Installation Instructions

Geheugenkaarten plaatsen
Belangrijk
Als u een geheugenkaart in de kaartsleuf plaatst, gaat het Toegang (Access)-lampje
branden. Als het Toegang (Access)-lampje knippert, heeft het apparaat toegang tot de
geheugenkaart. Raak het gebied rondom de kaartsleuf dan niet aan.
Opmerking
Als Lees-/schrijfkenmerk (Read/write attribute) is ingesteld op Beschrijfbaar van
USB-pc (Writable from USB PC) of Beschrijfbaar van LAN-pc (Writable from LAN
PC), kunt u geen afbeeldingsgegevens op de geheugenkaart afdrukken en geen
gescande gegevens op de geheugenkaart opslaan via het bedieningspaneel van het
apparaat. Nadat u de kaartsleuf als het geheugenkaartstation van een computer hebt
gebruikt, verwijdert u de geheugenkaart, selecteert u Gebruikersinstellingen apparaat
(Device user settings) bij Apparaatinstellingen (Device settings) via Instellen
(Setup) in het scherm HOME en stelt u Lees-/schrijfkenmerk (Read/write attribute) in
op Niet beschrijfbaar van pc (Not writable from PC).
De kaartsleuf instellen als het geheugenkaartstation van de computer
Wanneer u een computer gebruikt om foto's op een geheugenkaart te bewerken of
verbeteren, moet u de foto's vanaf de computer afdrukken. Als u het bedieningspaneel
gebruikt, worden de foto's mogelijk niet goed afgedrukt.
1. Bereid de geheugenkaart voor.
Bevestig een speciale kaartadapter als dat nodig is voor uw geheugenkaart.
Voordat u de geheugenkaart plaatst
2. Zet het apparaat aan.
3. Plaats één geheugenkaart in de kaartsleuf.
Waar u de geheugenkaart plaatst, verschilt per type geheugenkaart. Plaats de
geheugenkaart recht in de kaartsleuf MET HET LABEL OMHOOG, op de plaats die
wordt aangegeven in de onderstaande afbeelding.
Wanneer de geheugenkaart juist is geplaatst, begint het Toegang (Access)-lampje (A)
te branden.
Bevestig de kaartadapter voor geheugenkaarten die hieronder worden aangeduid met
het teken (sterretje) en plaats de kaart in de kaartsleuf, zoals hieronder wordt
aangegeven.
154