Operation Manual

Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Bijlage
> Tips over het gebruik van uw apparaat
C112
Tips over het gebruik van uw apparaat
Dit gedeelte bevat tips over het gebruik van uw apparaat en het maken van optimale afdrukken.
Inkt wordt voor verschillende toepassingen gebruikt.
Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere
toepassingen?
Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De inkt wordt niet
alleen gebruikt voor het maken van afdrukken, maar ook voor het reinigen van de printkop. Dit zorgt
ervoor dat de optimale afdrukkwaliteit behouden blijft.
Het apparaat heeft een functie voor het automatisch reinigen van de spuitopeningen waaruit de inkt
wordt gespoten, zodat verstopping wordt voorkomen. Tijdens de reinigingsprocedure wordt inkt uit
de spuitopeningen gepompt. De hoeveelheid inkt die gebruikt wordt voor het reinigen van de
spuitopeningen, wordt tot een minimum beperkt.
Wordt er kleureninkt gebruikt voor het maken van zwart-witte
afdrukken?
Wanneer u afdrukt in zwart-wit, wordt mogelijk andere inkt dan zwart gebruikt, afhankelijk van het
type afdrukpapier en de instellingen van het printerstuurprogramma. Er kan dus kleureninkt worden
gebruikt voor het maken van zwart-witte afdrukken.
Waarom heeft het apparaat twee zwarte inkttanks?
Het apparaat bevat twee soorten zwarte inkten: kleurstofinkt (BK) en pigmentinkt (PGBK).
De kleurstofinkt wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken van foto's, illustraties en dergelijke,
terwijl de pigmentinkt wordt gebruikt voor tekstdocumenten. Beide inkten worden voor verschillende
doeleinden gebruikt. Als de ene inkt op is, wordt daarom niet in plaats daarvan de andere inkt
gebruikt. Als een van beide inkten op is, moet de inkttank worden vervangen.
Deze twee inkten worden automatisch gebruikt, afhankelijk van het type afdrukpapier en de
instellingen van het printerstuurprogramma. U kunt het gebruik van deze inkten niet zelf wijzigen.
Het inktlampje geeft aan wanneer de inkt opraakt.
De inkttank bestaat uit het gedeelte waar de inkt is opgeslagen (A) en het gedeelte met de met inkt
doordrenkte spons (B).
Wanneer de inkt in (A) opraakt, knippert het inktlampje langzaam om aan te geven dat de inkt bijna
op is.
Wanneer vervolgens de inkt in (B) opraakt, knippert het inktlampje snel om u op de hoogte te
brengen dat de inkttank moet worden vervangen.
Zie Inkttanks vervangen
.
Afdrukken op speciaal papier: hoe kunt u altijd afdrukken met een
optimale afdrukkwaliteit?
Pagina 122 van 1084 pagina's
Tips over het gebruik van uw apparaat