Operation Manual

Controleer kiestoon voor verzending
Selecteer deze optie om te controleren op een kiestoon voordat een faxnummer wordt gekozen.
Uit
Aan
Hiermee kunt u instellingen opgeven voor het ontvangen van faxen.
ECM RX
Hiermee kunt u de foutcorrectiemodus (ECM) in- of uitschakelen. ECM controleert op fouten in faxgegevens en corrigeert deze. Als u
foutcorrectie wilt toepassen op verzonden faxen
ECM TX.
Uit
Aan
OPMERKINGEN
ECM moet zijn ingeschakeld op de machine en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles worden uitgevoerd op zowel
het versturende als ontvangende apparaat.
Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de telefoonlijn.
Het verwerken van gegevens kan langer duren als ECM is ingeschakeld omdat de foutcontroles en -correcties worden
uitgevoerd terwijl de gegevens worden verzonden.
geef de instellingen op <Toepassen>
<Afdrukpositie>
Hiermee bepaalt u waar op de verzonden fax de toegevoegde gegevens worden afgedrukt. Selecteer <Binnen
beeldvlak> om de gegevens binnen het beeldvlak af te drukken of <Buiten beeldvlak> om de gegevens buiten het
beeldvlak te plaatsen.
<Markeer nr. als>
Hiermee wordt de aanduiding "FAX" of "TEL" toegevoegd vóór het faxnummer dat is geregistreerd voor het apparaat
(
Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren). Selecteer <TEL> om aan te geven dat het
vermelde nummer een telefoonnummer is.
*1
<Faxinstellingen> <Instellingen voor TX-functie> <Controleer kiestoon voor verzending>
<Aan>
Instellingen voor RX-functie
<Faxinstellingen> <Instellingen voor RX-functie> <ECM RX> <Aan>
㻡㻜㻡㻌㻛㻌㻢㻤㻠