Operation Manual

27
Basisfuncties
Opnemen
Ne
De zoomsnelheid selecteren
U kunt de zoomsnelheid op variabel instellen of op één van de 3 vaste
zoomsnelheidsniveaus. Als u [VARIABLE] selecteert, hangt de zoomsnelheid af van hoe
u de zoomregelaar activeert. Druk zachtjes voor een tragere zoom of harder voor een
snellere zoom.
1. Druk op de FUNC.-toets om het menu FUNC. te
openen.
2. Selecteer op de joystick met ( ) het pictogram
en druk op ( ).
3. Selecteer met ( ) het menu [CAMERA SETUP] en
druk op ( ). Selecteer met ( ) vervolgens de optie [ZOOM SPEED]
en druk op ( ).
4. Selecteer een insteloptie en druk op ( ) om de wijzigingen op te
slaan.
5. Druk op de FUNC.-toets om het menu te sluiten.
De snelste zoomsnelheid kan worden bereikt met de optie [VARIABLE]. Bij de
vaste zoomsnelheden is de optie [SPEED 3] het snelst en de optie [SPEED 1] het
langzaamst.
MENU
( 36)
CAMERA SETUP ZOOM SPEED VARIABLE