Operation Manual

Het volgende scherm wordt weergegeven. Klik op [Ja].
Voor een USB-verbinding:
Ga naar stap 9.
Voor een netwerkverbinding:
Ga naar stap 7.
7
Selecteer het apparaat dat u wilt installeren.
(1) Selecteer het apparaat.
(2) Klik op [Volgende].
Als er geen apparaten worden weergegeven in [Apparatenlijst]:
Voer de volgende procedure uit.
1. Controleer het volgende.
De computer en het apparaat zijn aangesloten via het netwerk.
Het apparaat is ingeschakeld.
Het IP-adres is juist ingesteld.
De computer en het apparaat bevinden zich in hetzelfde subnet.
Beveiligingssoftware is gesloten.
2. Klik op [Apparatenlijst bijwerken].
Voer de volgende procedure uit als niet alle apparaten worden weergegeven nadat u de vorige procedure hebt uitgevoerd.
1. Klik op [Zoeken op IP-adres].
2. Voer het IP-adres in van het apparaat dat u wilt installeren.
"Instellingen van IP-adres bevestigen"
Als het IP-adres van het apparaat tussen "169.254.1.0 en 169.254.254.255" ligt, is het IP-adres toegewezen
door de AutoIP-functie.
Als een ander IP-adres dan een link-local-adres is ingesteld voor de computer, moet u voor dit apparaat
handmatig een IP-adres (niet van het type link-local) instellen in hetzelfde subnet als de computer.
㻝㻞㻌㻛㻌㻣㻠