Als u problemen of vragen hebt over het zelf schoonmaken, neem dan contact op met uw Canon dealer. ● Zorg ervoor dat u het zwarte rubber van de papiertransportrollen niet met uw handen aanraakt.
Onderhoud ● Gebruik niet te veel kracht terwijl u de papiertransportrol naar links drukt. Hierdoor kan de papiertransportrol beschadigd raken. 2 3 Trek de papiertransportrol naar buiten in neerwaartse richting. Veeg de papiertransportrol schoon. ● Maak een doekje vochtig en wring het goed uit. Reinig hiermee de papiertransportrol. ● Gebruik geen oliehoudende reinigingsmiddelen enzovoort. 4 1 Breng de papiertransportrol weer op zijn plaats.
Onderhoud 2 Plaats de rechterpin terwijl u de papiertransportrol naar links drukt. ● Gebruik niet te veel kracht terwijl u de papiertransportrol naar links drukt. Hierdoor kan de papiertransportrol beschadigd raken. 5 Plaats de papierlade in het apparaat. ● Als u de papierlade plaatst met ingesteld op , verschijnt een bevestigingsscherm. Melden om papierinstellingen te controleren(P.
Onderhoud Tonercartridges vervangen 103K-0CK U ziet een bericht op het display van de machine als een tonercartridge bijna leeg is. De afdrukkwaliteit neemt aanzienlijk af als u blijft afdrukken zonder actie te ondernemen. U kunt de resterende hoeveelheid toner in de cartridge controleren op het display. Er wordt een bericht weergegeven(P. 816) Afdrukken zijn van slechte kwaliteit(P. 817) Controleren hoeveel toner er nog in de tonercartridge zit(P.
Onderhoud ◼ Afdrukken zijn van slechte kwaliteit Als uw afdrukken één van de onderstaande kenmerken gaan vertonen, is één van de tonercartridges bijna leeg. Vervang de bijna lege tonercartridge ook als er geen bericht wordt weergegeven. Tonercartridges vervangen(P.
Onderhoud Tonerniveau Geeft weer hoeveel toner er nog in de tonercartridge zit. Afhankelijk van uw situatie, kunnen andere interne onderdelen op of versleten raken voordat de toner opraakt. ● De weergegeven hoeveelheid resterende toner kan uitsluitend als schatting worden gezien en kan verschillen van de daadwerkelijk resterende hoeveelheid toner. KOPPELINGEN Verbruiksartikelen(P.
Onderhoud De toner opmaken 103K-0CL De volgende symptomen en anderen verschijnen op afdrukken die met bijna-lege cartridges zijn gemaakt. Er verschijnen strepen Vage afdruk Ongelijke dichtheid Verricht de volgende procedure als één van de volgende symptomen zich voordoen. Op die manier kunt u alle toner in de tonercartridge opmaken. Met behulp van deze procedure kunt u voor een bepaalde tijd weer een goede afdruk realiseren, tot de toner helemaal op is.
Onderhoud 4 Installeer de tonercartridge. ● Duw hem helemaal terug tot hij niet meer verder kan. 5 Sluit de klep aan de voorzijde.
Onderhoud Tonercartridges vervangen 103K-0CR Lees de veiligheidsvoorschriften in tonercartridges gaat vervangen. Onderhoud en inspecties(P. 10) en Verbruiksartikelen(P. 11) voordat u 1 Open de voorklep door op de knop te drukken. 2 Verwijder de tonercassette. 3 Haal de nieuwe tonercartridge uit de beschermende verpakking. 4 Schud de tonercartridge vijf of zes keer heen en weer zoals hieronder aangegeven om de toner in de cartridge gelijkmatig te verdelen.
Onderhoud 5 Trek de afdichtingstape recht uit de cartridge. ● De afdichtingstape is ongeveer 50 cm lang. Bij het verwijderen van de afdichtingstape Als er tape achterblijft in een tonercartridge, kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van afdrukken, inclusief faxen. Het is trouwens niet mogelijk om een fax opnieuw af te drukken, aangezien de faxgegevens direct na het afdrukken automatisch worden verwijderd. ● Trek de afdichtingstape niet schuin of onder een hoek uit de cartridge.
Onderhoud De machine verplaatsen 103K-0CS Het apparaat is zwaar. Volg altijd de onderstaande procedures als u het apparaat gaat verplaatsen om lichamelijk letsel te voorkomen. Lees ook altijd de veiligheidsvoorschriften voordat u aan de slag gaat. Belangrijke veiligheidsinstructies(P. 2) 1 Schakel het apparaat en de computer uit. ● Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
Onderhoud ● Het apparaat is zwaar ( mensen. Apparaatspecificaties(P. 874) ). Verplaats de machine altijd met minstens twee ● Til het apparaat op met behulp van de handgrepen. Als u de optionele papiertoevoer gebruikt, laat deze dan op de vloer liggen en verplaats de toevoer nadat u het apparaat hebt verplaatst. 6 Zet het apparaat voorzichtig neer op de nieuwe gebruikslocatie. ● Zie "Aan de slag" voor informatie over het installeren van het apparaat nadat u het hebt verplaatst.
Onderhoud Afdrukkwaliteit handhaven en verbeteren 103K-0CU Als de afdrukresultaten te wensen overlaten, bijvoorbeeld als de dichtheid niet aan de verwachtingen voldoet, probeert u de onderstaande correcties. ◼ Afb. kopiëren aanpassen Als de dichtheid of helderheid van kopieën en drukwerk uit geheugenmedia duidelijk afwijken van de originelen, kunt u met behulp van deze functie ervoor zorgen dat de afdrukresultaten beter overeenkomen met de originelen. Degradatie en dichtheid voor kopieertaken(P.
Onderhoud Degradatie en dichtheid voor kopieertaken 103K-0CW Gradatie verwijst naar de overgang van donker naar licht van de tinten van een kleur. Hoe meer tinten in de gradaties van kleuren die worden afgedrukt, des te natuurlijker de afdrukken. Als de reproduceerbaarheid van kleuren slecht is en de dichtheid en helderheid van afdrukken duidelijk afwijken van de originelen, kunt u een automatische aanpassing of correctie uitvoeren.
Onderhoud 6 Plaats het afgedrukte correctievel op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden. ● Plaats het correctievel zo dat de zwarte lijn ( ) zich aan de linkerzijde van het apparaat bevindt. 7 Sluit de documentinvoer voorzichtig. 8 Druk op . ➠ De correctieafbeelding wordt gescand en de correctie begint. Na ongeveer 8 seconden is de correctie voltooid. 9 10 Open de documentinvoer en verwijder de correctieafbeelding. Sluit de documentinvoer voorzichtig.
Onderhoud Afdrukdensiteit aanpassen 103K-0CX Als het afdrukresultaat donker of lichter is dan verwacht, kunt u de tonerdensiteit instellen. U kunt de fijnafstelling van de tonerdensiteit realiseren door het hele densiteitsbereik te verdelen in op drie dichtheidsniveaus. ● Als is ingesteld op , kunt u deze afstelfunctie niet gebruiken. Tonerbesparing(P. 699) 1 Druk op 2 Tik op . 3 Selecteer 4 Gebruik en tik op . / .
Onderhoud 4 Tik op . ● Als u ook instellingen op andere dichtheidsniveaus wilt realiseren, herhaal dan de handelingen in de stappen 2 t/m 4. 5 5 Tik op . Tik op . Als de afgedrukte tekst of dunne lijnen vervagen ● U kunt de hele afdruktaak donkerder maken met behulp van onder . Printerdensiteit(P.
Onderhoud Rapporten en lijsten afdrukken 103K-0CY U kunt de resultaten van faxtaken bekijken en de instellingen van de machine controleren door rapporten en lijsten af te drukken. TX-resultaatrapport Hiermee kunt u de logboeken van verzonden documenten controleren. TX-resultaatrapport(P. 831) Communicatiebeheerrapport Hiermee kunt u de logboeken van verzonden en ontvangen documenten controleren. Communicatiebeheerrapport(P.
Onderhoud TX-resultaatrapport 103K-0E0 U kunt een TX-resultaatrapport afdrukken en de fax- of e-maillogboeken controleren van verzonden documenten en van documenten die naar een gedeelde map of een FTP-server zijn gescand. U kunt het rapport afdrukken na elke transmissie of alleen wanneer er een verzendfout optreedt.
Onderhoud Resultaat "OK" geeft aan dat de transmissie zonder problemen is voltooid en "FT" plus drie cijfers (een foutcode) dat de transmissie is mislukt ( Er wordt een foutcode weergegeven(P. 766) ). Afdelings-id De Afdeling ID wordt weergegeven als Afdeling ID beheer is ingeschakeld. Verzonden/Fout In het geval van e-mail geeft een TX-resultaatrapport informatie over de transmissie tussen het apparaat en de mailserver, niet tussen het apparaat en de bestemming.
Onderhoud 833
Onderhoud Communicatiebeheerrapport 103K-0E1 U kunt de fax- en e-maillogboeken van verzonden en ontvangen documenten controleren door een communicatiebeheerrapport af te drukken. U kunt dit rapport automatisch afdrukken na elke 40 transmissies of handmatig.
Onderhoud Resultaat "OK" geeft aan dat de transmissie zonder problemen is voltooid en "FT" plus drie cijfers (een foutcode) dat de transmissie is mislukt ( Er wordt een foutcode weergegeven(P. 766) ). In het geval van e-mail geeft een communicatiebeheerrapport informatie over de transmissie tussen het apparaat en de mailserver, niet tussen het apparaat en de bestemming.
Onderhoud RX-resultaatrapport 103K-0E2 U kunt de logboeken van ontvangen faxdocumenten of I-Fax-documenten controleren door een RX-resultaatrapport af te drukken. U kunt het rapport afdrukken na elke transmissie of alleen als er een ontvangstfout optreedt.
De afdrukinstelling selecteren Selecteer deze optie als u geen RX-resultaatrapporten wilt afdrukken.Onderhoud Statusrapport verbruiksartikelen 103K-0E3 U kunt de status controleren van de verbruiksartikelen die in het apparaat zijn geïnstalleerd.
Controleer of het formaat en type papier dat op het scherm wordt weergegeven, is geladen in de machine Voorbeeld: KOPPELINGEN Tonercartridges vervangen(P.Onderhoud Adresboeklijst 103K-0E4 U kunt de lijst met bestemmingen controleren die als , en beschikbaar zijn in het adresboek door een zogenaamde adresboeklijst af te drukken.
Onderhoud KOPPELINGEN Opslaan in het adresboek(P. 79) Bestemmingen in het adresboek wijzigen via de UI op afstand(P.
Onderhoud Lijst gebruikersgegevens / Gegevenslijst systeembeheer 103K-0E5 U kunt de lijst met instellingen ( Overzicht van menuopties(P. 645) ) en de inhoud die op het apparaat is opgeslagen controleren door een lijst met gebruikersgegevens of een lijst met gegevens voor systeembeheer af te drukken. Beide lijsten vermelden het formaat en type papier dat op het apparaat is geregistreerd, plus de afdrukinstellingen van , en .
Onderhoud Afdelings-ID beheerrapport 103K-0E6 Wanneer Afdelings-ID-beheer is ingeschakeld, kunt u voor elke het totale aantal afdrukken controleren door een Afdelings-ID-beheerrapport af te drukken. Als u weet welke aantallen er worden afgedrukt, kunt u de voorraad papier en tonercartridges beter beheren.
Onderhoud IPSec-beleidslijst 103K-0E7 U kunt controleren welke beleidsinstellingen en IPSec-instellingen zijn geregistreerd op de machine door het rapport IPSec-beleidslijst af te drukken.
Controleer dat papier van het formaat en de soort dat op het scherm wordt weergegeven, in het apparaat is geplaatst Voorbeeld: KOPPELINGEN IPSec-instellingen configureren(P.Onderhoud PCL-lettertypelijst 103K-0E8 U kunt een lijst afdrukken en controleren welke lettertypen beschikbaar zijn in de stand PCL.
Onderhoud PS-lettertypelijst 103K-0E9 U kunt een lijst afdrukken en controleren welke lettertypen beschikbaar zijn in de stand PS.
Onderhoud Aantal afdrukken weergeven 103K-0EA U kunt kijken hoeveel pagina's er door het apparaat zijn afgedrukt. Deze totalen omvatten faxen, rapporten en lijsten, plus kopieën en afdrukken van gegevens vanaf computers. ( ) Het item dat u wilt controleren, selecteren afgedrukt Tellers Selecteer de teller waarvan u de waarde wilt controleren. Tellerwaarde U kunt de tellerwaarde van het geselecteerde item controleren.
Onderhoud Een USB-geheugenapparaat gebruiken voor het opslaan / laden van instelgegevens 103K-0EC Adresboek en apparaatinstelgegevens kunt u opslaan op een USB-geheugenapparaat (export). Gegevens die op een USB-geheugentoestel zijn opgeslagen, kunt u ook registreren in het apparaat (importeren). U kunt de bestemmingen in het adresboek eenvoudig naar meerdere apparaten kopiëren.* * Afhankelijk van het model kunt u de adresboekgegevens die van het apparaat zijn geëxporteerd, niet importeren.
Onderhoud Instelgegevens opslaan op een USB-geheugentoestel 103K-0EE U kunt adresboekgegevens en apparaatinstelgegevens exporteren en deze opslaan in een USB-geheugenapparaat. We adviseren u regelmatig reservekopieën te maken van belangrijke instellingen. 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op een USB-poort aan de voorzijde van het apparaat. ● De USB-poort aan de achterzijde van het apparaat is niet beschikbaar. ● Verwijder het USB-apparaat niet terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven.
Onderhoud } ➠ Het exporteren wordt gestart. Als het -scherm wordt weergegeven ● Als er voor het Adresboek een pincode is ingesteld, wordt het -scherm weergegeven tijdens het exporteren. Voer de pincode van het Adresboek in en tik op . Tik op als u het exporteren van Adresboekgegevens wilt annuleren. 7 Maak het USB-geheugenapparaat los van de USB-poort. 1 Druk op . 2 Druk op . 3 Tik op .
Onderhoud Instelgegevens laden van een USB-geheugentoestel 103K-0EF Laad (importeer) gegevens die vanuit het apparaat zijn geëxporteerd naar een USB-geheugentoestel. U kunt ook apparaatinstelgegevens importeren vanuit een ander apparaat, als dat van hetzelfde model is als het uwe. ● Wanneer u Adresboekgegevens importeert, worden de gegevens die op dat moment op het apparaat zijn geregistreerd, overschreven. 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op een USB-poort aan de voorzijde van het apparaat.
Onderhoud ● Voer het wachtwoord in dat is ingesteld toen de gegevens werden geëxporteerd. Over het invoeren van tekst leest u meer in Tekst invoeren(P. 41) . ➠ Het importeren wordt gestart. Het apparaat start automatisch opnieuw op wanneer het importeren is voltooid. Als het -scherm wordt weergegeven ● Als er een pincode is ingesteld voor het Adresboek, wordt het -scherm weergegeven tijdens het importeren. Voer de pincode van het Adresboek in en tik op .
Onderhoud Instellingen terugzetten op de standaardwaarden 103K-0EH U kunt de volgende instellingen herstellen (initialiseren): Menu initialiseren(P. 852) Sleutels en certificaten initialiseren(P. 854) Het adresboek initialiseren(P.
Onderhoud Menu initialiseren 103K-0EJ U kunt de instellingen van het apparaat herstellen ( Overzicht van menuopties(P. 645) ). Afhankelijk van welke instellingen u selecteert, zult u misschien na het initialiseren het apparaat opnieuw moeten starten.
selecteren Het item dat u wilt initialiseren, Het apparaat opnieuw starten, als dat nodig is Instellingen voor initialisatie Kies de instelling die u wilt herstellen.Onderhoud Te initialiseren instellingen Selecteer de te initialiseren instellingen. Initialiseert alle instellingen van systeembeheer. Als de instellingen voor UI op afstand zijn geïnitialiseerd ● De toegangspincode voor de externe UI wordt ook geïnitialiseerd. Reset de toegangspincode voor de externe UI na een initialisatie. Een pincode instellen voor UI op afstand(P. 546) ● Met onderstaande procedure kunt u de standaard herstellen.
Onderhoud Sleutels en certificaten initialiseren 103K-0EK U kunt de instellingen herstellen van de gebruikte sleutelparen en digitale certificaten. Als u deze bewerking uitvoert, worden na het initialiseren alle sleutelparen en digitale certificaten die zijn opgeslagen op de machine verwijderd (behalve de vooraf geïnstalleerde sleutelparen en digitale certificaten).
Onderhoud Het adresboek initialiseren 103K-0EL U kunt de instellingen van het adresboek terugzetten op de standaardwaarden. Alle gegevens in het adresboek worden hierbij verwijderd.
KOPPELINGEN Opslaan in het adresboek(P. 79) Bestemmingen in het adresboek wijzigen via de UI op afstand(P.Onderhoud De Firmware updaten 103K-0ER Voor het bijwerken van de firmware selecteert u de updatemethode die past bij de installatievereisten van het apparaat. Er zijn twee manieren om de firmware bij te werken. De eerste manier is door de meeste recente versie van de firmware via het apparaat van internet te downloaden en de update uit te voeren als uw apparaat niet de laatste versie heeft.
Onderhoud ➠ Er wordt gecontroleerd of er nieuwere firmware aanwezig is. ● Als de melding verschijnt, hoeft u de firmware niet te actualiseren. 5 Bekijk de melding en tik op . 6 Als er een licentiescherm verschijnt, tik dan op . 7 Tik op . ➠ Als de firmware is geactualiseerd, start het apparaat automatisch opnieuw op. ● Zet het apparaat niet UIT wanneer het opnieuw starten plaatsvindt.
Onderhoud 2 Tik op . ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op 3 Tik op . 4 Tik op . . Aanmelden bij de machine(P. 44) ➠ De huidige firmwareversie wordt weergegeven.
Bijlage Bijlage Bijlage ................................................................................................................................................................... 860 Handige functies ............................................................................................................................................... 861 Milieubesparing levert geld op .....................................................................................................................
Bijlage Bijlage 103K-0ES Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties van dit apparaat, instructies voor het gebruik van de e-Handleiding, disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie voor klanten.
Bijlage Handige functies 103K-0EU Het is zeker de moeite waard om de functies uit te proberen die in dit hoofdstuk worden beschreven. De functies zijn onderverdeeld in vier categorieën: "Milieubesparing levert geld op", "Efficiënter werken", "Digitaal is beter" en "Ongekende mogelijkheden".
Bijlage Milieubesparing levert geld op 103K-0EW 2-zijdig afdrukken U kunt dubbelzijdig afdrukken gebruiken voor kopieën, afdruktaken verzonden uit uw computer, en zelfs binnenkomende faxen. Omdat u dan de helft minder papier gebruikt dan anders, kunt u uw papierkosten halveren. U kunt zelfs nog meer besparen door dubbelzijdig afdrukken te combineren met N op 1-afdrukken van meerdere pagina's op één blad papier.
Bijlage Slaapstand Als u energie en geld wilt besparen, is een zogenaamde slaapstand een onmisbare functie. De stroomtoevoer naar de machine wordt dan uitgeschakeld als er gedurende bepaalde tijd geen activiteit is waargenomen. De slaapstand kan automatisch worden geactiveerd, maar ook handmatig. Druk op om de machine in de slaapstand te plaatsen. Druk nogmaals op de toets om de machine weer te activeren. Zie De slaapstand instellen(P. 102) voor meer informatie over deze functie.
Bijlage Efficiënter werken 103K-0EX Adresboek Als u faxnummers en e-mailadressen invoert in het adresboek, hoeft u niet steeds alle cijfers van het nummer of letters van het adres in te voeren als u iets wilt gaan versturen. De adressen die u het vaakst gebruikt, kunt u weergeven met de functie . U kunt dan nog sneller faxen of e-mails sturen naar mensen met wie u veel contact hebt.
Bijlage ● Uw favoriete instellingen opslaan(P. 133) voor kopiëren ● Uw favoriete instellingen voor faxen registreren: registreren: Veelgebruikte kopieerinstellingen Veelgebruikte faxinstellingen opslaan(P. 176) ● Uw favoriete instellingen voor scannen registreren: Veelgebruikte scaninstellingen registreren (E- Mail/I-fax/Gedeelde map/FTP-server)(P.
Bijlage Snel instellingen in orde maken met intuïtieve bediening U kunt gemakkelijk de paginaopmaak en ook de inbindpositie opgeven, overschakelen tussen enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken, enz., alles op intuïtieve wijze in de voorbeeldweergave in het printerstuurprogramma. Met eenvoudig klikken kunt u handig instellingen regelen en tegelijkertijd zien hoe de instellingen worden toegepast. Zie Een document afdrukken(P. 240) voor meer informatie.
Bijlage Digitaal is beter 103K-0EY Scannen en mailen U kunt gescande documenten per e-mail versturen zonder dat u uw computer hoeft aan te zetten. Converteer het gescande document vanaf de machine naar een e-mailbijlage. Als u van de generatie bent die liever een fax verstuurt dan moeilijk doet met een computer, is deze functie de oplossing. Zie Documenten rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden als e-mailberichten(P. 342) voor meer informatie over deze functie.
Bijlage Waarom zou je een hele pagina van een krant scannen als je eigenlijk alleen maar geïnteresseerd bent in een kop en de bijbehorende foto? In zo'n situatie is ScanGear MF de ideale oplossing. Hiermee kunt u in een voorbeeld aangeven wat u wilt scannen, waarna de scanner zijn werk doet. Dit is eenvoudiger dan met een speciaal programma alle overbodige informatie te verwijderen.
Bijlage Zie Scannen vanuit een programma(P. 317) voor meer informatie over deze functie.
Bijlage Ongekende mogelijkheden 103K-0F0 Met een smartphone/tablet Wanneer u snel een voorstel wilt afdrukken dat u hebt opgemaakt op een tablet terwijl u onderweg was naar een zakenbestemming, of met een smartphone materiaal wilt scannen dat is uitgedeeld op een vergadering, komt Canon Mobile Application goed van pas. Zelfs op plaatsen waar geen draadloze LAN-router is, kunt u draadloos en direct de verbinding met het apparaat tot stand brengen met behulp van een mobiel toestel.
Bijlage Als u een afdrukopdracht verstuurt vanaf uw computer, wordt de opdracht normaal gesproken direct afgedrukt. In het geval van vertrouwelijke documenten is dit misschien niet altijd handig. U kunt dan de functie Beveiligd afdrukken gebruiken. De verstuurde documenten worden dan opgeslagen op de machine en worden pas afgedrukt nadat via het bedieningspaneel het ingestelde wachtwoord is ingevoerd. Laat vertrouwelijke documenten niet zonder toezicht in de opvangbak liggen waar iedereen ze kan zien.
Bijlage Zie Posters afdrukken(P. 260) voor meer informatie over deze functie. Boekjes maken Sommige documenten verdienen een betere behandeling dan een zielig nietje in de linkerbovenhoek. Met deze machine kunt u daarom heel eenvoudig boekjes maken. Het printerstuurprogramma zorgt voor de positionering van de pagina's. U hoeft de pagina's alleen maar te vouwen en in het midden te nieten. Zie Boekje afdrukken(P. 261) voor meer informatie over deze functie.
Bijlage Technische specificaties 103K-0F1 De technische specificaties van het apparaat kunnen bij verbeteringen van het apparaat zonder vooraankondiging worden gewijzigd. Apparaatspecificaties(P. 874) Specificaties draadloos LAN(P. 876) Documenttype(P. 877) Scangebied(P. 878) Papier(P. 879) Specificaties van de kopieerfunctie(P. 882) Specificaties van de faxfunctie (MF515x)(P. 883) Specificaties van de scannerfunctie(P. 884) Specificaties van de afdrukfunctie(P.
Bijlage Apparaatspecificaties 103K-0F2 Type Persoonlijke desktop Stroomvoorziening 220 tot 240 V, 50/60 Hz (De netspanningsvereisten kunnen per land verschillen. Controleer de spanning van het land waar u het apparaat hebt gekocht.) Opgenomen vermogen Maximaal 1.
Bijlage LpAm (Verklaard A-gewogen emissiegeluidsdrukniveau (voorgeschreven posities rond de apparatuur)) In stand-by: Onhoorbaar*3 Tijdens het afdrukken: circa 54 dB (enkelzijdig) Tijdens het afdrukken: circa 52 dB (dubbelzijdig) Gradatie 256 gradaties Geschikte documenten Ondersteunde documentsoorten(P. 877) Geschikt papier Papier(P. 879) Afdrukgebied Afdrukgebied(P. 881) Scangebied Scangebied(P.
Bijlage Specificaties draadloos LAN 103K-0F3 Standaard IEEE 802.11b, IEEE 802.11g, IEEE 802.11n Transmissieschema DS-SS-systeem, OFDM-systeem Frequentiebereik 2.412 t/m 2.
Bijlage Documenttype 103K-0F4 ◼ Ondersteunde documentsoorten Glasplaat Type Documentinvoer Normaal papier Dik papier Foto Normaal papier (document van één pagina/documenten van meerdere pagina's met hetzelfde formaat, dezelfde Kleine documenten (zoals indexkaarten) Speciale papiersoorten (zoals calqueerpapier, transparanten, dikte en hetzelfde gewicht) enzovoort) Boekje (maximale dikte van 20 mm) Formaat Maximaal 215,9 x 355,6 mm Maximale grootte 215,9 x 355,6 mm (B x L) Minimale grootte 139,7 x
Bijlage Scangebied 103K-0F5 De grijze gebieden in de onderstaande tabel geven het scangedeelte van het document aan. Zorg ervoor dat de tekst en afbeeldingen in uw documenten binnen het grijze gebied passen. Het scangedeelte verschilt naargelang de gebruikte functie en de plaats van de documenten (de documentinvoer of de glasplaat). Glasplaat Documentinvoer Kopie ● Het scangebied voor kopiëren kan verschillen van het afdrukgebied. Afdrukgebied(P.
Bijlage Papier 103K-0F6 ◼ Ondersteunde papierformaten Hieronder ziet u een overzicht van de papierformaten die u in de papierlade, de multifunctionele lade en de optionele papiertoevoeren kunt laden.
Bijlage Papierformaat Papierlade Multifunctionele invoer Automatisch 2-zijdig afdrukken *1 Foolscap (215,9 x 330,2 mm) Foolscap (Australië) (206,0 x 337,0 mm) Legal (India) (215,0 x 345,0 mm) 3x5 inch (76,2 x 127,0 mm) Envelope No.10 (COM10) (104,7 x 241,3 mm) Envelop Monarch (98,4 x 190,5 mm) Envelop C5 (162,0 x 229,0 mm) Envelop DL (110,0 x 220,0 mm) Aangepast papierformaat *1 Automatisch *2 Het *3 *4 *5 dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar zonder dat u papier opnieuw hoeft in te voeren.
Bijlage Papiersoort Papierlade Multifunctionele invoer Normaal papier *1 *2 60 tot 90 g/m² Dik papier 91 tot 120 g/m² *1 500 vellen 100 vellen 400 vel 80 vel 121 tot 199 g/m² 50 vel *3 Gerecycled papier *1 *2 60 tot 90 g/m² 500 vellen 100 vellen Gekleurd papier *1 *2 60 tot 90 g/m² 500 vellen 100 vellen Etiketten 40 vel Enveloppen 10 vel *1 Automatisch *2 Het dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar zonder dat u papier hoeft te vervangen.
Bijlage Specificaties van de kopieerfunctie 103K-0F7 Scanresolutie Tekst / foto 300 x 600 dpi Tekst / foto (kwaliteit), foto, tekst 600 x 600 dpi Uitvoerresolutie 600 x 600 dpi Zoompercentage 100% (1:1), 400% (max.), 200%, 141% A5->A4, 70% A4->A5, 50%, 25% (min.
Bijlage Specificaties van de faxfunctie 103K-0F8 Gebruikte lijn Openbaar telefoonnetwerk (PSTN) *1 Communicatiemodus Super G3, G3 Compressiemethode MH, MR, MMR, JBIG Modemsnelheid Super G3: 33,6 kbps, G3: 14,4 kbps Automatische terugval Transmissiesnelheid Ongeveer 3 seconden/pagina *2 (ECM-JBIG, verzending vanuit het geheugen bij 33,6 Kbps) Verzenden vanuit geheugen / ontvangen in geheugen Maximaal circa 512 pagina's *2 (het totale aantal verzonden / ontvangen pagina's) (Maximum aantal faxtaken
Bijlage Specificaties van de scannerfunctie 103K-0F9 Type Kleurenscanner Maximaal scanformaat Glasplaat: maximaal 215,9 x 355,6 mm Invoer: maximaal 215,9 x 355,6 mm Scanresolutie Optische resolutie Glasplaat: maximaal 600 x 600 dpi Invoer: maximaal 300 x 300 dpi Softwarematige resolutie 9.600 x 9.600 dpi Scansnelheid *1 Kleur: circa 7 seconden per vel Zwart-wit: circa 3 seconden per vel (A4, 300 x 300 dpi) Stuurprogramma TWAIN WIA 2.0 (Windows Vista/7/8) ICA (Mac OS X 10.6.
Bijlage Specificaties van de afdrukfunctie 103K-0FA Afdrukmethode Indirect elektrostatisch systeem (fixeren op verzoek) Papiercapaciteit Multifunctionele lade: circa 100 vel Papierlade: circa 500 vel Paper Feeder Unit PF-45 (optioneel): circa 500 vel Capaciteit uitvoerlade *1 Uitvoerlade: circa 250 vel Sub-uitvoerlade: circa 50 vel (een stapel nieuw papier van A4-formaat) Afdruksnelheid *2 (A4 Normaal Direct) Enkelzijdig afdrukken 40 ppm (pagina's per minuut) Dubbelzijdig afdrukken 20 pagina's per
Bijlage Specificaties voor E-mail verzenden, I-Faxes verzenden & ontvangen 103K-0FC Communicatieprotocol SMTP, POP3*1 Bestandsindeling E-mail PDF, PDF (compact), PDF (compact / OCR), PDF (OCR), JPEG, TIFF I-Fax TIFF Resolutie E-mail JPEG: 300 dpi TIFF: 300 dpi (MMR-compressie) PDF / PDF (OCR) (zwart-wit): 300 dpi (MMR-compressie) PDF / PDF (OCR) (kleur): 200 dpi (JPEG-compressie) PDF (compact) / PDF (compact / OCR): tekst 300 dpi, achtergrond 150 dpi I-Fax 200 dpi (MH-compressie) Besturingssystemen
Bijlage Specificaties voor het scannen naar gedeelde mappen / FTP-server 103K-0FE Communicatieprotocol SMB (TCP/IP), FTP Bestandsindeling PDF, PDF (Compact), PDF (Compact/OCR), PDF (OCR), JPEG, TIFF Resolutie JPEG: 300 dpi TIFF: 300 dpi (MMR-compressie) PDF / PDF (OCR) (zwart-wit): 300 dpi (MMR-compressie) PDF / PDF (OCR) (kleur): 200 dpi (JPEG-compressie) PDF (compact) / PDF (compact / OCR): tekst 300 dpi, achtergrond 150 dpi Besturingssystemen Windows Vista/7/8/Server 2003/Server 2008/Server 2012
Bijlage Verbruiksartikelen 103K-0FF Hier volgt een richtsnoer voor de geschatte levensduur van de verbruiksartikelen die in dit apparaat worden gebruikt. Schaf verbruiksartikelen aan bij uw plaatselijke, erkende Canon-dealer. Neem voorzorgsmaatregelen voor gezondheid en veiligheid in acht wanneer u verbruiksartikelen opslaat en hanteert ( Verbruiksartikelen(P. 11) ).
Bijlage Als optie verkrijgbare items 103K-0FH U kunt de functionaliteit van het apparaat volledig benutten door als optie verkrijgbare hieronder beschreven items toe te passen. Als optie verkrijgbare items kunt u aanschaffen bij de leverancier waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij de Canon-dealer ter plaatse. Paper Feeder Unit PF-45(P. 889) HANDSET-J1 (MF515x)(P. 889) Copy Card Reader-F1(P. 890) Barcode Printing Kit(P. 890) Licentieregistratie(P.
Bijlage Copy Card Reader-F1 Het kaartcontrolesysteem vereenvoudigt het inlogproces van Afdelings-ID-beheer door middel van de controlekaart in plaats van de afdelings-ID. U kunt inloggen in het apparaat door een controlekaart in te steken en u kunt uitloggen door de kaart uit te nemen. Kaartsleuf Steek de controlekaart in de kaartsleuf wanneer het inlogscherm wordt weergegeven. Neem de controlekaart uit de kaartsleuf na gebruik van het apparaat.
Bijlage Licentieregistratie Voor het activeren van de Barcode Printing Kit hebt u een licentiesleutel nodig en die moet op het apparaat zijn geregistreerd. ◼ Een licentiesleutel verkrijgen U kunt een licentiesleutel verkrijgen met behulp van een webbrowser. Ga naar het Licentiebeheersysteem ( http:// www.canon.com/lms/license ) en volg de procedure. Als onderdeel van de procedure moet u de volgende nummers invoeren.
Bijlage 6 Tik op .
Bijlage Meegeleverde documentatie 103K-0FJ Het apparaat wordt geleverd met de volgende handleidingen. Raadpleeg deze handleidingen als u iets niet weet. Aan de slag Lees deze handleiding eerst. Er worden enkele basisprocedures beschreven, van het verwijderen van het verpakkingsmateriaal tot het installeren van het apparaat. Handleiding voor draadloze LANinstelling In deze handleiding wordt de procedure beschreven voor het verbinden van het apparaat met een draadloze LAN-router.
Bijlage Gebruik van de e-Handleiding 103K-0FK De e-Handleiding is een handleiding die u op uw computer kunt bekijken en die alle functies van het apparaat beschrijft. U kunt zoeken op basis van uw bedoeld gebruik of een trefwoord invoeren om snel de pagina te vinden die u zoekt. U kunt de e-Handleiding op uw computer installeren of e-Handleiding rechtstreeks vanaf de meegeleverde dvd-rom starten. Installeren e-Handleiding(P.
Bijlage Installeren e-Handleiding 103K-0FL Installeer de e-Handleiding op uw computer vanaf de dvd-rom die bij het apparaat is geleverd. 1 Plaats de dvd-rom in het dvd-rom-station van de computer. ● Selecteer een taal en klik op [OK] als dat wordt gevraagd. 2 Klik op [Aangepaste installatie]. ● Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven, raadpleegt u softwareprogramma's/handleidingen] weergeven(P. 913) . Het scherm [Installatie van ● Klik op [MInst.
Bijlage ● Selecteer [USB-verbinding], zelfs als er een netwerkverbinding wordt gebruikt. 4 Schakel alle selectievakjes uit behalve dat voor [Handleidingen] en klik op [Installeren]. 5 Lees de licentieovereenkomst en klik op [Ja] om akkoord te gaan. 6 Selecteer een taal en klik op [VOLGENDE]. 7 Klik op [Installeren]. ● Als u de locatie voor het installeren wilt veranderen, klik dan op [Bladeren] en geef de gewenste locatie op.
Bijlage ➠ De installatie wordt gestart. ● U moet nu even wachten. Deze bewerking kan enige tijd duren. 8 Klik op [Afsluiten]. 9 Klik op [Volgende] [Afsluiten].
Bijlage De e-Handleiding inzien Dubbelklik op het snelkoppelingspictogram van de e-Handleiding op het bureaublad. Als er een beveiligingswaarschuwing wordt weergegeven ● Klik op [Geblokkeerde inhoud toestaan].
Bijlage 1 Plaats de dvd-rom in het dvd-rom-station van de computer. ● Selecteer een taal en klik op [OK] als dat wordt gevraagd. ● Als het [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] scherm niet wordt weergegeven, raadpleegt u Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven(P. 913) . ● Klik op [MInst.exe uitvoeren], als [Automatisch afspelen] wordt weergegeven. 2 Klik op [Handleidingen]. 3 Klik op [e-Manual].
Bijlage Installatie ongedaan maken e-Handleiding 103K-0FR U kunt de e-Handleiding desgewenst van de computer verwijderen en de computer terugbrengen in de staat van voor de installatie van de e-Handleiding. 1 Plaats de dvd-rom in het dvd-rom-station van de computer. ● Selecteer een taal en klik op [OK] als dat wordt gevraagd. 2 Klik op [Programma's starten]. ● Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven, raadpleegt u softwareprogramma's/handleidingen] weergeven(P. 913) .
Bijlage 4 Klik op [Verwijderen]. ➠ De e-Handleiding wordt verwijderd. ● U moet nu even wachten. Deze bewerking kan enige tijd duren. 5 Klik op [Afsluiten]. 6 Klik op [Terug] [Afsluiten].
Bijlage 902
Bijlage Lay-out van het scherm e-Handleiding 103K-0FS De e-Handleiding is opgesplitst in verschillende schermen en de inhoud van elk scherm varieert. Bovenste pagina Verschijnt wanneer u e-Handleiding start. Canon Klik hierop om naar de beginpagina van de handleiding te gaan. Tabblad [Inhoudsopgave] / tabblad [Zoeken] Klik hierop om te schakelen tussen de inhoudsopgave en de zoekfunctie. Inhoudsopgave De hoofdstuktitels worden weergegeven ( ).
Bijlage [Boven] Klik hierop om naar de beginpagina van de handleiding te gaan. [Siteoverzicht] Klik hierop als u alle onderwerpen van de e-Handleiding wilt weergeven. [Help] Klik hierop als u informatie wilt weergeven over hoe u de e-Handleiding kunt bekijken, hoe u een zoekopdracht uitvoert en andere informatie. [Afdrukken] Klik hierop om de weergegeven inhoud af te drukken. Handige functies / / Verschillende praktijkvoorbeelden om het apparaat zo efficiënt mogelijk te gebruiken.
Bijlage / Klik hierop om gedetailleerde informatie weer te geven. Klik opnieuw om het venster te sluiten. Klik hierop om het desbetreffende onderwerp weer te geven. Onderwerppagina Deze pagina bevat informatie over het configureren en gebruiken van het apparaat.
Bijlage [Inhoudsopgave] De hoofdstukpictogrammen en -titels worden weergegeven. [Alles uitvouwen]/[Alles samenvouwen] Klik op [Alles uitvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen weer te geven. Klik op [Alles samenvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen te sluiten. Hoofdstukpictogrammen Klik op een hoofdstukpictogram om naar het begin van het overeenkomstige hoofdstuk te navigeren. Onderwerppagina Geeft de onderwerpen van het geselecteerde hoofdstuk weer.
Bijlage Klik hierop om naar de overeenkomstige pagina te gaan. Klik op "Terug" in uw webbrowser om terug te gaan naar de vorige pagina. Klik hierop om de verborgen gedetailleerde beschrijvingen weer te geven. Klik opnieuw om de gedetailleerde beschrijvingen te sluiten. Het tabblad Zoeken Bevat een tekstvak om een zoekopdracht uit te voeren en naar de gewenste pagina te zoeken.
Bijlage Geeft de zoekresultaten weer van de pagina's die de opgegeven trefwoorden bevatten. Zoek in de resultaten naar de gewenste pagina en klik op de onderwerptitel van de pagina. Als de resultaten niet op één pagina passen, klikt u op / of een paginanummer om de resultaten op de overeenkomstige pagina weer te geven. Siteoverzicht Toont de inhoudsopgave voor de e-Handleiding. Hoofdstukpictogrammen Klik hierop om naar het onderwerp van het geselecteerde hoofdstuk te gaan.
Bijlage Inzien e-Handleiding 103K-0FU Markeringen Waarschuwingen met betrekking tot veiligheid, beperkingen en waarschuwingen met betrekking tot de bediening van het apparaat, nuttige tips en andere informatie worden weergegeven met behulp van de onderstaande markeringen. Hiermee wordt een waarschuwing aangeduid voor handelingen die de dood of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben als ze niet juist worden uitgevoerd.
Bijlage Handmatige Weergave-instellingen 103K-0H2 910
Bijlage Overige 103K-0FW In deze bijlage worden basisbewerkingen van Windows beschreven. De bijlage bevat verder disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie.
Bijlage Basisbewerkingen in Windows 103K-0FX De printermap weergeven(P. 912) [Netwerkdetectie] inschakelen(P. 912) Printers weergeven die worden gedeeld op de printserver(P. 913) Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven(P. 913) Een testpagina afdrukken in Windows(P. 914) De bitarchitectuur controleren(P. 915) De computernaam controleren(P. 916) De printerpoort controleren(P. 917) Bidirectionele communicatie controleren(P.
Bijlage [Start] selecteer [Bedieningspaneel] inschakelen] onder [Netwerkdetectie]. dubbelklik op [Netwerkcentrum] selecteer [Netwerkdetectie ◼ Printers weergeven die worden gedeeld op de printserver 1 Open Windows Verkenner. Windows Vista/7/Server 2003/Server 2008 [Start] selecteer [Alle programma's] of [Programma's] [Bureau-accessoires] Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm Windows 8.
Bijlage Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de hoek linksonder van het scherm op [OK] [Uitvoeren] Typ "D:\MInst.exe" klik Windows 8.1/Server 2012 R2 Klik met de rechtermuisknop op [Start] [Uitvoeren] Typ "D:\MInst.exe" klik op [OK] Windows Server 2003 [Start] [Uitvoeren] typ "D:\MInst.exe" klik op [OK] ◼ Een testpagina afdrukken in Windows U kunt controleren of het printerstuurprogramma werkt door een testpagina af te drukken in Windows.
Bijlage ➠ De testpagina wordt afgedrukt. ◼ De bitarchitectuur controleren Weet u niet zeker of op uw computer de 32-bits of 64-bits versie van Windows wordt uitgevoerd, volg dan onderstaande procedure. 1 Open het onderdeel [Configuratiescherm]. Windows Vista/7/Server 2008 [Start] selecteer [Configuratiescherm] Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm Windows 8.1 / Server 2012 R2 Klik met de rechtermuisknop op [Start] 2 selecteer [Configuratiescherm].
Bijlage ◼ De computernaam controleren Windows Vista/7/8/Server 2008/Server 2012 1 Open het onderdeel [Configuratiescherm]. Windows Vista/7/Server 2008 [Start] selecteer [Configuratiescherm] Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm (Configuratiescherm). Windows 8.1/Server 2012 R2 Klik met de rechtermuisknop op [Start] 2 selecteer [Configuratiescher] Open het onderdeel [Systeem].
Bijlage Windows Server 2003 1 [Start] 2 Klik op het tabblad [Computernaam] op [Veranderen]. 3 Controleer de naam van de computer. selecteer [Configuratiescherm] [Systeem]. ◼ De printerpoort controleren 1 2 Open de printermap. De printermap weergeven(P. 912) Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
Bijlage 3 Op het tabblad [Poorten] moet u controleren dat de poort correct is geselecteerd. Als u een netwerkverbinding gebruikt en het IP-adres van het apparaat hebt veranderd ● Als [Beschrijving] voor de geselecteerde poort op [Canon MFNP Port] staat en het apparaat en de computer bevinden zich op hetzelfde subnet, wordt de verbinding gehandhaafd. U hoeft geen nieuwe poort toe te voegen. Als het [Standaard TCP/IP poort] is, moet u een nieuwe poort toevoegen. Printerpoorten configureren(P.
Bijlage 3 Controleer dat het selectievakje [Ondersteuning in twee richtingen inschakelen] op het tabblad [Poorten] is ingeschakeld. ◼ De SSID waarop de computer is aangesloten, bekijken In het geval de computer is aangesloten op een draadloos LAN netwerk, klikt u op om de SSID van de aangesloten draadloos LAN router weer te geven.
Bijlage 920
Bijlage Voor Mac OS-gebruikers 103K-0FY Afhankelijk van de aankoopdatum hebt u mogelijk geen stuurprogramma voor Mac OS bij uw apparaat ontvangen. De stuurprogramma's worden naar de Canon-website geüpload wanneer ze nodig zijn. Controleer het besturingssysteem van uw computer en download het juiste stuurprogramma van de Canon-website. Raadpleeg de "Canon MF Printer Stuurprogramma Handleiding" voor informatie over het installeren en gebruiken van het stuurprogramma.
Bijlage Kennisgeving 103K-0H0 ◼ Services en software van derden Software van derden ◼ EMC-voorwaarden van EU-richtlijn Dit apparaat voldoet aan de essentiële EMC-voorwaarden van de EU-richtlijn. Wij verklaren dat dit product voldoet aan de EMC-voorwaarden van de EU-richtlijn bij een nominale netspanning van 230 V, 50 Hz hoewel de nominale spanning van dit product 220-240 V, 50/60 Hz is. Het gebruik van geïsoleerde kabels is vereist om te voldoen aan de EMCvoorwaarden van de EU-richtlijn.
Bijlage ● Het gebruik van bedieningen, het maken van aanpassingen, of het uitvoeren van procedures anders dan omschreven in de handleidingen voor dit apparaat, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
Bijlage ◼ Voorgeschreven informatie over draadloos LAN Regulatory information for users in Jordan MF515x / MF512x includes approved Wireless LAN Module (Model name: AW-NM383). Contains Wireless LAN Module approved by TRC/SS/2014/38 Regulatory information for users in UAE MF515x / MF512x includes approved Wireless LAN Module (Model name: AW-NM383). TRA REGISTERED No: ER0126617/14 DEALER No: DA0060877/11 ◼ Disclaimers ● De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Bijlage Adobe, PostScript en het PostScript-logo zijn geregistreerde handelsmerken ofwel handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Copyright © 2007 -08 Adobe Systems Incorporated. All rights reserved. Protected by U.S. Patents 5,737,599; 5,781,785; 5,819,301; 5,929,866; 5,943,063; 6,073,148; 6,515,763; 6,639,593; 6,754,382; 7,046,403; 7,213,269; 7,242,415; Patents pending in the U.S. and other countries.
Bijlage All instances of the name PostScript in the text are references to the PostScript language as defined by Adobe Systems Incorporated unless otherwise stated. The name PostScript also is used as a product trademark for Adobe Systems' implementation of the PostScript language interpreter.
Bijlage Vestigingen 103K-0H1 CANON INC. 30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan CANON MARKETING JAPAN INC. 16-6, Konan 2-chome, Minato-ku, Tokyo 108-8011, Japan CANON U.S.A., INC. One Canon Park, Melville, NY 11747, U.S.A. CANON EUROPA N.V. Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, The Netherlands CANON CHINA CO. LTD. 2F Jinbao Building No.
SIL OPEN FONT LICENSE This Font Software is licensed under the SIL Open Font License, Version 1.1. This license is copied below, and is also available with a FAQ at: http://scripts.sil.org/OFL ----------------------------------------------------------SIL OPEN FONT LICENSE Version 1.
SIL OPEN FONT LICENSE 1) Neither the Font Software nor any of its individual components, in Original or Modified Versions, may be sold by itself. 2) Original or Modified Versions of the Font Software may be bundled, redistributed and/or sold with any software, provided that each copy contains the above copyright notice and this license.