Operation Manual

144
Condens
Als de camcorder snel van een hete naar een koude plaats of vice versa wordt
gebracht, kan op de interne oppervlakken condens (waterdruppels) ontstaan. Gebruik
de camcorder niet als condens wordt gesignaleerd. Als u de camcorder blijft gebruiken,
kan deze beschadigd raken.
Condens kan zich in de volgende situaties voordoen:
Hoe kunt u condens voorkomen:
Verwijder de cassette, plaats de camcorder in een luchtdichte tas en laat deze
langzaam aan temperatuurwijzigingen wennen voordat u de camcorder uit de tas
haalt.
Wanneer condens wordt gesignaleerd:
De camcorder houdt op te functioneren en het waarschuwingsbericht
“CONDENSATION HAS BEEN DETECTED” verschijnt ongeveer 4 seconden lang en h
begint te knipperen.
Als er een cassette is geplaatst, verschijnt het waarschuwingsbericht “REMOVE THE
CASSETTE” en begint v te knipperen. Verwijder de cassette onmiddellijk en laat
het cassettecompartiment open staan. Als u de cassette in de camcorder laat zitten,
kan de band beschadigd raken.
Er kan geen cassette worden geplaatst wanneer condens gedetecteerd is.
Gebruik van de camcorder hervatten:
Het duurt ongeveer 1 uur voordat de waterdruppeltjes verdampen. Als de
condenswaarschuwing met knipperen stopt, wacht dan nóg een uur voordat u de
camcorder weer gaat gebruiken.
Wanneer de camcorder vanuit een kamer
met actieve airconditioning wordt mee-
genomen naar een warme, vochtige plaats
Wanneer u de camcorder van een
koude plaats meeneemt naar een
warme kamer
Wanneer de camcorder wordt
achtergelaten in een vochtige kamer
Wanneer een koude kamer snel wordt
verwarmd