Operation Manual
Onderhoudsprocedure
Als de afdrukresultaten vaag zijn, kleuren niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de
afdrukresultaten (bijvoorbeeld omdat lijnen niet evenwijdig worden afgedrukt), voert u de onderstaande
onderhoudsprocedure uit.
Belangrijk
• Spoel de printkop niet af en veeg deze niet schoon. Dit kan problemen met de cartridge veroorzaken.
Opmerking
• Controleer of er nog inkt in de inkttanks zit.
Het inktniveau controleren
• Als het Alarm-lampje brandt of knippert, raadpleegt u Er treedt een fout op.
• De afdrukresultaten kunnen verbeteren door instellingen op de computer te wijzigen.
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
Onduidelijke of ongelijkmatige afdrukresultaten:
Stap 1
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af.
Vanaf de printer
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Vanaf de computer
Een controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Stap 2
Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen.
Als er lijnen ontbreken of er horizontale witte strepen voorkomen in dit raster:
Stap 3
Reinig de printkop.
Vanaf de printer
De printkop reinigen
Vanaf de computer
Reiniging (Cleaning)
Druk na het reinigen van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer dit:
Stap 1
Als het probleem niet is opgelost nadat u stap 1 tot en met stap 3 tweemaal hebt uitgevoerd:
Stap 4
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Vanaf de printer
75