Operation Manual

Selecteer [Niet
gebruiken], [Gebruik] of [Gebruik (Beveiligingsauthentificatie)], afhankelijk van het type verificatie dat wordt gebruikt door de
LDAP-server. Als [Gebruik] of [Gebruik (Beveiligingsauthentificatie)] is geselecteerd, moet u een gebruikersnaam en wachtwoord
opgeven.
[Niet
gebruiken]
Met deze optie wordt de machine niet geverifieerd met behulp van de aanmeldingsgegevens.
[Gebruik] Met deze optie wordt de machine geverifieerd met behulp van de aanmeldingsgegevens.
[Gebruik
(Beveiligingsauthentificatie)]
Selecteer deze optie om gegevens afkomstig van Kerberos, een netwerkverificatieprotocol, te
gebruiken voor het verificatiewachtwoord. Als deze instelling is geselecteerd, moet de klok van
de machine worden gesynchroniseerd met die van de LDAP-server.
[Gebruikersnaam]
Voer de gebruikersnaam in van het apparaat dat is geregistreerd op de LDAP-server. Afhankelijk van het type tekens dat u
gebruikt, kunt u maximaal 120 tekens invoeren.
Als [Gebruik] is geselecteerd bij [Aanmeldingsgegevens], typt u de gebruikersnaam als "(domeinnaam)\(gebruikersnaam)".
(Voorbeeld: domein1\gebruiker1).
Als [Gebruik (Beveiligingsauthentificatie)] is geselecteerd, typt u alleen de gebruikersnaam (bijvoorbeeld: gebruiker1).
[Instellen/Wijzigen Wachtwoord]
Als u het wachtwoord wilt opgeven of wijzigen, schakelt u het selectievakje in en typt u maximaal 24 tekens in het vak
[Wachtwoord].
[Domeinnaam]
Als [Gebruik (Beveiligingsauthentificatie)] is geselecteerd bij [Aanmeldingsgegevens], typt u maximaal 120 alfanumerieke tekens
voor de mapnaam in de boomstructuur van Active Directory (bijvoorbeeld: voorbeeld.com).
[Authentificatiescherm weergeven tijdens zoeken]
Schakel het selectievakje in als de gebruiker een gebruikersnaam en wachtwoord moet invoeren voor een zoekopdracht. Als het
selectievakje is uitgeschakeld, worden de waarden voor [Gebruikersnaam] en [Wachtwoord] gebruikt voor verificatie.
Klik op [OK].
KOPPELINGEN
Bestemmingen op een LDAP-server opgeven (fax)
Bestemmingen op een LDAP-server opgeven (e-mail)
SNTP configureren
6
㻟㻥㻝㻌㻛㻌㻢㻤㻠