Operation Manual

Bedieningspaneel
* Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding.
(1) AAN (ON)-lampje
Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet.
Opmerking
U kunt de status van het apparaat controleren aan de hand van het AAN (ON)-lampje en het Alarm-
lampje.
AAN (ON)-lampje is uit: het apparaat is uit.
AAN (ON)-lampje brandt: Het apparaat is klaar om af te drukken.
AAN (ON)-lampje knippert: Het apparaat is bijna klaar om af te drukken of er wordt een afdruktaak
uitgevoerd.
Alarm-lampje knippert: Er is een fout opgetreden en het apparaat is niet klaar om af te drukken.
AAN (ON)-lampje en Alarm-lampje knipperen beurtelings: Er is mogelijk een fout opgetreden
waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum.
Er treedt een fout op
(2) Knop AAN (ON)
Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat
wordt aangezet.
Het apparaat in- en uitschakelen
(3) Wi-Fi-lampje
Dit lampje brandt of knippert om de status van het draadloze LAN aan te geven.
Lampjes:
Verbinding met draadloos LAN is ingeschakeld.
Knippert:
Bezig met afdrukken of scannen via een draadloos LAN. Dit lampje knippert ook tijdens de
configuratie van een draadloze LAN-verbinding.
181