Operation Manual

Zichtbare witte strepen
Controle 1
Controleer de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit.
Afdrukresultaten zijn niet naar behoren
Controle 2
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel
noodzakelijk onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop.
Druk het controleraster voor spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen
van de printkop wordt gespoten.
Raadpleeg
Als afdrukken vaag of ongelijkmatig zijn voor informatie over het afdrukken van het controleraster
voor de spuitopeningen, het reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt:
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u het controleraster voor de spuitopeningen af en controleert u het
raster.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost na een dieptereiniging van de printkop, zet u het apparaat uit en voert u
na 24 uur nogmaals een dieptereiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost nadat u tweemaal een dieptereiniging van de printkop hebt uitgevoerd:
De inkt is wellicht op. Vervang de FINE-cartridge.
Controle 3
Vervang een eventuele lege FINE-cartridge door een nieuwe.
Controle 4
Als u papier met één bedrukbare zijde gebruikt, controleer dan of het paper
met de bedrukbare zijde naar beneden is geplaatst.
Als u afdrukt op de verkeerde zijde van dit soort papier, kunnen de afdrukken onduidelijk worden of kan de
kwaliteit minder worden.
Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor meer informatie over de bedrukbare zijde.
Controle 5
Is de FINE-cartridge correct geplaatst?
Als de FINE-cartridge niet goed is geplaatst, wordt de inkt mogelijk niet goed uitgespoten.
739