Extra Information
Instellingen op de client-pc
Na het instellen van het afdrukserversysteem, stelt u het clientsysteem in.
De procedure voor het instellen van de clientsystemen is als volgt:
1. Installeer het printerstuurprogramma op de clientsystemen
2. Geef de printerlijst weer
Open Systeemvoorkeuren (System Preferences) en selecteer Afdrukken en
scannen (Print & Scan) (Afdrukken en faxen (Print & Fax)).
Klik op + om de printerlijst weer te geven.
3. Voeg een printer toe om te delen
Selecteer een gedeelde printer in de printerlijst en klik vervolgens op Voeg toe
(Add).
Het instellen van de clientsystemen is nu voltooid.
Opmerking
De afdrukprocedures zijn dezelfde als wanneer de computer rechtstreeks op de printer
is aangesloten met een USB-kabel.
Selecteer in het dialoogvenster Pagina-instelling de printer van de afdrukserver die u wilt
gebruiken.
76










