Operation Manual

Klik op [Bewerken...].
Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK].
[AirPrint gebruiken]
Schakel dit selectievakje in om afdrukken via AirPrint mogelijk te maken. Schakel het selectievakje uit om AirPrint uit te schakelen.
[Printernaam]/[Locatie]/[Breedtegraad]/[Lengtegraad]
Voer de naam en de installatielocatie in om dit apparaat eenvoudig te herkennen vanaf uw Apple-apparaat. Deze informatie is
handig als u meerdere AirPrint-printers gebruikt.
OPMERKING:
AirPrint inschakelen
Als u AirPrint activeert door het selectievakje [AirPrint gebruiken] in te schakelen, worden ook de instellingen <Gebruik HTTP> en
<mDNS-instellingen> (IPv4) ingeschakeld.
HTTP-communicatie uitschakelen DNS configureren
Naam en locatie van de printer
[Printernaam] en [Locatie] komen terug in respectievelijk de volgende instellingen:
[Printernaam] kan ook worden ingesteld in <mDNS-naam> (
IPv4-instellingen).
[Locatie] kan ook worden ingesteld in <Locatie> (
Instellingen Apparaatinformatie ).
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
4
5
6
㻞㻡㻜㻌㻛㻌㻢㻤㻠