Operation Manual

De vooraf geïnstalleerde CA-certificaten uit- of inschakelen
Klik op [Uitschakelen] naast het vooraf geïnstalleerde CA-certificaat dat u wilt uitschakelen. Als u het certificaat weer wilt
inschakelen, klikt u nogmaals op [Inschakelen] naast het certificaat.
Klik op [Installeren...].
OPMERKING:
Een sleutelpaar of CA-certificaat verwijderen
Klik op [Verwijderen] naast het bestand dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op [OK].
Klik op [Bladeren...], selecteer het bestand dat u wilt installeren en klik op [Start installatie].
Het sleutelpaar of CA-certificaat is geïnstalleerd op het apparaat.
Registreer het sleutelpaar of CA-certificaat.
Een sleutelpaar registreren
1
Klik op [Registreren] naast het sleutelpaar dat u wilt opslaan.
2
Voer de naam van het sleutelpaar en het wachtwoord in en klik op [OK].
[Sleutelnaam]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar dat u wilt opslaan.
[Wachtwoord]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor het wachtwoord van de privésleutel die is ingesteld voor het bestand dat
u wilt opslaan.
Een CA-certificaat registreren
Klik op [Registreren] naast het CA-certificaat dat u wilt opslaan.
5
6
7
㻠㻡㻡㻌㻛㻌㻢㻤㻠