Operation Manual

Uitgebreide Handleiding > Probleemoplossing
> Afdrukresultaten niet naar behoren
Afdrukresultaten niet naar behoren
A
ls de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt
u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn.
Controle 1: Komen de instellingen voor het paginaformaat en
mediumtype overeen met het formaat en type papier dat is geplaatst?
A
ls deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
A
ls u een foto of illustratie wilt afdrukken, kan de kwaliteit van de afgedrukte kleuren afnemen
wanneer de papiersoort onjuist is ingesteld.
Wanneer u afdrukt met een onjuiste instelling voor de papiersoort, kan het afgedrukte oppervlak
bovendien worden bekrast.
Wanneer u afdrukt zonder marges, kunnen de kleuren ongelijkmatig zijn, afhankelijk van de
combinatie van de instelling voor de papiersoort en het geplaatste papier.
De methode waarmee u de instellingen voor het papier en de afdrukkwaliteit bevestigt, verschillen
afhankelijk van de taken die u uitvoert met het apparaat.
Kopiƫren met de bediening van het apparaat Bevestig de instellingen via het
bedieningspaneel van het apparaat.
Items instellen
A
fdrukken vanaf de geheugenkaart via het
apparaat
Bevestig de instellingen via het
bedieningspaneel van het apparaat.
Items instellen
A
fdrukken vanaf een afgedrukte foto via het
apparaat
Bevestig de instellingen via het
bedieningspaneel van het apparaat.
Items instellen
Rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-
compatibel apparaat
Bevestig de instellingen via het PictBridge-
compatibele apparaat.
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een
compatibel apparaat
Bevestig de instellingen via het
bedieningspaneel van het apparaat.
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-
scherm
A
fdrukken vanaf een draadloos
communicatieapparaat
Bevestig de instellingen via het
bedieningspaneel van het apparaat.
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-
scherm
A
fdrukken vanaf een compute
r
Bevestig de instellingen via het
printerstuurprogramma.
A
fdrukken met de basisinstellingen
Controle 2: Controleer via de tabel in controle 1 of de juiste
afdrukkwaliteit is geselecteerd voor het mediumtype en de
afdrukgegevens.
Selecteer een optie voor de afdrukkwaliteit die geschikt is voor het papier en de afbeelding die u
afdrukt. Als de afdruk vlekken of ongelijkmatige kleuren vertoont, verhoogt u de instelling voor de
afdrukkwaliteit en probeert u het opnieuw.
Opmerking
Wanneer u afdrukt vanaf een met PictBridge compatibel apparaat, stelt u de afdrukkwaliteit in
via het bedieningspaneel op het apparaat.
U kunt deze instellingen niet opgeven op een met PictBridge-compatibel apparaat.
U kunt de instelling voor de afdrukkwaliteit niet wijzigen wanneer u afdrukt vanaf een draadloos
communicatieapparaat.
Page 693 of 791 pagesAfdrukresultaten niet naar behoren