Operation Manual

90
Opnamen maken van films die worden
afgespeeld op andere videoapparaten
U kunt op de geheugenkaart films opnemen van scènes die worden afgespeeld op
externe videoapparaten die zijn aangesloten op de DV-aansluiting. Alleen : u
kunt ook de analoog/digitaal-omzetting gebruiken om via de AV-aansluiting video in te
voeren.
Raadpleeg pagina 32 en 70 voor aansluitinstructies.
1. Zet de camcorder in de stand .
Als een cassette geplaatst is, overtuig u er dan van dat de band stopgezet is.
Als u opneemt via de AV-aansluiting, overtuig u er dan van dat “AV DV
op het scherm wordt weergegeven. Als u opneemt via de DV-aansluiting, overtuig u
er dan van datAV DV” niet wordt weergegeven. Wijzig de instelling als dat nodig
is ( 76).
2. Aangesloten apparaat: plaats een cassette waarop opnamen staan en
speel de band af.
3. Druk op de start/stop-toets wanneer de scène verschijnt die u wilt opnemen.
4. Druk op de start/stop-toets om te stoppen met opnemen.
Wanneer u opnamen maakt van scènes die worden afgespeeld op de band in de
camcorder of op andere video-apparaten:
Een film die is gemaakt van een beeld in de breedbeeldstand wordt verticaal
samengedrukt.
De datacodering van de film komt overeen met de datum en tijd waarop de film
op de geheugenkaart is opgenomen.
De opname stopt bij lege gedeelten of opnamen in een andere audiostand (12-
bits/16-bits).
Cameragegevens op het scherm tijdens het opnemen van films
Kaarttoegangsdisplay
Op het scherm verschijnt “ ”, en “
beweegt om aan te geven dat de
camcorder naar de geheugenkaart
schrijft.
Filmopnameduur
Geeft de opnameduur van de film aan.
Beeldgrootte
Geeft de filmgrootte aan.
Resterende kaartcapaciteit voor
films
Geeft in uren en minuten de resterende
duur aan. Bij minder dan 1 minuut wordt
de resterende duur in stappen van 10
seconden weergegeven, bij minder dan
10 seconden in stappen van 1 seconde.
De aanduiding varieert al naargelang
de opname-omstandigheden. De tijd
die feitelijk resteert, kan langer of
korter zijn dan is aangegeven.