Operation Manual

Het apparaat met de toegangspuntmodus gebruiken
In de toegangspuntmodus kunt u afdrukken of scannen door het apparaat via een draadloze verbinding te
verbinden met bijvoorbeeld een computer, smartphone of tablet in een omgeving waarin geen draadloze
router beschikbaar is. Daarnaast kunt u de printer zonder draadloze router met een apparaat verbinden,
zelfs als een draadloze router beschikbaar is.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de toegangspuntmodus, de toegangspuntnaam (SSID) van het
apparaat en de beveiligingsinstelling inschakelt.
Toegangspuntmodus inschakelen
Afdrukken/scannen met de toegangspuntmodus
Toegangspuntmodus beëindigen
Toegangspuntmodus instellen
Belangrijk
Controleer de gebruiksbeperkingen en zet het apparaat in de toegangspuntmodus voordat u het
apparaat met de toegangspuntmodus gaat gebruiken.
Beperkingen
Als u het apparaat gedurende een lange tijd met de toegangspuntmodus gebruikt, wordt het
aanbevolen het standaardwachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen in een combinatie van cijfers
en letters.
Toegangspuntmodus inschakelen
Schakel de toegangspuntmodus in volgens de onderstaande procedure.
1.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
2.
Houd de Wi-Fi-knop ingedrukt en laat deze los wanneer het AAN (ON)-lampje knippert.
3.
Druk achtereenvolgens op de knop Zwart (Black), de knop Kleur (Color) en de Wi-Fi-
knop.
Het AAN (ON)-lampje gaat branden en knippert niet meer en de toegangspuntmodus is ingeschakeld.
Opmerking
Als u het MAC-adres en serienummer van het apparaat en de huidige instellingen van de
toegangspuntmodus wilt controleren, drukt u de netwerkinstelling af.
Netwerkinstellingen afdrukken
U kunt desgewenst de beveiligingsinstelling opgeven.
Toegangspuntmodus instellen
Afdrukken/scannen met de toegangspuntmodus
Geef de apparaatinstellingen op, verbindt uw apparaat met de printer en start het afdrukken/scannen
volgens de onderstaande procedure.
487