Operation Manual

0CSC-080
De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven
Als u gedetailleerde beveiligingsinstellingen wilt opgeven of geen draadloze verbinding tot stand kunt brengen via de andere procedures,
kunt u alle benodigde gegevens voor de draadloze verbinding ook zelf invoeren. Controleer en noteer de benodigde gegevens voordat u
de instellingen gaat opgeven. Het betreft hier gegevens zoals de SSID, de netwerksleutel en protocollen voor draadloze beveiliging (
De
SSID en de netwerksleutel controleren).
Druk op .
Druk op / om <Netwerkinstellingen> te selecteren en druk vervolgens op .
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste combinatie van ID en pincode in te voeren.
Druk vervolgens op
. Aanmelden bij de machine
Selecteer <Instellingen Draadloos LAN> en druk op .
Als het bericht <Wilt u het draadloos LAN inschakelen?> wordt weergegeven, selecteert u <Ja> en drukt u op .
Lees het bericht dat wordt weergegeven en druk op .
Selecteer <SSID-instellingen> <Handmatig invoeren>.
Voer de SSID in die u hebt genoteerd en druk op <Toepassen>.
Tekst invoeren
Geef de beveiligingsinstellingen op aan de hand van de gegevens die u hebt genoteerd.
Als u geen beveiligingsinstellingen hoeft op te geven, selecteert u <Geen> en drukt u op .
WEP gebruiken
1
Selecteer <WEP> en druk op .
2
Selecteer een verificatiemethode en druk op .
<Open systeem>
Hiermee stelt u de verificatiemethode in op Open systeem, ook wel "open verificatie" genoemd.
<Gedeelde sleutel>
Gebruik de WEP-sleutel als wachtwoord.
OPMERKING:
Als u <Open systeem> selecteert
Als u verbinding maakt met een draadloos LAN, treedt er op het apparaat een verificatiefout op als op de
draadloze router verificatie met een gedeelde sleutel is ingeschakeld. In dat geval wordt de instelling automatisch
gewijzigd in <Gedeelde sleutel> en wordt er opnieuw geprobeerd verbinding te maken.
Selecteer <Bewerk WEP-sleutel> en druk op
.
1
2
3
4
5
6
7
㻟㻟㻤㻌㻛㻌㻢㻤㻠