Operation Manual

Schrijffout/Uitvoerfout/Communicatiefout
Controle 1: Als het
aan/uit
-lampje uit is, controleert u of de stekker in het
stopcontact zit en zet u het apparaat vervolgens aan.
Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het
aan/uit
-lampje groen knippert. Wacht totdat
het aan/uit
-lampje stopt met knipperen en continu groen blijft branden.
Controle 2: Controleer of de printerpoort correct is geconfigureerd in MP Drivers.
* In de volgende instructies verwijst "XXX" naar de naam van uw apparaat.
1.
Meld u aan bij een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
2.
Klik op Configuratiescherm (Control Panel) en vervolgens op Printer onder Hardware
en geluiden (Hardware and Sound).
Klik in Windows XP op Configuratiescherm (Control Panel), Printers en andere hardware
(Printers and Other Hardware) en vervolgens op Printers en faxapparaten (Printers and
Faxes).
Klik in Windows 2000 op Configuratiescherm (Control Panel) en vervolgens op Printers.
3.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX Printer en selecteer
vervolgens Eigenschappen (Properties).
4.
Klik op het tabblad Poorten (Ports) om de poortinstellingen te bevestigen.
Zorg dat voor Afdrukken naar de volgende poort(en) (Print to the following port(s)) een
poort met de naam USBnnn (waarbij 'n' een getal is) is geselecteerd, waarbij Canon XXX
Printer wordt weergegeven in de kolom Printer.
A
ls de poortinstellingen onjuist zijn, wijzigt u de poortinstellingen al naar gelang d
e
interface die u gebruikt of installeert u MP Drivers opnieuw.
Controle 3: Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en
de computer.
Als u een doorschakelapparaat zoals een USB-hub gebruikt, maakt u deze los en
sluit u het apparaat rechtstreeks aan op de computer. Probeer opnieuw af te drukken.
A
ls het afdrukken normaal wordt gestart, is er een probleem met het
doorschakelapparaat. Neem contact op met de verkoper van uw doorschakelapparaat
voor meer informatie.
Er kan ook een probleem met de USB-kabel zijn. Vervang de USB-kabel en probeer
nogmaals af te drukken.
Controle 4: Controleer of MP Drivers correct is geïnstalleerd.
Verwijder MP Drivers met behulp van de procedure in MP Drivers verwijderen
en installeer dit
opnieuw aan de hand van de procedure in de installatiehandleiding.
Controle 5: Controleer de status van het apparaat op uw computer.
Volg de onderstaande procedure om de status van het apparaat te controleren.
1.
Klik achtereenvolgens op Configuratiescherm (Control Panel), Hardware en geluiden
(Hardware and Sound) en Apparaatbeheer (Device Manager).
A
ls het venster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt geopend, volgt u
de aanwijzingen op het scherm.
Klik in Windows XP achtereenvolgens opConfiguratiescherm (Control Panel), Prestaties
en onderhoud (Performance and Maintenance) en Systeem (System). Klik vervolgens op
A
pparaatbeheer (Device Manager) op het tabblad Hardware
.
Klik in Windows 2000 op Configuratiescherm (Control Panel) en op Systeem (System).
Klik vervolgens op Apparaatbeheer (Device Manager) op het tabblad Hardware.
2.
Dubbelklik op USB-controllers (Universal Serial Bus controllers) en vervolgens op
Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support).
A
ls Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support) niet wordt weergegeven
,
controleert u of het apparaat goed op de computer is aangesloten.
Controle 3: Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en de
computer.
Page 789 of 865 pagesEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm