MG2500 series Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Overzicht van het apparaat Nederlands (Dutch)
Inhoud Lees dit eerst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Symbolen in dit document. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Handelsmerken en licenties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Zoektips. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Enveloppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Originelen plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Originelen op de glasplaat plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Originelen die u kunt plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 Informatie over de Stille instelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 Het apparaat automatisch in-/uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lees dit eerst Opmerkingen over het gebruik van de online handleiding Afdrukinstructies Opmerkingen over het gebruik van de online handleiding • Het is verboden tekst, foto's of afbeeldingen die zijn gepubliceerd in de Online handleiding (hierna ´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten.
Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat. Let op Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat te voorkomen.
Handelsmerken en licenties • Microsoft is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. • Windows is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Windows Vista is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Internet Explorer is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Typ trefwoorden in het zoekvenster en klik op (Zoeken). U kunt zoeken naar doelpagina's in deze handleiding. Voorbeeld: '(modelnaam van uw product) papier plaatsen', '(modelnaam van uw product) 1000' Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Opmerking • Het weergegeven scherm kan verschillen.
Opmerking • Het weergegeven scherm hangt af van uw product. • Zoeken naar toepassingsfuncties U kunt doelpagina's makkelijk vinden door de naam van de toepassing in te voeren, plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt.
Venster dat gebruikt wordt in toelichting van de bewerking In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer Mac OS X v10.8 wordt gebruikt.
Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op het apparaat. Ervaar een aangename fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken. Nuttige functies die beschikbaar zijn vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte U kunt verschillende items, zoals collages, eenvoudig maken of fantastische afdrukmaterialen downloaden en afdrukken.
Nuttige functies die beschikbaar zijn vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte Op het apparaat zijn de volgende nuttige functies beschikbaar vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte. • Eenvoudig foto's afdrukken • Inhoud downloaden Eenvoudig foto's afdrukken met een toepassing Eenvoudig afbeeldingen ordenen In My Image Garden kunt u de namen van personen en gebeurtenissen bij foto's opslaan.
Als er een item is dat u bevalt, kunt u dit eenvoudig in slechts twee stappen afdrukken. 1. Selecteer in Afbeeldingsweergave van Quick Menu het item dat u wilt afdrukken. 2. Druk het item af met My Image Garden. Automatisch foto's plaatsen U kunt eenvoudig schitterende items maken, omdat de geselecteerde foto's automatisch op thema worden geplaatst. Diverse andere functies My Image Garden biedt een groot aantal andere nuttige functies. Raadpleeg 'De mogelijkheden van My Image Garden' voor meer informatie.
kunt maken door papieren onderdelen in elkaar te zetten. Alles is eenvoudig toegankelijk via Quick Menu. CREATIVE PARK PREMIUM Dit is een service waar klanten die een model gebruiken dat premium inhoud ondersteunt, exclusief afdrukmateriaal kunnen downloaden. U kunt premium inhoud eenvoudig downloaden via My Image Garden. Premium inhoud die u hebt gedownload, kunt u rechtstreeks afdrukken met My Image Garden.
Overzicht van het apparaat Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen De apparaatinstellingen wijzigen A
Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid 16
Veiligheidsvoorschriften Een locatie kiezen Installeer het apparaat op een stabiele plaats die vrij van trillingen is. Installeer het apparaat niet op een plaats die zeer vochtig of stoffig is en niet in direct zonlicht, buitenshuis of dicht bij een warmtebron. U kunt het risico van brand of elektrische schokken beperken door het apparaat te gebruiken volgens de werkingsomgeving die staat aangegeven in de Online handleiding. Plaats het apparaat niet op een dik tapijt of vloerkleed.
Informatie over regelgeving en veiligheid Internationaal ENERGY STAR®-programma Canon Inc., partner van ENERGY STAR, heeft bepaald dat dit product voldoet aan de efficiencyrichtlijnen van ENERGY STAR. Het afvoeren van batterijen (voor modellen met lithiumbatterij) Gebruikte batterijen afvoeren volgens de lokale regelgeving. Alleen Europese Unie (en EER).
If the product is not used for a time, the device switches to its Power Save Mode. The devices consume less power (Watt) in these modes. If you wish to set a longer Activation Time or would like to completely deactivate the Power Save Mode, please consider that this device may then only switch to a lower energy level after a longer period of time or not at all. Canon does not recommend extending the Activation Times from the optimum ones set as default.
Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat 20
Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Binnenaanzicht Bedieningspaneel 21
Vooraanzicht (1) documentklep Open deze klep als u een origineel op de glasplaat wilt plaatsen. (2) papiersteun Open de klep om papier in de achterste lade te plaatsen. (3) papiergeleider Schuif de geleiders tegen de linkerzijde van de stapel papier aan. (4) achterste lade In deze lade kunt u verschillende formaten of soorten papier plaatsen die u met het apparaat wilt gebruiken. Er kunnen twee of meer vellen papier van hetzelfde formaat en type tegelijk worden geplaatst.
(8) bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de apparaatinstellingen te wijzigen of het apparaat te bedienen. Bedieningspaneel (9) glasplaat Plaats hier het origineel dat u wilt kopiëren of scannen.
Achteraanzicht (1) netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. (2) USB-poort Sluit hier de USB-kabel aan om het apparaat op een computer aan te sluiten. Belangrijk Raak het metalen omhulsel niet aan. De USB-kabel mag niet worden losgekoppeld of aangesloten terwijl het apparaat bezig is met afdrukken of het scannen van originelen met de computer.
Binnenaanzicht (1) FINE-cartridge (inktcartridges) Een vervangbare cartridge met geïntegreerde printkop en inkttank. (2) FINE-cartridgehouder Plaats hier de FINE-cartridge. De kleuren FINE-cartridge moet in de linkersleuf worden geplaatst en de zwarte FINE-cartridge in de rechtersleuf. Opmerking Zie Een FINE-cartridge vervangen voor informatie over het vervangen van een FINE-cartridge. Belangrijk Het gebied rondom de onderdelen (A) kan inktspetters bevatten.
Bedieningspaneel * Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding. (1) Knop AAN (ON) Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt aangezet. Het apparaat in- en uitschakelen (2) AAN (ON)-lampje Dit lampje knippert en brandt vervolgens groen wanneer de printer wordt aangezet.
"Ondersteuningscode die hoort bij het aantal malen dat het AAN (ON)-lampje en Alarm-lampje beurtelings knippert" in Als er een fout optreedt (3) Alarm-lampje Dit lampje brandt of knippert oranje als er een fout optreedt, bijvoorbeeld als het papier of de inkt op is. Wanneer u onderhoud aan het apparaat uitvoert of apparaatinstellingen wijzigt, kunt u opties selecteren aan de hand van het aantal malen dat het lampje knippert.
Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Controleer of de printer is ingeschakeld Het apparaat in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer 28
Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN (ON)-lampje brandt groen wanneer het apparaat is ingeschakeld. Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
Het apparaat in- en uitschakelen Het apparaat inschakelen 1. Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het AAN (ON)-lampje knippert en blijft groen branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld. tAls het Alarm-lampje oranje brandt of knippert, zie Als er een fout optreedt.
Belangrijk Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, controleert u of het AAN (ON)-lampje niet brandt. Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Opmerking Printer automatisch uitschakelen U kunt het apparaat automatisch laten uitschakelen wanneer gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd of geen afdruktaken naar het apparaat zijn gestuurd. Dit is de standaardinstelling.
Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Koppel het netsnoer eenmaal per maand los om te controleren of geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet bij de stekker of het netsnoer. De stekker/het netsnoer is heet. De stekker/het netsnoer is roestig. De stekker/het netsnoer is verbogen. De stekker/het netsnoer is versleten. De stekker/het netsnoer is gespleten.
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN (ON) en controleert u daarna of het AAN (ON)-lampje uit is. Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl het AAN (ON)-lampje brandt of knippert, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden. 1. Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat uit te zetten. 2.
Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen 34
Papier plaatsen Normaal papier/fotopapier plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Afdrukgebied 35
Normaal papier/fotopapier plaatsen U kunt normaal papier of fotopapier plaatsen. Belangrijk Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier. U kunt normaal kopieerpapier gebruiken.
(3) Schuif de papiergeleider (A) naar links en plaats het papier tegen de rechterkant van de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT. (4) Verschuif de papiergeleider (A) om deze uit te lijnen met de papierstapel. Schuif de papiergeleider niet te hard tegen het papier. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd. Belangrijk Plaats het papier altijd in de lengterichting (B). Wanneer u het papier in de breedterichting plaatst (C), kan het papier vastlopen.
Opmerking Plaats het papier niet hoger dan de markering maximumcapaciteit (D). Opmerking Het apparaat kan geluid maken bij het invoeren van het papier. Na het plaatsen van papier Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen en COM10-enveloppen plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk Afdrukken van enveloppen vanuit het bedieningspaneel wordt niet ondersteund. De volgende enveloppen kunt u niet gebruiken. Deze kunnen in het apparaat vast blijven zitten of ertoe leiden dat het apparaat niet meer naar behoren werkt.
2. Plaats enveloppen. (1) Open de papiersteun. (2) Trek de papieruitvoerlade en het verlengstuk van uitvoerlade uit. (3) Schuif de papiergeleider (A) naar links en plaats de enveloppen tegen de rechterkant van de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT. De gevouwen klep van de envelop is omhoog gericht en bevindt zich aan de linkerzijde. Er kunnen maximaal 5 enveloppen tegelijk worden geplaatst. (4) Verschuif de papiergeleider (A) om deze uit te lijnen met de enveloppen.
(B) Achterzijde (C) Adreszijde Opmerking Plaats het papier niet hoger dan de markering maximumcapaciteit. Opmerking Het apparaat kan geluid maken bij het invoeren van het papier. Nadat u enveloppen hebt geplaatst Selecteer het formaat en type van de geplaatste enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
Mediumtypen die u kunt gebruiken Gebruik voor het beste afdrukresultaat normaal papier voor het afdrukken van teksten en fotopapier voor het afdrukken van foto´s. Het verdient aanbeveling belangrijke foto's af te drukken op origineel Canon-papier. Mediumtypen Verkrijgbare papiersoorten Normaal papier (inclusief gerecycled papier)*1 Enveloppen Origineel Canon-papier Het modelnummer van origineel Canon-papier wordt tussen haakjes vermeld.
COM10-envelop Afwijkende formaten: U kunt afdrukken op papier van niet-standaardformaat met de volgende afmetingen. Minimumformaat: 101,6 x 152,4 mm (4,00 x 6,00 inch) Maximumformaat: 215,9 x 676,0 mm (8,50 x 26,61 inch) Papiergewicht U kunt papier met het volgende gewicht gebruiken. 64 tot 105 g /m2 (17 tot 28 lb) (behalve origineel Canon-papier) Gebruik geen zwaarder of lichter papier (met uitzondering van papier van het merk Canon), anders kan het papier in het apparaat vast komen te zitten.
Maximaal aantal vellen Verkrijgbare papiersoorten Mediumnaam Achterste lade Papieruitvoerlade Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Ongeveer 60 vel Ongeveer 10 vel Enveloppen 5 enveloppen *1 Origineel Canon-papier Opmerking Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen.
Mediumtypen die u niet kunt gebruiken De onderstaande soorten papier mogen niet worden gebruikt. Het gebruik van dergelijke papiersoorten levert niet alleen een onbevredigend resultaat op, maar kan er ook toe leiden dat het apparaat vastloopt of slecht functioneert.
Afdrukgebied Afdrukgebied Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Letter, Legal Enveloppen 46
Afdrukgebied Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het papier vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk. Als u hier afdrukt, kan de afdrukkwaliteit of de precisie van de papierinvoer echter afnemen.
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) A5 141,2 x 190,3 mm (5,56 x 7,49 inch) A4 203,2 x 277,3 mm (8,00 x 10,92 inch) B5 175,2 x 237,3 mm (6,90 x 9,34 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch) 94,8 x 132,7 mm (3,73 x 5,22 inch) 13 x 18 cm (5 x 7 inch) 120,2 x 158,1 mm (4,73 x 6,22 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 31,6 mm (1,24 inch) (B) 29,2 mm (1,15 inch) Afdrukgebied (C) 3,0 mm (0,12 inch) (D) 16,7 mm (0,66 inch) (E) 3,4 mm (0,13 inch) (F) 3,4 mm (0,13 inch)
Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 259,7 mm (8,00 x 10,22 inch) Legal 203,2 x 335,9 mm (8,00 x 13,22 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 31,6 mm (1,24 inch) (B) 29,2 mm (1,15 inch) Afdrukgebied (C) 3,0 mm (0,12 inch) (D) 16,7 mm (0,66 inch) (E) 6,4 mm (0,25 inch) (F) 6,3 mm (0,25 inch) 49
Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) DL-envelop 98,8 x 179,5 mm (3,88 x 7,06 inch) COM10-envelop 93,5 x 200,8 mm (3,68 x 7,90 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 8,0 mm (0,31 inch) (B) 32,5 mm (1,28 inch) (C) 5,6 mm (0,22 inch) (D) 5,6 mm (0,22 inch) 50
Originelen plaatsen Originelen op de glasplaat plaatsen Originelen die u kunt plaatsen 51
Originelen op de glasplaat plaatsen U kunt originelen die u wilt kopiëren of scannen op de glasplaat plaatsen. 1. Plaats een origineel op de glasplaat. (1) Open de documentklep. Belangrijk Leg geen voorwerpen op de documentklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen als de documentklep wordt geopend en ertoe leiden dat het apparaat niet meer naar behoren werkt. (2) Plaats het origineel MET DE TE SCANNEN ZIJDE NAAR BENEDEN op de glasplaat.
2. Sluit de documentklep voorzichtig. Belangrijk Let erop dat u de documentklep sluit nadat u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, voordat u begint met kopiëren of scannen.
Originelen die u kunt plaatsen U kunt de volgende originelen op de glasplaat plaatsen.
Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren 55
Een FINE-cartridge vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, knipperen de inktlampjes en het Alarmlampje oranje om u op de hoogte te brengen van het probleem. Tel het aantal malen dat het lampje knippert en neem de juiste maatregelen. Als er een fout optreedt Opmerking Meer informatie over geschikte FINE-cartridges vindt u in de gedrukte handleiding: Veiligheidsinformatie en belangrijke informatie.
Opmerking Als de inkt van een FINE-cartridge opraakt, kunt u nog een korte tijd afdrukken met de kleuren of zwarte FINE-cartridge, afhankelijk van de resterende inkt. De afdrukkwaliteit kan echter lager zijn in vergelijking met afdrukken met beide patronen. Het is raadzaam een nieuwe FINE-cartridge te gebruiken voor een optimale kwaliteit. Laat de lege FINE-cartridge zitten als u gaat afdrukken, zelfs als u slechts één soort inkt gebruikt.
Raadpleeg de Veiligheidsinformatie en belangrijke informatie voor meer informatie. Raak geen metalen delen of andere delen binnen in het apparaat aan. Als de klep langer dan 10 minuten heeft opengestaan, kan de FINE-cartridgehouder worden verplaatst en het Alarm-lampje gaan branden. Sluit in dat geval de klep en open deze vervolgens opnieuw. 4. Verwijder de lege FINE-cartridge. (1) Duw de FINE-cartridge omlaag totdat deze vastklikt. (2) Verwijder de FINE-cartridge.
(1) Haal de nieuwe FINE-cartridge uit de verpakking en verwijder de oranje beschermtape (C) voorzichtig. Belangrijk Als u schudt met een FINE-cartridge, kunt u inkt morsen en vlekken op uw handen en dergelijke krijgen. Ga voorzichtig te werk met FINE-cartridges. Zorg dat er geen vlekken op uw handen en dergelijke komen door de inkt op de verwijderde beschermtape. Plaats de beschermtape niet terug nadat u deze hebt verwijderd.
Belangrijk Plaats de FINE-cartridge voorzichtig, zodat deze de elektrische contacten op de FINE-cartridgehouder niet raakt. (2) Duw de FINE-cartridge naar binnen en omhoog totdat deze stevig vast zit.
Belangrijk Controleer of de FINE-cartridge correct is geïnstalleerd. Het apparaat kan alleen afdrukken maken als zowel de kleuren FINE-cartridge als de zwarte FINE-cartridge is geplaatst. Plaats daarom beide cartridges. 7. Sluit de klep. Opmerking Als het Alarm-lampje oranje brandt of knippert nadat de klep is gesloten, voert u de vereiste stappen uit. Als er een fout optreedt Het apparaat kan hierbij geluid maken. 8. Pas de positie van de printkop aan.
Lijn de printkop uit nadat de FINE-cartridge vervangen is. De printkop uitlijnen Opmerking Als de printkop is uitgelijnd, start het apparaat automatisch met de reiniging van de printkop voordat het uitlijningsblad wordt afgedrukt. Voer geen andere handelingen uit totdat het apparaat klaar is met het reinigen van de printkop.
De inktstatus controleren e inktstatus controleren met de inktlampjes op het bedieningspaneel U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm.
e inktstatus controleren met de inktlampjes op het bedieningspaneel Opmerking De inktvoorraaddetector is op het apparaat bevestigd om de resterende inktvoorraad te detecteren. De voorraad wordt als vol beschouwd wanneer u een nieuwe FINEcartridge installeert. Daarna detecteert het apparaat de resterende inktvoorraad. Als u een gebruikte FINE-cartridge installeert, is de aangegeven inktvoorraad mogelijk niet correct. In dat geval moet u de informatie over de inktvoorraad slechts zien als een benadering.
Opmerking U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm.
Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen 66
Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren De printkop uitlijnen 67
Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten onduidelijk zijn of de kleuren niet correct worden afgedrukt, zijn de spuitopeningen van printkop (FINE-cartridge) waarschijnlijk verstopt. Voer de onderstaande procedure uit om het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken, de conditie van de spuitopeningen van de printkop te controleren en vervolgens de printkop te reinigen.
Onduidelijke of ongelijkmatige afdrukresultaten: Stap 1 Druk het controleraster voor de spuitopeningen af. Vanaf het apparaat Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen. Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Als er lijnen ontbreken of er horizontale witte strepen voorkomen in dit raster: Stap 2 Reinig de printkop.
Als het probleem niet is opgelost, schakelt u het apparaat uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur later nogmaals uit. Als het probleem hiermee nog steeds niet is verholpen: Stap 4 Vervang de FINE-cartridge. Een FINE-cartridge vervangen Opmerking Als het probleem nog steeds niet is verholpen nadat de FINE-cartridge is vervangen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Bekijk de film Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de FINEcartridge die bijna leeg is. Een FINE-cartridge vervangen U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2.
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. 1. Controleer het raster op (A) ontbrekende lijnen en (B) de aanwezigheid van horizontale witte strepen. (C) Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt Als er lijnen ontbreken in het raster (A): De printkop moet worden gereinigd.
De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt. Reinig de printkop daarom alleen als het echt nodig is. 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2.
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop. Het is daarom raadzaam de diepte-reiniging van de printkop alleen uit te voeren als het echt nodig is. 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2.
De printkop uitlijnen Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen. Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de FINEcartridge die bijna leeg is. Een FINE-cartridge vervangen U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat (inclusief gerecycled papier)* * Gebruik papier dat wit en schoon is aan beide kanten. 1.
Belangrijk Raak de afdruk op het uitlijningsblad niet aan. Voorkom dat het uitlijningsblad vuil wordt. Als het blad vlekken vertoont of gekreukt is, wordt het mogelijk niet juist gescand. Als het uitlijningsblad niet goed is afgedrukt, drukt u op de knop Stoppen (Stop) en begint u de procedure opnieuw. 5. Scan het uitlijningsblad om de positie van de printkop aan te passen. (1) Plaats het uitlijningsblad voor de printkop op de glasplaat.
(2) Sluit de documentklep voorzichtig en druk op de knop Kleur (Color) of de knop Zwart (Black). Het apparaat scant het uitlijningsblad en de printkoppositie wordt automatisch aangepast. Wanneer het AAN (ON)-lampje groen knippert en vervolgens blijft branden, is de aanpassing van de printkoppositie voltooid. Verwijder het uitlijningsblad voor de printkop van de glasplaat.
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printkoppen reinigen vanaf de computer De binnenkant van het apparaat reinigen De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De printkop uitlijnen De positie van de printkop automatisch uitlijnen vanaf de computer De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De inktstatus controleren vanaf uw computer 78
De printkoppen reinigen vanaf de computer Met de functie voor het reinigen van de printkop kunt u verstopte spuitopeningen van de printkop weer vrijmaken. Reinig de printkoppen wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al is er genoeg inkt. De procedure voor het reinigen van de printkop is als volgt: Reiniging (Cleaning) 1. Selecteer Reiniging (Cleaning) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2.
Diepte-reiniging (Deep Cleaning) Diepte-reiniging (Deep Cleaning) is grondiger dan een normale reiniging. U gebruikt deze functie als een probleem met de printkop niet is opgelost nadat u de functie Reiniging (Cleaning) tweemaal hebt uitgevoerd. 1. Selecteer Reiniging (Cleaning) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Klik op het pictogram Diepte-reiniging (Deep Cleaning) Als u het dialoogvenster opent, selecteert u de inktgroep die een diepte-reiniging moet ondergaan.
Verwant onderwerp De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken 81
De binnenkant van het apparaat reinigen Als u wilt voorkomen dat er vegen op de achterkant van het papier komen, voert u de functie voor het reinigen van de onderste plaat uit. Voer ook een reiniging van de onderste plaat uit als er inktvegen op een afdruk voorkomen die niet worden veroorzaakt door de afdrukgegevens. De procedure voor het reinigen van de onderste plaat is als volgt: Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) 1.
De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer U kunt de papierinvoerrollen reinigen. U doet dit als er stukjes papier aan de papierinvoerrollen vastzitten en het papier niet goed wordt ingevoerd. De procedure voor het reinigen van de papierinvoerrol is als volgt: Reiniging rollen (Roller Cleaning) 1. Bereid het apparaat voor Verwijder al het papier uit de achterste lade. 2. Selecteer Reiniging (Cleaning) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 3.
De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Met de functie voor controle van de spuitopeningen kunt u controleren of de printkop goed functioneert door een controleraster af te drukken. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt. De procedure voor het afdrukken van een controleraster is als volgt: Controle spuitopening (Nozzle Check) 1.
De printkop uitlijnen Wanneer u de positie van de printkop aanpast, worden fouten in de printkoppositie gecorrigeerd en foutieve kleuren en streepvorming verbeterd. Als het afdrukresultaat ongelijkmatig is vanwege verschoven lijnen of andere fouten, past u de positie van de printkop aan. Op dit apparaat kunt u de printkop automatisch of handmatig aanpassen.
De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Dit apparaat ondersteunt twee methoden voor het uitlijnen van de printkop: automatische uitlijning en handmatige uitlijning. De procedure voor het handmatig uitlijnen van de printkop is als volgt: Uitlijning printkop (Print Head Alignment) 1.
Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare verticale strepen (B) Meest zichtbare verticale strepen Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Meest zichtbare horizontale strepen 9.
Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare verticale strepen (B) Meest zichtbare verticale strepen 11. Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK Het derde raster wordt afgedrukt. 12. Controleer het afgedrukte patroon Voer de nummers van de patronen met de minst zichtbare horizontale strepen in de bijbehorende vakken in en klik op OK.
Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen Opmerking Wanneer de uitlijning van de printkop voltooid is, kunt u afdrukken en de huidige instellingen controleren.
De positie van de printkop automatisch uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Dit apparaat ondersteunt twee methoden voor het uitlijnen van de printkop: automatische uitlijning en handmatige uitlijning. Normaal gesproken staat het apparaat ingesteld op automatische uitlijning.
drukt u op de knop Starten (Start) op het apparaat. Het uitlijnen van de printkop wordt gestart. Opmerking Wanneer de uitlijning van de printkop voltooid is, kunt u afdrukken en de huidige instellingen controleren. Klik daarvoor op het pictogram Uitlijning printkop (Print Head Alignment) en klik in het weergegeven bericht op Uitlijningswaarde afdrukken (Print Alignment Value).
Het apparaat reinigen De buitenkant van het apparaat reinigen De glasplaat en de documentklep reinigen De papierinvoerrol reinigen Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen 92
De buitenkant van het apparaat reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Gebruik voor het reinigen geen tissues, papieren handdoekjes, doeken met een grove structuur of soortgelijk materiaal omdat deze krassen kunnen veroorzaken.
De glasplaat en de documentklep reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Gebruik voor het reinigen geen tissues, papieren handdoekjes, doeken met een grove structuur of soortgelijk materiaal omdat deze krassen kunnen veroorzaken. Gebruik altijd een zachte en droge doek. Gebruik nooit vluchtige vloeistoffen zoals verdunners, wasbenzine, aceton of andere chemische reinigingsmiddelen om het apparaat te reinigen.
De papierinvoerrol reinigen Als de papierinvoerrollen vuil zijn of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrollen. Als u de papierinvoerrollen reinigt, slijten deze. Reinig de rollen daarom alleen als dat nodig is. U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en verwijder alle papier uit de achterste lade. 2. Reinig de papierinvoerrollen zonder papier.
Nadat u de onderdelen van de papierinvoerrollen met een wattenstaafje hebt gereinigd, zet u de printer aan en reinigt u de papierinvoerrollen nogmaals. Als het probleem nog steeds niet is verholpen na het reinigen van de papierinvoerrollen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van het apparaat. Als het binnenste van het apparaat vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen. U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat* * Zorg ervoor dat u een nieuw vel papier gebruikt. 1.
Houd de knop Stoppen (Stop) ingedrukt totdat het Alarm-lampje achtmaal oranje knippert en laat de knop daarna direct los. Het papier reinigt de binnenkant van het apparaat terwijl het wordt doorgevoerd door het apparaat. Controleer de gevouwen gedeelten van het uitgevoerde papier. Als deze inktvlekken bevatten, moet u de onderste plaat opnieuw reinigen.
De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. U moet het volgende voorbereiden: wattenstaafje Als er inktresten aanwezig zijn op de uitstekende delen binnen in het apparaat, reinigt u deze delen met bijvoorbeeld een wattenstaafje.
De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel 100
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De inktstatus controleren vanaf uw computer Een gewijzigd afdrukprofiel registreren De te gebruiken inktpatroon instellen De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen 101
De inktstatus controleren vanaf uw computer U kunt het resterende inktniveau en de typen FINE-cartridges voor uw model bekijken. 1. Selecteer Informatie inktniveau (Ink Level Information) in het popupmenu van Canon IJ Printer Utility Er verschijnt een illustratie van de inkttypen en hun status. In geval van een waarschuwing of fout met betrekking tot het resterende inktniveau geeft het printerbesturingsbestand een pictogram weer. Voer in dergelijke gevallen de op het scherm beschreven maatregelen uit. 2.
Een gewijzigd afdrukprofiel registreren U kunt het afdrukprofiel dat u hebt geselecteerd in het Dialoogvenster Afdrukken een naam geven en registreren. U kunt het geregistreerde afdrukprofiel voor gebruik oproepen via Instellingen (Presets). U kunt het onnodige afdrukprofiel ook verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren 1. Stel de gewenste items in het dialoogvenster Afdrukken in 2. Selecteer Huidige instellingen opslaan...
Een geregistreerd afdrukprofiel gebruiken 1. Selecteer bij Instellingen (Presets) in het dialoogvenster Afdrukken de naam van het afdrukprofiel dat u wilt gebruiken. Het afdrukprofiel in het dialoogvenster Afdrukken zal worden bijgewerkt naar het opgeroepen afdrukprofiel Een afdrukprofiel verwijderen 1. Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen • Als u Mac OS X v10.8 of Mac OS X v10.7 gebruikt Selecteer in het afdrukvenster Instellingen tonen... (Show Presets...
De te gebruiken inktpatroon instellen Met deze functie kunt u de meest geschikte FINE-cartridge van de geïnstalleerde cartridges opgeven voor een bepaald doel. Wanneer een van de FINE-cartridges leegraakt en niet onmiddellijk door een nieuwe kan worden vervangen, kunt u de andere FINE-cartridge opgeven die nog inkt bevat, en verder gaan met afdrukken. U geeft als volgt de FINE-cartridge op: 1. Selecteer Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2.
De stroomvoorziening van het apparaat beheren Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van het apparaat vanuit het printerstuurprogramma beheren. De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening van het apparaat is als volgt: Printer uit (Power Off) Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u het apparaat uit. Als u deze functie gebruikt, kunt u het apparaat niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma. 1.
Opmerking Als het apparaat is uitgeschakeld of als communicatie tussen het apparaat en de computer is uitgeschakeld, kan een foutbericht verschijnen omdat de computer de apparaatstatus niet kan vaststellen. 3. Geef desgewenst de volgende instellingen op: Printer automatisch aan (Auto Power On) Als u Inschakelen (Enable) selecteert in de lijst, wordt het apparaat ingeschakeld als er afdrukgegevens worden ontvangen. Printer automatisch uit (Auto Power Off) Geef de tijd op in de lijst.
Het geluidsvolume van het apparaat verlagen Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat het apparaat minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt. Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: 1.
Stille modus gebruiken op opgegeven tijden (Use quiet mode during specified hours) Selecteer deze optie als u wilt dat het apparaat minder geluid maakt op de opgegeven tijden. Geef de Begintijd (Start time) en de Eindtijd (End time) op van de periode waarin de stille modus actief moet zijn. Als beiden op dezelfde tijd zijn ingesteld, werkt de stille modus niet. Belangrijk U kunt de stille modus instellen vanuit het bedieningspaneel van het apparaat of het printerstuurprogramma.
De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van het apparaat. De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt: 1.
Daarna worden de aangepaste instellingen in het apparaat gebruikt.
De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel Informatie over de Stille instelling Het apparaat automatisch in-/uitschakelen 112
Informatie over de Stille instelling Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Volg de onderstaande procedure om de instellingen op te geven. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Houd de knop Stoppen (Stop) ingedrukt totdat het Alarm-lampje 9 maal knippert. 3. Laat de knop Stoppen (Stop) los. 4. Druk op de knop Kleur (Color). Als u de functie wilt uitschakelen, drukt u in stap 4 op de knop Zwart (Black).
Het apparaat automatisch in-/uitschakelen U kunt instellen dat het apparaat automatisch wordt in- of uitgeschakeld, afhankelijk van de omstandigheden. Het apparaat automatisch inschakelen Het apparaat automatisch uitschakelen Het apparaat automatisch inschakelen U kunt het apparaat automatisch laten inschakelen wanneer u afdruk- of scanbewerkingen uitvoert vanaf een computer. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Houd de knop Stoppen (Stop) ingedrukt totdat het Alarm-lampje 14 maal knippert. 3.
Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Afgedrukte afbeeldingen bewaren Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het apparaat Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat 115
Handige informatie over inkt Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere toepassingen? Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De inkt wordt niet alleen gebruikt voor het maken van afdrukken, maar ook voor het reinigen van de printkop. Dit zorgt ervoor dat de optimale afdrukkwaliteit behouden blijft. Het apparaat heeft een functie voor het automatisch reinigen van de spuitopeningen waaruit de inkt wordt gespoten, zodat verstopping wordt voorkomen.
Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de status van het apparaat voordat u gaat afdrukken! Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken.
Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Als het ingestelde mediumtype niet overeenkomt met het geplaatste papier, zijn de afdrukresultaten mogelijk niet naar behoren. Nadat u papier hebt geplaatst, moet u het juiste mediumtype voor het geplaatste papier selecteren. Afdrukresultaten niet naar behoren Er zijn verschillende soorten papier: papier met een speciale coating voor het optimaal afdrukken van foto’s en papier dat geschikt is voor documenten.
Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer afdrukken. Druk op de knop Stoppen (Stop) als u het afdrukken wilt annuleren.
Afgedrukte afbeeldingen bewaren Bewaar afgedrukte afbeeldingen in albums, doorzichtige fotohoesjes of glazen lijstjes om ze te beschermen tegen directe blootstelling aan lucht. Opmerking Als u afgedrukte afbeeldingen bewaart zonder ze voldoende te drogen, kunnen ze vervagen of verkleuren.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het apparaat Leg geen voorwerpen op de documentklep! Leg geen voorwerpen op de documentklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen als de documentklep wordt geopend en ertoe leiden dat het apparaat niet meer naar behoren werkt. Zorg er ook voor dat u het apparaat op een locatie plaatst waar geen voorwerpen op het apparaat kunnen vallen.
Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker pas uit het stopcontact wanneer het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat Let op het volgende wanneer u het apparaat vervoert. Belangrijk Wanneer u het apparaat voor reparatie verzendt Pak het apparaat in een stevige doos in en zorg dat het apparaat rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant). Gebruik voldoende beschermend materiaal om een veilig transport te garanderen. Terwijl de FINE-cartridge in het apparaat is geïnstalleerd, drukt u op de knop AAN (ON) om het apparaat uit te schakelen.
4. Koppel de printerkabel los van de computer en het apparaat en trek vervolgens de stekker van het apparaat uit het stopcontact. 5. Zet met plakband alle kleppen van het apparaat vast, zodat deze tijdens het vervoer niet kunnen opengaan. Verpak het apparaat vervolgens in de plastic zak. 6. Pak het apparaat in het beschermende materiaal in wanneer u het apparaat in de doos plaatst.
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het maken van kopieën en het scannen, afdrukken of het gebruiken van reproducties van de volgende documenten kan illegaal zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied.
Specificaties Algemene specificaties 4800* (horizontaal) x 600 (verticaal) Afdrukresolutie (dpi) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van minimaal 1/4800 inch. USB-poort: Hi-Speed USB * Interface Breedte van afdruk * Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist. Aangezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
Specificaties voor scannen Scannerstuurprogramma Maximumscanformaat Windows: TWAIN 1.9 Specificatie, WIA Mac OS: ICA A4/Letter, 216 x 297 mm / 8,5 x 11,7 inch Optische resolutie (horizontaal x verticaal) max.: 600 x 1200 dpi *1 Max. geïnterpoleerde resolutie: 19.200 x 19.200 dpi *2 Scanresolutie *1 De optische resolutie geeft de maximale samplingfrequentie aan op basis van ISO 14473. *2 Wanneer u de scanresolutie verhoogt, neemt het maximaal mogelijke scangebied af.
Overige ondersteunde besturingssystemen Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij elk besturingssysteem. Raadpleeg de handleiding of de website van Canon voor meer informatie over het gebruik met Windows RT. Een internetverbinding is vereist om de Online handleiding weer te geven. Windows: de werking kan alleen worden gegarandeerd op een computer waarop Windows 8, Windows 7, Windows Vista of Windows XP is geïnstalleerd.