Operation Manual

(2)
Open voorzichtig de papieruitvoerlade.
(3)
Schuif de papiergeleiders (A) open en plaats de enveloppen in het midden van
de achterste lade MET DE ADRESZIJDE NAAR U TOE GERICHT.
De gevouwen klep van de envelop bevindt zich naar beneden gericht aan de linkerzijde.
Er kunnen maximaal 10 enveloppen tegelijk worden geplaatst.
(4)
Schuif de papiergeleiders (A) tegen de zijkanten van de enveloppen aan.
Schuif de papiergeleiders niet te hard. De enveloppen worden dan mogelijk niet goed ingevoerd.
(B) Achterzijde
(C) Adreszijde
3.
Geef de instellingen op in het printerstuurprogramma.
(1)
Selecteer Envelop (Envelope) in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used
Settings) (of Mediumtype (Media Type)).
(2)
Selecteer het formaat voor enveloppen.
Selecteer DL Env. of Comm. Env. #10 in het venster Envelopformaat instellen (Envelope Size
Setting ).
Selecteer DL-envelop (DL Envelope) of #10-envelop (#10 Envelope) in Papierformaat (Paper
Size).
(3)
Selecteer Liggend (Landscape) in Afdrukstand (Orientation).
Belangrijk
Als u Envelopformaat instellen (Envelope Size Setting) (of Papierformaat printer (Printer Paper
Size)/Papierformaat (Paper Size)) of Afdrukstand (Orientation) onjuist instelt, wordt het adres
ondersteboven of 90 graden gedraaid afgedrukt.
Opmerking
Het apparaat kan geluid maken bij het invoeren van het papier.
Als het afdrukresultaat ondersteboven is in Windows, selecteert u 180 graden roteren (Rotate
180 degrees) in Extra functies (Additional Features) met het printerstuurprogramma.
Raadpleeg
Documenten afdrukken (Windows)
of
Documenten afdrukken (Macintosh)
voor
meer informatie over de instellingen van het printerstuurprogramma.
Page 96 of 865 pagesEnveloppen plaatsen