Operation Manual

Kan het apparaat niet vinden in het draadloze LAN
Controle 1
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Controle 2
Controleer of het Wi-Fi-lampje van het apparaat brandt.
Als het Wi-Fi-lampje niet brandt, is het draadloze LAN uitgeschakeld. Volg onderstaande procedure om het
draadloze LAN in te schakelen.
1.
Houd de Wi-Fi-knop ingedrukt en laat deze los wanneer het AAN (ON)-lampje knippert.
2.
Druk achtereenvolgens op de knop Kleur (Color), de knop Zwart (Black) en de Wi-Fi-knop.
Draadloos LAN is ingeschakeld als het AAN (ON)-lampje brandt en niet meer knippert en het Wi-Fi-lampje
gaat branden.
Controle 3
Als het apparaat tijdelijk op de computer is aangesloten met een USB-kabel,
controleert u of de USB-kabel goed is aangesloten.
Als u de draadloze LAN-verbinding instelt of de instellingen voor draadloos LAN wijzigt met IJ Network Tool via
een USB-verbinding, sluit u het apparaat met een USB-kabel aan op de computer zoals in de onderstaande
afbeelding. De USB-poort bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
Controle 4
Zorg dat de installatie van het apparaat is voltooid.
Zo niet, voer dan de installatie uit.
Voor Windows:
Gebruik de installatie-cd-rom of volg de instructies op de Canon-website.
Voor Mac OS:
Volg de instructies op de Canon-website.
Controle 5
Als u IJ Network Tool gebruikt, zoekt u het apparaat nogmaals.
Voor Windows:
Scherm Canon IJ Network Tool
Voor Mac OS:
Scherm Canon IJ Network Tool
702