Operation Manual

Controle 4
Komen de netwerkinstellingen van de smartphone/tablet overeen met die
van de draadloze router?
Zorg dat de netwerkinstellingen van de smartphone/tablet (zoals naam van draadloze router, SSID en
netwerksleutel) overeenkomen met die van de draadloze router.
Controleer de instellingen van de smartphone/tablet in de bijgeleverde instructiehandleiding.
Als de netwerkinstellingen van de smartphone/tablet niet overeenkomen met die van de draadloze router,
wijzigt u de netwerkinstellingen ervan zodat ze overeenkomen met die van de draadloze router.
Controle 5
Zorg dat het apparaat niet te ver van de draadloze router is geplaatst.
De draadloze router bevindt zich binnen het effectieve bereik voor draadloze communicatie. Plaats het
apparaat binnen een straal van 50 meter/164 ft. van de draadloze router.
Controle 6
Controleer op obstakels.
Draadloze communicatie tussen verschillende kamers of verschillende verdiepingen is over het algemeen
gebrekkig. Verplaats zo nodig het apparaat en de draadloze router.
Controle 7
Zorg dat er geen bronnen met storende radiogolven in de buurt zijn.
Als in de buurt een apparaat, zoals een magnetron, staat dat radiogolven op dezelfde frequentieband als de
draadloze router uitzendt, kan dit storing veroorzaken. Plaats de draadloze router zo ver mogelijk van de
storingsbron.
Kan niet communiceren met het apparaat terwijl het de
toegangspuntmodus gebruikt
Als uw smartphone/tablet niet kan communiceren met het apparaat in de toegangspuntmodus, controleert
u het volgende.
Controle 1
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Controle 2
Schakel de toegangspuntmodus in.
Schakel de toegangspuntmodus in volgens de onderstaande procedure.
1. Houd de Wi-Fi-knop ingedrukt en laat de knop los wanneer het AAN (ON)-lampje knippert.
2. Druk achtereenvolgens op de knop Zwart (Black), de knop Kleur (Color) en de Wi-Fi-knop.
Het AAN (ON)-lampje gaat branden en knippert niet meer en de toegangspuntmodus is ingeschakeld.
Controle 3
Controleer de instellingen van uw smartphone/tablet.
Zorg dat de smartphone/tablet het draadloze LAN kan gebruiken.
Voor meer informatie over het instellen van het draadloze LAN raadpleegt u de instructiehandleiding bij de
smartphone/tablet.
Controle 4
Hebt u het apparaat geselecteerd als bestemming voor uw smartphone/
tablets?
727