Operation Manual

Gewoonlijk selecteert u Automatisch (Auto) voor de verificatiemethode. Selecteer anders Open
systeem (Open System) of Gedeelde sleutel (Shared Key), afhankelijk van de instellingen van
de draadloze router.
Wanneer het venster WEP-details (WEP Details) wordt weergegeven nadat u op Instellen (Set)
hebt geklikt in het venster Draadloze routers (Wireless Routers), volgt u de instructies op het
scherm en stelt u de lengte en indeling van de sleutel, het sleutelnummer en de
verificatiemethode voor het invoeren van een WEP-sleutel in.
Zie Gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen voor meer informatie.
Opmerking
Als het apparaat is aangesloten op een AirPort-basisstation via een LAN:
Als het apparaat via een LAN is aangesloten op een AirPort-basisstation, controleert u de
instellingen bij Draadloze beveiliging (Wireless Security) in AirPort Utility.
Selecteer 64-bits (64 bit) als WEP - 40 bits (WEP 40 bit) is geselecteerd voor
sleutellengte op het AirPort-basisstation.
Selecteer 1 voor Sleutel-id (Key ID). Anders kan de computer niet met het apparaat
communiceren via de draadloze router.
WPA/WPA2 gebruiken
De verificatiemethode, de wachtwoordzin en het dynamische coderingstype van de draadloze router,
het apparaat en de computer moeten overeenkomen.
Voer de wachtwoordzin in die is geconfigureerd voor de draadloze router (een reeks van 8 tot 63
alfanumerieke tekens, of een hexadecimaal nummer van 64 tekens).
TKIP (basiscodering) of AES (veilige codering) wordt automatisch geselecteerd als dynamische
coderingsmethode.
Voor Windows:
Zie Gedetailleerde WPA/WPA2-instellingen wijzigen voor meer informatie.
Voor Mac OS:
Zie Gedetailleerde WPA/WPA2-instellingen wijzigen voor meer informatie.
Opmerking
Dit apparaat ondersteunt WPA/WPA2-PSK (WPA-/WPA2-Persoonlijk) en WPA2-PSK (WPA2-
Persoonlijk).
711