Operation Manual

Klik op de delen van de voorbeeldafbeelding (of het bijsnijdkader) die u wilt opgeven als het donkerst, het
middelst en het lichtst. Schuif met
, of . Of voer een waarde in.
(Pipet voor grijsbalans)
Klik op een deel van de voorbeeldafbeelding (of het bijsnijdkader) dat u wilt renderen als een achromatische kleur
(zwart, grijs of wit) die geen kleurdiepte heeft. De kleurtint op de rest van de afbeelding wordt aangepast en
daarbij is het deel waarop is geklikt, het gemiddelde. Als de sneeuw op een foto bijvoorbeeld een blauwe zweem
heeft, klikt u op dit deel omdat u dit deel voornamelijk als wit wilt renderen. Als u op dit deel klikt, heeft de
sneeuw niet langer een blauwe zweem en wordt de volledige afbeelding aangepast zodat deze natuurlijkere
kleuren bevat. Klik stukje voor stukje op de verschillende delen en controleer tegelijk de voorbeeldafbeelding om
de kleurtint te optimaliseren.
(Tintcurve-instellingen)
De tintcurve is een gebogen lijn die de niveaus van helderheid en contrast van de afbeelding
aangeeft vóór en na correctie. Selecteer een opgeslagen tintcurve om de helderheid en het
contrast van de afbeelding aan te passen.
[Kanaal]
Als u [Kleur] selecteert bij [Kleurenmodus], kunt u de kleurkanalen [Rood], [Groen] en [Blauw] afzonderlijk
aanpassen. Selecteer [Model] om alle drie de kleuren tegelijk aan te passen. De aanpassingen die u doorvoert in
de modus [Model] kunt u combineren met de aanpassingen in de afzonderlijke kleurkanalen.
Als u [Grijswaarden] hebt geselecteerd bij [Kleurenmodus], wordt alleen [Grijswaarden] weergegeven.
[Tintcurve selecteren]
Maak een keuze uit de onderstaande items.
[Geen correctie] Er wordt geen correctie uitgevoerd.
[Overbelichting] Maakt de volledige afbeelding lichter.
[Onderbelichting] Maakt de volledige afbeelding donkerder.
[Veel contrast] Benadrukt het verschil tussen de lichte en donkere delen van de afbeelding.
[Negatief/positief
beeld omkeren]
Keert de lichte en donkere delen van de afbeelding om.
(Laatste controle)
De resultaten van alle aanpassingen aan de helderheid, het contrast ( ), het histogram ( )
en de tintcurve-instellingen (
) worden in een tintcurve weergegeven als numerieke waarden.
Voer een laatste controle van de kleurinstellingen uit.
(Drempel)
Pas de waarde voor de drempel voor zwart-witafbeeldingen aan. U kunt de weergave van
tekst verbeteren of de zichtbaarheid verlagen van tekst of afbeeldingen op de achterzijde van
een halfdoorzichtig document, zoals een krant. De instelling is beschikbaar als u [Zwart-wit]
selecteert bij [Kleurenmodus].
De drempelwaarde is de grens die bepaalt of een kleur wordt weergegeven als zwart of als wit. Kleuren
onder een bepaald dichtheidsniveau worden als wit weergegeven en de kleuren daarboven als zwart.
*
*
㻞㻤㻟㻌㻛㻌㻢㻤㻠