Operation Manual

Raadpleeg het gedeelte
Problemen oplossen
in de online handleiding:
Uitgebreide
Handleiding
.
Tip: vergeet niet de papierinstellingen op te geven nadat het
papier is geplaatst.
Selecteer het geplaatste papier in Mediumtype (Media type) van het bedieningspaneel of Mediumtype
(Media Type) in het printerstuurprogramma. Als het type papier niet is geselecteerd, worden er mogelijk
geen goede afdrukresultaten geproduceerd.
Raadpleeg Papier plaatsen
.
Er zijn verschillende soorten papier: papier met een speciale coating voor het optimaal afdrukken van
foto’s en papier dat geschikt is voor documenten. De opties Mediumtype (Media type) op het
bedieningspaneel en Mediumtype (Media Type) in het printerstuurprogramma hebben verschillende
instellingen die u vooraf voor elk type papier kunt instellen (zoals inkt gebruiken, inkt spuiten, de afstand
vanaf de spuitopeningen), zodat u op elke papiersoort afdrukken met een optimale beeldkwaliteit kunt
maken. U kunt afdrukken met verschillende instellingen in Mediumtype (Media type) (of Mediumtype
(Media Type)) die geschikt zijn voor elk type geplaatst papier.
Gebruik de knop Stoppen als u het afdrukken wilt annuleren.
Tip: druk nooit op de knop AAN.
A
ls u tijdens het afdrukken op de knop
AAN
drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer
worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer afdrukken.
Druk op de knop
Stoppen
om het afdrukken te annuleren.
Opmerking
Als u afdrukt vanaf een computer lukt het soms niet het afdrukken te annuleren door op de knop
Stoppen
te drukken. Open in dat geval het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
om de overbodige afdruktaken uit de printerstatusmonitor (Windows) te verwijderen.
De optimale afdrukkwaliteit behouden.
Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Volg
altijd de volgende stappen voor een optimale afdrukkwaliteit.
Verwijder als volgt de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
1 Druk op de knop
AAN
om het apparaat uit te zetten.
2 Controleer of de knop
AAN
niet brandt.
3 Haal de stekker uit het stopcontact of schakel de stekkerdoos uit.
A
ls u op de knop
AAN
drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen)
automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen. Als u de stekker uit het stopcontact haalt of de
stekkerdoos uitschakelt voordat het lampje van de knop
AAN
is gedoofd, wordt de printkop niet
correct bedekt. Dit kan uitdroging of verstoppingen veroorzaken.
Volg altijd deze procedure als u de stekker uit het stopcontact verwijdert.
Druk regelmatig af
A
ls een viltstift een lange tijd niet wordt gebruikt, droogt de punt uit en wordt de stift onbruikbaar
,
ook als het dopje op de viltstift is geplaatst. Hetzelfde geldt voor de printkop als het apparaat een
lange tijd niet wordt gebruikt.
Het is daarom raadzaam het apparaat ten minste één keer per maand te gebruiken.
Opmerking
Afhankelijk van het type papier kan de inkt vervagen als het afdrukgebied met een merk- of
markeerstift is aangeraakt of uitlopen als het afdrukgebied met water of transpiratievocht in
aanraking is geweest.
Maatregelen die u moet treffen voor het gebruik of vervoer van
het apparaat
Page 127 of 865 pagesTips over het gebruik van uw apparaat