Operation Manual
33
Basisfuncties
Opnemen
Ne
Zoomen
De zoom is beschikbaar in de stand en . Als u opneemt op
de band, kunt u behalve de optische zoom ook de digitale zoom gebruiken ( 64).
Optische zoom
Verplaats de zoomregelaar naar W om uit te zoomen
(groothoek). Verplaats de zoomregelaar naar T om in te
zoomen (telepositie).
Als u de zoom bedient vanaf de camcorder, kunt u ook de
zoomsnelheid instellen ( 34).
U kunt ook de toetsen T en W op de draadloze afstandsbediening gebruiken.
De zoomsnelheid op de draadloze afstandsbediening is dezelfde als de
zoomsnelheid op de camcorder (als één van de vaste zoomsnelheidsniveaus is
geselecteerd) of wordt onveranderlijk ingesteld op [SPEED 3] (als [VARIABLE]
is geselecteerd).
Als de zoomsnelheid op [VARIABLE] is ingesteld, is de zoomsnelheid sneller in
de stopstand en de opnamepauzestand.
Te veel gebruik van de zoom bij het opnemen van films kan tot gevolg hebben
dat opnamen worden gemaakt die onrustig zijn of die tijdens het afspelen
ongemakkelijk overkomen. Gebruik de zoom daarom met mate en doelmatig.
Houd tot het onderwerp een afstand van ten minste 1 meter aan. Bij
groothoekopnamen kunt u tot wel 1 cm op een onderwerp scherp stellen.
Optische zoom 20x 18x
Digitale zoom 80x / 800x 72x / 720x
Uitzoomen
Inzoomen
Zoomregelaar