Operation Manual

91
Ne
Gebruik van een geheugenkaart
Het scherpstelpunt selecteren
U kunt de AF-kaderselectiemethode (automatische scherpstelling) wijzigen. Als u de
programmakeuzeschakelaar op zet, wordt het scherpstelpunt automatisch
ingesteld op [ON: AiAF].
1. Zet de programmakeuzeschakelaar op .
2. Open het menu FUNC. en selecteer met ( ) het pictogram en
druk op ( ).
3. Selecteer met ( ) het menu [CAMERA SETUP] en druk op ( ).
Selecteer vervolgens met ( ) de optie [FOCUS PRI.] en druk op ( ).
4. Selecteer een insteloptie en druk op ( ) om de wijzigingen op te
slaan, en sluit vervolgens het menu.
[OFF]: schakel de scherpstelprioriteitsstand uit als u direct na het indrukken van de
PHOTO-toets een foto wilt kunnen maken. Als u deze functie op [OFF] zet, verschijnt
er geen scherpstelkader.
9 Point AiAF Afhankelijk van de opnameomstandigheden worden uit de 9
beschikbare kaders automatisch één of meer AF-kaders
geselecteerd en wordt hierop scherp gesteld.
Center point (middelste
punt)
Uit de 9 beschikbare kaders wordt voor scherpstelling het
middelste AF-kader geselecteerd. Dit is handig als u er zeker
van wilt zijn dat de scherpstelling precies daar is waar u deze
wilt.
MENU
( 36)
CAMERA SETUP FOCUS PRI. ON: AiAF