MX390 series Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Overzicht van het apparaat Nederlands (Dutch)
Lees dit eerst Opmerkingen over het gebruik van de onlinehandleiding Gebruiksomgeving Afdrukinstructies Opmerkingen over het gebruik van de onlinehandleiding • Het is verboden tekst, foto's of afbeeldingen die zijn gepubliceerd in de Online handleiding (hierna ´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten.
Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat. Let op Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat te voorkomen.
Handelsmerken en licenties • Microsoft is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. • Windows is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Windows Vista is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Internet Explorer is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Belangrijk Als u een zoekopdracht uitvoert via de modelnaam van het product, voert u alleen de eerste twee cijfers van het nummer in de modelnaam in. Voorbeeld: u zoekt naar MX45n (waarbij 'n' een nummer is) Voer 'MX45' in Wanneer u de PRO series gebruikt, vult u de volledige modelnaam in.
U kunt doelpagina's makkelijk vinden door de naam van de toepassing in te voeren, plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt. Voorbeeld: als u wilt weten hoe u collages kunt afdrukken met My Image Garden Voer in het zoekvenster "My Image Garden collage" in en voer een zoekopdracht uit • Zoeken naar referentiepagina's U kunt zoeken naar in deze handleiding omschreven referentiepagina's door de modelnaam van het product en een paginatitel in te voeren.
Venster dat gebruikt wordt in toelichting van de bewerking In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer Windows 7 operating system Home Premium (hierna Windows 7 genoemd) wordt gebruikt.
Overzicht van het apparaat Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw c
Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen 9
De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm 10
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren De te gebruiken inktpatroon instellen De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen 11
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm Faxinstellingen Afdrukinstellingen Gebr.instell. appar. Instell.
Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op het apparaat. Ervaar een nog aangenamere fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken. Eenvoudig foto's afdrukken Inhoud downloaden Gescande afbeeldingen uploaden naar internet Eenvoudig foto's afdrukken met een toepassing • Eenvoudig afbeeldingen ordenen In My Image Garden kunt u de namen van personen en gebeurtenissen bij foto's opslaan.
• Diverse andere functies My Image Garden biedt een groot aantal andere nuttige functies. Zie 'De mogelijkheden van My Image Garden' voor meer informatie. Allerlei inhoudmateriaal downloaden • CREATIVE PARK Dit is een 'afdrukmateriaalsite' waar u gratis al het afdrukmateriaal kunt downloaden. U vindt hier verschillende soorten inhoud, zoals kaarten voor diverse gelegenheden en modellen die u kunt maken door papieren onderdelen in elkaar te zetten. Alles is eenvoudig toegankelijk via Quick Menu.
Integratiefunctie voor online opslag Het apparaat kan worden geïntegreerd met online opslagservices zoals Evernote. Integratie met het online notitieprogramma 'Evernote' Als een Evernote-clienttoepassing op uw computer is geïnstalleerd, kunt u gescande afbeeldingen importeren in de toepassing en uploaden naar de server van Evernote. Vanaf bijvoorbeeld andere computers of smartphones kan door de geüploade afbeeldingen worden gebladerd. Als u Evernote wilt gebruiken, moet u een account aanmaken.
Overzicht van het apparaat Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw c
Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren 18
Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Binnenaanzicht Bedieningspaneel 19
Vooraanzicht (1) bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de apparaatinstellingen te wijzigen of het apparaat te bedienen. Bedieningspaneel (2) ADF (automatische documentinvoer) Plaats een document dat u wilt kopiëren, scannen of faxen. Documenten die in de documentlade worden geplaatst, worden automatisch vel voor vel gescand. Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen (3) klep van documentinvoer Open deze klep om vastgelopen documenten te verwijderen.
(12) papiersteun Trek deze steun uit als u papier in de voorste lade plaatst. (13) verlengstuk van uitvoerlade Open het verlengstuk ter ondersteuning van uitgeworpen papier. (14) papieruitvoersteun Trek deze steun uit ter ondersteuning van het uitgeworpen papier. (15) papieruitvoerlade Het bedrukte papier wordt uitgevoerd. (16) glasplaat Plaats hier het origineel dat u wilt kopiëren, scannen of faxen.
Achteraanzicht (1) transporteenheid Open de achterklep wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen. (2) netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. (3) telefoonaansluiting Hier kunt u de telefoonlijn aansluiten. (4) aansluiting voor extern apparaat Hier kunt u een extern apparaat aansluiten, zoals een telefoon of een antwoordapparaat. (5) USB-poort Sluit hier de USB-kabel aan om het apparaat op een computer aan te sluiten. Belangrijk Raak het metalen omhulsel niet aan.
Binnenaanzicht (1) inktcartridgevergrendeling Hiermee vergrendelt u de FINE-cartridge. (2) FINE-cartridge (inktcartridges) Een vervangbare cartridge met geïntegreerde printkop en inkttank. (3) FINE-cartridgehouder Plaats hier de FINE-cartridge. De kleuren FINE-cartridge moet in de linkersleuf worden geplaatst en de zwarte FINE-cartridge in de rechtersleuf. (4) klepje over kop Dit klepje gaat open, zodat u de FINE-cartridge kunt vervangen.
Bedieningspaneel * Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding. (1) Knop AAN (ON) (AAN/UIT (POWER)-lampje) Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. Brandt of knippert groen om de voedingsstatus aan te geven. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt aangezet. Het apparaat in- en uitschakelen (2) Knop KOPIËREN (COPY) Hiermee wordt het apparaat naar de kopieermodus geschakeld. Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven.
Geeft het venster Instellingenmenu (Setup menu) weer. Met dit menu kunt u onderhoud aan het apparaat uitvoeren en apparaatinstellingen wijzigen. Vage afdrukken of onjuiste kleuren De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm (15) Knop SCANNEN (SCAN) Hiermee zet u het apparaat in de scanmodus. Het stand-byscherm voor scannen wordt weergegeven. Hiermee kunt u het scannen starten door op de knop Kleur (Color) of Zwart (Black) te drukken.
Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Controleer of de printer is ingeschakeld Het apparaat in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer 26
Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt groen wanneer het apparaat is ingeschakeld. Als het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt, is het apparaat ingeschakeld, zelfs als het LCD uit is. Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld. Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld als het apparaat ongeveer 5 minuten niet wordt gebruikt.
Het apparaat in- en uitschakelen Het apparaat inschakelen 1. Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert en blijft groen branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld. Als het Alarm-lampje oranje brandt of knippert en een foutbericht wordt weergegeven op het LCD-scherm, raadpleegt u Een bericht verschijnt op het scherm.
Opmerking Het apparaat kan geen faxen verzenden of ontvangen als het is uitgeschakeld. Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er nietverzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Controleer de stekker/het netsnoer eenmaal per maand om er zeker van te zijn dat geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet. De stekker/het netsnoer is heet. De stekker/het netsnoer is roestig. De stekker/het netsnoer is verbogen. De stekker/het netsnoer is versleten. De stekker/het netsnoer is gespleten.
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN (ON) en controleert u daarna of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is. Als u de stekker uit het stopcontact trekt wanneer het AAN/UIT (POWER)-lampje nog brandt, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden.
LCD en bedieningspaneel U kunt het apparaat gebruiken om kopieën te maken, faxen te verzenden/ontvangen en om originelen zonder computer te scannen. U kunt de verschillende functies van het apparaat ook probleemloos gebruiken via de menu's en instellingsitems op het LCD. U kunt de kopieer-, scan-, fax- of instelmodus selecteren. U kunt de gewenste modus selecteren door op de modusknop (A) op het bedieningspaneel te drukken.
Cijfers, letters en symbolen invoeren Op het apparaat kunt u tekens invoeren met de numerieke toetsen wanneer u informatie invoert, zoals een toestelnaam, de naam van een ontvanger voor een snelkiesnummer en dergelijke. De invoermodus wijzigen Het apparaat heeft drie invoermodi: kleine letters, hoofdletters en cijfers. U kunt de numerieke toetsen gebruiken om tekens in elke invoermodus in te voeren.
tuvüúùû TUVÜÚÙÛ 8 8 wxyzý WXYZÝ 9 9 0 0 - . SP*1 #!",;:^`_=/'?$@%&+()[]{}<> Wijzig de invoermodus. *1 Met "SP" wordt een spatie aangegeven.
Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen 35
Papier plaatsen Normaal papier/fotopapier plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Afdrukgebied 36
Normaal papier/fotopapier plaatsen U kunt normaal papier of fotopapier plaatsen. Belangrijk Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier. U kunt normaal kopieerpapier gebruiken.
(4) Verschuif de rechter papiergeleider (A) om de papiergeleiders tegen beide zijden van de papierstapel te schuiven. Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen het papier. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd. Belangrijk Plaats het papier altijd in de lengterichting (B). Wanneer u het papier in de breedterichting plaatst (C), kan het papier vastlopen. Opmerking Plaats niet te veel papier door dit op te stapelen totdat de bovenkant van de stapel de papiergeleiders raakt.
(5) Open het verlengstuk van uitvoerlade. 3. Open de papieruitvoerlade. (1) Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de papieruitvoersteun uit. Belangrijk Zorg dat u de papieruitvoerlade opent tijdens het afdrukken. Als u de lade niet opent, kan het apparaat niet beginnen met afdrukken. Opmerking Na het plaatsen van papier Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen op het bedieningspaneel of van het printerstuurprogramma.
Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen (Europa) en #10-enveloppen (VS) plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk Afdrukken van enveloppen vanuit het bedieningspaneel wordt niet ondersteund. De volgende enveloppen kunt u niet gebruiken. Deze kunnen in het apparaat vast blijven zitten of ertoe leiden dat het apparaat niet meer naar behoren werkt.
(2) Gebruik de rechter papiergeleider (A) om beide papiergeleiders helemaal open te schuiven. (3) Plaats de enveloppen in het midden van de voorste lade MET DE ADRESZIJDE NAAR BENEDEN. De gevouwen klep van de envelop is omhoog gericht en bevindt zich aan de linkerzijde. (B) Achterzijde (C) Adreszijde Duw de enveloppen helemaal tegen de achterzijde van de voorste lade. Er kunnen maximaal 5 enveloppen tegelijk worden geplaatst.
3. Open de papieruitvoerlade. (1) Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de papieruitvoersteun uit. Belangrijk Zorg dat u de papieruitvoerlade opent tijdens het afdrukken. Als u de lade niet opent, kan het apparaat niet beginnen met afdrukken. Opmerking Nadat u enveloppen hebt geplaatst Selecteer het formaat en type van de geplaatste enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
Mediumtypen die u kunt gebruiken Kies voor het beste afdrukresultaat papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse papiersoorten waarmee u het plezier van afdrukken kunt vergroten, zoals stickers, en papiersoorten voor foto's of documenten. Het verdient aanbeveling belangrijke foto's af te drukken op origineel Canon-papier.
13 x 18 cm (5 x 7 inch) 20 x 25 cm (8 x 10 inch) Europees DL US Comm. Env. #10 Afwijkende formaten: U kunt afdrukken op papier van niet-standaardformaat met de volgende afmetingen. Minimumformaat: 89,0 x 127,0 mm (3,50 x 5,00 inch) Maximumformaat: 215,9 x 676,0 mm (8,50 x 26,61 inch) Papiergewicht U kunt papier met het volgende gewicht gebruiken.
Maximaal aantal vellen Verkrijgbare papiersoorten Mediumnaam Voorste lade Papieruitvoerlade Normaal papier (inclusief gerecycled papier)*1 Ongeveer 100 vel Ongeveer 50 vel Enveloppen 5 enveloppen *2 Origineel Canon-papier Opmerking Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen (behalve voor High Resolution Paper ).
Instellingen voor mediatype op het bedieningspaneel Verkrijgbare papiersoorten Mediumnaam Instellingen voor Mediumtype (Media type) Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Normaal papier (Plain paper) Origineel Canon-papier Papier voor het afdrukken van foto's: Mediumnaam Instellingen voor Mediumtype (Media type) Professioneel Foto Platinum Pro Platinum Glanzend Fotopapier 'voor frequent gebruik' Foto Glans (Glossy) Foto Glans Papier Foto Glans (Gloss
Mediumtypen die u niet kunt gebruiken De onderstaande soorten papier mogen niet worden gebruikt. Het gebruik van dergelijke papiersoorten levert niet alleen een onbevredigend resultaat op, maar kan er ook toe leiden dat het apparaat vastloopt of slecht functioneert.
Afdrukgebied Afdrukgebied Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Letter, Legal Enveloppen 48
Afdrukgebied Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het papier vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk. Als u hier afdrukt, kan de afdrukkwaliteit of de precisie van de papierinvoer echter afnemen. Opmerking Wanneer u zonder marges kopieert, kunt u bij Uitbr. Kop.hoevlheid (Extended copy amt.
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) A5 141,2 x 202,0 mm (5,56 x 7,95 inch) A4 203,2 x 289,0 mm (8,00 x 11,38 inch) B5 175,2 x 249,0 mm (6,90 x 9,80 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch) 94,8 x 144,4 mm (3,73 x 5,69 inch) 13 x 18 cm (5 x 7 inch) 120,2 x 169,8 mm (4,73 x 6,69 inch) 20 x 25 cm (8 x 10 inch) 196,4 x 246,0 mm (7,73 x 9,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 32,5 mm (1,28 inch) (B) 33,5 mm (1,32 inch) Afdrukgebied (C) 3,0 mm (0,12 inch) (D) 5,
Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 271,4 mm (8,00 x 10,69 inch) Legal 203,2 x 347,6 mm (8,00 x 13,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 32,5 mm (1,28 inch) (B) 33,5 mm (1,32 inch) Afdrukgebied (C) 3,0 mm (0,12 inch) (D) 5,0 mm (0,20 inch) (E) 6,4 mm (0,25 inch) (F) 6,3 mm (0,25 inch) 51
Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) Europees DL 98,8 x 179,5 mm (3,88 x 7,06 inch) US Comm. Env.
Originelen plaatsen De locatie voor het plaatsen van originelen Originelen op de glasplaat plaatsen Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen Originelen plaatsen voor elke functie Originelen die u kunt plaatsen 53
De locatie voor het plaatsen van originelen U kunt originelen op twee locaties in het apparaat plaatsen: de glasplaat en de ADF (automatische documentinvoer). Selecteer de positie waar u het origineel wilt plaatsen op basis van het formaat, type of de methode van gebruik. Originelen die u kunt plaatsen Documenten, foto's of boeken op de glasplaat plaatsen Twee of meer documentvellen met hetzelfde formaat en dezelfde dikte in de ADF plaatsen U kunt ook een afzonderlijk documentvel in de ADF plaatsen.
Originelen op de glasplaat plaatsen U kunt originelen die u wilt kopiëren, faxen of scannen op de glasplaat plaatsen. 1. Plaats een origineel op de glasplaat. (1) Open de documentklep. Belangrijk Raak bij het openen of sluiten van de documentklep de knoppen en het LCD-scherm op het bedieningspaneel niet aan. Dat kan leiden tot een onverwachte werking. (2) Plaats het origineel MET DE TE SCANNEN ZIJDE NAAR BENEDEN op de glasplaat.
Let erop dat u de documentklep sluit nadat u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, voordat u begint met kopiëren, faxen of scannen.
Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen U kunt een document dat u wilt kopiëren, faxen of scannen in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen. Opmerking Als u een document met optimale kwaliteit wilt scannen, plaatst u het op de glasplaat. 1. Controleer of alle originelen van de glasplaat zijn verwijderd. 2. Plaats een document in de ADF. (1) Open de documentlade. (2) Duw het document in de documentlade totdat u een piepgeluid hoort.
Originelen plaatsen voor elke functie Mogelijk moet u het origineel in een andere positie plaatsen, afhankelijk van de functie die u hebt geselecteerd voor kopiëren, faxen, scannen en dergelijke. Plaats het origineel in de juiste positie op basis van de geselecteerde functie. Als u het origineel niet correct plaatst, wordt het mogelijk niet juist gescand.
Twee of meer originelen plaatsen op de glasplaat In de scanmodus, - selecteer Automatische scan (Auto scan) voor Documenttype (Document type) om twee of meer afgedrukte foto's, ansichtkaarten of visitekaartjes te scannen - selecteer Foto (Photo) voor Documenttype (Document type) en geef Auto scan(A) -Multi op voor Scanformaat (Scan size) om twee of meer originelen te scannen Twee of meer afgedrukte foto's, briefkaarten of visitekaartjes scannen met een toepassing op een computer Plaats twee of meer originel
Originelen die u kunt plaatsen U kunt de volgende originelen op de glasplaat of in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen: glasplaat Item Details Typen originelen - Tekstdocumenten, tijdschriften of kranten - Afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of schijf (bd/dvd/cd, enzovoort) - Documenten die niet geschikt zijn voor de ADF Grootte (breedte x hoogte) Maximaal 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inch) Aantal 1 vel of meerdere vellen* Dikte Maximaal 10 mm (0,39 inch) * Er kunnen twee of meer o
Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren 62
Een FINE-cartridge vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, wordt het bericht op het LCD weergegeven om u op de hoogte te brengen van het probleem. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Een bericht verschijnt op het scherm Opmerking Meer informatie over geschikte FINE-cartridges vindt u in de gedrukte handleiding: Aan de Slag-gids. Vervangingsprocedure Volg de onderstaande procedure wanneer u een FINE-cartridge moet vervangen.
2. Open de papieruitvoerklep (E). Als de FINE-cartridgehouder naar de vervangingspositie wordt verplaatst, wordt het klepje over kop (F) AUTOMATISCH GEOPEND. Let op Houd de FINE-cartridgehouder niet vast om deze te stoppen of te verplaatsen. Raak de FINE-cartridgehouder niet aan voordat deze helemaal stilstaat. Belangrijk Het klepje over kop wordt automatisch geopend nadat u de papieruitvoerklep hebt geopend.
(2) Verwijder de FINE-cartridge. Belangrijk Wees voorzichtig met de FINE-cartridge om vlekken op kleding en dergelijke te voorkomen. Houd bij het weggooien van een lege FINE-cartridge rekening met de plaatselijke regelgeving met betrekking tot afvalverwerking. 4. Bereid een nieuwe FINE-cartridge voor. (1) Haal de nieuwe FINE-cartridge uit de verpakking en verwijder de oranje beschermtape (G) voorzichtig.
Als u schudt met een FINE-cartridge, kunt u inkt morsen en vlekken op uw handen en dergelijke krijgen. Ga voorzichtig te werk met FINE-cartridges. Zorg dat er geen vlekken op uw handen en dergelijke komen door de inkt op de verwijderde beschermtape. Plaats de beschermtape niet terug nadat u deze hebt verwijderd. Houd bij het weggooien rekening met de lokale wet- en regelgeving met betrekking tot de afvalverwerking.
Belangrijk Controleer of de FINE-cartridge correct is geïnstalleerd. Het apparaat kan alleen afdrukken maken als zowel de kleuren FINE-cartridge als de zwarte FINE-cartridge is geplaatst. Plaats daarom beide cartridges. 6. Sluit de papieruitvoerklep (H). Opmerking Als het foutbericht wordt weergegeven nadat de papieruitvoerklep is gesloten, voert u de vereiste stappen uit.
De inktstatus controleren De inkstatus controleren met het LCD op het aparaat U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm.
De inkstatus controleren met het LCD op het aparaat Opmerking De inktvoorraaddetector is op het apparaat bevestigd om de resterende inktvoorraad te detecteren. De voorraad wordt als vol beschouwd wanneer u een nieuwe FINE-cartridge installeert. Daarna detecteert het apparaat de resterende inktvoorraad. Als u een gebruikte FINE-cartridge installeert, is de aangegeven inktvoorraad mogelijk niet correct. In dat geval moet u de informatie over de inktvoorraad slechts zien als een benadering.
Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen 70
Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren De printkop uitlijnen 71
Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten onduidelijk zijn of de kleuren niet correct worden afgedrukt, zijn de spuitopeningen van printkop (FINE-cartridge) waarschijnlijk verstopt. Voer de onderstaande procedure uit om het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken, de conditie van de spuitopeningen van de printkop te controleren en vervolgens de printkop te reinigen.
De printkoppen reinigen vanaf de computer Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd: Stap 3 Voer een diepte-reiniging van de printkop uit. Vanaf het apparaat Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Vanaf de computer De printkoppen reinigen vanaf de computer Als het probleem niet is opgelost, schakelt u het apparaat uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur later nogmaals uit. Verwijder de stekker niet als u het apparaat uitschakelt.
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de FINE-cartridge die bijna leeg is. Een FINE-cartridge vervangen U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2.
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. 1. Controleer het raster (1) op ontbrekende lijnen en (2) de aanwezigheid van horizontale witte strepen. (A) Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt Als er lijnen ontbreken in het raster (1): De printkop moet worden gereinigd.
De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt. Reinig de printkop daarom alleen als het echt nodig is. 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2. Reinig de printkop.
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop. Het is daarom raadzaam de diepte-reiniging van de printkop alleen uit te voeren als het echt nodig is. 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2. Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
De printkop uitlijnen Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen. Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de FINE-cartridge die bijna leeg is. Een FINE-cartridge vervangen U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat (inclusief gerecycled papier)* * Gebruik papier dat wit en schoon is aan beide kanten. 1.
Belangrijk Raak de afdruk op het uitlijningsblad niet aan. Voorkom dat het uitlijningsblad vuil wordt. Als het blad vlekken vertoont of gekreukt is, wordt het mogelijk niet juist gescand. (4) Als het bericht 'Zijn de rasters correct? (Are the patterns fine?)' wordt weergegeven, bevestigt u dat het raster goed is afgedrukt, selecteert u Ja (Yes) en drukt u op OK. 5. Scan het uitlijningsblad om de positie van de printkop aan te passen.
Opmerking Het uitlijningsblad kan niet worden gescand als dit in de ADF (automatische documentinvoer) is geplaatst. (2) Sluit de documentklep voorzichtig en druk op de knop Kleur (Color) of Zwart (Black). Het apparaat scant het uitlijningsblad en de printkoppositie wordt automatisch aangepast. Nadat de positie van de printkoppen is aangepast, verwijdert u het uitlijningsblad van de glasplaat.
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printkoppen reinigen vanaf de computer De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De printkop uitlijnen De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De binnenkant van het apparaat reinigen 81
De printkoppen reinigen vanaf de computer Met de functie voor het reinigen van de printkop kunt u verstopte spuitopeningen van de printkop weer vrijmaken. Reinig de printkoppen wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al is er genoeg inkt. De procedure voor het reinigen van de printkop is als volgt: Reiniging (Cleaning) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
4. Voltooi de diepte-reiniging Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt geopend na het bevestigingsbericht. 5. Controleer de resultaten Klik op de knop Controleraster afdrukken (Print Check Pattern) om te controleren of de afdrukkwaliteit is verbeterd. Klik op Annuleren (Cancel) als u deze controle niet wilt uitvoeren. Belangrijk Bij Diepte-reiniging (Deep Cleaning) wordt meer inkt gebruikt dan bij Reiniging (Cleaning).
De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer U kunt de papierinvoerrollen reinigen. U doet dit als er stukjes papier aan de papierinvoerrollen vastzitten en het papier niet goed wordt ingevoerd. De procedure voor het reinigen van de papierinvoerrol is als volgt: Reiniging rollen (Roller Cleaning) 1. Bereid het apparaat voor Verwijder al het papier uit de voorste lade. 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3.
De printkop uitlijnen Wanneer u de positie van de printkop aanpast, worden fouten in de printkoppositie gecorrigeerd en foutieve kleuren en streepvorming verbeterd. Als het afdrukresultaat ongelijkmatig is vanwege verschoven lijnen of andere fouten, past u de positie van de printkop aan. Op dit apparaat kunt u de printkop automatisch of handmatig aanpassen.
De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Dit apparaat ondersteunt twee methoden voor het uitlijnen van de printkop: automatische uitlijning en handmatige uitlijning. Voor automatische uitlijning van de printkop raadpleegt u 'De printkop uitlijnen' en voert u vervolgens de functie uit vanaf het bedieningspaneel van het apparaat.
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare verticale strepen (B) Meest zichtbare verticale strepen Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare verticale strepen (B) Meest zichtbare verticale strepen 11. Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK Het derde raster wordt afgedrukt. 12.
Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen Opmerking Als u de huidige instelling wilt afdrukken en controleren, opent u het dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) en klikt u op Uitlijningswaarde afdrukken (Print Alignment Value).
De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Met de functie voor controle van de spuitopeningen kunt u controleren of de printkop goed functioneert door een controleraster af te drukken. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt. De procedure voor het afdrukken van een controleraster is als volgt: Controle spuitopening (Nozzle Check) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
De binnenkant van het apparaat reinigen Voer een reiniging van de onderste plaat uit voordat u dubbelzijdig afdrukt, om te voorkomen dat er vegen op de achterzijde van het papier ontstaan. Voer ook een reiniging van de onderste plaat uit als er inktvegen op een afdruk voorkomen die niet worden veroorzaakt door de afdrukgegevens. Zie 'Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat)' voor meer informatie over het plaatsen van papier in het apparaat.
Het apparaat reinigen De buitenkant van het apparaat reinigen De glasplaat en de documentklep reinigen De ADF (automatische documentinvoer) reinigen De papierinvoerrol reinigen Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen 92
De buitenkant van het apparaat reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
De glasplaat en de documentklep reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen. Zorg dat het verzenden of ontvangen van alle faxen is voltooid voordat u de stekker van het apparaat uit het stopcontact haalt.
De ADF (automatische documentinvoer) reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen. Zorg dat het verzenden of ontvangen van alle faxen is voltooid voordat u de stekker van het apparaat uit het stopcontact haalt.
4. Sluit daarna de klep van de documentinvoer door erop te drukken totdat deze vastklikt. 5. Sluit de documentlade.
De papierinvoerrol reinigen Als de papierinvoerrol vuil is of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrol. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is. U moet het volgende voorbereiden: drie vellen gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en verwijder het papier uit de voorste lade. 2. Open de papieruitvoerlade. 3.
Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van het apparaat. Als het binnenste van het apparaat vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen. U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat* * Zorg ervoor dat u een nieuw vel papier gebruikt. 1.
Het papier reinigt de binnenkant van het apparaat terwijl het wordt doorgevoerd door het apparaat. Controleer de gevouwen gedeelten van het uitgevoerde papier. Als deze inktvlekken bevatten, moet u de onderste plaat opnieuw reinigen. Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de onderste plaat nogmaals hebt gereinigd, zijn de uitstekende delen aan de binnenkant van het apparaat mogelijk vuil. Reinig ze op de manier zoals in de instructies is beschreven.
De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen. Zorg dat het verzenden of ontvangen van alle faxen is voltooid voordat u de stekker van het apparaat uit het stopcontact haalt.
De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm 101
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren De te gebruiken inktpatroon instellen De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen 102
Afdrukopties wijzigen U kunt de gedetailleerde instellingen voor het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die worden verzonden vanuit een toepassing. Geef deze optie aan als u te maken hebt met afdrukproblemen, zoals een deel van beeldgegevens dat wordt afgesneden. De procedure voor het wijzigen van de afdrukopties is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Klik op Afdrukopties... (Print Options...
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Klik op Opties... (Options...) om het paginaformaat, de afdrukstand en het aantal exemplaren dat u hebt ingesteld op te slaan, en controleer elk item. Opmerking Wanneer u het printerstuurprogramma opnieuw installeert of een upgrade van het stuurprogramma uitvoert, worden de geregistreerde afdrukinstellingen verwijderd uit Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings). U kunt de geregistreerde afdrukinstellingen niet opslaan en behouden.
De te gebruiken inktpatroon instellen Met deze functie kunt u de meest geschikte FINE-cartridge van de geïnstalleerde cartridges opgeven voor een bepaald doel. Wanneer een van de FINE-cartridges leegraakt en niet onmiddellijk door een nieuwe kan worden vervangen, kunt u de andere FINE-cartridge opgeven die nog inkt bevat, en verder gaan met afdrukken. U geeft als volgt de FINE-cartridge op: Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
De stroomvoorziening van het apparaat beheren Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van het apparaat vanuit het printerstuurprogramma beheren. De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening van het apparaat is als volgt: Printer uit (Power Off) Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u het apparaat uit. Als u deze functie gebruikt, kunt u het apparaat niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Het geluidsvolume van het apparaat verlagen Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat het apparaat minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt. Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: Stille instellingen (Quiet Settings) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van het apparaat. De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt: Aangepaste instellingen (Custom Settings) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Klik op OK en vervolgens op OK in het bevestigingsbericht. Daarna worden de aangepaste instellingen in het apparaat gebruikt.
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm Faxinstellingen Afdrukinstellingen Gebr.instell. appar. Instell.
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm In dit gedeelte wordt de procedure voor het wijzigen van de instellingen in het scherm Apparaatinstellingen (Device settings) beschreven. Daarbij worden de stappen voor het opgeven van de optie Uitbr. Kop.hoevlheid (Extended copy amt.) als voorbeeld genomen. Opmerking Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Druk op de knop Instellingen (Setup).
Faxinstellingen In dit gedeelte worden de instellingen van Faxinstellingen (Fax settings) beschreven. Handmatige inst. (Easy setup) Registratie telnr. (TEL no. registration) Gebruikersinst. fax (FAX user settings) Geavanc. faxinstell. (Adv. FAX settings) Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) Beveiligingsbeheer (Security control) Opmerking Voordat u deze instellingen wijzigt, kunt u de huidige instellingen controleren door de LIJST GEBRUIKERSGEGEVENS (USER'S DATA LIST) af te drukken.
Als u AAN (ON) selecteert, verzendt het apparaat de fax pas nadat de kiestoon is gecontroleerd. Opmerking Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. • Instell. pauzeduur (Pause time settings) Hiermee stelt u de wachttijd in voor elke keer dat u op de knop 'P' (Pauze) drukt. • TTI-positie (TTI position) Hiermee kunt u de plaats opgeven van de informatie over de afzender (binnen of buiten het beeldgebied).
Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) • Ontvangen docum. (Received documents) Selecteer of de ontvangen fax automatisch na ontvangst moet worden afgedrukt. Als u Niet afdrukken (Do not print) selecteert, wordt de ontvangen fax opgeslagen in het apparaatgeheugen. Meer informatie over de ontvangen fax die is opgeslagen in het apparaatgeheugen: Document opgeslagen in apparaatgeheugen • Activiteitenrapport (Activity report) Selecteer of het ACT.
Opmerking Deze instelling wordt mogelijk niet ondersteund, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij om te vragen of deze service wordt geboden.
Afdrukinstellingen • Pap.schuring voork. (Prevent abrasion) Gebruik deze instelling alleen als er vlekken op het afdrukoppervlak ontstaan. Belangrijk Stel dit item na het afdrukken weer in op UIT (OFF), omdat dit tot een lagere afdruksnelheid of -kwaliteit kan leiden. • Uitbr. Kop.hoevlheid (Extended copy amt.) Met deze instelling selecteert u het gedeelte van de afbeelding dat buiten het papier valt als u kopieert zonder marges.
Gebr.instell. appar. • Instell. datum/tijd (Date/time setting) Hiermee kunt u de huidige datum en tijd instellen. Informatie over de afzender instellen • Ind. datumweergave (Date display format) Hiermee selecteert u de notatie van datums die worden weergegeven op het LCD-scherm en die worden afgedrukt op verzonden faxen en foto's. • Instelling zomertijd (Summer time setting) Hiermee kunt u de opties voor zomertijd inschakelen. Als u AAN (ON) selecteert, kunt u aanvullende instellingen opgeven.
Instell. herstellen Hiermee worden alle standaardinstellingen van het apparaat hersteld. Sommige instellingen worden echter mogelijk niet gewijzigd, afhankelijk van de huidige staat van het apparaat. • Geg. telefoonnummer (Telephone no. data) Hiermee herstelt u de standaardinstellingen voor het telefoon-/faxnummer. • Instellingsgegevens (Setting data) Hiermee herstelt u de standaardinstellingen voor andere apparaatinstellingen dan die voor het telefoonnummer.
Informatie over de Stille instelling Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Bovendien kunt u de tijdsduur opgeven voor het verminderen van het geluid van het apparaat. Belangrijk Stel de huidige datum en tijd vooraf in. Informatie over de afzender instellen Volg de onderstaande procedure om de instellingen op te geven. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2.
Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat 121
Handige informatie over inkt Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere toepassingen? Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De inkt wordt niet alleen gebruikt voor het maken van afdrukken, maar ook voor het reinigen van de printkop. Dit zorgt ervoor dat de optimale afdrukkwaliteit behouden blijft. Het apparaat heeft een functie voor het automatisch reinigen van de spuitopeningen waaruit de inkt wordt gespoten, zodat verstopping wordt voorkomen.
Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de status van het apparaat voordat u gaat afdrukken! Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken.
Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Als het ingestelde mediumtype niet overeenkomt met het geplaatste papier, zijn de afdrukresultaten mogelijk niet naar behoren. Nadat u papier hebt geplaatst, moet u het juiste mediumtype voor het geplaatste papier selecteren. Afdrukresultaten niet naar behoren Er zijn verschillende soorten papier: papier met een speciale coating voor het optimaal afdrukken van foto’s en papier dat geschikt is voor documenten.
Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer afdrukken. Druk op de knop Stoppen (Stop) als u het afdrukken wilt annuleren.
Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker pas uit het stopcontact wanneer het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat Let op het volgende wanneer u het apparaat vervoert. Belangrijk Wanneer u het apparaat voor reparatie verzendt Pak het apparaat in een stevige doos in en zorg dat het apparaat rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant). Gebruik voldoende beschermend materiaal om een veilig transport te garanderen. Terwijl de FINE-cartridge in het apparaat is geïnstalleerd, drukt u op de knop AAN (ON) om het apparaat uit te schakelen.
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het maken van kopieën en het scannen, afdrukken of het gebruiken van reproducties van de volgende documenten kan illegaal zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied.
Specificaties Algemene specificaties Afdrukresolutie (dpi) 4800* (horizontaal) x 1200 (verticaal) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van minimaal 1/4800 inch. Interface USB-poort: Hi-Speed USB * * Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist. Aangezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
*2 Wanneer u de scanresolutie verhoogt, neemt het maximaal mogelijke scangebied af. Gradatie (invoer/uitvoer) Grijs: 16 bits/8 bits Kleur: 48 bits/24 bits (RGB elk 16 bits/8 bits) Specificaties voor faxen Toepasselijke lijn Public Switched Telephone Network (PSTN) Communicatiemodus Super G3, G3 Zwart: MH, MR, MMR Gegevenscompressiesysteem Kleur: JPEG Modemsnelheid max. 33.6 kbps (automatische terugval) Overdrachtssnelheid Zwart: Ongeveer 3 seconden per pagina met een snelheid van 33.
Opmerking: voor installatie van de meegeleverde software. De benodigde hoeveelheid vasteschijfruimte kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Cd-romstation Vereist Beeldscherm XGA 1024 x 768 Mac OS Besturingssysteem Mac OS X v10.6.8 of later Browser Safari 5 of hoger Vasteschijfruimte 1,5 GB Opmerking: voor installatie van de meegeleverde software. De benodigde hoeveelheid vasteschijfruimte kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.