Operation Manual

Uitgebreide Handleiding
Problemen oplossen
Inhoud
>
Het apparaat instellen
>
Basisinstellingen opgeven voor het apparaat
> Overige basisinstellingsitems
Overige basisinstellingsitems
U kunt de volgende items instellen in de Gebruikersinstellingen (User settings) van Faxinstellingen (Fax
settings).
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Autom. Afdrukken (Auto print)
Hiermee worden faxen automatisch afgedrukt zodra het apparaat deze ontvangt. Als UIT (OFF) is
geselecteerd, worden ontvangen faxen opgeslagen in het geheugen. Ook TX/RX-rapporten, MULTI
TX-rapporten (verzending) en activiteitenrapporten worden dan niet automatisch afgedrukt.
Ind. datumweergave (Date display format)
Hiermee selecteert u de notatie van datums die worden weergegeven op het LCD-scherm en die
worden afgedrukt op verzonden faxen.
Er zijn drie datumnotaties beschikbaar: JJJJ/MM/DD (YYYY/MM/DD), MM/DD/JJJJ (MM/DD/YYYY) en
DD/MM/JJJJ (DD/MM/YYYY).
Met TX-id (TX Terminal ID)
Hiermee selecteert u de positie waarop u de informatie over de afzender wilt afdrukken (buiten of
binnen het beeldgebied).
Selecteer nadat u de afdrukpositie hebt geselecteerd FAX of TEL om 'FAX' of 'TEL' vóór uw fax- of
telefoonnummer af te drukken.
Hoorn van haak (Offhook alarm)
Hiermee stelt u in of er een alarm moet klinken als de hoorn van de haak is.
Volumeregeling (Volume control)
Hiermee past u het belvolume en het telefoonlijnvolume tijdens de verzending in.
Rx-belniveau (RX ring level)
Hiermee selecteert u het niveau voor het belgeluid van het apparaat bij ontvangst van een fax.
Activiteitenrapport (Activity report)
Hiermee wordt de geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen afgedrukt. De
standaardinstelling voor het apparaat is om na iedere 20 transacties een activiteitenrapport af te
drukken. U kunt het rapport ook handmatig afdrukken.
Naar boven
Page 35 of 865 pagesOverige basisinstellingsitems